التوبة

Het Berouw

At-Tawbah

Hoofdstuk: 9
Verzen: 129

Vertaler: Sofian S. Siregar

Taal: Nederlands

1
Hoofdstuk 9 : Vers 1

بَرَآءَةٌ مِّنَ ٱللَّهِ وَرَسُولِهِۦٓ إِلَى ٱلَّذِينَ عَـٰهَدتُّم مِّنَ ٱلْمُشْرِكِينَ

(Dit is een verklaring over) een verbreking van de banden (Barâ'ah), van Allah en zijn Boodschapper, gericht tot de veelgodenaanbidders met wie jullie (gelovigen) een verbond hebben gesloten.

Transliteratie

Baraatun mina Allahi warasoolihi ila allatheena AAahadtum mina almushrikeena

2
Hoofdstuk 9 : Vers 2

فَسِيحُوا۟ فِى ٱلْأَرْضِ أَرْبَعَةَ أَشْهُرٍ وَٱعْلَمُوٓا۟ أَنَّكُمْ غَيْرُ مُعْجِزِى ٱللَّهِ ۙ وَأَنَّ ٱللَّهَ مُخْزِى ٱلْكَـٰفِرِينَ

Trekt dan vier maanden in het land rond, en weet dat jullie het plan van Allah nimmer kunnen ontkrachten. En voorwmr, Allah vernedert de ongelovigen.

Transliteratie

Faseehoo fee alardi arbaAAata ashhurin waiAAlamoo annakum ghayru muAAjizee Allahi waanna Allaha mukhzee alkafireena

3
Hoofdstuk 9 : Vers 3

وَأَذَٰنٌ مِّنَ ٱللَّهِ وَرَسُولِهِۦٓ إِلَى ٱلنَّاسِ يَوْمَ ٱلْحَجِّ ٱلْأَكْبَرِ أَنَّ ٱللَّهَ بَرِىٓءٌ مِّنَ ٱلْمُشْرِكِينَ ۙ وَرَسُولُهُۥ ۚ فَإِن تُبْتُمْ فَهُوَ خَيْرٌ لَّكُمْ ۖ وَإِن تَوَلَّيْتُمْ فَٱعْلَمُوٓا۟ أَنَّكُمْ غَيْرُ مُعْجِزِى ٱللَّهِ ۗ وَبَشِّرِ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ بِعَذَابٍ أَلِيمٍ

Ein (dit is) een bekendmaking van Allah en zijn Boodschapper aan de mensheid op de dag van de grote Bedevaart (al Haddj al Akbar) (inhoudende) dat Allah en Zijn Boodschapper niets te maken hebben met de veelgodenaanbidders. En als jullie (veelgodenaanbidders) berouw tonen, dan is dat beter voor jullie, maar als jullie afwenden, weet dan dat jullie (het plan van) Allah nimmer kunnen ontkrachten. En waarschuwt degenen die ongelovig zijn voor een pijnlijke bestraffing.

Transliteratie

Waathanun mina Allahi warasoolihi ila alnnasi yawma alhajji alakbari anna Allaha bareeon mina almushrikeena warasooluhu fain tubtum fahuwa khayrun lakum wain tawallaytum faiAAlamoo annakum ghayru muAAjizee Allahi wabashshiri allatheena kafaroo biAAathabin aleemin

4
Hoofdstuk 9 : Vers 4

إِلَّا ٱلَّذِينَ عَـٰهَدتُّم مِّنَ ٱلْمُشْرِكِينَ ثُمَّ لَمْ يَنقُصُوكُمْ شَيْـًٔا وَلَمْ يُظَـٰهِرُوا۟ عَلَيْكُمْ أَحَدًا فَأَتِمُّوٓا۟ إِلَيْهِمْ عَهْدَهُمْ إِلَىٰ مُدَّتِهِمْ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ يُحِبُّ ٱلْمُتَّقِينَ

Behalve met de veelgodenaanbidders met wie jullie een verbond zijn aangepan, (en) die jullie daarna niets tekort hebben gedaan en die niemand tegen jullie hebben geholpen. Komt dan het verbond met hen na, tot het eind van de overeengekomen termijn. Voorwaar, Allah houdt van de Moettaqôen.

Transliteratie

Illa allatheena AAahadtum mina almushrikeena thumma lam yanqusookum shayan walam yuthahiroo AAalaykum ahadan faatimmoo ilayhim AAahdahum ila muddatihim inna Allaha yuhibbu almuttaqeena

5
Hoofdstuk 9 : Vers 5

فَإِذَا ٱنسَلَخَ ٱلْأَشْهُرُ ٱلْحُرُمُ فَٱقْتُلُوا۟ ٱلْمُشْرِكِينَ حَيْثُ وَجَدتُّمُوهُمْ وَخُذُوهُمْ وَٱحْصُرُوهُمْ وَٱقْعُدُوا۟ لَهُمْ كُلَّ مَرْصَدٍ ۚ فَإِن تَابُوا۟ وَأَقَامُوا۟ ٱلصَّلَوٰةَ وَءَاتَوُا۟ ٱلزَّكَوٰةَ فَخَلُّوا۟ سَبِيلَهُمْ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ

En wanneer de gewijde maanden voorbij zijn, doodt dan de veelgodenaanbidders waar jullie hen ook aantreffen en grijpt hen, en omsingelt hen en loert op ben vanuit elke hinderlaag. Als zij dan berouw tonen, en de shalât onderhouden de zakât geven, laat hen dan vrij. Voorwaar, Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig.

Transliteratie

Faitha insalakha alashhuru alhurumu faoqtuloo almushrikeena haythu wajadtumoohum wakhuthoohum waohsuroohum waoqAAudoo lahum kulla marsadin fain taboo waaqamoo alssalata waatawoo alzzakata fakhalloo sabeelahum inna Allaha ghafoorun raheemun

6
Hoofdstuk 9 : Vers 6

وَإِنْ أَحَدٌ مِّنَ ٱلْمُشْرِكِينَ ٱسْتَجَارَكَ فَأَجِرْهُ حَتَّىٰ يَسْمَعَ كَلَـٰمَ ٱللَّهِ ثُمَّ أَبْلِغْهُ مَأْمَنَهُۥ ۚ ذَٰلِكَ بِأَنَّهُمْ قَوْمٌ لَّا يَعْلَمُونَ

En één wanneer van de veelgodenaanbidders bescherming bij jullie zoektt geeft hem dan bescherming, zodat hij het Woord van Allah hoort. En brengt hem daarna nou een plaats die veilig voor hem is. Dat is omdat zij een volk zijn dat niet weet.

Transliteratie

Wain ahadun mina almushrikeena istajaraka faajirhu hatta yasmaAAa kalama Allahi thumma ablighhu mamanahu thalika biannahum qawmun la yaAAlamoona

7
Hoofdstuk 9 : Vers 7

كَيْفَ يَكُونُ لِلْمُشْرِكِينَ عَهْدٌ عِندَ ٱللَّهِ وَعِندَ رَسُولِهِۦٓ إِلَّا ٱلَّذِينَ عَـٰهَدتُّمْ عِندَ ٱلْمَسْجِدِ ٱلْحَرَامِ ۖ فَمَا ٱسْتَقَـٰمُوا۟ لَكُمْ فَٱسْتَقِيمُوا۟ لَهُمْ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ يُحِبُّ ٱلْمُتَّقِينَ

Hoe kan er voor de veelgodenaanbidders een verbond zijn bij Allah en bij zijn Boodschapper, behalve voor degenen met wie jullie een verbond hebben gesloten bij de Masdjid al Harâm? Zolang zij het gestand blijven, blijven jullie het met hen gestand. Voorwaar, Allah houdt van de Moettaqôen.

Transliteratie

Kayfa yakoonu lilmushrikeena AAahdun AAinda Allahi waAAinda rasoolihi illa allatheena AAahadtum AAinda almasjidi alharami fama istaqamoo lakum faistaqeemoo lahum inna Allaha yuhibbu almuttaqeena

8
Hoofdstuk 9 : Vers 8

كَيْفَ وَإِن يَظْهَرُوا۟ عَلَيْكُمْ لَا يَرْقُبُوا۟ فِيكُمْ إِلًّا وَلَا ذِمَّةً ۚ يُرْضُونَكُم بِأَفْوَٰهِهِمْ وَتَأْبَىٰ قُلُوبُهُمْ وَأَكْثَرُهُمْ فَـٰسِقُونَ

Hoe kan het zijn, dat wanneer zij de overhand over jullie hebben, zij niet waken over de verwantschapsbanden met jullie, noch over de afspraken? Zij behagen jullie met hun monden, terwijl hun harten afkerig zijn. En de meesten van hen zijn verderfzaaiers.

Transliteratie

Kayfa wain yathharoo AAalaykum la yarquboo feekum illan wala thimmatan yurdoonakum biafwahihim wataba quloobuhum waaktharuhum fasiqoona

9
Hoofdstuk 9 : Vers 9

ٱشْتَرَوْا۟ بِـَٔايَـٰتِ ٱللَّهِ ثَمَنًا قَلِيلًا فَصَدُّوا۟ عَن سَبِيلِهِۦٓ ۚ إِنَّهُمْ سَآءَ مَا كَانُوا۟ يَعْمَلُونَ

Zij verruilden de Verzen van Allah voor een geringe prijs, waarna zij (de mensen) afhielden van Zijn Pad: voorwaar, slecht is het wat zij plachten te doen.

Transliteratie

Ishtaraw biayati Allahi thamanan qaleelan fasaddoo AAan sabeelihi innahum saa ma kanoo yaAAmaloona

10
Hoofdstuk 9 : Vers 10

لَا يَرْقُبُونَ فِى مُؤْمِنٍ إِلًّا وَلَا ذِمَّةً ۚ وَأُو۟لَـٰٓئِكَ هُمُ ٱلْمُعْتَدُونَ

Zij waken met betrekking tot de gelovige niet over de verwantschapsbanden, noch over de afspraken. Zij Zijn degenen die de overtreders zijn.

Transliteratie

La yarquboona fee muminin illan wala thimmatan waolaika humu almuAAtadoona

11
Hoofdstuk 9 : Vers 11

فَإِن تَابُوا۟ وَأَقَامُوا۟ ٱلصَّلَوٰةَ وَءَاتَوُا۟ ٱلزَّكَوٰةَ فَإِخْوَٰنُكُمْ فِى ٱلدِّينِ ۗ وَنُفَصِّلُ ٱلْـَٔايَـٰتِ لِقَوْمٍ يَعْلَمُونَ

Wanneer zij dan berouw tonen, en de shalât onderhouden en de zakât geven, dan zijn zij jullie broeders is de godsdienst. En Wij zeden de Verzen uiteen aan een dat volk dat weet.

Transliteratie

Fain taboo waaqamoo alssalata waatawoo alzzakata faikhwanukum fee alddeeni wanufassilu alayati liqawmin yaAAlamoona

12
Hoofdstuk 9 : Vers 12

وَإِن نَّكَثُوٓا۟ أَيْمَـٰنَهُم مِّنۢ بَعْدِ عَهْدِهِمْ وَطَعَنُوا۟ فِى دِينِكُمْ فَقَـٰتِلُوٓا۟ أَئِمَّةَ ٱلْكُفْرِ ۙ إِنَّهُمْ لَآ أَيْمَـٰنَ لَهُمْ لَعَلَّهُمْ يَنتَهُونَ

En wanneer zij hun eden breken, nadat zij een verbond hebben gesloten en zij zich vijandig gedragen tegen over jullie godsdienst: doodt dan de leiders van de ongelovigen. Voorwaar, bij ben hebben eden geen waarde. Hopelijk zuilen zij ophouden.

Transliteratie

Wain nakathoo aymanahum min baAAdi AAahdihim wataAAanoo fee deenikum faqatiloo aimmata alkufri innahum la aymana lahum laAAallahum yantahoona

13
Hoofdstuk 9 : Vers 13

أَلَا تُقَـٰتِلُونَ قَوْمًا نَّكَثُوٓا۟ أَيْمَـٰنَهُمْ وَهَمُّوا۟ بِإِخْرَاجِ ٱلرَّسُولِ وَهُم بَدَءُوكُمْ أَوَّلَ مَرَّةٍ ۚ أَتَخْشَوْنَهُمْ ۚ فَٱللَّهُ أَحَقُّ أَن تَخْشَوْهُ إِن كُنتُم مُّؤْمِنِينَ

Waarom bestrijden jullie een volk dat hun eden breekt niet? Terwijl zij van plan zijn om de Boodschapper te verdrijven, en zij jullie het eerst aanvallen? Vrezen jullie hen, terwijl Allah er meer recht op heeft dat jullie Hem vrezen, als jullie gelovigen zijn?

Transliteratie

Ala tuqatiloona qawman nakathoo aymanahum wahammoo biikhraji alrrasooli wahum badaookum awwala marratin atakhshawnahum faAllahu ahaqqu an takhshawhu in kuntum mumineena

14
Hoofdstuk 9 : Vers 14

قَـٰتِلُوهُمْ يُعَذِّبْهُمُ ٱللَّهُ بِأَيْدِيكُمْ وَيُخْزِهِمْ وَيَنصُرْكُمْ عَلَيْهِمْ وَيَشْفِ صُدُورَ قَوْمٍ مُّؤْمِنِينَ

Doodt hen; Allah zal hen zeker bestraffen door middel van jullie handen en Hij zal hen vernederen en Hij zal jullie helpen tegen hen en Hij zal de heden van een gelovig volk genezen.

Transliteratie

Qatiloohum yuAAaththibhumu Allahu biaydeekum wayukhzihim wayansurkum AAalayhim wayashfi sudoora qawmin mumineena

15
Hoofdstuk 9 : Vers 15

وَيُذْهِبْ غَيْظَ قُلُوبِهِمْ ۗ وَيَتُوبُ ٱللَّهُ عَلَىٰ مَن يَشَآءُ ۗ وَٱللَّهُ عَلِيمٌ حَكِيمٌ

En Hij zal de woede van de heden doen verdwijnen en Allah aanvaardt het berouw van wie Hij wil. En Allah is Alwetend, Alwijs.

Transliteratie

Wayuthhib ghaytha quloobihim wayatoobu Allahu AAala man yashao waAllahu AAaleemun hakeemun

16
Hoofdstuk 9 : Vers 16

أَمْ حَسِبْتُمْ أَن تُتْرَكُوا۟ وَلَمَّا يَعْلَمِ ٱللَّهُ ٱلَّذِينَ جَـٰهَدُوا۟ مِنكُمْ وَلَمْ يَتَّخِذُوا۟ مِن دُونِ ٱللَّهِ وَلَا رَسُولِهِۦ وَلَا ٱلْمُؤْمِنِينَ وَلِيجَةً ۚ وَٱللَّهُ خَبِيرٌۢ بِمَا تَعْمَلُونَ

Of dachten jullie dat jullie onbeproefd gelaten zouden worden, terwijl Allah nog niet heeft doen weten, wie van jullie strijden en geen venrouwelingen nemen buiten Allah en zijn Boodschapper en de gelovigen? En Allah is Alwetend over wat jullie doen.

Transliteratie

Am hasibtum an tutrakoo walamma yaAAlami Allahu allatheena jahadoo minkum walam yattakhithoo min dooni Allahi wala rasoolihi wala almumineena waleejatan waAllahu khabeerun bima taAAmaloona

17
Hoofdstuk 9 : Vers 17

مَا كَانَ لِلْمُشْرِكِينَ أَن يَعْمُرُوا۟ مَسَـٰجِدَ ٱللَّهِ شَـٰهِدِينَ عَلَىٰٓ أَنفُسِهِم بِٱلْكُفْرِ ۚ أُو۟لَـٰٓئِكَ حَبِطَتْ أَعْمَـٰلُهُمْ وَفِى ٱلنَّارِ هُمْ خَـٰلِدُونَ

En het past de veelge de veelgodaanbidders niet dat zij de moskeeën van Allah verzorgen, terwijl zij over zichzelf getuigen dat zij ongelovig zijn. Zij zijn degenen wiens daden vruchteloos zijn en die in de Hel eeuwig levenden zijn.

Transliteratie

Ma kana lilmushrikeena an yaAAmuroo masajida Allahi shahideena AAala anfusihim bialkufri olaika habitat aAAmaluhum wafee alnnari hum khalidoona

18
Hoofdstuk 9 : Vers 18

إِنَّمَا يَعْمُرُ مَسَـٰجِدَ ٱللَّهِ مَنْ ءَامَنَ بِٱللَّهِ وَٱلْيَوْمِ ٱلْـَٔاخِرِ وَأَقَامَ ٱلصَّلَوٰةَ وَءَاتَى ٱلزَّكَوٰةَ وَلَمْ يَخْشَ إِلَّا ٱللَّهَ ۖ فَعَسَىٰٓ أُو۟لَـٰٓئِكَ أَن يَكُونُوا۟ مِنَ ٱلْمُهْتَدِينَ

Voorwaar, de moskeeën van Allah worden slechts verzorgd door wie in Allah en de Laatste Dag gelooft, en die de shalât onderhoudt en de zakât geeft en die niemand vreest dan Allah. Hopelijk zijn zij degenen die tot de rechtgeleiden zullen behoren.

Transliteratie

Innama yaAAmuru masajida Allahi man amana biAllahi waalyawmi alakhiri waaqama alssalata waata alzzakata walam yakhsha illa Allaha faAAasa olaika an yakoonoo mina almuhtadeena

19
Hoofdstuk 9 : Vers 19

أَجَعَلْتُمْ سِقَايَةَ ٱلْحَآجِّ وَعِمَارَةَ ٱلْمَسْجِدِ ٱلْحَرَامِ كَمَنْ ءَامَنَ بِٱللَّهِ وَٱلْيَوْمِ ٱلْـَٔاخِرِ وَجَـٰهَدَ فِى سَبِيلِ ٱللَّهِ ۚ لَا يَسْتَوُۥنَ عِندَ ٱللَّهِ ۗ وَٱللَّهُ لَا يَهْدِى ٱلْقَوْمَ ٱلظَّـٰلِمِينَ

Stellen jullie het geven van drinken aan de bedevaartgangers en het onderhouden van de Masdjid al Harâm (de gewijde Moskee In Mekkah) gefijk aan (de aanbidding door) degene die in Allah en het Hiernamaals gelooft en die strijdt op de Weg van Allah? Zij zijn niet gelijk bij Allah. En Allah leidt het onrechtplegende volk niet.

Transliteratie

AjaAAaltum siqayata alhajji waAAimarata almasjidi alharami kaman amana biAllahi waalyawmi alakhiri wajahada fee sabeeli Allahi la yastawoona AAinda Allahi waAllahu la yahdee alqawma alththalimeena

20
Hoofdstuk 9 : Vers 20

ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَهَاجَرُوا۟ وَجَـٰهَدُوا۟ فِى سَبِيلِ ٱللَّهِ بِأَمْوَٰلِهِمْ وَأَنفُسِهِمْ أَعْظَمُ دَرَجَةً عِندَ ٱللَّهِ ۚ وَأُو۟لَـٰٓئِكَ هُمُ ٱلْفَآئِزُونَ

Degenen die geloven en die zijn uitgeweken en die strijden op de Weg van Allah met hun bezittingen en hun levens zijn hoger in rang bij Allah. En zij zijn degenen die de overwinnaren zijn.

Transliteratie

Allatheena amanoo wahajaroo wajahadoo fee sabeeli Allahi biamwalihim waanfusihim aAAthamu darajatan AAinda Allahi waolaika humu alfaizoona

21
Hoofdstuk 9 : Vers 21

يُبَشِّرُهُمْ رَبُّهُم بِرَحْمَةٍ مِّنْهُ وَرِضْوَٰنٍ وَجَنَّـٰتٍ لَّهُمْ فِيهَا نَعِيمٌ مُّقِيمٌ

Hun Heer verkondigt hun verheugende tijdingen over Barmhartigheid van Hem en welbehagen en Tuinen (het Paradijs) waarin voor hen een blijvende gelukzaligheid is.

Transliteratie

Yubashshiruhum rabbuhum birahmatin minhu waridwanin wajannatin lahum feeha naAAeemun muqeemun

22
Hoofdstuk 9 : Vers 22

خَـٰلِدِينَ فِيهَآ أَبَدًا ۚ إِنَّ ٱللَّهَ عِندَهُۥٓ أَجْرٌ عَظِيمٌ

Zij zijn daarin eeuwig levenden, voor altijd. Voorwaar, bij Allah bevindt zich een geweldige beloning.

