الإسراء

De Nachtreis

Al-Isrāʾ

Hoofdstuk: 17
Verzen: 111

Vertaler: Sofian S. Siregar

Taal: Nederlands

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ

In naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle

1
Hoofdstuk 17 : Vers 1

سُبْحَـٰنَ ٱلَّذِىٓ أَسْرَىٰ بِعَبْدِهِۦ لَيْلًا مِّنَ ٱلْمَسْجِدِ ٱلْحَرَامِ إِلَى ٱلْمَسْجِدِ ٱلْأَقْصَا ٱلَّذِى بَـٰرَكْنَا حَوْلَهُۥ لِنُرِيَهُۥ مِنْ ءَايَـٰتِنَآ ۚ إِنَّهُۥ هُوَ ٱلسَّمِيعُ ٱلْبَصِيرُ

Heilig is Degene Die 's nachts Zijn dienaar (Moehammad) van de Masdjid al Harâm (de Gewijde Moskee te Mekkah) naar de Masdjid al Aqsha heeft gebracht, waarvan Wij de omgeving hebben gezegend, opdat Wij hem van Onze Tekenen lieten zien. Voorwaar, Hij is de Alhorende, de Alziende.

Transliteratie

Subhana allathee asra biAAabdihi laylan mina almasjidi alharami ila almasjidi alaqsa allathee barakna hawlahu linuriyahu min ayatina innahu huwa alssameeAAu albaseeru

2
Hoofdstuk 17 : Vers 2

وَءَاتَيْنَا مُوسَى ٱلْكِتَـٰبَ وَجَعَلْنَـٰهُ هُدًى لِّبَنِىٓ إِسْرَٰٓءِيلَ أَلَّا تَتَّخِذُوا۟ مِن دُونِى وَكِيلًا

En Wij hebben aan Môesa de Schrift (de Taurat) gegeven en Wij maakten deze als Leiding voor de Kinderen van Israël: "Neemt geen helper naast mij."

Transliteratie

Waatayna moosa alkitaba wajaAAalnahu hudan libanee israeela alla tattakhithoo min doonee wakeelan

3
Hoofdstuk 17 : Vers 3

ذُرِّيَّةَ مَنْ حَمَلْنَا مَعَ نُوحٍ ۚ إِنَّهُۥ كَانَ عَبْدًا شَكُورًا

O nakomelingen van degenen die Wij met Nôeh (in de ark) gedragen hebben, voorwaar, hij (Noeh) was een dankbare dienaar!

Transliteratie

Thurriyyata man hamalna maAAa noohin innahu kana AAabdan shakooran

4
Hoofdstuk 17 : Vers 4

وَقَضَيْنَآ إِلَىٰ بَنِىٓ إِسْرَٰٓءِيلَ فِى ٱلْكِتَـٰبِ لَتُفْسِدُنَّ فِى ٱلْأَرْضِ مَرَّتَيْنِ وَلَتَعْلُنَّ عُلُوًّا كَبِيرًا

En Wij hebben de Kinderen van Israel op de hoogte gebracht in de Schrift: "Jullie zullen zeker twee maal verderf zaaien op aarde en jullie zullen je zeker hoogmoedig gedragen, met grote hoogmoed."

Transliteratie

Waqadayna ila banee israeela fee alkitabi latufsidunna fee alardi marratayni walataAAlunna AAuluwwan kabeeran

5
Hoofdstuk 17 : Vers 5

فَإِذَا جَآءَ وَعْدُ أُولَىٰهُمَا بَعَثْنَا عَلَيْكُمْ عِبَادًا لَّنَآ أُو۟لِى بَأْسٍ شَدِيدٍ فَجَاسُوا۟ خِلَـٰلَ ٱلدِّيَارِ ۚ وَكَانَ وَعْدًا مَّفْعُولًا

En toen (de vervulling) van de eerste van de twee beloften kwam, stuurden Wij jullie dienaren van Ons, bezitters van verschrikkelijke macht, die daarop de huizen binnendirongen: het was een vervulde belofte.