Transliteratie

Khalideena feeha abadan inna Allaha AAindahu ajrun AAatheemun

23
Hoofdstuk 9 : Vers 23

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ لَا تَتَّخِذُوٓا۟ ءَابَآءَكُمْ وَإِخْوَٰنَكُمْ أَوْلِيَآءَ إِنِ ٱسْتَحَبُّوا۟ ٱلْكُفْرَ عَلَى ٱلْإِيمَـٰنِ ۚ وَمَن يَتَوَلَّهُم مِّنكُمْ فَأُو۟لَـٰٓئِكَ هُمُ ٱلظَّـٰلِمُونَ

O jullie die goloven, neemt jullie vaders en jullie broeders niet als leiders wanneer zij ongeloof verklezen boven geloof. En wie van jullie hen tot leiders maakt: zij zijn degenen die de onrechtplegers zijn.

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo la tattakhithoo abaakum waikhwanakum awliyaa ini istahabboo alkufra AAala aleemani waman yatawallahum minkum faolaika humu alththalimoona

24
Hoofdstuk 9 : Vers 24

قُلْ إِن كَانَ ءَابَآؤُكُمْ وَأَبْنَآؤُكُمْ وَإِخْوَٰنُكُمْ وَأَزْوَٰجُكُمْ وَعَشِيرَتُكُمْ وَأَمْوَٰلٌ ٱقْتَرَفْتُمُوهَا وَتِجَـٰرَةٌ تَخْشَوْنَ كَسَادَهَا وَمَسَـٰكِنُ تَرْضَوْنَهَآ أَحَبَّ إِلَيْكُم مِّنَ ٱللَّهِ وَرَسُولِهِۦ وَجِهَادٍ فِى سَبِيلِهِۦ فَتَرَبَّصُوا۟ حَتَّىٰ يَأْتِىَ ٱللَّهُ بِأَمْرِهِۦ ۗ وَٱللَّهُ لَا يَهْدِى ٱلْقَوْمَ ٱلْفَـٰسِقِينَ

Zeg: "Als jullie vaders en jullie zonen en jullie broeders en jullie echtgenotes en jullie familie en de bezittingen die jullie verworven hebben en de handel waarvan jullie verlies vrezen en de huizen die jullie behagen, jullie dierbaarder zijn den Allah en Zijn Boodschapper en het strijden op Zijn Weg, wacht dan tot Allah met Zijn beschikking komt. En Allah leidt het zwaar zondige volk niet,"

Transliteratie

Qul in kana abaokum waabnaokum waikhwanukum waazwajukum waAAasheeratukum waamwalun iqtaraftumooha watijaratun takhshawna kasadaha wamasakinu tardawnaha ahabba ilaykum mina Allahi warasoolihi wajihadin fee sabeelihi fatarabbasoo hatta yatiya Allahu biamrihi waAllahu la yahdee alqawma alfasiqeena

25
Hoofdstuk 9 : Vers 25

لَقَدْ نَصَرَكُمُ ٱللَّهُ فِى مَوَاطِنَ كَثِيرَةٍ ۙ وَيَوْمَ حُنَيْنٍ ۙ إِذْ أَعْجَبَتْكُمْ كَثْرَتُكُمْ فَلَمْ تُغْنِ عَنكُمْ شَيْـًٔا وَضَاقَتْ عَلَيْكُمُ ٱلْأَرْضُ بِمَا رَحُبَتْ ثُمَّ وَلَّيْتُم مُّدْبِرِينَ

Voorzeker, Allah heeft jullie reeds in vele veldslagen geholpen en op de dag van Hoenain, toen jullie grote aantallen (manschappen) jullie trots hadden gemaakt, naar dat baate jullie niets en de aarde, met al haar wijdsheid, werd jullie nauw, Daarna wendden jullie vluchtend de rug toe.

Transliteratie

Laqad nasarakumu Allahu fee mawatina katheeratin wayawma hunaynin ith aAAjabatkum kathratukum falam tughni AAankum shayan wadaqat AAalaykumu alardu bima rahubat thumma wallaytum mudbireena

26
Hoofdstuk 9 : Vers 26

ثُمَّ أَنزَلَ ٱللَّهُ سَكِينَتَهُۥ عَلَىٰ رَسُولِهِۦ وَعَلَى ٱلْمُؤْمِنِينَ وَأَنزَلَ جُنُودًا لَّمْ تَرَوْهَا وَعَذَّبَ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ ۚ وَذَٰلِكَ جَزَآءُ ٱلْكَـٰفِرِينَ

Vervolgens deed Allah rust over zijn Boodschapper en over de gelovigen neerdalen en Hij zond een leger (van Engelen) dat jullie niet zagen, en Hij bestrafte degenen die ongelovig waren. En dat is de vergelding voor de ongelovigen.

Transliteratie

Thumma anzala Allahu sakeenatahu AAala rasoolihi waAAala almumineena waanzala junoodan lam tarawha waAAaththaba allatheena kafaroo wathalika jazao alkafireena

27
Hoofdstuk 9 : Vers 27

ثُمَّ يَتُوبُ ٱللَّهُ مِنۢ بَعْدِ ذَٰلِكَ عَلَىٰ مَن يَشَآءُ ۗ وَٱللَّهُ غَفُورٌ رَّحِيمٌ

Vervolgens aanvaardt Allah daarna het berouw van wie Hij wil. En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig.

Transliteratie

Thumma yatoobu Allahu min baAAdi thalika AAala man yashao waAllahu ghafoorun raheemun

28
Hoofdstuk 9 : Vers 28

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوٓا۟ إِنَّمَا ٱلْمُشْرِكُونَ نَجَسٌ فَلَا يَقْرَبُوا۟ ٱلْمَسْجِدَ ٱلْحَرَامَ بَعْدَ عَامِهِمْ هَـٰذَا ۚ وَإِنْ خِفْتُمْ عَيْلَةً فَسَوْفَ يُغْنِيكُمُ ٱللَّهُ مِن فَضْلِهِۦٓ إِن شَآءَ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ عَلِيمٌ حَكِيمٌ

O jullie die geloven: voorwaar, de veelgodenaanbidders zijn onrein. Laat hen daarom de Masdjid al Harâm (de gewijde moskee in Mekkah) niet naderen na dit jaar van hen. En als jullie armoede vrezen; Allah zal jullie rijk maken door Zijn gunst, als Hij het wil. Voorwaar, Allah is Alwetend, Alwijs.

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo innama almushrikoona najasun fala yaqraboo almasjida alharama baAAda AAamihim hatha wain khiftum AAaylatan fasawfa yughneekumu Allahu min fadlihi in shaa inna Allaha AAaleemun hakeemun

29
Hoofdstuk 9 : Vers 29

قَـٰتِلُوا۟ ٱلَّذِينَ لَا يُؤْمِنُونَ بِٱللَّهِ وَلَا بِٱلْيَوْمِ ٱلْـَٔاخِرِ وَلَا يُحَرِّمُونَ مَا حَرَّمَ ٱللَّهُ وَرَسُولُهُۥ وَلَا يَدِينُونَ دِينَ ٱلْحَقِّ مِنَ ٱلَّذِينَ أُوتُوا۟ ٱلْكِتَـٰبَ حَتَّىٰ يُعْطُوا۟ ٱلْجِزْيَةَ عَن يَدٍ وَهُمْ صَـٰغِرُونَ

Doodt hen dan die niet in Allah en het Hiernamaals geloven en die niet voor verboden houden wat Allah en zijn Boodschapper verboden hebben verklaard; en zij die de godsdienst van de Waarheid niet als godsdienst nemen, van hen aan wie de Schrift is gegeven, totdat zij het beschermgeld (Djizyah) betalen, naar vemogen, terwijl zij onderdanigen zijn.

Transliteratie

Qatiloo allatheena la yuminoona biAllahi wala bialyawmi alakhiri wala yuharrimoona ma harrama Allahu warasooluhu wala yadeenoona deena alhaqqi mina allatheena ootoo alkitaba hatta yuAAtoo aljizyata AAan yadin wahum saghiroona

30
Hoofdstuk 9 : Vers 30

وَقَالَتِ ٱلْيَهُودُ عُزَيْرٌ ٱبْنُ ٱللَّهِ وَقَالَتِ ٱلنَّصَـٰرَى ٱلْمَسِيحُ ٱبْنُ ٱللَّهِ ۖ ذَٰلِكَ قَوْلُهُم بِأَفْوَٰهِهِمْ ۖ يُضَـٰهِـُٔونَ قَوْلَ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ مِن قَبْلُ ۚ قَـٰتَلَهُمُ ٱللَّهُ ۚ أَنَّىٰ يُؤْفَكُونَ

En de Joden zeggen: "Oezair is de zoon van Allah," en de Christenen zeggen: "De Masîh ('Isa) is de zoon van Allah." Dat zijn hun woorden uit ban monden. Zij doen soortgelijke uitspraken als degenen die voorheen ongelovig weren. Moge Allah hen vervloeken, Hoe kunnen zij zo afwijken?

Transliteratie

Waqalati alyahoodu AAuzayrun ibnu Allahi waqalati alnnasara almaseehu ibnu Allahi thalika qawluhum biafwahihim yudahioona qawla allatheena kafaroo min qablu qatalahumu Allahu anna yufakoona

31
Hoofdstuk 9 : Vers 31

ٱتَّخَذُوٓا۟ أَحْبَارَهُمْ وَرُهْبَـٰنَهُمْ أَرْبَابًا مِّن دُونِ ٱللَّهِ وَٱلْمَسِيحَ ٱبْنَ مَرْيَمَ وَمَآ أُمِرُوٓا۟ إِلَّا لِيَعْبُدُوٓا۟ إِلَـٰهًا وَٰحِدًا ۖ لَّآ إِلَـٰهَ إِلَّا هُوَ ۚ سُبْحَـٰنَهُۥ عَمَّا يُشْرِكُونَ

Zij hebben hun schriftgeleerden en hun monniken tot heren naast Allah genomen en (ook) de Masîh de zoon van Marywn, terwijl hun niets is bevolen dan dat zij één God aaiibidden: er is geen god dan Hij. Heilig is Hij boven de deelgenoten die zij naast Hem toekennen.

Transliteratie

Ittakhathoo ahbarahum waruhbanahum arbaban min dooni Allahi waalmaseeha ibna maryama wama omiroo illa liyaAAbudoo ilahan wahidan la ilaha illa huwa subhanahu AAamma yushrikoona

32
Hoofdstuk 9 : Vers 32

يُرِيدُونَ أَن يُطْفِـُٔوا۟ نُورَ ٱللَّهِ بِأَفْوَٰهِهِمْ وَيَأْبَى ٱللَّهُ إِلَّآ أَن يُتِمَّ نُورَهُۥ وَلَوْ كَرِهَ ٱلْكَـٰفِرُونَ

Zij willen het Licht van Allah doven met hun monden, maar Allah wil slechts Zijn Licht volledig laten schijnen, ook al haten de ongelovigen het.

Transliteratie

Yureedoona an yutfioo noora Allahi biafwahihim wayaba Allahu illa an yutimma noorahu walaw kariha alkafiroona

33
Hoofdstuk 9 : Vers 33

هُوَ ٱلَّذِىٓ أَرْسَلَ رَسُولَهُۥ بِٱلْهُدَىٰ وَدِينِ ٱلْحَقِّ لِيُظْهِرَهُۥ عَلَى ٱلدِّينِ كُلِّهِۦ وَلَوْ كَرِهَ ٱلْمُشْرِكُونَ

Hij is het Die Zijn Boodschapper heeft gezonden met de leiding en de ware godsdienst, om deze te doen zegevieren over alle godsdiensten, ook al hebben de veelgodenaanbidders er een afkeer van.

Transliteratie

Huwa allathee arsala rasoolahu bialhuda wadeeni alhaqqi liyuthhirahu AAala alddeeni kullihi walaw kariha almushrikoona

34
Hoofdstuk 9 : Vers 34

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوٓا۟ إِنَّ كَثِيرًا مِّنَ ٱلْأَحْبَارِ وَٱلرُّهْبَانِ لَيَأْكُلُونَ أَمْوَٰلَ ٱلنَّاسِ بِٱلْبَـٰطِلِ وَيَصُدُّونَ عَن سَبِيلِ ٱللَّهِ ۗ وَٱلَّذِينَ يَكْنِزُونَ ٱلذَّهَبَ وَٱلْفِضَّةَ وَلَا يُنفِقُونَهَا فِى سَبِيلِ ٱللَّهِ فَبَشِّرْهُم بِعَذَابٍ أَلِيمٍ

O jullie die geloven, voorwaar, de meesten van de schriftgeleerden en de monniken verteren de bezittingen van de mensen op onrechtmatige wijze en zij houden (hen) af van de Weg van Allah. En zij die het goud en het zilver oppotten dit niet besteden op de Weg van Allah; verkondig hen over een pijnlijke bestraffing.

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo inna katheeran mina alahbari waalrruhbani layakuloona amwala alnnasi bialbatili wayasuddoona AAan sabeeli Allahi waallatheena yaknizoona alththahaba waalfiddata wala yunfiqoonaha fee sabeeli Allahi fabashshirhum biAAathabin aleemin

35
Hoofdstuk 9 : Vers 35

يَوْمَ يُحْمَىٰ عَلَيْهَا فِى نَارِ جَهَنَّمَ فَتُكْوَىٰ بِهَا جِبَاهُهُمْ وَجُنُوبُهُمْ وَظُهُورُهُمْ ۖ هَـٰذَا مَا كَنَزْتُمْ لِأَنفُسِكُمْ فَذُوقُوا۟ مَا كُنتُمْ تَكْنِزُونَ

De dag waarop dit (goud en zilver) verhit zal worden in het vuur van de Hel, dan zal ermee over hun voorhoofden, hun zijden en hun ruggen gestreken worden. (En er zal worden gezegd.) "Dat is, wat jullie voor jezelf hadden opgepot, proeft dan wat jullie plachten op te potten."

Transliteratie

Yawma yuhma AAalayha fee nari jahannama fatukwa biha jibahuhum wajunoobuhum wathuhooruhum hatha ma kanaztum lianfusikum fathooqoo ma kuntum taknizoona

36
Hoofdstuk 9 : Vers 36

إِنَّ عِدَّةَ ٱلشُّهُورِ عِندَ ٱللَّهِ ٱثْنَا عَشَرَ شَهْرًا فِى كِتَـٰبِ ٱللَّهِ يَوْمَ خَلَقَ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضَ مِنْهَآ أَرْبَعَةٌ حُرُمٌ ۚ ذَٰلِكَ ٱلدِّينُ ٱلْقَيِّمُ ۚ فَلَا تَظْلِمُوا۟ فِيهِنَّ أَنفُسَكُمْ ۚ وَقَـٰتِلُوا۟ ٱلْمُشْرِكِينَ كَآفَّةً كَمَا يُقَـٰتِلُونَكُمْ كَآفَّةً ۚ وَٱعْلَمُوٓا۟ أَنَّ ٱللَّهَ مَعَ ٱلْمُتَّقِينَ

Voorwaar, het aantal maanden bij Allah is twaalf maanden, volgens de beschikking van Allah op de dag dat Hij de hemelen en de aarde schiep. Daarvan zij er vier gewijd. Dat is de rechte godsdienst. Doet jullie zelf dan daarin geen onrecht aan. Maar bevecht alle veelgodenaanbidders zoals zij jullie allen bevechten. en weet dat Allah met de Moettaqóen is.

Transliteratie

Inna AAiddata alshshuhoori AAinda Allahi ithna AAashara shahran fee kitabi Allahi yawma khalaqa alssamawati waalarda minha arbaAAatun hurumun thalika alddeenu alqayyimu fala tathlimoo feehinna anfusakum waqatiloo almushrikeena kaffatan kama yuqatiloonakum kaffatan waiAAlamoo anna Allaha maAAa almuttaqeena

37
Hoofdstuk 9 : Vers 37

إِنَّمَا ٱلنَّسِىٓءُ زِيَادَةٌ فِى ٱلْكُفْرِ ۖ يُضَلُّ بِهِ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ يُحِلُّونَهُۥ عَامًا وَيُحَرِّمُونَهُۥ عَامًا لِّيُوَاطِـُٔوا۟ عِدَّةَ مَا حَرَّمَ ٱللَّهُ فَيُحِلُّوا۟ مَا حَرَّمَ ٱللَّهُ ۚ زُيِّنَ لَهُمْ سُوٓءُ أَعْمَـٰلِهِمْ ۗ وَٱللَّهُ لَا يَهْدِى ٱلْقَوْمَ ٱلْكَـٰفِرِينَ

Voorwaar, het uitstellen (van de gewijde maanden) is slechts oen toename van het ongeloof, degenen die ongelovig zijn, worden erdoor tot dwalen gebracht. Het éne jaar verklaren zij het toegestaan en het andere jaar verklaren zij het verboden, om het aantal kloppend te maken met wat Allah voor verboden heeft verklaard. Hun slechte daden werden voor hen schoonschijnend gemaakt. En Allah leidt het ongelovige volk niet.

Transliteratie

Innama alnnaseeo ziyadatun fee alkufri yudallu bihi allatheena kafaroo yuhilloonahu AAaman wayuharrimoonahu AAaman liyuwatioo AAiddata ma harrama Allahu fayuhilloo ma harrama Allahu zuyyina lahum sooo aAAmalihim waAllahu la yahdee alqawma alkafireena

38
Hoofdstuk 9 : Vers 38

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ مَا لَكُمْ إِذَا قِيلَ لَكُمُ ٱنفِرُوا۟ فِى سَبِيلِ ٱللَّهِ ٱثَّاقَلْتُمْ إِلَى ٱلْأَرْضِ ۚ أَرَضِيتُم بِٱلْحَيَوٰةِ ٱلدُّنْيَا مِنَ ٱلْـَٔاخِرَةِ ۚ فَمَا مَتَـٰعُ ٱلْحَيَوٰةِ ٱلدُّنْيَا فِى ٱلْـَٔاخِرَةِ إِلَّا قَلِيلٌ

O jullie die geloven, wat is er met jullie dat wanneer er tot jullie wordt gezegd: "Rukt uit op de Weg van Allah, "jullie bezwaard op de grond zakken? Hebben jullie dan meer behagen aan het wereldse leven dan aan het Hiernamaals? En de genieting van het wereldse leven is slechts kort in vergelijking tot het Hiernamaals.

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo ma lakum itha qeela lakumu infiroo fee sabeeli Allahi iththaqaltum ila alardi aradeetum bialhayati alddunya mina alakhirati fama mataAAu alhayati alddunya fee alakhirati illa qaleelun

39
Hoofdstuk 9 : Vers 39

إِلَّا تَنفِرُوا۟ يُعَذِّبْكُمْ عَذَابًا أَلِيمًا وَيَسْتَبْدِلْ قَوْمًا غَيْرَكُمْ وَلَا تَضُرُّوهُ شَيْـًٔا ۗ وَٱللَّهُ عَلَىٰ كُلِّ شَىْءٍ قَدِيرٌ

Als jullie niet uitrukken, dan zal Hij jullie met een pijnlijke bestraffing bestraffen en een ander volk voor jullie in de plaats nemen en jullie kunnen Hem geen enkele schade toebrengen. En Allah is Almachtig over alle zaken.

Transliteratie

Illa tanfiroo yuAAaththibkum AAathaban aleeman wayastabdil qawman ghayrakum wala tadurroohu shayan waAllahu AAala kulli shayin qadeerun

40
Hoofdstuk 9 : Vers 40

إِلَّا تَنصُرُوهُ فَقَدْ نَصَرَهُ ٱللَّهُ إِذْ أَخْرَجَهُ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ ثَانِىَ ٱثْنَيْنِ إِذْ هُمَا فِى ٱلْغَارِ إِذْ يَقُولُ لِصَـٰحِبِهِۦ لَا تَحْزَنْ إِنَّ ٱللَّهَ مَعَنَا ۖ فَأَنزَلَ ٱللَّهُ سَكِينَتَهُۥ عَلَيْهِ وَأَيَّدَهُۥ بِجُنُودٍ لَّمْ تَرَوْهَا وَجَعَلَ كَلِمَةَ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ ٱلسُّفْلَىٰ ۗ وَكَلِمَةُ ٱللَّهِ هِىَ ٱلْعُلْيَا ۗ وَٱللَّهُ عَزِيزٌ حَكِيمٌ

Als jullie hem (de Profeet) niet helpen: waarlijk, Allah heeft hem reeds eerder geholpen, toen degenen die ongelovig waren hen (uit Mekkah) hadden verdreven, (en) hij de tweede van twee was toen zij zich in de grot bevonden, (en) toen hij tot zijn metgezet (Aboe Bakr) zei: "Treur niet, voorwaar, Allah is met ons." Waarna Allah Zijn rust op hen deed neerdalen en Hij hen bijstand gaf met een leger dat jullie niet zagen. En Hij verlaagde het woord van degenen die ongelovig waren tot het laagste en het Woord van Allah, dat is het hoogste. En Allah is Almachtig, Alwijs.

Transliteratie

Illa tansuroohu faqad nasarahu Allahu ith akhrajahu allatheena kafaroo thaniya ithnayni ith huma fee alghari ith yaqoolu lisahibihi la tahzan inna Allaha maAAana faanzala Allahu sakeenatahu AAalayhi waayyadahu bijunoodin lam tarawha wajaAAala kalimata allatheena kafaroo alssufla wakalimatu Allahi hiya alAAulya waAllahu AAazeezun hakeemun

41
Hoofdstuk 9 : Vers 41

ٱنفِرُوا۟ خِفَافًا وَثِقَالًا وَجَـٰهِدُوا۟ بِأَمْوَٰلِكُمْ وَأَنفُسِكُمْ فِى سَبِيلِ ٱللَّهِ ۚ ذَٰلِكُمْ خَيْرٌ لَّكُمْ إِن كُنتُمْ تَعْلَمُونَ

Rukt uit, licht of zwaar, en strijdt met jullie bezittingen en jullie levens op de Weg van Allah, dat is beter voor jullie, als jullie het weten.

Transliteratie

Infiroo khifafan wathiqalan wajahidoo biamwalikum waanfusikum fee sabeeli Allahi thalikum khayrun lakum in kuntum taAAlamoona

42
Hoofdstuk 9 : Vers 42

لَوْ كَانَ عَرَضًا قَرِيبًا وَسَفَرًا قَاصِدًا لَّٱتَّبَعُوكَ وَلَـٰكِنۢ بَعُدَتْ عَلَيْهِمُ ٱلشُّقَّةُ ۚ وَسَيَحْلِفُونَ بِٱللَّهِ لَوِ ٱسْتَطَعْنَا لَخَرَجْنَا مَعَكُمْ يُهْلِكُونَ أَنفُسَهُمْ وَٱللَّهُ يَعْلَمُ إِنَّهُمْ لَكَـٰذِبُونَ

Als er een nabije vergukelijke genieting en een gemakkelijk tocht zou zijn, dan zouden zij jou zeker volgen, maar de tocht lijkt hen zwaar. En zij zullen bij Allah zwefen: "Als wij ertoe in staat geweest zouden zijn, dan zouden wij met jullie zijn weggepan." Zij vernietigen zichzelf, en Allah weet dat zij zeker leugenaars zijn.

Transliteratie

Law kana AAaradan qareeban wasafaran qasidan laittabaAAooka walakin baAAudat AAalayhimu alshshuqqatu wasayahlifoona biAllahi lawi istataAAna lakharajna maAAakum yuhlikoona anfusahum waAllahu yaAAlamu innahum lakathiboona

43
Hoofdstuk 9 : Vers 43

عَفَا ٱللَّهُ عَنكَ لِمَ أَذِنتَ لَهُمْ حَتَّىٰ يَتَبَيَّنَ لَكَ ٱلَّذِينَ صَدَقُوا۟ وَتَعْلَمَ ٱلْكَـٰذِبِينَ

Moge Allah jou (Moehammad) vergeven, waarom heb jij vrijstelling gegeven (om achter te blijven), nog vóórdat jou was gebleken wie degenen waren die waarachtig waren en vóór jij wist wie de leugenaars waren?

Transliteratie

AAafa Allahu AAanka lima athinta lahum hatta yatabayyana laka allatheena sadaqoo wataAAlama alkathibeena

44
Hoofdstuk 9 : Vers 44

لَا يَسْتَـْٔذِنُكَ ٱلَّذِينَ يُؤْمِنُونَ بِٱللَّهِ وَٱلْيَوْمِ ٱلْـَٔاخِرِ أَن يُجَـٰهِدُوا۟ بِأَمْوَٰلِهِمْ وَأَنفُسِهِمْ ۗ وَٱللَّهُ عَلِيمٌۢ بِٱلْمُتَّقِينَ

Degenen die in Allah en de Laatste Dag geloven zullen jou niet om vrijstelling vragen om niet te boeven strijden met hun bezittingen en hun levens. En Allah kent de Moettaqòen.

Transliteratie

La yastathinuka allatheena yuminoona biAllahi waalyawmi alakhiri an yujahidoo biamwalihim waanfusihim waAllahu AAaleemun bialmuttaqeena

45
Hoofdstuk 9 : Vers 45

إِنَّمَا يَسْتَـْٔذِنُكَ ٱلَّذِينَ لَا يُؤْمِنُونَ بِٱللَّهِ وَٱلْيَوْمِ ٱلْـَٔاخِرِ وَٱرْتَابَتْ قُلُوبُهُمْ فَهُمْ فِى رَيْبِهِمْ يَتَرَدَّدُونَ

Voorwaar, degenen die niet in Allah en de I.aatste Dag geloven vragen jou om vrijstelling en (zij zijn degenen) wiens harten twijfelen waardoor zij in hun twijfel heen en weer geslingerd worden.

Transliteratie

Innama yastathinuka allatheena la yuminoona biAllahi waalyawmi alakhiri wairtabat quloobuhum fahum fee raybihim yataraddadoona

46
Hoofdstuk 9 : Vers 46

وَلَوْ أَرَادُوا۟ ٱلْخُرُوجَ لَأَعَدُّوا۟ لَهُۥ عُدَّةً وَلَـٰكِن كَرِهَ ٱللَّهُ ٱنۢبِعَاثَهُمْ فَثَبَّطَهُمْ وَقِيلَ ٱقْعُدُوا۟ مَعَ ٱلْقَـٰعِدِينَ

En als zij (met jou ten strijde) zouden willen trokken, dan zouden zij daartoe zeker voorbereidingen hebben getroffen. Maar Allah keurde hun vertrek af, zodat Hij hen ontmoedigde. En er werd gezegd: "Blijf thuis met de thuisblijvers."

Transliteratie

Walaw aradoo alkhurooja laaAAaddoo lahu AAuddatan walakin kariha Allahu inbiAAathahum fathabbatahum waqeela oqAAudoo maAAa alqaAAideena

47
Hoofdstuk 9 : Vers 47

لَوْ خَرَجُوا۟ فِيكُم مَّا زَادُوكُمْ إِلَّا خَبَالًا وَلَأَوْضَعُوا۟ خِلَـٰلَكُمْ يَبْغُونَكُمُ ٱلْفِتْنَةَ وَفِيكُمْ سَمَّـٰعُونَ لَهُمْ ۗ وَٱللَّهُ عَلِيمٌۢ بِٱلظَّـٰلِمِينَ

En als zij met jullie (ten strijde) zouden trekken, dan zouden zij voor jullie niets vermeerderd hebben dan wanorde, en zij zouden zeker tussen jullie heen en weer rennen om tussen jullie tweedracht te zaaien en onder jullie zijn er die geneigd zijn naar hen te luisteren. En Allah kent de onrechtplegers.

Transliteratie

Law kharajoo feekum ma zadookum illa khabalan walaawdaAAoo khilalakum yabghoonakumu alfitnata wafeekum sammaAAoona lahum waAllahu AAaleemun bialththalimeena

48
Hoofdstuk 9 : Vers 48

لَقَدِ ٱبْتَغَوُا۟ ٱلْفِتْنَةَ مِن قَبْلُ وَقَلَّبُوا۟ لَكَ ٱلْأُمُورَ حَتَّىٰ جَآءَ ٱلْحَقُّ وَظَهَرَ أَمْرُ ٱللَّهِ وَهُمْ كَـٰرِهُونَ

Voorzeker, voorheen probeerden zij reeds twee dracht te zaaien en zij verzonnen listen tegen jou, tot de Waarheid kwam en de verordening van Allah zegevierde, terwijl zij er een afkeer van hadden.

Transliteratie

Laqadi ibtaghawoo alfitnata min qablu waqallaboo laka alomoora hatta jaa alhaqqu wathahara amru Allahi wahum karihoona

49
Hoofdstuk 9 : Vers 49

وَمِنْهُم مَّن يَقُولُ ٱئْذَن لِّى وَلَا تَفْتِنِّىٓ ۚ أَلَا فِى ٱلْفِتْنَةِ سَقَطُوا۟ ۗ وَإِنَّ جَهَنَّمَ لَمُحِيطَةٌۢ بِٱلْكَـٰفِرِينَ

En onder hen zijn er die zeggen: "Geef mij vrijstelling en breng geen onheil over mij." Weet, dat zij zich (reeds) in het onheil hebben gestort, en voorwaar, de Hel onnineelt zeker de gelovigen.

Transliteratie

Waminhum man yaqoolu ithan lee wala taftinnee ala fee alfitnati saqatoo wainna jahannama lamuheetatun bialkafireena

50
Hoofdstuk 9 : Vers 50

إِن تُصِبْكَ حَسَنَةٌ تَسُؤْهُمْ ۖ وَإِن تُصِبْكَ مُصِيبَةٌ يَقُولُوا۟ قَدْ أَخَذْنَآ أَمْرَنَا مِن قَبْلُ وَيَتَوَلَّوا۟ وَّهُمْ فَرِحُونَ

Wanneer jou iets goeds overkomt, dan maakt het lien nijdig, en wanneer tegensspoed jou treft, dan zeggen zij: "Wij hebben van te voren reeds onze maatregelen getroffen." En zij wenden zich af, terwijl zij zich verheugen.

Transliteratie

In tusibka hasanatun tasuhum wain tusibka museebatun yaqooloo qad akhathna amrana min qablu wayatawallaw wahum farihoona

51
Hoofdstuk 9 : Vers 51

قُل لَّن يُصِيبَنَآ إِلَّا مَا كَتَبَ ٱللَّهُ لَنَا هُوَ مَوْلَىٰنَا ۚ وَعَلَى ٱللَّهِ فَلْيَتَوَكَّلِ ٱلْمُؤْمِنُونَ

Zeg: "Niets zal ons treffen, behalve wat Allah voor ons heeft beschikt. Hij is onze Beschermer."' En laten de gelovigen daarom op Allah hun vertrouwen stellen.

Transliteratie

Qul lan yuseebana illa ma kataba Allahu lana huwa mawlana waAAala Allahi falyatawakkali almuminoona

52
Hoofdstuk 9 : Vers 52

قُلْ هَلْ تَرَبَّصُونَ بِنَآ إِلَّآ إِحْدَى ٱلْحُسْنَيَيْنِ ۖ وَنَحْنُ نَتَرَبَّصُ بِكُمْ أَن يُصِيبَكُمُ ٱللَّهُ بِعَذَابٍ مِّنْ عِندِهِۦٓ أَوْ بِأَيْدِينَا ۖ فَتَرَبَّصُوٓا۟ إِنَّا مَعَكُم مُّتَرَبِّصُونَ

Zeg: "Jullie venuchten slechts voor ons één van de twee goede dingen. En wij verwachten dat Allah jullie met een bestraffing van Zijn kant zal treffen, of (met een bestraffing) door ons. Wachten jullie dan maar af, wij wachten daar met jullie op.

Transliteratie

Qul hal tarabbasoona bina illa ihda alhusnayayni wanahnu natarabbasu bikum an yuseebakumu Allahu biAAathabin min AAindihi aw biaydeena fatarabbasoo inna maAAakum mutarabbisoona

53
Hoofdstuk 9 : Vers 53

قُلْ أَنفِقُوا۟ طَوْعًا أَوْ كَرْهًا لَّن يُتَقَبَّلَ مِنكُمْ ۖ إِنَّكُمْ كُنتُمْ قَوْمًا فَـٰسِقِينَ

Zeg: "Geeft bijdragen, willig of onwillig, het zal nimmer van jullie worden aanvaard: voorwaar, jullie zijn een zwaar zondig volk."

Transliteratie

Qul anfiqoo tawAAan aw karhan lan yutaqabbala minkum innakum kuntum qawman fasiqeena

54
Hoofdstuk 9 : Vers 54

وَمَا مَنَعَهُمْ أَن تُقْبَلَ مِنْهُمْ نَفَقَـٰتُهُمْ إِلَّآ أَنَّهُمْ كَفَرُوا۟ بِٱللَّهِ وَبِرَسُولِهِۦ وَلَا يَأْتُونَ ٱلصَّلَوٰةَ إِلَّا وَهُمْ كُسَالَىٰ وَلَا يُنفِقُونَ إِلَّا وَهُمْ كَـٰرِهُونَ

En er is niets dat de aanvaarding van hun bijdragen tegenhoudt dan het feit dat zij waarlijk niet in Allah en zijn Boodschapper geloven, en dat zij niet tot de shalât komen, tenzij schoorvoetend, en dat zij geen bijdragen geven, behalve met weerzin.

Transliteratie

Wama manaAAahum an tuqbala minhum nafaqatuhum illa annahum kafaroo biAllahi wabirasoolihi wala yatoona alssalata illa wahum kusala wala yunfiqoona illa wahum karihoona

55
Hoofdstuk 9 : Vers 55

فَلَا تُعْجِبْكَ أَمْوَٰلُهُمْ وَلَآ أَوْلَـٰدُهُمْ ۚ إِنَّمَا يُرِيدُ ٱللَّهُ لِيُعَذِّبَهُم بِهَا فِى ٱلْحَيَوٰةِ ٱلدُّنْيَا وَتَزْهَقَ أَنفُسُهُمْ وَهُمْ كَـٰفِرُونَ

Laat daarom hen bezittingen en hun kinderen geen (goede) indruk op jou maken. Allah wil ben slechts daarmee bestraffen in het wereldse leven en dat hun zielen weggaan terwijl zij ongelovigen zijn.

Transliteratie

Fala tuAAjibka amwaluhum wala awladuhum innama yureedu Allahu liyuAAaththibahum biha fee alhayati alddunya watazhaqa anfusuhum wahum kafiroona

56
Hoofdstuk 9 : Vers 56

وَيَحْلِفُونَ بِٱللَّهِ إِنَّهُمْ لَمِنكُمْ وَمَا هُم مِّنكُمْ وَلَـٰكِنَّهُمْ قَوْمٌ يَفْرَقُونَ

En zij (de huichelaars) zweren bij Allah dat zij zeker tot jullie behoren. Zij behoren niet tot jullie, want zij zijn een lafhartig volk.

Transliteratie

Wayahlifoona biAllahi innahum laminkum wama hum minkum walakinnahum qawmun yafraqoona

57
Hoofdstuk 9 : Vers 57

لَوْ يَجِدُونَ مَلْجَـًٔا أَوْ مَغَـٰرَٰتٍ أَوْ مُدَّخَلًا لَّوَلَّوْا۟ إِلَيْهِ وَهُمْ يَجْمَحُونَ

Als zij een toevluchtsoord, of grotten of holen zouden vinden, dan zouden zij zich daarheen wenden, terwijl zij zich haasten.

Transliteratie

Law yajidoona maljaan aw magharatin aw muddakhalan lawallaw ilayhi wahum yajmahoona

58
Hoofdstuk 9 : Vers 58

وَمِنْهُم مَّن يَلْمِزُكَ فِى ٱلصَّدَقَـٰتِ فَإِنْ أُعْطُوا۟ مِنْهَا رَضُوا۟ وَإِن لَّمْ يُعْطَوْا۟ مِنْهَآ إِذَا هُمْ يَسْخَطُونَ

En onder ben zijn er die aanmerkingen op jou maken over (de verdeling van) de zakât. Als hun dan ervan wordt gegeven, dan zijn zij tevreden, maar wanneer hun er niet van wordt gegeven, zie, dan zijn zij boos.

Transliteratie

Waminhum man yalmizuka fee alssadaqati fain oAAtoo minha radoo wain lam yuAAtaw minha itha hum yaskhatoona

59
Hoofdstuk 9 : Vers 59

وَلَوْ أَنَّهُمْ رَضُوا۟ مَآ ءَاتَىٰهُمُ ٱللَّهُ وَرَسُولُهُۥ وَقَالُوا۟ حَسْبُنَا ٱللَّهُ سَيُؤْتِينَا ٱللَّهُ مِن فَضْلِهِۦ وَرَسُولُهُۥٓ إِنَّآ إِلَى ٱللَّهِ رَٰغِبُونَ

En als zij tevreden zouden zijn met wat Allah en zijn Boodschapper hun hebben gegeven en zij zeiden: "Allah is voor ons voldoende, Allah zal ons van zijn grote gunst geven, en (ook) zijn Boodschapper, voorwaar, op Allah vestigen wij onze hoop." (Dan zou dat beter voor hen zijn.)

Transliteratie

Walaw annahum radoo ma atahumu Allahu warasooluhu waqaloo hasbuna Allahu sayuteena Allahu min fadlihi warasooluhu inna ila Allahi raghiboona

60
Hoofdstuk 9 : Vers 60

إِنَّمَا ٱلصَّدَقَـٰتُ لِلْفُقَرَآءِ وَٱلْمَسَـٰكِينِ وَٱلْعَـٰمِلِينَ عَلَيْهَا وَٱلْمُؤَلَّفَةِ قُلُوبُهُمْ وَفِى ٱلرِّقَابِ وَٱلْغَـٰرِمِينَ وَفِى سَبِيلِ ٱللَّهِ وَٱبْنِ ٱلسَّبِيلِ ۖ فَرِيضَةً مِّنَ ٱللَّهِ ۗ وَٱللَّهُ عَلِيمٌ حَكِيمٌ

Voorwaar, de zakât is slechts voor de armen en de behoeftigen en de werkenden (aan de inzameling ervan) en de Moe'allaf en voor (het vrijkopen) van de slaven, en de schuldenaren en om (uit te geven) op de Weg van Allah en voor de reiziger (zonder proviand), als een plicht tegenover Allah. En Allah is Alwetend, Alwijs.

Transliteratie

Innama alssadaqatu lilfuqarai waalmasakeeni waalAAamileena AAalayha waalmuallafati quloobuhum wafee alrriqabi waalgharimeena wafee sabeeli Allahi waibni alssabeeli fareedatan mina Allahi waAllahu AAaleemun hakeemun

61
Hoofdstuk 9 : Vers 61

وَمِنْهُمُ ٱلَّذِينَ يُؤْذُونَ ٱلنَّبِىَّ وَيَقُولُونَ هُوَ أُذُنٌ ۚ قُلْ أُذُنُ خَيْرٍ لَّكُمْ يُؤْمِنُ بِٱللَّهِ وَيُؤْمِنُ لِلْمُؤْمِنِينَ وَرَحْمَةٌ لِّلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ مِنكُمْ ۚ وَٱلَّذِينَ يُؤْذُونَ رَسُولَ ٱللَّهِ لَهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ

En onder ben zijn er die de Profeet kwetsen en zij zeggen: "Hij is een oor (dat naar iedereen luistert). Zeg: "Een oor dat goed is voor jullie, bij gelooft in Allah en bij gelooft de gelovigen en hij is een genade voor degenen onder jullie die geloven." En degenen die de Boodschapper van Allah kwetsen: voor hen is er een pijnlijke bestraffing.

Transliteratie

Waminhumu allatheena yuthoona alnnabiyya wayaqooloona huwa othunun qul othunu khayrin lakum yuminu biAllahi wayuminu lilmumineena warahmatun lillatheena amanoo minkum waallatheena yuthoona rasoola Allahi lahum AAathabun aleemun

62
Hoofdstuk 9 : Vers 62

يَحْلِفُونَ بِٱللَّهِ لَكُمْ لِيُرْضُوكُمْ وَٱللَّهُ وَرَسُولُهُۥٓ أَحَقُّ أَن يُرْضُوهُ إِن كَانُوا۟ مُؤْمِنِينَ

Zij zweren jullie bij Allah om jullie te behagen, terwijl Allah en zijn Boodschapper er meer recht op hebben dat zij hen behagen, als zij gelovigen zijn.

Transliteratie

Yahlifoona biAllahi lakum liyurdookum waAllahu warasooluhu ahaqqu an yurdoohu in kanoo mumineena

63
Hoofdstuk 9 : Vers 63

أَلَمْ يَعْلَمُوٓا۟ أَنَّهُۥ مَن يُحَادِدِ ٱللَّهَ وَرَسُولَهُۥ فَأَنَّ لَهُۥ نَارَ جَهَنَّمَ خَـٰلِدًا فِيهَا ۚ ذَٰلِكَ ٱلْخِزْىُ ٱلْعَظِيمُ

Weten zi (de huichelaars) niet dat voor degene die Allah en zijn Boodschapper uitdagen het vuur van de Hel (terecht) is, zij zullen daarin eeuwig levenden zijn. Dat is de geweldige vernedering.

Transliteratie

Alam yaAAlamoo annahu man yuhadidi Allaha warasoolahu faanna lahu nara jahannama khalidan feeha thalika alkhizyu alAAatheemu

64
Hoofdstuk 9 : Vers 64

يَحْذَرُ ٱلْمُنَـٰفِقُونَ أَن تُنَزَّلَ عَلَيْهِمْ سُورَةٌ تُنَبِّئُهُم بِمَا فِى قُلُوبِهِمْ ۚ قُلِ ٱسْتَهْزِءُوٓا۟ إِنَّ ٱللَّهَ مُخْرِجٌ مَّا تَحْذَرُونَ

De huichelaars vrezen dat er over hen een Soerah (hoofdstuk) wordt neergezonden die (hen) bekend maakt wat in hun harten is. Zeg: "Spotten jullie maar: voorwaar, Allah zal dat waar jullie voor vrezen zeker bekend maken".

Transliteratie

Yahtharu almunafiqoona an tunazzala AAalayhim sooratun tunabbiohum bima fee quloobihim quli istahzioo inna Allaha mukhrijun ma tahtharoona

65
Hoofdstuk 9 : Vers 65

وَلَئِن سَأَلْتَهُمْ لَيَقُولُنَّ إِنَّمَا كُنَّا نَخُوضُ وَنَلْعَبُ ۚ قُلْ أَبِٱللَّهِ وَءَايَـٰتِهِۦ وَرَسُولِهِۦ كُنتُمْ تَسْتَهْزِءُونَ

En als jij (O Moehammad) ven vraagt (over hun gespot), dan zullen zij zeker antwoorden: "Wij kletsten en schertsten maar wat." Zeg: "Plachten jullie de spot te drijven met Allah en Zijn Verzen en Zijn Boodschapper?"

Transliteratie

Walain saaltahum layaqoolunna innama kunna nakhoodu wanalAAabu qul abiAllahi waayatihi warasoolihi kuntum tastahzioona

66
Hoofdstuk 9 : Vers 66

لَا تَعْتَذِرُوا۟ قَدْ كَفَرْتُم بَعْدَ إِيمَـٰنِكُمْ ۚ إِن نَّعْفُ عَن طَآئِفَةٍ مِّنكُمْ نُعَذِّبْ طَآئِفَةًۢ بِأَنَّهُمْ كَانُوا۟ مُجْرِمِينَ

Verontschuldigt jullie maar niet, jullie zijn ongelovig geworden nadat jullie geloofden. Als Wij een groep van jullie vergeven (vanwege hun berouw) dan zullen Wij een andere groep bestraffen omdat zij misdadigers waren.

Transliteratie

La taAAtathiroo qad kafartum baAAda eemanikum in naAAfu AAan taifatin minkum nuAAaththib taifatan biannahum kanoo mujrimeena

67
Hoofdstuk 9 : Vers 67

ٱلْمُنَـٰفِقُونَ وَٱلْمُنَـٰفِقَـٰتُ بَعْضُهُم مِّنۢ بَعْضٍ ۚ يَأْمُرُونَ بِٱلْمُنكَرِ وَيَنْهَوْنَ عَنِ ٱلْمَعْرُوفِ وَيَقْبِضُونَ أَيْدِيَهُمْ ۚ نَسُوا۟ ٱللَّهَ فَنَسِيَهُمْ ۗ إِنَّ ٱلْمُنَـٰفِقِينَ هُمُ ٱلْفَـٰسِقُونَ

De huichelaars en de huichelaarsters zijn eender, zij sporen aan tot het verwerpelijke en zij verbieden het behoorlijke. Zij houden hun handen dicht (uit gierigheid). Zij vergaten Allah, zodat Hij hen vergat. Voorwaar, de huichelaars zijn de zwaar zondigen.

Transliteratie

Almunafiqoona waalmunafiqatu baAAduhum min baAAdin yamuroona bialmunkari wayanhawna AAani almaAAroofi wayaqbidoona aydiyahum nasoo Allaha fanasiyahum inna almunafiqeena humu alfasiqoona

68
Hoofdstuk 9 : Vers 68

وَعَدَ ٱللَّهُ ٱلْمُنَـٰفِقِينَ وَٱلْمُنَـٰفِقَـٰتِ وَٱلْكُفَّارَ نَارَ جَهَنَّمَ خَـٰلِدِينَ فِيهَا ۚ هِىَ حَسْبُهُمْ ۚ وَلَعَنَهُمُ ٱللَّهُ ۖ وَلَهُمْ عَذَابٌ مُّقِيمٌ

Allah heeft de huichelaars, de huichetaarsters en de ongelovigen het vuur van de Hel aangezegd, zij zijn daarin eeuwig levenden. Het is voldoende voor hen. En Allah heeft hen vervloekt. En voor hen is er een blijvende bestraffing.

Transliteratie

WaAAada Allahu almunafiqeena waalmunafiqati waalkuffara nara jahannama khalideena feeha hiya hasbuhum walaAAanahumu Allahu walahum AAathabun muqeemun

69
Hoofdstuk 9 : Vers 69

كَٱلَّذِينَ مِن قَبْلِكُمْ كَانُوٓا۟ أَشَدَّ مِنكُمْ قُوَّةً وَأَكْثَرَ أَمْوَٰلًا وَأَوْلَـٰدًا فَٱسْتَمْتَعُوا۟ بِخَلَـٰقِهِمْ فَٱسْتَمْتَعْتُم بِخَلَـٰقِكُمْ كَمَا ٱسْتَمْتَعَ ٱلَّذِينَ مِن قَبْلِكُم بِخَلَـٰقِهِمْ وَخُضْتُمْ كَٱلَّذِى خَاضُوٓا۟ ۚ أُو۟لَـٰٓئِكَ حَبِطَتْ أَعْمَـٰلُهُمْ فِى ٱلدُّنْيَا وَٱلْـَٔاخِرَةِ ۖ وَأُو۟لَـٰٓئِكَ هُمُ ٱلْخَـٰسِرُونَ

(Zij zijn) zoals degenen vóór jullie, zij waren sterker in kracht dan jullie en rijker aan bezittingen en kinderen. Zij hebben genoten van hun deel en jullie hebben genoten van jullie deel, zoals degenen vóór jullie hebben genoten. En jullie zijn verdiept (in ijdele gesprekken) zoals zij verdiept waren. Zij zijin degenen wiens daden vruchteloos zijn, in dit leven en in het Hiernamaals. Zij zijn degenen die de verliezers zijn.

Transliteratie

Kaallatheena min qablikum kanoo ashadda minkum quwwatan waakthara amwalan waawladan faistamtaAAoo bikhalaqihim faistamtaAAtum bikhalaqikum kama istamtaAAa allatheena min qablikum bikhalaqihim wakhudtum kaallathee khadoo olaika habitat aAAmaluhum fee alddunya waalakhirati waolaika humu alkhasiroona

70
Hoofdstuk 9 : Vers 70

أَلَمْ يَأْتِهِمْ نَبَأُ ٱلَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ قَوْمِ نُوحٍ وَعَادٍ وَثَمُودَ وَقَوْمِ إِبْرَٰهِيمَ وَأَصْحَـٰبِ مَدْيَنَ وَٱلْمُؤْتَفِكَـٰتِ ۚ أَتَتْهُمْ رُسُلُهُم بِٱلْبَيِّنَـٰتِ ۖ فَمَا كَانَ ٱللَّهُ لِيَظْلِمَهُمْ وَلَـٰكِن كَانُوٓا۟ أَنفُسَهُمْ يَظْلِمُونَ

Heeft het bericht hun niet bereikt over degenen vóór hen; het volk van Noeh, en de 'Âd en de Tsamôed, en het volk van Ibrâhîm, en de bewoners van Madyan en de bewoners van de geruïneerde steden? Hun Boodschappers waren tot ben gekomen met de duidelijke bewijzen. En Allah heeft hen nimmer onrecht aangedaan, maar zij hebben zichzelf onrecht aangedaan.

Transliteratie

Alam yatihim nabao allatheena min qablihim qawmi noohin waAAadin wathamooda waqawmi ibraheema waashabi madyana waalmutafikati atathum rusuluhum bialbayyinati fama kana Allahu liyathlimahum walakin kanoo anfusahum yathlimoona

71
Hoofdstuk 9 : Vers 71

وَٱلْمُؤْمِنُونَ وَٱلْمُؤْمِنَـٰتُ بَعْضُهُمْ أَوْلِيَآءُ بَعْضٍ ۚ يَأْمُرُونَ بِٱلْمَعْرُوفِ وَيَنْهَوْنَ عَنِ ٱلْمُنكَرِ وَيُقِيمُونَ ٱلصَّلَوٰةَ وَيُؤْتُونَ ٱلزَّكَوٰةَ وَيُطِيعُونَ ٱللَّهَ وَرَسُولَهُۥٓ ۚ أُو۟لَـٰٓئِكَ سَيَرْحَمُهُمُ ٱللَّهُ ۗ إِنَّ ٱللَّهَ عَزِيزٌ حَكِيمٌ

En de gelovige mannen en de gelovige vrouwen zijn elkaars helpers, zij roepen op tot het behoorlijke en verbieden het verwerpelijke en zij onderhouden de shalât en geven de zakât en zij gehoorzamen Allah en zijn Boodschapper. Zij zijn degenen die Allah zal begenedigen. Voorwaar, Allah is Almachtig, Alwijs.

Transliteratie

Waalmuminoona waalmuminatu baAAduhum awliyao baAAdin yamuroona bialmaAAroofi wayanhawna AAani almunkari wayuqeemoona alssalata wayutoona alzzakata wayuteeAAoona Allaha warasoolahu olaika sayarhamuhumu Allahu inna Allaha AAazeezun hakeemun

72
Hoofdstuk 9 : Vers 72

وَعَدَ ٱللَّهُ ٱلْمُؤْمِنِينَ وَٱلْمُؤْمِنَـٰتِ جَنَّـٰتٍ تَجْرِى مِن تَحْتِهَا ٱلْأَنْهَـٰرُ خَـٰلِدِينَ فِيهَا وَمَسَـٰكِنَ طَيِّبَةً فِى جَنَّـٰتِ عَدْنٍ ۚ وَرِضْوَٰنٌ مِّنَ ٱللَّهِ أَكْبَرُ ۚ ذَٰلِكَ هُوَ ٱلْفَوْزُ ٱلْعَظِيمُ

Allah heeft de gelovigen mannen en de gelovige vrouwen Tuinen (het Paradijs) beloofd waar onder door de rivieren stromen, zij zijn daarin eeuwig, levenden. En goede woonplaatsen in de Tuinen van 'Adn (Eden). En het welbehagen van Allah is groter. Dat is de geweldige overwinning.

Transliteratie

WaAAada Allahu almumineena waalmuminati jannatin tajree min tahtiha alanharu khalideena feeha wamasakina tayyibatan fee jannati AAadnin waridwanun mina Allahi akbaru thalika huwa alfawzu alAAatheemu

73
Hoofdstuk 9 : Vers 73

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلنَّبِىُّ جَـٰهِدِ ٱلْكُفَّارَ وَٱلْمُنَـٰفِقِينَ وَٱغْلُظْ عَلَيْهِمْ ۚ وَمَأْوَىٰهُمْ جَهَنَّمُ ۖ وَبِئْسَ ٱلْمَصِيرُ

O Profeet, bevecht de ongelovigen en de huichelaars en treed hard tegen hen op. En hun verblijfplaats is de Hel, en dat is de slechtste bestemming.

Transliteratie

Ya ayyuha alnnabiyyu jahidi alkuffara waalmunafiqeena waoghluth AAalayhim wamawahum jahannamu wabisa almaseeru

74
Hoofdstuk 9 : Vers 74

يَحْلِفُونَ بِٱللَّهِ مَا قَالُوا۟ وَلَقَدْ قَالُوا۟ كَلِمَةَ ٱلْكُفْرِ وَكَفَرُوا۟ بَعْدَ إِسْلَـٰمِهِمْ وَهَمُّوا۟ بِمَا لَمْ يَنَالُوا۟ ۚ وَمَا نَقَمُوٓا۟ إِلَّآ أَنْ أَغْنَىٰهُمُ ٱللَّهُ وَرَسُولُهُۥ مِن فَضْلِهِۦ ۚ فَإِن يَتُوبُوا۟ يَكُ خَيْرًا لَّهُمْ ۖ وَإِن يَتَوَلَّوْا۟ يُعَذِّبْهُمُ ٱللَّهُ عَذَابًا أَلِيمًا فِى ٱلدُّنْيَا وَٱلْـَٔاخِرَةِ ۚ وَمَا لَهُمْ فِى ٱلْأَرْضِ مِن وَلِىٍّ وَلَا نَصِيرٍ

Zij zwoeren bij Allah wat zij zeiden, terwijl zij voorzeker het woord van ongeloof uitspraken en zij zijn ongelovig geworden na hun Islam, en zij verlangden wat zij niet konden uitvoeren. Fn zij verweten slechts (toen) Allah en zijn Boodschapper hen (de gelovigen) rijkdom schonken, van Zijn gunst. Als zij dan berouw tonen, dan zou dat beter voor hen zijn, maar als zij zich afwenden, dan zal Allah hen straffen met een pijnlijke bestraffing, in dit leven en in het Hiernamaals. En op de aarde is er voor hen geen bescherma en geen helper.

Transliteratie

Yahlifoona biAllahi ma qaloo walaqad qaloo kalimata alkufri wakafaroo baAAda islamihim wahammoo bima lam yanaloo wama naqamoo illa an aghnahumu Allahu warasooluhu min fadlihi fain yatooboo yaku khayran lahum wain yatawallaw yuAAaththibhumu Allahu AAathaban aleeman fee alddunya waalakhirati wama lahum fee alardi min waliyyin wala naseerin

75
Hoofdstuk 9 : Vers 75

وَمِنْهُم مَّنْ عَـٰهَدَ ٱللَّهَ لَئِنْ ءَاتَىٰنَا مِن فَضْلِهِۦ لَنَصَّدَّقَنَّ وَلَنَكُونَنَّ مِنَ ٱلصَّـٰلِحِينَ

En onder hen zijn er die aan Allah beloofden: "Als Hij ons van Zijn gunst schenkt, dan zullen wij bijdragen geven en dan zullen wij zeker tot de rechtschapenen behoren."

Transliteratie

Waminhum man AAahada Allaha lain atana min fadlihi lanassaddaqanna walanakoonanna mina alssaliheena

76
Hoofdstuk 9 : Vers 76

فَلَمَّآ ءَاتَىٰهُم مِّن فَضْلِهِۦ بَخِلُوا۟ بِهِۦ وَتَوَلَّوا۟ وَّهُم مُّعْرِضُونَ

Maar wanneer Hij hun dan van Zijn gunst heeft geschonken, dan zijn zij er gierig mee en wenden zij zich af (van hun belofte). En zij wenden zich af.

Transliteratie

Falamma atahum min fadlihi bakhiloo bihi watawallaw wahum muAAridoona

77
Hoofdstuk 9 : Vers 77

فَأَعْقَبَهُمْ نِفَاقًا فِى قُلُوبِهِمْ إِلَىٰ يَوْمِ يَلْقَوْنَهُۥ بِمَآ أَخْلَفُوا۟ ٱللَّهَ مَا وَعَدُوهُ وَبِمَا كَانُوا۟ يَكْذِبُونَ

Daarom veroorzaakte (de gierigheid) huichelachtigheid in hun harten, tot de Dag waarop zij Hem ontmoeten, omdat zij de aan Allah gedane belofte hebben gebroken en omdat zij plachten te liegen.

Transliteratie

FaaAAqabahum nifaqan fee quloobihim ila yawmi yalqawnahu bima akhlafoo Allaha ma waAAadoohu wabima kanoo yakthiboona

78
Hoofdstuk 9 : Vers 78

أَلَمْ يَعْلَمُوٓا۟ أَنَّ ٱللَّهَ يَعْلَمُ سِرَّهُمْ وَنَجْوَىٰهُمْ وَأَنَّ ٱللَّهَ عَلَّـٰمُ ٱلْغُيُوبِ

Weten zij niet dat Allah hun geheim kent en hun vertrouwlijke gesprekken en dat Allah de Kenner van het onwaarneembare is?

Transliteratie

Alam yaAAlamoo anna Allaha yaAAlamu sirrahum wanajwahum waanna Allaha AAallamu alghuyoobi

79
Hoofdstuk 9 : Vers 79

ٱلَّذِينَ يَلْمِزُونَ ٱلْمُطَّوِّعِينَ مِنَ ٱلْمُؤْمِنِينَ فِى ٱلصَّدَقَـٰتِ وَٱلَّذِينَ لَا يَجِدُونَ إِلَّا جُهْدَهُمْ فَيَسْخَرُونَ مِنْهُمْ ۙ سَخِرَ ٱللَّهُ مِنْهُمْ وَلَهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ

Degenen die beledigende aanmerkingen maken over de vrijwillige gevers onder de gelovigen over de aalmoezen en over degenen die vanwege hun armoede niets kunnen vinden (om te geven), tenzij met de grootste moeite, en die dan de spot met hen drijven: Allah zal de spot op hen terugwerpen en voor hen is cr een pijnlijke bestraffing.

Transliteratie

Allatheena yalmizoona almuttawwiAAeena mina almumineena fee alssadaqati waallatheena la yajidoona illa juhdahum fayaskharoona minhum sakhira Allahu minhum walahum AAathabun aleemun

80
Hoofdstuk 9 : Vers 80

ٱسْتَغْفِرْ لَهُمْ أَوْ لَا تَسْتَغْفِرْ لَهُمْ إِن تَسْتَغْفِرْ لَهُمْ سَبْعِينَ مَرَّةً فَلَن يَغْفِرَ ٱللَّهُ لَهُمْ ۚ ذَٰلِكَ بِأَنَّهُمْ كَفَرُوا۟ بِٱللَّهِ وَرَسُولِهِۦ ۗ وَٱللَّهُ لَا يَهْدِى ٱلْقَوْمَ ٱلْفَـٰسِقِينَ

Of jij nu vergeving voor hen vraagt, of geen vergeving voor hen vraagt (het maakt geen verschil); ook al zou jij zeventig keer vergeving voor hen vragen; nooit zal Allah hen vergeven. Dat is omdat zij niet in Allah en zijn Boodschapper geloven. En Allah leidt het zwaar zondige volk niet.

Transliteratie

Istaghfir lahum aw la tastaghfir lahum in tastaghfir lahum sabAAeena marratan falan yaghfira Allahu lahum thalika biannahum kafaroo biAllahi warasoolihi waAllahu la yahdee alqawma alfasiqeena

81
Hoofdstuk 9 : Vers 81

فَرِحَ ٱلْمُخَلَّفُونَ بِمَقْعَدِهِمْ خِلَـٰفَ رَسُولِ ٱللَّهِ وَكَرِهُوٓا۟ أَن يُجَـٰهِدُوا۟ بِأَمْوَٰلِهِمْ وَأَنفُسِهِمْ فِى سَبِيلِ ٱللَّهِ وَقَالُوا۟ لَا تَنفِرُوا۟ فِى ٱلْحَرِّ ۗ قُلْ نَارُ جَهَنَّمَ أَشَدُّ حَرًّا ۚ لَّوْ كَانُوا۟ يَفْقَهُونَ

De achterblijvers (in de tijd van de Slag bij Tahôek) verheugden zich er over dat zij achter de Boodschapper van Allah waren gebleven en zij hadden er een afkeer van om met hun bezittingen en hun levens te strijden op de Weg van Allah, en zij zeiden: "Rukt niet uit in de hitte!" Zeg: "De hitte van de Hel is erger." Als jullie dat toch begrepen!

Transliteratie

Fariha almukhallafoona bimaqAAadihim khilafa rasooli Allahi wakarihoo an yujahidoo biamwalihim waanfusihim fee sabeeli Allahi waqaloo la tanfiroo fee alharri qul naru jahannama ashaddu harran law kanoo yafqahoona

82
Hoofdstuk 9 : Vers 82

فَلْيَضْحَكُوا۟ قَلِيلًا وَلْيَبْكُوا۟ كَثِيرًا جَزَآءًۢ بِمَا كَانُوا۟ يَكْسِبُونَ

Laten zij daarom weinig lachen en veel huilen, als een vergelding voor hetgeen zij plachten te bedrijven.

Transliteratie

Falyadhakoo qaleelan walyabkoo katheeran jazaan bima kanoo yaksiboona

83
Hoofdstuk 9 : Vers 83

فَإِن رَّجَعَكَ ٱللَّهُ إِلَىٰ طَآئِفَةٍ مِّنْهُمْ فَٱسْتَـْٔذَنُوكَ لِلْخُرُوجِ فَقُل لَّن تَخْرُجُوا۟ مَعِىَ أَبَدًا وَلَن تُقَـٰتِلُوا۟ مَعِىَ عَدُوًّا ۖ إِنَّكُمْ رَضِيتُم بِٱلْقُعُودِ أَوَّلَ مَرَّةٍ فَٱقْعُدُوا۟ مَعَ ٱلْخَـٰلِفِينَ

Als Allah jou (O Moehammad) dan (veilig) terugbrengt naar een groep van hen, dan vragen zij jou toestemming om (ten strijde) te trekken. Zeg dan: "Jullie zullen nooit met mij uittrekken en nimmer zullen jullie met mij een vijand bevechten, voorwaar, het behaagde jullie de eerste keer om te blijven zitten, blijft daarom zitten bij de thuisblijvers.

Transliteratie

Fain rajaAAaka Allahu ila taifatin minhum faistathanooka lilkhurooji faqul lan takhrujoo maAAiya abadan walan tuqatiloo maAAiya AAaduwwan innakum radeetum bialquAAoodi awwala marratin faoqAAudoo maAAa alkhalifeena

84
Hoofdstuk 9 : Vers 84

وَلَا تُصَلِّ عَلَىٰٓ أَحَدٍ مِّنْهُم مَّاتَ أَبَدًا وَلَا تَقُمْ عَلَىٰ قَبْرِهِۦٓ ۖ إِنَّهُمْ كَفَرُوا۟ بِٱللَّهِ وَرَسُولِهِۦ وَمَاتُوا۟ وَهُمْ فَـٰسِقُونَ

En verricht nooit een shalât over een dode van hen en sta niet bij zijn gra£: voorwaar, zij geloven niet in Allah en zijn Boodschapper en zij stierven, en zij waren zwaar zondig.

Transliteratie

Wala tusalli AAala ahadin minhum mata abadan wala taqum AAala qabrihi innahum kafaroo biAllahi warasoolihi wamatoo wahum fasiqoona

85
Hoofdstuk 9 : Vers 85

وَلَا تُعْجِبْكَ أَمْوَٰلُهُمْ وَأَوْلَـٰدُهُمْ ۚ إِنَّمَا يُرِيدُ ٱللَّهُ أَن يُعَذِّبَهُم بِهَا فِى ٱلدُّنْيَا وَتَزْهَقَ أَنفُسُهُمْ وَهُمْ كَـٰفِرُونَ

En laat hun bezittingen en hun kinderen op jou geen (goede) indruk maken; Allah wenst hen slechts daarmee te straffen in dit leven en dat hun zielen weggaan terwijl zij ongelovig zijn.

Transliteratie

Wala tuAAjibka amwaluhum waawladuhum innama yureedu Allahu an yuAAaththibahum biha fee alddunya watazhaqa anfusuhum wahum kafiroona

86
Hoofdstuk 9 : Vers 86

وَإِذَآ أُنزِلَتْ سُورَةٌ أَنْ ءَامِنُوا۟ بِٱللَّهِ وَجَـٰهِدُوا۟ مَعَ رَسُولِهِ ٱسْتَـْٔذَنَكَ أُو۟لُوا۟ ٱلطَّوْلِ مِنْهُمْ وَقَالُوا۟ ذَرْنَا نَكُن مَّعَ ٱلْقَـٰعِدِينَ

En wanneer er een Soerah (een hoofdstuk) wordt neergezonden (waarin wordt gemaand:) "Gelooft in Allah en strijdt met Zijn Boodschapper," dan vragen de welgestelden onder hen om toestemming, zij zeggen: "Laat ons maar achter bij de thuisblijvers."

Transliteratie

Waitha onzilat sooratun an aminoo biAllahi wajahidoo maAAa rasoolihi istathanaka oloo alttawli minhum waqaloo tharna nakun maAAa alqaAAideena

87
Hoofdstuk 9 : Vers 87

رَضُوا۟ بِأَن يَكُونُوا۟ مَعَ ٱلْخَوَالِفِ وَطُبِعَ عَلَىٰ قُلُوبِهِمْ فَهُمْ لَا يَفْقَهُونَ

Het behaagt hen om bij de thuisblijvers te behoren en hun harten zijn vergrendeld, omdat zij (het) niet begrijpen.

Transliteratie

Radoo bian yakoonoo maAAa alkhawalifi watubiAAa AAala quloobihim fahum la yafqahoona

88
Hoofdstuk 9 : Vers 88

لَـٰكِنِ ٱلرَّسُولُ وَٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ مَعَهُۥ جَـٰهَدُوا۟ بِأَمْوَٰلِهِمْ وَأَنفُسِهِمْ ۚ وَأُو۟لَـٰٓئِكَ لَهُمُ ٱلْخَيْرَٰتُ ۖ وَأُو۟لَـٰٓئِكَ هُمُ ٱلْمُفْلِحُونَ

Maar de Boodschapper en degenen die met hem geloven, zij strijden met hun bezittingen en hun levens. En nj zijn degenen voor wie er de goede dingen zijn, en zij zijn degenen die de welslagenden zijn.

Transliteratie

Lakini alrrasoolu waallatheena amanoo maAAahu jahadoo biamwalihim waanfusihim waolaika lahumu alkhayratu waolaika humu almuflihoona

89
Hoofdstuk 9 : Vers 89

أَعَدَّ ٱللَّهُ لَهُمْ جَنَّـٰتٍ تَجْرِى مِن تَحْتِهَا ٱلْأَنْهَـٰرُ خَـٰلِدِينَ فِيهَا ۚ ذَٰلِكَ ٱلْفَوْزُ ٱلْعَظِيمُ

Allah heeft voor hen een Tuin (het Paradijs) bereid waar onder door de rivieren stromen, zij zijn daarin de eeuwig levenden. Dat is de geweldige overwinning.

Transliteratie

aAAadda Allahu lahum jannatin tajree min tahtiha alanharu khalideena feeha thalika alfawzu alAAatheemu

90
Hoofdstuk 9 : Vers 90

وَجَآءَ ٱلْمُعَذِّرُونَ مِنَ ٱلْأَعْرَابِ لِيُؤْذَنَ لَهُمْ وَقَعَدَ ٱلَّذِينَ كَذَبُوا۟ ٱللَّهَ وَرَسُولَهُۥ ۚ سَيُصِيبُ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ مِنْهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ

De aanbieders van verontschuldigingen onder de bedoeïenen komen, opdat hun vrijstelling zal worden gegeven, en degenen die Allah en Zijn Boodschapper loochenen, gaan zitten. Een pijnlijke bestrafring zal de ongelovigen onder hen treffen.

Transliteratie

Wajaa almuAAaththiroona mina alaAArabi liyuthana lahum waqaAAada allatheena kathaboo Allaha warasoolahu sayuseebu allatheena kafaroo minhum AAathabun aleemun

91
Hoofdstuk 9 : Vers 91

لَّيْسَ عَلَى ٱلضُّعَفَآءِ وَلَا عَلَى ٱلْمَرْضَىٰ وَلَا عَلَى ٱلَّذِينَ لَا يَجِدُونَ مَا يُنفِقُونَ حَرَجٌ إِذَا نَصَحُوا۟ لِلَّهِ وَرَسُولِهِۦ ۚ مَا عَلَى ٱلْمُحْسِنِينَ مِن سَبِيلٍ ۚ وَٱللَّهُ غَفُورٌ رَّحِيمٌ

Er rust geen zonde op de zwakken, de zieken, noch op degenen die niets kunnen vinden om te besteden, wanneer zij oprecht zijn tegenover Allah en zijn Boodschapper. Tegen de weldoeners is er geen weg (cm ben van zonde te beschuldigen). En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig.

Transliteratie

Laysa AAala aldduAAafai wala AAala almarda wala AAala allatheena la yajidoona ma yunfiqoona harajun itha nasahoo lillahi warasoolihi ma AAala almuhsineena min sabeelin waAllahu ghafoorun raheemun

92
Hoofdstuk 9 : Vers 92

وَلَا عَلَى ٱلَّذِينَ إِذَا مَآ أَتَوْكَ لِتَحْمِلَهُمْ قُلْتَ لَآ أَجِدُ مَآ أَحْمِلُكُمْ عَلَيْهِ تَوَلَّوا۟ وَّأَعْيُنُهُمْ تَفِيضُ مِنَ ٱلدَّمْعِ حَزَنًا أَلَّا يَجِدُوا۟ مَا يُنفِقُونَ

En (ook) niet op degenen die, toon zij naar jou kwamen opdat jij lien zou vervoeren. (En) jij zei: "Ik kan niets vinden waarop jullie vervoerd kunnen worden," (en) zij draaiden zich om, terwijl hun ogen overstroomden van tranen, uit droefheid omdat zij niets konden vinden om als bijdrage te besteden.

Transliteratie

Wala AAala allatheena itha ma atawka litahmilahum qulta la ajidu ma ahmilukum AAalayhi tawallaw waaAAyunuhum tafeedu mina alddamAAi hazanan alla yajidoo ma yunfiqoona

93
Hoofdstuk 9 : Vers 93

إِنَّمَا ٱلسَّبِيلُ عَلَى ٱلَّذِينَ يَسْتَـْٔذِنُونَكَ وَهُمْ أَغْنِيَآءُ ۚ رَضُوا۟ بِأَن يَكُونُوا۟ مَعَ ٱلْخَوَالِفِ وَطَبَعَ ٱللَّهُ عَلَىٰ قُلُوبِهِمْ فَهُمْ لَا يَعْلَمُونَ

Voorwaar, slechts tegen degenen die jou om vrijstelling vragen terwijl zij rijk zijn, is er een weg (om hen te beschuldigen). Het behaagde hen om tot de thiuisblijvers te behoren en Allah heeft hun harten vergrendeld zodat zij niet weten.

Transliteratie

Innama alssabeelu AAala allatheena yastathinoonaka wahum aghniyao radoo bian yakoonoo maAAa alkhawalifi watabaAAa Allahu AAala quloobihim fahum la yaAAlamoona

94
Hoofdstuk 9 : Vers 94

يَعْتَذِرُونَ إِلَيْكُمْ إِذَا رَجَعْتُمْ إِلَيْهِمْ ۚ قُل لَّا تَعْتَذِرُوا۟ لَن نُّؤْمِنَ لَكُمْ قَدْ نَبَّأَنَا ٱللَّهُ مِنْ أَخْبَارِكُمْ ۚ وَسَيَرَى ٱللَّهُ عَمَلَكُمْ وَرَسُولُهُۥ ثُمَّ تُرَدُّونَ إِلَىٰ عَـٰلِمِ ٱلْغَيْبِ وَٱلشَّهَـٰدَةِ فَيُنَبِّئُكُم بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ

Zij zullen jullie verontschuldigen aanbieden wanneer jullie tot hen zijn teruggekeerd. Zeg: "Biedt geen verontschuldigingen aan, wij zullen jullie nooit geloven. Voorzeker, Allah heeft ons ingelicht over jullie (ware) houding. En Allah en Zijn Boodschapper zullen jullie daden zien. Daarna zullen jullie worden teruggevoerd tot de Kenner van het onwaarneembare en het waarneembare en dan zal Hij jullie inlichten over wat jullie plachten te doen."

Transliteratie

YaAAtathiroona ilaykum itha rajaAAtum ilayhim qul la taAAtathiroo lan numina lakum qad nabbaana Allahu min akhbarikum wasayara Allahu AAamalakum warasooluhu thumma turaddoona ila AAalimi alghaybi waalshshahadati fayunabbiokum bima kuntum taAAmaloona

95
Hoofdstuk 9 : Vers 95

سَيَحْلِفُونَ بِٱللَّهِ لَكُمْ إِذَا ٱنقَلَبْتُمْ إِلَيْهِمْ لِتُعْرِضُوا۟ عَنْهُمْ ۖ فَأَعْرِضُوا۟ عَنْهُمْ ۖ إِنَّهُمْ رِجْسٌ ۖ وَمَأْوَىٰهُمْ جَهَنَّمُ جَزَآءًۢ بِمَا كَانُوا۟ يَكْسِبُونَ

Zij zullen tegenover jou bij Allah zweren, wanneer jullie tot hen zijn terugkeerd, opdat jullie je van hen afwenden. Wendt jullie dan van hen af. voorwaar, zij zijn onrein en hun verblijfplaats is de Hel, als vergelding voor wat zij plachten te verrichten.

Transliteratie

Sayahlifoona biAllahi lakum itha inqalabtum ilayhim lituAAridoo AAanhum faaAAridoo AAanhum innahum rijsun wamawahum jahannamu jazaan bima kanoo yaksiboona

96
Hoofdstuk 9 : Vers 96

يَحْلِفُونَ لَكُمْ لِتَرْضَوْا۟ عَنْهُمْ ۖ فَإِن تَرْضَوْا۟ عَنْهُمْ فَإِنَّ ٱللَّهَ لَا يَرْضَىٰ عَنِ ٱلْقَوْمِ ٱلْفَـٰسِقِينَ

Zij zweren tegenover jullie opdat jullie welbehagen aan hen zullen hebben, en als jullie welbehagen aan hen hebben: voorwaar, Allah heeft geen welbehagen aan het zwaar zondige volk.

Transliteratie

Yahlifoona lakum litardaw AAanhum fain tardaw AAanhum fainna Allaha la yarda AAani alqawmi alfasiqeena

97
Hoofdstuk 9 : Vers 97

ٱلْأَعْرَابُ أَشَدُّ كُفْرًا وَنِفَاقًا وَأَجْدَرُ أَلَّا يَعْلَمُوا۟ حُدُودَ مَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ عَلَىٰ رَسُولِهِۦ ۗ وَٱللَّهُ عَلِيمٌ حَكِيمٌ

De bedoeïenen zijn het ergst in ongeloof en huichelarij en het ligt ben het meest om de bepalingen die Allah heeft neergezonden aan Zijn Boodschapper niet te kennen. En Allah is Alwetend, Alwijs.

Transliteratie

AlaAArabu ashaddu kufran wanifaqan waajdaru alla yaAAlamoo hudooda ma anzala Allahu AAala rasoolihi waAllahu AAaleemun hakeemun

98
Hoofdstuk 9 : Vers 98

وَمِنَ ٱلْأَعْرَابِ مَن يَتَّخِذُ مَا يُنفِقُ مَغْرَمًا وَيَتَرَبَّصُ بِكُمُ ٱلدَّوَآئِرَ ۚ عَلَيْهِمْ دَآئِرَةُ ٱلسَّوْءِ ۗ وَٱللَّهُ سَمِيعٌ عَلِيمٌ

Onder de bedoeïenen zijn er die hun bijdragen als een boete beschouwen en zij wachten af totdat jullie getroffen worden door tegenslagen. Moge zij zelf door een tegenslag getroffen worden! En Allah is Alhorend, Alwetend.

Transliteratie

Wamina alaAArabi man yattakhithu ma yunfiqu maghraman wayatarabbasu bikumu alddawaira AAalayhim dairatu alssawi waAllahu sameeAAun AAaleemun

99
Hoofdstuk 9 : Vers 99

وَمِنَ ٱلْأَعْرَابِ مَن يُؤْمِنُ بِٱللَّهِ وَٱلْيَوْمِ ٱلْـَٔاخِرِ وَيَتَّخِذُ مَا يُنفِقُ قُرُبَـٰتٍ عِندَ ٱللَّهِ وَصَلَوَٰتِ ٱلرَّسُولِ ۚ أَلَآ إِنَّهَا قُرْبَةٌ لَّهُمْ ۚ سَيُدْخِلُهُمُ ٱللَّهُ فِى رَحْمَتِهِۦٓ ۗ إِنَّ ٱللَّهَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ

En onder de bedoeïenen zijn er die geloven in Allah en de Laatste Dag en die hun bijdragen beschouwen als middelen om Allah dichter te naderen, en om de smeekbede van de Boodschappper (te verkrijgen). Weet, voorwaar, het is voor hen een middel tot toenadering (tot Allah). En Allah zal hen Zijn Barmbartigheid doen binnengaan. Voorwaar, Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig.

Transliteratie

Wamina alaAArabi man yuminu biAllahi waalyawmi alakhiri wayattakhithu ma yunfiqu qurubatin AAinda Allahi wasalawati alrrasooli ala innaha qurbatun lahum sayudkhiluhumu Allahu fee rahmatihi inna Allaha ghafoorun raheemun

100
Hoofdstuk 9 : Vers 100

وَٱلسَّـٰبِقُونَ ٱلْأَوَّلُونَ مِنَ ٱلْمُهَـٰجِرِينَ وَٱلْأَنصَارِ وَٱلَّذِينَ ٱتَّبَعُوهُم بِإِحْسَـٰنٍ رَّضِىَ ٱللَّهُ عَنْهُمْ وَرَضُوا۟ عَنْهُ وَأَعَدَّ لَهُمْ جَنَّـٰتٍ تَجْرِى تَحْتَهَا ٱلْأَنْهَـٰرُ خَـٰلِدِينَ فِيهَآ أَبَدًا ۚ ذَٰلِكَ ٱلْفَوْزُ ٱلْعَظِيمُ

De allereerste (Moslims) van de Ukgewekenen (Moehâdjirîn) en de Anshâr en degenen die hen volgden in goede daden. Allah heeft welbehagen aan hen en zij hebben welbehagen aan Hem. Hij heeft voor tien Tuinen (in het Pamdijs) bereid waar onder door de rivieren stromen, zij zijn daarin eeuwig levenden. Dat is de geweldige overwinning.

Transliteratie

Waalssabiqoona alawwaloona mina almuhajireena waalansari waallatheena ittabaAAoohum biihsanin radiya Allahu AAanhum waradoo AAanhu waaAAadda lahum jannatin tajree tahtaha alanharu khalideena feeha abadan thalika alfawzu alAAatheemu

101
Hoofdstuk 9 : Vers 101

وَمِمَّنْ حَوْلَكُم مِّنَ ٱلْأَعْرَابِ مُنَـٰفِقُونَ ۖ وَمِنْ أَهْلِ ٱلْمَدِينَةِ ۖ مَرَدُوا۟ عَلَى ٱلنِّفَاقِ لَا تَعْلَمُهُمْ ۖ نَحْنُ نَعْلَمُهُمْ ۚ سَنُعَذِّبُهُم مَّرَّتَيْنِ ثُمَّ يُرَدُّونَ إِلَىٰ عَذَابٍ عَظِيمٍ

En onder de bedoeïenen in jouw omgeving bevinden zich huichelaars, en (ook) onder de bewoners van Medinah, zij volharden in hun huichelarij. Jij kent hen niet, maar Wij kennen hen wel. Wij zullen hen twee maal straffen, dan zullen zij worden teruggevoerd naar een geweldige bestraffing.

Transliteratie

Wamimman hawlakum mina alaAArabi munafiqoona wamin ahli almadeenati maradoo AAala alnnifaqi la taAAlamuhum nahnu naAAlamuhum sanuAAaththibuhum marratayni thumma yuraddoona ila AAathabin AAatheemin

102
Hoofdstuk 9 : Vers 102

وَءَاخَرُونَ ٱعْتَرَفُوا۟ بِذُنُوبِهِمْ خَلَطُوا۟ عَمَلًا صَـٰلِحًا وَءَاخَرَ سَيِّئًا عَسَى ٱللَّهُ أَن يَتُوبَ عَلَيْهِمْ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ

En anderen die hun zonden hebben bekend, zij mengen een goede daad met een andere slechte (daad). Hopelijk zal Allah hun berouw aanvaarden. Voorwaar, Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig.

Transliteratie

Waakharoona iAAtarafoo bithunoobihim khalatoo AAamalan salihan waakhara sayyian AAasa Allahu an yatooba AAalayhim inna Allaha ghafoorun raheemun

103
Hoofdstuk 9 : Vers 103

خُذْ مِنْ أَمْوَٰلِهِمْ صَدَقَةً تُطَهِّرُهُمْ وَتُزَكِّيهِم بِهَا وَصَلِّ عَلَيْهِمْ ۖ إِنَّ صَلَوٰتَكَ سَكَنٌ لَّهُمْ ۗ وَٱللَّهُ سَمِيعٌ عَلِيمٌ

Neem van de bezittingen de zakkât, jij reinigt en zuivert hen daarmee (O Moehammad), en verricht een smeekbede, want jouw smeekbede is een geruststelling voor hen. En Allah is Alhorend, Alwetend.

Transliteratie

Khuth min amwalihim sadaqatan tutahhiruhum watuzakkeehim biha wasalli AAalayhim inna salataka sakanun lahum waAllahu sameeAAun AAaleemun

104
Hoofdstuk 9 : Vers 104

أَلَمْ يَعْلَمُوٓا۟ أَنَّ ٱللَّهَ هُوَ يَقْبَلُ ٱلتَّوْبَةَ عَنْ عِبَادِهِۦ وَيَأْخُذُ ٱلصَّدَقَـٰتِ وَأَنَّ ٱللَّهَ هُوَ ٱلتَّوَّابُ ٱلرَّحِيمُ

Weten zij dan niet dat het Allah is Die het bereouw aanvaardt van Zijn dienaren en Die de zakât aanvaardt en dat Allah de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige is?

Transliteratie

Alam yaAAlamoo anna Allaha huwa yaqbalu alttawbata AAan AAibadihi wayakhuthu alssadaqati waanna Allaha huwa alttawwabu alrraheemu

105
Hoofdstuk 9 : Vers 105

وَقُلِ ٱعْمَلُوا۟ فَسَيَرَى ٱللَّهُ عَمَلَكُمْ وَرَسُولُهُۥ وَٱلْمُؤْمِنُونَ ۖ وَسَتُرَدُّونَ إِلَىٰ عَـٰلِمِ ٱلْغَيْبِ وَٱلشَّهَـٰدَةِ فَيُنَبِّئُكُم بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ

En zeg (O Moehammad): "Allah zal jullie werken zien en ook Zijn Boodschapper en de gelovigen. En jullie zullen worden teruggevoerd tot de Kenner van het onwaarneembare en het waarneembare, dan zal hij jullie inlichten omtrent hetgeen jullie plachten te doen.

Transliteratie

Waquli iAAmaloo fasayara Allahu AAamalakum warasooluhu waalmuminoona wasaturaddoona ila AAalimi alghaybi waalshshahadati fayunabbiokum bima kuntum taAAmaloona

106
Hoofdstuk 9 : Vers 106

وَءَاخَرُونَ مُرْجَوْنَ لِأَمْرِ ٱللَّهِ إِمَّا يُعَذِّبُهُمْ وَإِمَّا يَتُوبُ عَلَيْهِمْ ۗ وَٱللَّهُ عَلِيمٌ حَكِيمٌ

En anderen worden in afwachting gesteld van het oordeel van Allah: of Hij hen straft of hun berouw aanvaardt. En Allah is Alwetend, Alwijs.

Transliteratie

Waakharoona murjawna liamri Allahi imma yuAAaththibuhum waimma yatoobu AAalayhim waAllahu AAaleemun hakeemun

107
Hoofdstuk 9 : Vers 107

وَٱلَّذِينَ ٱتَّخَذُوا۟ مَسْجِدًا ضِرَارًا وَكُفْرًا وَتَفْرِيقًۢا بَيْنَ ٱلْمُؤْمِنِينَ وَإِرْصَادًا لِّمَنْ حَارَبَ ٱللَّهَ وَرَسُولَهُۥ مِن قَبْلُ ۚ وَلَيَحْلِفُنَّ إِنْ أَرَدْنَآ إِلَّا ٱلْحُسْنَىٰ ۖ وَٱللَّهُ يَشْهَدُ إِنَّهُمْ لَكَـٰذِبُونَ

En degenen (de huichelaars) die een moskee hebben gebouwd om schade en ongeloof en splitsing onder de gelovigen te veroorzaken, en als een hinderlaag van degenen die eerder tegen Allah en Zijn Boodschapper vochten: en zij zullen zeker zweren: "Wij wensen niets den het goede." Maar Allah is er Getuige van dat zij zeker leugenaars zijn.

Transliteratie

Waallatheena ittakhathoo masjidan diraran wakufran watafreeqan bayna almumineena wairsadan liman haraba Allaha warasoolahu min qablu walayahlifunna in aradna illa alhusna waAllahu yashhadu innahum lakathiboona

108
Hoofdstuk 9 : Vers 108

لَا تَقُمْ فِيهِ أَبَدًا ۚ لَّمَسْجِدٌ أُسِّسَ عَلَى ٱلتَّقْوَىٰ مِنْ أَوَّلِ يَوْمٍ أَحَقُّ أَن تَقُومَ فِيهِ ۚ فِيهِ رِجَالٌ يُحِبُّونَ أَن يَتَطَهَّرُوا۟ ۚ وَٱللَّهُ يُحِبُّ ٱلْمُطَّهِّرِينَ

Verricht daarin nooit de shalât. Waarlijk, een moskee die vanaf de eerste dag is gebouwd op Taqwa, heeft er meer recht op dat jij daarin de shalât verricht. Daarin zijn mannen die ervan houden om zich te reinigen. En Allah houdt van bhn die zich reinigen.

Transliteratie

La taqum feehi abadan lamasjidun ossisa AAala alttaqwa min awwali yawmin ahaqqu an taqooma feehi feehi rijalun yuhibboona an yatatahharoo waAllahu yuhibbu almuttahhireena

109
Hoofdstuk 9 : Vers 109

أَفَمَنْ أَسَّسَ بُنْيَـٰنَهُۥ عَلَىٰ تَقْوَىٰ مِنَ ٱللَّهِ وَرِضْوَٰنٍ خَيْرٌ أَم مَّنْ أَسَّسَ بُنْيَـٰنَهُۥ عَلَىٰ شَفَا جُرُفٍ هَارٍ فَٱنْهَارَ بِهِۦ فِى نَارِ جَهَنَّمَ ۗ وَٱللَّهُ لَا يَهْدِى ٱلْقَوْمَ ٱلظَّـٰلِمِينَ

Is hij, die zijn bouwwcrk op vrees voor Allah heeft gegrondvest en op Zijn welbehagen, dan niet beter? Of hij dan, die zijn bouwwerk heeft gegrondvest op de rand van een ravijn, dat dan met hem in het vuur van de Hel stort? Allah leidt het onrechtplegende volk niet.

Transliteratie

Afaman assasa bunyanahu AAala taqwa mina Allahi waridwanin khayrun am man assasa bunyanahu AAala shafa jurufin harin fainhara bihi fee nari jahannama waAllahu la yahdee alqawma alththalimeena

110
Hoofdstuk 9 : Vers 110

لَا يَزَالُ بُنْيَـٰنُهُمُ ٱلَّذِى بَنَوْا۟ رِيبَةً فِى قُلُوبِهِمْ إِلَّآ أَن تَقَطَّعَ قُلُوبُهُمْ ۗ وَٱللَّهُ عَلِيمٌ حَكِيمٌ

Het bouwwerk dat zij hebben gebouwd zal een bron van onrust blijven in hun harten, tenzij hun harten in stukken zijn gebroken. En Allah is Alwetend, Alwijs.

Transliteratie

La yazalu bunyanuhumu allathee banaw reebatan fee quloobihim illa an taqattaAAa quloobuhum waAllahu AAaleemun hakeemun

111
Hoofdstuk 9 : Vers 111

إِنَّ ٱللَّهَ ٱشْتَرَىٰ مِنَ ٱلْمُؤْمِنِينَ أَنفُسَهُمْ وَأَمْوَٰلَهُم بِأَنَّ لَهُمُ ٱلْجَنَّةَ ۚ يُقَـٰتِلُونَ فِى سَبِيلِ ٱللَّهِ فَيَقْتُلُونَ وَيُقْتَلُونَ ۖ وَعْدًا عَلَيْهِ حَقًّا فِى ٱلتَّوْرَىٰةِ وَٱلْإِنجِيلِ وَٱلْقُرْءَانِ ۚ وَمَنْ أَوْفَىٰ بِعَهْدِهِۦ مِنَ ٱللَّهِ ۚ فَٱسْتَبْشِرُوا۟ بِبَيْعِكُمُ ٱلَّذِى بَايَعْتُم بِهِۦ ۚ وَذَٰلِكَ هُوَ ٱلْفَوْزُ ٱلْعَظِيمُ

Voorwaar, Allah heeft van de gelovigen hun levens en bezittingen gekocht omdat er voor hen het Paradijs is. Zij strijden op de Weg van Allah, zodat zij doden of gedood wordenm als een belofte waar Hij Zich aan heeft verbonden, een Waarheid (die staat verineld) in de Taurât, en de lndjîl en de Koran. En wie is zijn belofte meer trouw dan Allah? Verheugt jullie daarom over jullie koop die jullie met Hem hebben gestoten. En dat is de geweldige overwinning.

Transliteratie

Inna Allaha ishtara mina almumineena anfusahum waamwalahum bianna lahumu aljannata yuqatiloona fee sabeeli Allahi fayaqtuloona wayuqtaloona waAAdan AAalayhi haqqan fee alttawrati waalinjeeli waalqurani waman awfa biAAahdihi mina Allahi faistabshiroo bibayAAikumu allathee bayaAAtum bihi wathalika huwa alfawzu alAAatheemu

112
Hoofdstuk 9 : Vers 112

ٱلتَّـٰٓئِبُونَ ٱلْعَـٰبِدُونَ ٱلْحَـٰمِدُونَ ٱلسَّـٰٓئِحُونَ ٱلرَّٰكِعُونَ ٱلسَّـٰجِدُونَ ٱلْـَٔامِرُونَ بِٱلْمَعْرُوفِ وَٱلنَّاهُونَ عَنِ ٱلْمُنكَرِ وَٱلْحَـٰفِظُونَ لِحُدُودِ ٱللَّهِ ۗ وَبَشِّرِ ٱلْمُؤْمِنِينَ

(Zij zijn) de berouwvollen, en de dienenden, en de prijzenden, en de rondtrekkenden, en de buigenden, en de knielenden, en de oproepers tot het behoorlijke en de weerhouders van het verwerpelijke, de wakers over de bepalingen van Allah. En verkondig een verheugende tijding aan de gelovigen.

Transliteratie

Alttaiboona alAAabidoona alhamidoona alssaihoona alrrakiAAoona alssajidoona alamiroona bialmaAAroofi waalnnahoona AAani almunkari waalhafithoona lihudoodi Allahi wabashshiri almumineena

113
Hoofdstuk 9 : Vers 113

مَا كَانَ لِلنَّبِىِّ وَٱلَّذِينَ ءَامَنُوٓا۟ أَن يَسْتَغْفِرُوا۟ لِلْمُشْرِكِينَ وَلَوْ كَانُوٓا۟ أُو۟لِى قُرْبَىٰ مِنۢ بَعْدِ مَا تَبَيَّنَ لَهُمْ أَنَّهُمْ أَصْحَـٰبُ ٱلْجَحِيمِ

Het past de Profect en degenen die geloven niet dat zij de veelgodenaanbidders om vergeving vragen, ook al zijn zij verwanten, nadat het hen duidelijk is geworden dat zij de bewoners van de Hel zijn.

Transliteratie

Ma kana lilnnabiyyi waallatheena amanoo an yastaghfiroo lilmushrikeena walaw kanoo olee qurba min baAAdi ma tabayyana lahum annahum ashabu aljaheemi

114
Hoofdstuk 9 : Vers 114

وَمَا كَانَ ٱسْتِغْفَارُ إِبْرَٰهِيمَ لِأَبِيهِ إِلَّا عَن مَّوْعِدَةٍ وَعَدَهَآ إِيَّاهُ فَلَمَّا تَبَيَّنَ لَهُۥٓ أَنَّهُۥ عَدُوٌّ لِّلَّهِ تَبَرَّأَ مِنْهُ ۚ إِنَّ إِبْرَٰهِيمَ لَأَوَّٰهٌ حَلِيمٌ

En Ibrâhîm's verzoek om vergeving voor zijn vader was slechts vanwege een belofte die hij aan hem had gedaan. Toen het hem dan duidelijk was geworden dat hij een vijand van Allah was, verbrak hij (de band) met hem. Voorwaar, Ibrâhîm was zeker nederig, zachtaardig.

Transliteratie

Wama kana istighfaru ibraheema liabeehi illa AAan mawAAidatin waAAadaha iyyahu falamma tabayyana lahu annahu AAaduwwun lillahi tabarraa minhu inna ibraheema laawwahun haleemun

115
Hoofdstuk 9 : Vers 115

وَمَا كَانَ ٱللَّهُ لِيُضِلَّ قَوْمًۢا بَعْدَ إِذْ هَدَىٰهُمْ حَتَّىٰ يُبَيِّنَ لَهُم مَّا يَتَّقُونَ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ بِكُلِّ شَىْءٍ عَلِيمٌ

En Allah doet nooit een volk dwalen nadat Hij hen heeft geleid, totdat Hij hun duidelijk heeft gemaakt waarvoor zij beducht moeten zijn. Voorwaar, Allah is Alwetend over alle dingen.

Transliteratie

Wama kana Allahu liyudilla qawman baAAda ith hadahum hatta yubayyina lahum ma yattaqoona inna Allaha bikulli shayin AAaleemun

116
Hoofdstuk 9 : Vers 116

إِنَّ ٱللَّهَ لَهُۥ مُلْكُ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضِ ۖ يُحْىِۦ وَيُمِيتُ ۚ وَمَا لَكُم مِّن دُونِ ٱللَّهِ مِن وَلِىٍّ وَلَا نَصِيرٍ

Voorwaar, aan Allah behoort de heerschappij van de hemelen en de aarde, Hij doet leven en Hij doet sterven, en er is voor jullie buiten Allah geen beschermer en geen helper.

Transliteratie

Inna Allaha lahu mulku alssamawati waalardi yuhyee wayumeetu wama lakum min dooni Allahi min waliyyin wala naseerin

117
Hoofdstuk 9 : Vers 117

لَّقَد تَّابَ ٱللَّهُ عَلَى ٱلنَّبِىِّ وَٱلْمُهَـٰجِرِينَ وَٱلْأَنصَارِ ٱلَّذِينَ ٱتَّبَعُوهُ فِى سَاعَةِ ٱلْعُسْرَةِ مِنۢ بَعْدِ مَا كَادَ يَزِيغُ قُلُوبُ فَرِيقٍ مِّنْهُمْ ثُمَّ تَابَ عَلَيْهِمْ ۚ إِنَّهُۥ بِهِمْ رَءُوفٌ رَّحِيمٌ

Voorzeker, Allah heeft het berouw van de Profeet aanvaard en van de Uitgewekenen en de Helpers die hem volgden in het uur van de nood, nadat de herten van een groep van hen bijna geneigd was (zich af te wenden), daarna aanvaardde Hij hun berouw. Voorwaar, Hij is voor hen Meest Genadig, Meest Barmhartig.

Transliteratie

Laqad taba Allahu AAala alnnabiyyi waalmuhajireena waalansari allatheena ittabaAAoohu fee saAAati alAAusrati min baAAdi ma kada yazeeghu quloobu fareeqin minhum thumma taba AAalayhim innahu bihim raoofun raheemun

118
Hoofdstuk 9 : Vers 118

وَعَلَى ٱلثَّلَـٰثَةِ ٱلَّذِينَ خُلِّفُوا۟ حَتَّىٰٓ إِذَا ضَاقَتْ عَلَيْهِمُ ٱلْأَرْضُ بِمَا رَحُبَتْ وَضَاقَتْ عَلَيْهِمْ أَنفُسُهُمْ وَظَنُّوٓا۟ أَن لَّا مَلْجَأَ مِنَ ٱللَّهِ إِلَّآ إِلَيْهِ ثُمَّ تَابَ عَلَيْهِمْ لِيَتُوبُوٓا۟ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ هُوَ ٱلتَّوَّابُ ٱلرَّحِيمُ

En (ook) tegenover de drie die waren achtergebleven totdat de aarde mct (al) haar wijdsheid, voor hen te nauw werd en zij benauwdheid voelden en zij ervan overtuigd waren dat er geen toevluchtsoord was tegen de (bestraffing van) Allah, behalve bij Hem. Daarna aanvaardde Hij hun berouw opdat zij berouwvol zouden blijven. Voorwaar, Allah, Hij is Vergevensgezind, Meest Barmhartig.

Transliteratie

WaAAala alththalathati allatheena khullifoo hatta itha daqat AAalayhimu alardu bima rahubat wadaqat AAalayhim anfusuhum wathannoo an la maljaa mina Allahi illa ilayhi thumma taba AAalayhim liyatooboo inna Allaha huwa alttawwabu alrraheemu

119
Hoofdstuk 9 : Vers 119

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ ٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ وَكُونُوا۟ مَعَ ٱلصَّـٰدِقِينَ

O jullie die geloven, vreest Allah en weest met de waarachtigen.

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo ittaqoo Allaha wakoonoo maAAa alssadiqeena

120
Hoofdstuk 9 : Vers 120

مَا كَانَ لِأَهْلِ ٱلْمَدِينَةِ وَمَنْ حَوْلَهُم مِّنَ ٱلْأَعْرَابِ أَن يَتَخَلَّفُوا۟ عَن رَّسُولِ ٱللَّهِ وَلَا يَرْغَبُوا۟ بِأَنفُسِهِمْ عَن نَّفْسِهِۦ ۚ ذَٰلِكَ بِأَنَّهُمْ لَا يُصِيبُهُمْ ظَمَأٌ وَلَا نَصَبٌ وَلَا مَخْمَصَةٌ فِى سَبِيلِ ٱللَّهِ وَلَا يَطَـُٔونَ مَوْطِئًا يَغِيظُ ٱلْكُفَّارَ وَلَا يَنَالُونَ مِنْ عَدُوٍّ نَّيْلًا إِلَّا كُتِبَ لَهُم بِهِۦ عَمَلٌ صَـٰلِحٌ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ لَا يُضِيعُ أَجْرَ ٱلْمُحْسِنِينَ

En het past de bewoners van Medinah niet, noch ben die in de omgeving verblijven van de bedoevenen, dat zij achterblijven bij de Boodschapper van Allah, noch dat zij hun eigen leven verkiezen boven zijn (Moehammad's) leven. Dat is omdat noch dorst, noch vermoeienis, noch honger hen treft op de Weg van Allah. En zij betreden geen plaats waarmee zij de woede van de ongelovigen opwekken, noch nemen zij iets af van een vijand of er wordt voor hen daarmee een goede daad opgeschreven. Voorwaar, Allah doet de beloning van de weldoeners niet verloren gaan.

Transliteratie

Ma kana liahli almadeenati waman hawlahum mina alaAArabi an yatakhallafoo AAan rasooli Allahi wala yarghaboo bianfusihim AAan nafsihi thalika biannahum la yuseebuhum thamaon wala nasabun wala makhmasatun fee sabeeli Allahi wala yataoona mawtian yagheethu alkuffara wala yanaloona min AAaduwwin naylan illa kutiba lahum bihi AAamalun salihun inna Allaha la yudeeAAu ajra almuhsineena

121
Hoofdstuk 9 : Vers 121

وَلَا يُنفِقُونَ نَفَقَةً صَغِيرَةً وَلَا كَبِيرَةً وَلَا يَقْطَعُونَ وَادِيًا إِلَّا كُتِبَ لَهُمْ لِيَجْزِيَهُمُ ٱللَّهُ أَحْسَنَ مَا كَانُوا۟ يَعْمَلُونَ

En zij geven geen bijdrage, klein of groot, en zij doorkruisen geen vallei, of het wordt voor hen opgeschreven, opdat Allah hen zal belonen naar het beste van wat zij plachten te doen.

Transliteratie

Wala yunfiqoona nafaqatan sagheeratan wala kabeeratan wala yaqtaAAoona wadiyan illa kutiba lahum liyajziyahumu Allahu ahsana ma kanoo yaAAmaloona

122
Hoofdstuk 9 : Vers 122

وَمَا كَانَ ٱلْمُؤْمِنُونَ لِيَنفِرُوا۟ كَآفَّةً ۚ فَلَوْلَا نَفَرَ مِن كُلِّ فِرْقَةٍ مِّنْهُمْ طَآئِفَةٌ لِّيَتَفَقَّهُوا۟ فِى ٱلدِّينِ وَلِيُنذِرُوا۟ قَوْمَهُمْ إِذَا رَجَعُوٓا۟ إِلَيْهِمْ لَعَلَّهُمْ يَحْذَرُونَ

En het past de gelovigen niet dat zij allen (ten strijde) uitrukken. Waarom rukt niet van elke groep een aantal uit, opdat zij (de achtergeblevenen) belzrip verkrijgen over de godsdienst, zodat zij hun volk zullen waarschuwen wanneer het tot hen is teruggekeerd. Hopelijk zullen zij zichzelf behoeden.

Transliteratie

Wama kana almuminoona liyanfiroo kaffatan falawla nafara min kulli firqatin minhum taifatun liyatafaqqahoo fee alddeeni waliyunthiroo qawmahum itha rajaAAoo ilayhim laAAallahum yahtharoona

123
Hoofdstuk 9 : Vers 123

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ قَـٰتِلُوا۟ ٱلَّذِينَ يَلُونَكُم مِّنَ ٱلْكُفَّارِ وَلْيَجِدُوا۟ فِيكُمْ غِلْظَةً ۚ وَٱعْلَمُوٓا۟ أَنَّ ٱللَّهَ مَعَ ٱلْمُتَّقِينَ

O jullie die geloven, bevecht de ongelovigen in jullie naaste omgeving en laten zij hardheid bij jullie aantreffen. En weet dat Allah met de Moettaqôen is.

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo qatiloo allatheena yaloonakum mina alkuffari walyajidoo feekum ghilthatan waiAAlamoo anna Allaha maAAa almuttaqeena

124
Hoofdstuk 9 : Vers 124

وَإِذَا مَآ أُنزِلَتْ سُورَةٌ فَمِنْهُم مَّن يَقُولُ أَيُّكُمْ زَادَتْهُ هَـٰذِهِۦٓ إِيمَـٰنًا ۚ فَأَمَّا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ فَزَادَتْهُمْ إِيمَـٰنًا وَهُمْ يَسْتَبْشِرُونَ

En wanneer er een hoofdstuk is neergezonden dan zijn er onder hen (de huichelaars) die zeggen: "Bij wie van jullie is door dit (hoofdstuk) het geloof toegenomen?" Wat degenen die geloven dan betreft: hun geloof is toegenomen en zij verheugen zich.

Transliteratie

Waitha ma onzilat sooratun faminhum man yaqoolu ayyukum zadathu hathihi eemanan faamma allatheena amanoo fazadathum eemanan wahum yastabshiroona

125
Hoofdstuk 9 : Vers 125

وَأَمَّا ٱلَّذِينَ فِى قُلُوبِهِم مَّرَضٌ فَزَادَتْهُمْ رِجْسًا إِلَىٰ رِجْسِهِمْ وَمَاتُوا۟ وَهُمْ كَـٰفِرُونَ

En wat degenen in wiens hart een ziekte is betreft: bij hen stapelt dit (nieuw) ongeloof op hun ongeloof en zij sterven terwijl zij ongelovigen zijn.

Transliteratie

Waamma allatheena fee quloobihim maradun fazadathum rijsan ila rijsihim wamatoo wahum kafiroona

126
Hoofdstuk 9 : Vers 126

أَوَلَا يَرَوْنَ أَنَّهُمْ يُفْتَنُونَ فِى كُلِّ عَامٍ مَّرَّةً أَوْ مَرَّتَيْنِ ثُمَّ لَا يَتُوبُونَ وَلَا هُمْ يَذَّكَّرُونَ

En zien zij dan niet dat zij in elk jaar één of twee keer beproefd worden? Daarop tonen zij geen berouw en zij trekken er geen lering uit.

Transliteratie

Awala yarawna annahum yuftanoona fee kulli AAamin marratan aw marratayni thumma la yatooboona wala hum yaththakkaroona

127
Hoofdstuk 9 : Vers 127

وَإِذَا مَآ أُنزِلَتْ سُورَةٌ نَّظَرَ بَعْضُهُمْ إِلَىٰ بَعْضٍ هَلْ يَرَىٰكُم مِّنْ أَحَدٍ ثُمَّ ٱنصَرَفُوا۟ ۚ صَرَفَ ٱللَّهُ قُلُوبَهُم بِأَنَّهُمْ قَوْمٌ لَّا يَفْقَهُونَ

En wanneer een hoofdstuk wordt neergezonden, dan kijken zij elkaar aan (zeggende:) "Is er iemand (van de gelovigen) die jullie ziet?" Daarna wenden zij zich af. Allah heeft hun harten afgcwend omdat zij een volk zijn dat niet begrijpt.

Transliteratie

Waitha ma onzilat sooratun nathara baAAduhum ila baAAdin hal yarakum min ahadin thumma insarafoo sarafa Allahu quloobahum biannahum qawmun la yafqahoona

128
Hoofdstuk 9 : Vers 128

لَقَدْ جَآءَكُمْ رَسُولٌ مِّنْ أَنفُسِكُمْ عَزِيزٌ عَلَيْهِ مَا عَنِتُّمْ حَرِيصٌ عَلَيْكُم بِٱلْمُؤْمِنِينَ رَءُوفٌ رَّحِيمٌ

Voorzeker, er is een Boodschapper tot jullie gekomen uit jullie eigen midden. Zwaar voor hem is jullie lijden, vurig wenst hij het goede voor jullie, voor de gelovigen is bij liefdevol en barmhartig.

Transliteratie

Laqad jaakum rasoolun min anfusikum AAazeezun AAalayhi ma AAanittum hareesun AAalaykum bialmumineena raoofun raheemun

129
Hoofdstuk 9 : Vers 129

فَإِن تَوَلَّوْا۟ فَقُلْ حَسْبِىَ ٱللَّهُ لَآ إِلَـٰهَ إِلَّا هُوَ ۖ عَلَيْهِ تَوَكَّلْتُ ۖ وَهُوَ رَبُّ ٱلْعَرْشِ ٱلْعَظِيمِ

Als zij zich dan afwenden, zeg dan: "Allah is mij voldoende, geen god is er dan Hij!, op Hem vertrouw ik, en Hij is de Heer van de Geweldige Troon."

Transliteratie

Fain tawallaw faqul hasbiya Allahu la ilaha illa huwa AAalayhi tawakkaltu wahuwa rabbu alAAarshi alAAatheemi

Hoofdstuk 9

(Dit is een verklaring over) een verbreking van de banden (Barâ'ah), van Allah en zijn Boodschapper, gericht tot de veelgodenaanbidders met wie jullie (gelovigen) een verbond hebben gesloten. [1]

Trekt dan vier maanden in het land rond, en weet dat jullie het plan van Allah nimmer kunnen ontkrachten. En voorwmr, Allah vernedert de ongelovigen. [2]

Ein (dit is) een bekendmaking van Allah en zijn Boodschapper aan de mensheid op de dag van de grote Bedevaart (al Haddj al Akbar) (inhoudende) dat Allah en Zijn Boodschapper niets te maken hebben met de veelgodenaanbidders. En als jullie (veelgodenaanbidders) berouw tonen, dan is dat beter voor jullie, maar als jullie afwenden, weet dan dat jullie (het plan van) Allah nimmer kunnen ontkrachten. En waarschuwt degenen die ongelovig zijn voor een pijnlijke bestraffing. [3]

Behalve met de veelgodenaanbidders met wie jullie een verbond zijn aangepan, (en) die jullie daarna niets tekort hebben gedaan en die niemand tegen jullie hebben geholpen. Komt dan het verbond met hen na, tot het eind van de overeengekomen termijn. Voorwaar, Allah houdt van de Moettaqôen. [4]

En wanneer de gewijde maanden voorbij zijn, doodt dan de veelgodenaanbidders waar jullie hen ook aantreffen en grijpt hen, en omsingelt hen en loert op ben vanuit elke hinderlaag. Als zij dan berouw tonen, en de shalât onderhouden de zakât geven, laat hen dan vrij. Voorwaar, Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. [5]

En één wanneer van de veelgodenaanbidders bescherming bij jullie zoektt geeft hem dan bescherming, zodat hij het Woord van Allah hoort. En brengt hem daarna nou een plaats die veilig voor hem is. Dat is omdat zij een volk zijn dat niet weet. [6]

Hoe kan er voor de veelgodenaanbidders een verbond zijn bij Allah en bij zijn Boodschapper, behalve voor degenen met wie jullie een verbond hebben gesloten bij de Masdjid al Harâm? Zolang zij het gestand blijven, blijven jullie het met hen gestand. Voorwaar, Allah houdt van de Moettaqôen. [7]

Hoe kan het zijn, dat wanneer zij de overhand over jullie hebben, zij niet waken over de verwantschapsbanden met jullie, noch over de afspraken? Zij behagen jullie met hun monden, terwijl hun harten afkerig zijn. En de meesten van hen zijn verderfzaaiers. [8]

Zij verruilden de Verzen van Allah voor een geringe prijs, waarna zij (de mensen) afhielden van Zijn Pad: voorwaar, slecht is het wat zij plachten te doen. [9]

Zij waken met betrekking tot de gelovige niet over de verwantschapsbanden, noch over de afspraken. Zij Zijn degenen die de overtreders zijn. [10]

Wanneer zij dan berouw tonen, en de shalât onderhouden en de zakât geven, dan zijn zij jullie broeders is de godsdienst. En Wij zeden de Verzen uiteen aan een dat volk dat weet. [11]

En wanneer zij hun eden breken, nadat zij een verbond hebben gesloten en zij zich vijandig gedragen tegen over jullie godsdienst: doodt dan de leiders van de ongelovigen. Voorwaar, bij ben hebben eden geen waarde. Hopelijk zuilen zij ophouden. [12]

Waarom bestrijden jullie een volk dat hun eden breekt niet? Terwijl zij van plan zijn om de Boodschapper te verdrijven, en zij jullie het eerst aanvallen? Vrezen jullie hen, terwijl Allah er meer recht op heeft dat jullie Hem vrezen, als jullie gelovigen zijn? [13]

Doodt hen; Allah zal hen zeker bestraffen door middel van jullie handen en Hij zal hen vernederen en Hij zal jullie helpen tegen hen en Hij zal de heden van een gelovig volk genezen. [14]

En Hij zal de woede van de heden doen verdwijnen en Allah aanvaardt het berouw van wie Hij wil. En Allah is Alwetend, Alwijs. [15]

Of dachten jullie dat jullie onbeproefd gelaten zouden worden, terwijl Allah nog niet heeft doen weten, wie van jullie strijden en geen venrouwelingen nemen buiten Allah en zijn Boodschapper en de gelovigen? En Allah is Alwetend over wat jullie doen. [16]

En het past de veelge de veelgodaanbidders niet dat zij de moskeeën van Allah verzorgen, terwijl zij over zichzelf getuigen dat zij ongelovig zijn. Zij zijn degenen wiens daden vruchteloos zijn en die in de Hel eeuwig levenden zijn. [17]

Voorwaar, de moskeeën van Allah worden slechts verzorgd door wie in Allah en de Laatste Dag gelooft, en die de shalât onderhoudt en de zakât geeft en die niemand vreest dan Allah. Hopelijk zijn zij degenen die tot de rechtgeleiden zullen behoren. [18]

Stellen jullie het geven van drinken aan de bedevaartgangers en het onderhouden van de Masdjid al Harâm (de gewijde Moskee In Mekkah) gefijk aan (de aanbidding door) degene die in Allah en het Hiernamaals gelooft en die strijdt op de Weg van Allah? Zij zijn niet gelijk bij Allah. En Allah leidt het onrechtplegende volk niet. [19]

Degenen die geloven en die zijn uitgeweken en die strijden op de Weg van Allah met hun bezittingen en hun levens zijn hoger in rang bij Allah. En zij zijn degenen die de overwinnaren zijn. [20]

Hun Heer verkondigt hun verheugende tijdingen over Barmhartigheid van Hem en welbehagen en Tuinen (het Paradijs) waarin voor hen een blijvende gelukzaligheid is. [21]

Zij zijn daarin eeuwig levenden, voor altijd. Voorwaar, bij Allah bevindt zich een geweldige beloning. [22]

O jullie die goloven, neemt jullie vaders en jullie broeders niet als leiders wanneer zij ongeloof verklezen boven geloof. En wie van jullie hen tot leiders maakt: zij zijn degenen die de onrechtplegers zijn. [23]

Zeg: "Als jullie vaders en jullie zonen en jullie broeders en jullie echtgenotes en jullie familie en de bezittingen die jullie verworven hebben en de handel waarvan jullie verlies vrezen en de huizen die jullie behagen, jullie dierbaarder zijn den Allah en Zijn Boodschapper en het strijden op Zijn Weg, wacht dan tot Allah met Zijn beschikking komt. En Allah leidt het zwaar zondige volk niet," [24]

Voorzeker, Allah heeft jullie reeds in vele veldslagen geholpen en op de dag van Hoenain, toen jullie grote aantallen (manschappen) jullie trots hadden gemaakt, naar dat baate jullie niets en de aarde, met al haar wijdsheid, werd jullie nauw, Daarna wendden jullie vluchtend de rug toe. [25]

Vervolgens deed Allah rust over zijn Boodschapper en over de gelovigen neerdalen en Hij zond een leger (van Engelen) dat jullie niet zagen, en Hij bestrafte degenen die ongelovig waren. En dat is de vergelding voor de ongelovigen. [26]

Vervolgens aanvaardt Allah daarna het berouw van wie Hij wil. En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. [27]

O jullie die geloven: voorwaar, de veelgodenaanbidders zijn onrein. Laat hen daarom de Masdjid al Harâm (de gewijde moskee in Mekkah) niet naderen na dit jaar van hen. En als jullie armoede vrezen; Allah zal jullie rijk maken door Zijn gunst, als Hij het wil. Voorwaar, Allah is Alwetend, Alwijs. [28]

Doodt hen dan die niet in Allah en het Hiernamaals geloven en die niet voor verboden houden wat Allah en zijn Boodschapper verboden hebben verklaard; en zij die de godsdienst van de Waarheid niet als godsdienst nemen, van hen aan wie de Schrift is gegeven, totdat zij het beschermgeld (Djizyah) betalen, naar vemogen, terwijl zij onderdanigen zijn. [29]

En de Joden zeggen: "Oezair is de zoon van Allah," en de Christenen zeggen: "De Masîh ('Isa) is de zoon van Allah." Dat zijn hun woorden uit ban monden. Zij doen soortgelijke uitspraken als degenen die voorheen ongelovig weren. Moge Allah hen vervloeken, Hoe kunnen zij zo afwijken? [30]

Zij hebben hun schriftgeleerden en hun monniken tot heren naast Allah genomen en (ook) de Masîh de zoon van Marywn, terwijl hun niets is bevolen dan dat zij één God aaiibidden: er is geen god dan Hij. Heilig is Hij boven de deelgenoten die zij naast Hem toekennen. [31]

Zij willen het Licht van Allah doven met hun monden, maar Allah wil slechts Zijn Licht volledig laten schijnen, ook al haten de ongelovigen het. [32]

Hij is het Die Zijn Boodschapper heeft gezonden met de leiding en de ware godsdienst, om deze te doen zegevieren over alle godsdiensten, ook al hebben de veelgodenaanbidders er een afkeer van. [33]

O jullie die geloven, voorwaar, de meesten van de schriftgeleerden en de monniken verteren de bezittingen van de mensen op onrechtmatige wijze en zij houden (hen) af van de Weg van Allah. En zij die het goud en het zilver oppotten dit niet besteden op de Weg van Allah; verkondig hen over een pijnlijke bestraffing. [34]

De dag waarop dit (goud en zilver) verhit zal worden in het vuur van de Hel, dan zal ermee over hun voorhoofden, hun zijden en hun ruggen gestreken worden. (En er zal worden gezegd.) "Dat is, wat jullie voor jezelf hadden opgepot, proeft dan wat jullie plachten op te potten." [35]

Voorwaar, het aantal maanden bij Allah is twaalf maanden, volgens de beschikking van Allah op de dag dat Hij de hemelen en de aarde schiep. Daarvan zij er vier gewijd. Dat is de rechte godsdienst. Doet jullie zelf dan daarin geen onrecht aan. Maar bevecht alle veelgodenaanbidders zoals zij jullie allen bevechten. en weet dat Allah met de Moettaqóen is. [36]

Voorwaar, het uitstellen (van de gewijde maanden) is slechts oen toename van het ongeloof, degenen die ongelovig zijn, worden erdoor tot dwalen gebracht. Het éne jaar verklaren zij het toegestaan en het andere jaar verklaren zij het verboden, om het aantal kloppend te maken met wat Allah voor verboden heeft verklaard. Hun slechte daden werden voor hen schoonschijnend gemaakt. En Allah leidt het ongelovige volk niet. [37]

O jullie die geloven, wat is er met jullie dat wanneer er tot jullie wordt gezegd: "Rukt uit op de Weg van Allah, "jullie bezwaard op de grond zakken? Hebben jullie dan meer behagen aan het wereldse leven dan aan het Hiernamaals? En de genieting van het wereldse leven is slechts kort in vergelijking tot het Hiernamaals. [38]

Als jullie niet uitrukken, dan zal Hij jullie met een pijnlijke bestraffing bestraffen en een ander volk voor jullie in de plaats nemen en jullie kunnen Hem geen enkele schade toebrengen. En Allah is Almachtig over alle zaken. [39]

Als jullie hem (de Profeet) niet helpen: waarlijk, Allah heeft hem reeds eerder geholpen, toen degenen die ongelovig waren hen (uit Mekkah) hadden verdreven, (en) hij de tweede van twee was toen zij zich in de grot bevonden, (en) toen hij tot zijn metgezet (Aboe Bakr) zei: "Treur niet, voorwaar, Allah is met ons." Waarna Allah Zijn rust op hen deed neerdalen en Hij hen bijstand gaf met een leger dat jullie niet zagen. En Hij verlaagde het woord van degenen die ongelovig waren tot het laagste en het Woord van Allah, dat is het hoogste. En Allah is Almachtig, Alwijs. [40]

Rukt uit, licht of zwaar, en strijdt met jullie bezittingen en jullie levens op de Weg van Allah, dat is beter voor jullie, als jullie het weten. [41]

Als er een nabije vergukelijke genieting en een gemakkelijk tocht zou zijn, dan zouden zij jou zeker volgen, maar de tocht lijkt hen zwaar. En zij zullen bij Allah zwefen: "Als wij ertoe in staat geweest zouden zijn, dan zouden wij met jullie zijn weggepan." Zij vernietigen zichzelf, en Allah weet dat zij zeker leugenaars zijn. [42]

Moge Allah jou (Moehammad) vergeven, waarom heb jij vrijstelling gegeven (om achter te blijven), nog vóórdat jou was gebleken wie degenen waren die waarachtig waren en vóór jij wist wie de leugenaars waren? [43]

Degenen die in Allah en de Laatste Dag geloven zullen jou niet om vrijstelling vragen om niet te boeven strijden met hun bezittingen en hun levens. En Allah kent de Moettaqòen. [44]

Voorwaar, degenen die niet in Allah en de I.aatste Dag geloven vragen jou om vrijstelling en (zij zijn degenen) wiens harten twijfelen waardoor zij in hun twijfel heen en weer geslingerd worden. [45]

En als zij (met jou ten strijde) zouden willen trokken, dan zouden zij daartoe zeker voorbereidingen hebben getroffen. Maar Allah keurde hun vertrek af, zodat Hij hen ontmoedigde. En er werd gezegd: "Blijf thuis met de thuisblijvers." [46]

En als zij met jullie (ten strijde) zouden trekken, dan zouden zij voor jullie niets vermeerderd hebben dan wanorde, en zij zouden zeker tussen jullie heen en weer rennen om tussen jullie tweedracht te zaaien en onder jullie zijn er die geneigd zijn naar hen te luisteren. En Allah kent de onrechtplegers. [47]

Voorzeker, voorheen probeerden zij reeds twee dracht te zaaien en zij verzonnen listen tegen jou, tot de Waarheid kwam en de verordening van Allah zegevierde, terwijl zij er een afkeer van hadden. [48]

En onder hen zijn er die zeggen: "Geef mij vrijstelling en breng geen onheil over mij." Weet, dat zij zich (reeds) in het onheil hebben gestort, en voorwaar, de Hel onnineelt zeker de gelovigen. [49]

Wanneer jou iets goeds overkomt, dan maakt het lien nijdig, en wanneer tegensspoed jou treft, dan zeggen zij: "Wij hebben van te voren reeds onze maatregelen getroffen." En zij wenden zich af, terwijl zij zich verheugen. [50]

Zeg: "Niets zal ons treffen, behalve wat Allah voor ons heeft beschikt. Hij is onze Beschermer."' En laten de gelovigen daarom op Allah hun vertrouwen stellen. [51]

Zeg: "Jullie venuchten slechts voor ons één van de twee goede dingen. En wij verwachten dat Allah jullie met een bestraffing van Zijn kant zal treffen, of (met een bestraffing) door ons. Wachten jullie dan maar af, wij wachten daar met jullie op. [52]

Zeg: "Geeft bijdragen, willig of onwillig, het zal nimmer van jullie worden aanvaard: voorwaar, jullie zijn een zwaar zondig volk." [53]

En er is niets dat de aanvaarding van hun bijdragen tegenhoudt dan het feit dat zij waarlijk niet in Allah en zijn Boodschapper geloven, en dat zij niet tot de shalât komen, tenzij schoorvoetend, en dat zij geen bijdragen geven, behalve met weerzin. [54]

Laat daarom hen bezittingen en hun kinderen geen (goede) indruk op jou maken. Allah wil ben slechts daarmee bestraffen in het wereldse leven en dat hun zielen weggaan terwijl zij ongelovigen zijn. [55]

En zij (de huichelaars) zweren bij Allah dat zij zeker tot jullie behoren. Zij behoren niet tot jullie, want zij zijn een lafhartig volk. [56]

Als zij een toevluchtsoord, of grotten of holen zouden vinden, dan zouden zij zich daarheen wenden, terwijl zij zich haasten. [57]

En onder ben zijn er die aanmerkingen op jou maken over (de verdeling van) de zakât. Als hun dan ervan wordt gegeven, dan zijn zij tevreden, maar wanneer hun er niet van wordt gegeven, zie, dan zijn zij boos. [58]

En als zij tevreden zouden zijn met wat Allah en zijn Boodschapper hun hebben gegeven en zij zeiden: "Allah is voor ons voldoende, Allah zal ons van zijn grote gunst geven, en (ook) zijn Boodschapper, voorwaar, op Allah vestigen wij onze hoop." (Dan zou dat beter voor hen zijn.) [59]

Voorwaar, de zakât is slechts voor de armen en de behoeftigen en de werkenden (aan de inzameling ervan) en de Moe'allaf en voor (het vrijkopen) van de slaven, en de schuldenaren en om (uit te geven) op de Weg van Allah en voor de reiziger (zonder proviand), als een plicht tegenover Allah. En Allah is Alwetend, Alwijs. [60]

En onder ben zijn er die de Profeet kwetsen en zij zeggen: "Hij is een oor (dat naar iedereen luistert). Zeg: "Een oor dat goed is voor jullie, bij gelooft in Allah en bij gelooft de gelovigen en hij is een genade voor degenen onder jullie die geloven." En degenen die de Boodschapper van Allah kwetsen: voor hen is er een pijnlijke bestraffing. [61]

Zij zweren jullie bij Allah om jullie te behagen, terwijl Allah en zijn Boodschapper er meer recht op hebben dat zij hen behagen, als zij gelovigen zijn. [62]

Weten zi (de huichelaars) niet dat voor degene die Allah en zijn Boodschapper uitdagen het vuur van de Hel (terecht) is, zij zullen daarin eeuwig levenden zijn. Dat is de geweldige vernedering. [63]

De huichelaars vrezen dat er over hen een Soerah (hoofdstuk) wordt neergezonden die (hen) bekend maakt wat in hun harten is. Zeg: "Spotten jullie maar: voorwaar, Allah zal dat waar jullie voor vrezen zeker bekend maken". [64]

En als jij (O Moehammad) ven vraagt (over hun gespot), dan zullen zij zeker antwoorden: "Wij kletsten en schertsten maar wat." Zeg: "Plachten jullie de spot te drijven met Allah en Zijn Verzen en Zijn Boodschapper?" [65]

Verontschuldigt jullie maar niet, jullie zijn ongelovig geworden nadat jullie geloofden. Als Wij een groep van jullie vergeven (vanwege hun berouw) dan zullen Wij een andere groep bestraffen omdat zij misdadigers waren. [66]

De huichelaars en de huichelaarsters zijn eender, zij sporen aan tot het verwerpelijke en zij verbieden het behoorlijke. Zij houden hun handen dicht (uit gierigheid). Zij vergaten Allah, zodat Hij hen vergat. Voorwaar, de huichelaars zijn de zwaar zondigen. [67]

Allah heeft de huichelaars, de huichetaarsters en de ongelovigen het vuur van de Hel aangezegd, zij zijn daarin eeuwig levenden. Het is voldoende voor hen. En Allah heeft hen vervloekt. En voor hen is er een blijvende bestraffing. [68]

(Zij zijn) zoals degenen vóór jullie, zij waren sterker in kracht dan jullie en rijker aan bezittingen en kinderen. Zij hebben genoten van hun deel en jullie hebben genoten van jullie deel, zoals degenen vóór jullie hebben genoten. En jullie zijn verdiept (in ijdele gesprekken) zoals zij verdiept waren. Zij zijin degenen wiens daden vruchteloos zijn, in dit leven en in het Hiernamaals. Zij zijn degenen die de verliezers zijn. [69]

Heeft het bericht hun niet bereikt over degenen vóór hen; het volk van Noeh, en de 'Âd en de Tsamôed, en het volk van Ibrâhîm, en de bewoners van Madyan en de bewoners van de geruïneerde steden? Hun Boodschappers waren tot ben gekomen met de duidelijke bewijzen. En Allah heeft hen nimmer onrecht aangedaan, maar zij hebben zichzelf onrecht aangedaan. [70]

En de gelovige mannen en de gelovige vrouwen zijn elkaars helpers, zij roepen op tot het behoorlijke en verbieden het verwerpelijke en zij onderhouden de shalât en geven de zakât en zij gehoorzamen Allah en zijn Boodschapper. Zij zijn degenen die Allah zal begenedigen. Voorwaar, Allah is Almachtig, Alwijs. [71]

Allah heeft de gelovigen mannen en de gelovige vrouwen Tuinen (het Paradijs) beloofd waar onder door de rivieren stromen, zij zijn daarin eeuwig, levenden. En goede woonplaatsen in de Tuinen van 'Adn (Eden). En het welbehagen van Allah is groter. Dat is de geweldige overwinning. [72]

O Profeet, bevecht de ongelovigen en de huichelaars en treed hard tegen hen op. En hun verblijfplaats is de Hel, en dat is de slechtste bestemming. [73]

Zij zwoeren bij Allah wat zij zeiden, terwijl zij voorzeker het woord van ongeloof uitspraken en zij zijn ongelovig geworden na hun Islam, en zij verlangden wat zij niet konden uitvoeren. Fn zij verweten slechts (toen) Allah en zijn Boodschapper hen (de gelovigen) rijkdom schonken, van Zijn gunst. Als zij dan berouw tonen, dan zou dat beter voor hen zijn, maar als zij zich afwenden, dan zal Allah hen straffen met een pijnlijke bestraffing, in dit leven en in het Hiernamaals. En op de aarde is er voor hen geen bescherma en geen helper. [74]

En onder hen zijn er die aan Allah beloofden: "Als Hij ons van Zijn gunst schenkt, dan zullen wij bijdragen geven en dan zullen wij zeker tot de rechtschapenen behoren." [75]

Maar wanneer Hij hun dan van Zijn gunst heeft geschonken, dan zijn zij er gierig mee en wenden zij zich af (van hun belofte). En zij wenden zich af. [76]

Daarom veroorzaakte (de gierigheid) huichelachtigheid in hun harten, tot de Dag waarop zij Hem ontmoeten, omdat zij de aan Allah gedane belofte hebben gebroken en omdat zij plachten te liegen. [77]

Weten zij niet dat Allah hun geheim kent en hun vertrouwlijke gesprekken en dat Allah de Kenner van het onwaarneembare is? [78]

Degenen die beledigende aanmerkingen maken over de vrijwillige gevers onder de gelovigen over de aalmoezen en over degenen die vanwege hun armoede niets kunnen vinden (om te geven), tenzij met de grootste moeite, en die dan de spot met hen drijven: Allah zal de spot op hen terugwerpen en voor hen is cr een pijnlijke bestraffing. [79]

Of jij nu vergeving voor hen vraagt, of geen vergeving voor hen vraagt (het maakt geen verschil); ook al zou jij zeventig keer vergeving voor hen vragen; nooit zal Allah hen vergeven. Dat is omdat zij niet in Allah en zijn Boodschapper geloven. En Allah leidt het zwaar zondige volk niet. [80]

De achterblijvers (in de tijd van de Slag bij Tahôek) verheugden zich er over dat zij achter de Boodschapper van Allah waren gebleven en zij hadden er een afkeer van om met hun bezittingen en hun levens te strijden op de Weg van Allah, en zij zeiden: "Rukt niet uit in de hitte!" Zeg: "De hitte van de Hel is erger." Als jullie dat toch begrepen! [81]

Laten zij daarom weinig lachen en veel huilen, als een vergelding voor hetgeen zij plachten te bedrijven. [82]

Als Allah jou (O Moehammad) dan (veilig) terugbrengt naar een groep van hen, dan vragen zij jou toestemming om (ten strijde) te trekken. Zeg dan: "Jullie zullen nooit met mij uittrekken en nimmer zullen jullie met mij een vijand bevechten, voorwaar, het behaagde jullie de eerste keer om te blijven zitten, blijft daarom zitten bij de thuisblijvers. [83]

En verricht nooit een shalât over een dode van hen en sta niet bij zijn gra£: voorwaar, zij geloven niet in Allah en zijn Boodschapper en zij stierven, en zij waren zwaar zondig. [84]

En laat hun bezittingen en hun kinderen op jou geen (goede) indruk maken; Allah wenst hen slechts daarmee te straffen in dit leven en dat hun zielen weggaan terwijl zij ongelovig zijn. [85]

En wanneer er een Soerah (een hoofdstuk) wordt neergezonden (waarin wordt gemaand:) "Gelooft in Allah en strijdt met Zijn Boodschapper," dan vragen de welgestelden onder hen om toestemming, zij zeggen: "Laat ons maar achter bij de thuisblijvers." [86]

Het behaagt hen om bij de thuisblijvers te behoren en hun harten zijn vergrendeld, omdat zij (het) niet begrijpen. [87]

Maar de Boodschapper en degenen die met hem geloven, zij strijden met hun bezittingen en hun levens. En nj zijn degenen voor wie er de goede dingen zijn, en zij zijn degenen die de welslagenden zijn. [88]

Allah heeft voor hen een Tuin (het Paradijs) bereid waar onder door de rivieren stromen, zij zijn daarin de eeuwig levenden. Dat is de geweldige overwinning. [89]

De aanbieders van verontschuldigingen onder de bedoeïenen komen, opdat hun vrijstelling zal worden gegeven, en degenen die Allah en Zijn Boodschapper loochenen, gaan zitten. Een pijnlijke bestrafring zal de ongelovigen onder hen treffen. [90]

Er rust geen zonde op de zwakken, de zieken, noch op degenen die niets kunnen vinden om te besteden, wanneer zij oprecht zijn tegenover Allah en zijn Boodschapper. Tegen de weldoeners is er geen weg (cm ben van zonde te beschuldigen). En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. [91]

En (ook) niet op degenen die, toon zij naar jou kwamen opdat jij lien zou vervoeren. (En) jij zei: "Ik kan niets vinden waarop jullie vervoerd kunnen worden," (en) zij draaiden zich om, terwijl hun ogen overstroomden van tranen, uit droefheid omdat zij niets konden vinden om als bijdrage te besteden. [92]

Voorwaar, slechts tegen degenen die jou om vrijstelling vragen terwijl zij rijk zijn, is er een weg (om hen te beschuldigen). Het behaagde hen om tot de thiuisblijvers te behoren en Allah heeft hun harten vergrendeld zodat zij niet weten. [93]

Zij zullen jullie verontschuldigen aanbieden wanneer jullie tot hen zijn teruggekeerd. Zeg: "Biedt geen verontschuldigingen aan, wij zullen jullie nooit geloven. Voorzeker, Allah heeft ons ingelicht over jullie (ware) houding. En Allah en Zijn Boodschapper zullen jullie daden zien. Daarna zullen jullie worden teruggevoerd tot de Kenner van het onwaarneembare en het waarneembare en dan zal Hij jullie inlichten over wat jullie plachten te doen." [94]

Zij zullen tegenover jou bij Allah zweren, wanneer jullie tot hen zijn terugkeerd, opdat jullie je van hen afwenden. Wendt jullie dan van hen af. voorwaar, zij zijn onrein en hun verblijfplaats is de Hel, als vergelding voor wat zij plachten te verrichten. [95]

Zij zweren tegenover jullie opdat jullie welbehagen aan hen zullen hebben, en als jullie welbehagen aan hen hebben: voorwaar, Allah heeft geen welbehagen aan het zwaar zondige volk. [96]

De bedoeïenen zijn het ergst in ongeloof en huichelarij en het ligt ben het meest om de bepalingen die Allah heeft neergezonden aan Zijn Boodschapper niet te kennen. En Allah is Alwetend, Alwijs. [97]

Onder de bedoeïenen zijn er die hun bijdragen als een boete beschouwen en zij wachten af totdat jullie getroffen worden door tegenslagen. Moge zij zelf door een tegenslag getroffen worden! En Allah is Alhorend, Alwetend. [98]

En onder de bedoeïenen zijn er die geloven in Allah en de Laatste Dag en die hun bijdragen beschouwen als middelen om Allah dichter te naderen, en om de smeekbede van de Boodschappper (te verkrijgen). Weet, voorwaar, het is voor hen een middel tot toenadering (tot Allah). En Allah zal hen Zijn Barmbartigheid doen binnengaan. Voorwaar, Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. [99]

De allereerste (Moslims) van de Ukgewekenen (Moehâdjirîn) en de Anshâr en degenen die hen volgden in goede daden. Allah heeft welbehagen aan hen en zij hebben welbehagen aan Hem. Hij heeft voor tien Tuinen (in het Pamdijs) bereid waar onder door de rivieren stromen, zij zijn daarin eeuwig levenden. Dat is de geweldige overwinning. [100]

En onder de bedoeïenen in jouw omgeving bevinden zich huichelaars, en (ook) onder de bewoners van Medinah, zij volharden in hun huichelarij. Jij kent hen niet, maar Wij kennen hen wel. Wij zullen hen twee maal straffen, dan zullen zij worden teruggevoerd naar een geweldige bestraffing. [101]

En anderen die hun zonden hebben bekend, zij mengen een goede daad met een andere slechte (daad). Hopelijk zal Allah hun berouw aanvaarden. Voorwaar, Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. [102]

Neem van de bezittingen de zakkât, jij reinigt en zuivert hen daarmee (O Moehammad), en verricht een smeekbede, want jouw smeekbede is een geruststelling voor hen. En Allah is Alhorend, Alwetend. [103]

Weten zij dan niet dat het Allah is Die het bereouw aanvaardt van Zijn dienaren en Die de zakât aanvaardt en dat Allah de Vergevensgezinde, de Meest Barmhartige is? [104]

En zeg (O Moehammad): "Allah zal jullie werken zien en ook Zijn Boodschapper en de gelovigen. En jullie zullen worden teruggevoerd tot de Kenner van het onwaarneembare en het waarneembare, dan zal hij jullie inlichten omtrent hetgeen jullie plachten te doen. [105]

En anderen worden in afwachting gesteld van het oordeel van Allah: of Hij hen straft of hun berouw aanvaardt. En Allah is Alwetend, Alwijs. [106]

En degenen (de huichelaars) die een moskee hebben gebouwd om schade en ongeloof en splitsing onder de gelovigen te veroorzaken, en als een hinderlaag van degenen die eerder tegen Allah en Zijn Boodschapper vochten: en zij zullen zeker zweren: "Wij wensen niets den het goede." Maar Allah is er Getuige van dat zij zeker leugenaars zijn. [107]

Verricht daarin nooit de shalât. Waarlijk, een moskee die vanaf de eerste dag is gebouwd op Taqwa, heeft er meer recht op dat jij daarin de shalât verricht. Daarin zijn mannen die ervan houden om zich te reinigen. En Allah houdt van bhn die zich reinigen. [108]

Is hij, die zijn bouwwcrk op vrees voor Allah heeft gegrondvest en op Zijn welbehagen, dan niet beter? Of hij dan, die zijn bouwwerk heeft gegrondvest op de rand van een ravijn, dat dan met hem in het vuur van de Hel stort? Allah leidt het onrechtplegende volk niet. [109]

Het bouwwerk dat zij hebben gebouwd zal een bron van onrust blijven in hun harten, tenzij hun harten in stukken zijn gebroken. En Allah is Alwetend, Alwijs. [110]

Voorwaar, Allah heeft van de gelovigen hun levens en bezittingen gekocht omdat er voor hen het Paradijs is. Zij strijden op de Weg van Allah, zodat zij doden of gedood wordenm als een belofte waar Hij Zich aan heeft verbonden, een Waarheid (die staat verineld) in de Taurât, en de lndjîl en de Koran. En wie is zijn belofte meer trouw dan Allah? Verheugt jullie daarom over jullie koop die jullie met Hem hebben gestoten. En dat is de geweldige overwinning. [111]

(Zij zijn) de berouwvollen, en de dienenden, en de prijzenden, en de rondtrekkenden, en de buigenden, en de knielenden, en de oproepers tot het behoorlijke en de weerhouders van het verwerpelijke, de wakers over de bepalingen van Allah. En verkondig een verheugende tijding aan de gelovigen. [112]

Het past de Profect en degenen die geloven niet dat zij de veelgodenaanbidders om vergeving vragen, ook al zijn zij verwanten, nadat het hen duidelijk is geworden dat zij de bewoners van de Hel zijn. [113]

En Ibrâhîm's verzoek om vergeving voor zijn vader was slechts vanwege een belofte die hij aan hem had gedaan. Toen het hem dan duidelijk was geworden dat hij een vijand van Allah was, verbrak hij (de band) met hem. Voorwaar, Ibrâhîm was zeker nederig, zachtaardig. [114]

En Allah doet nooit een volk dwalen nadat Hij hen heeft geleid, totdat Hij hun duidelijk heeft gemaakt waarvoor zij beducht moeten zijn. Voorwaar, Allah is Alwetend over alle dingen. [115]

Voorwaar, aan Allah behoort de heerschappij van de hemelen en de aarde, Hij doet leven en Hij doet sterven, en er is voor jullie buiten Allah geen beschermer en geen helper. [116]

Voorzeker, Allah heeft het berouw van de Profeet aanvaard en van de Uitgewekenen en de Helpers die hem volgden in het uur van de nood, nadat de herten van een groep van hen bijna geneigd was (zich af te wenden), daarna aanvaardde Hij hun berouw. Voorwaar, Hij is voor hen Meest Genadig, Meest Barmhartig. [117]

En (ook) tegenover de drie die waren achtergebleven totdat de aarde mct (al) haar wijdsheid, voor hen te nauw werd en zij benauwdheid voelden en zij ervan overtuigd waren dat er geen toevluchtsoord was tegen de (bestraffing van) Allah, behalve bij Hem. Daarna aanvaardde Hij hun berouw opdat zij berouwvol zouden blijven. Voorwaar, Allah, Hij is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. [118]

O jullie die geloven, vreest Allah en weest met de waarachtigen. [119]

En het past de bewoners van Medinah niet, noch ben die in de omgeving verblijven van de bedoevenen, dat zij achterblijven bij de Boodschapper van Allah, noch dat zij hun eigen leven verkiezen boven zijn (Moehammad's) leven. Dat is omdat noch dorst, noch vermoeienis, noch honger hen treft op de Weg van Allah. En zij betreden geen plaats waarmee zij de woede van de ongelovigen opwekken, noch nemen zij iets af van een vijand of er wordt voor hen daarmee een goede daad opgeschreven. Voorwaar, Allah doet de beloning van de weldoeners niet verloren gaan. [120]

En zij geven geen bijdrage, klein of groot, en zij doorkruisen geen vallei, of het wordt voor hen opgeschreven, opdat Allah hen zal belonen naar het beste van wat zij plachten te doen. [121]

En het past de gelovigen niet dat zij allen (ten strijde) uitrukken. Waarom rukt niet van elke groep een aantal uit, opdat zij (de achtergeblevenen) belzrip verkrijgen over de godsdienst, zodat zij hun volk zullen waarschuwen wanneer het tot hen is teruggekeerd. Hopelijk zullen zij zichzelf behoeden. [122]

O jullie die geloven, bevecht de ongelovigen in jullie naaste omgeving en laten zij hardheid bij jullie aantreffen. En weet dat Allah met de Moettaqôen is. [123]

En wanneer er een hoofdstuk is neergezonden dan zijn er onder hen (de huichelaars) die zeggen: "Bij wie van jullie is door dit (hoofdstuk) het geloof toegenomen?" Wat degenen die geloven dan betreft: hun geloof is toegenomen en zij verheugen zich. [124]

En wat degenen in wiens hart een ziekte is betreft: bij hen stapelt dit (nieuw) ongeloof op hun ongeloof en zij sterven terwijl zij ongelovigen zijn. [125]

En zien zij dan niet dat zij in elk jaar één of twee keer beproefd worden? Daarop tonen zij geen berouw en zij trekken er geen lering uit. [126]

En wanneer een hoofdstuk wordt neergezonden, dan kijken zij elkaar aan (zeggende:) "Is er iemand (van de gelovigen) die jullie ziet?" Daarna wenden zij zich af. Allah heeft hun harten afgcwend omdat zij een volk zijn dat niet begrijpt. [127]

Voorzeker, er is een Boodschapper tot jullie gekomen uit jullie eigen midden. Zwaar voor hem is jullie lijden, vurig wenst hij het goede voor jullie, voor de gelovigen is bij liefdevol en barmhartig. [128]

Als zij zich dan afwenden, zeg dan: "Allah is mij voldoende, geen god is er dan Hij!, op Hem vertrouw ik, en Hij is de Heer van de Geweldige Troon." [129]