Transliteratie

Faitha jaa waAAdu oolahuma baAAathna AAalaykum AAibadan lana olee basin shadeedin fajasoo khilala alddiyari wakana waAAdan mafAAoolan

6
Hoofdstuk 17 : Vers 6

ثُمَّ رَدَدْنَا لَكُمُ ٱلْكَرَّةَ عَلَيْهِمْ وَأَمْدَدْنَـٰكُم بِأَمْوَٰلٍ وَبَنِينَ وَجَعَلْنَـٰكُمْ أَكْثَرَ نَفِيرًا

Vervolgens gaven Wij jullie de overhand over hen en vemeerderden Wij voor jullie de bezittingen en zonen en maakten Wij jullie tot de grootste groep.

Transliteratie

Thumma radadna lakumu alkarrata AAalayhim waamdadnakum biamwalin wabaneena wajaAAalnakum akthara nafeeran

7
Hoofdstuk 17 : Vers 7

إِنْ أَحْسَنتُمْ أَحْسَنتُمْ لِأَنفُسِكُمْ ۖ وَإِنْ أَسَأْتُمْ فَلَهَا ۚ فَإِذَا جَآءَ وَعْدُ ٱلْـَٔاخِرَةِ لِيَسُـۥٓـُٔوا۟ وُجُوهَكُمْ وَلِيَدْخُلُوا۟ ٱلْمَسْجِدَ كَمَا دَخَلُوهُ أَوَّلَ مَرَّةٍ وَلِيُتَبِّرُوا۟ مَا عَلَوْا۟ تَتْبِيرًا

Als jullie goed deden, deden jullie goed voor julliezelf: en als jullie kwaad deden, dan was dat voor jullie. En toen de laatste belofte vervuld werd (stuurden Wij vijanden) om jullie gezichten te verminken en de gebedsruimte binnen te gaan, zoals zij daar de eerste keer binnengingen, en om volledig te vernietigen wat zij veroverd hadden.

Transliteratie

In ahsantum ahsantum lianfusikum wain asatum falaha faitha jaa waAAdu alakhirati liyasoooo wujoohakum waliyadkhuloo almasjida kama dakhaloohu awwala marratin waliyutabbiroo ma AAalaw tatbeeran

8
Hoofdstuk 17 : Vers 8

عَسَىٰ رَبُّكُمْ أَن يَرْحَمَكُمْ ۚ وَإِنْ عُدتُّمْ عُدْنَا ۘ وَجَعَلْنَا جَهَنَّمَ لِلْكَـٰفِرِينَ حَصِيرًا

Mog ejullie Heer jullie begenadigen. En als jullie terugkeren (naar jullie zonden) zullen Wij terugkeren (naar het bestraffen van jullie). En Wij maakten de Hel voor de ongelovigen tot een gevangenis.

Transliteratie

AAasa rabbukum an yarhamakum wain AAudtum AAudna wajaAAalna jahannama lilkafireena haseeran

9
Hoofdstuk 17 : Vers 9

إِنَّ هَـٰذَا ٱلْقُرْءَانَ يَهْدِى لِلَّتِى هِىَ أَقْوَمُ وَيُبَشِّرُ ٱلْمُؤْمِنِينَ ٱلَّذِينَ يَعْمَلُونَ ٱلصَّـٰلِحَـٰتِ أَنَّ لَهُمْ أَجْرًا كَبِيرًا

Voorwaar, deze Koran leidt naar wat rechter is en brengt goede tijdingen aan de gelovigen die goede werken verrichten. Voorwaar, er is voor hen een grote beloning.

Transliteratie

Inna hatha alqurana yahdee lillatee hiya aqwamu wayubashshiru almumineena allatheena yaAAmaloona alssalihati anna lahum ajran kabeeran

10
Hoofdstuk 17 : Vers 10

وَأَنَّ ٱلَّذِينَ لَا يُؤْمِنُونَ بِٱلْـَٔاخِرَةِ أَعْتَدْنَا لَهُمْ عَذَابًا أَلِيمًا

En voor degenen die niet in het Hiernamaals geloven, voor hen hebben Wij een pijnlijke bestraffing voorbereid.

Transliteratie

Waanna allatheena la yuminoona bialakhirati aAAtadna lahum AAathaban aleeman

11
Hoofdstuk 17 : Vers 11

وَيَدْعُ ٱلْإِنسَـٰنُ بِٱلشَّرِّ دُعَآءَهُۥ بِٱلْخَيْرِ ۖ وَكَانَ ٱلْإِنسَـٰنُ عَجُولًا

En de mens smeekt om het kwade, net zoals hij om het goede smeekt. En de mens is haastig (van aard).

Transliteratie

WayadAAu alinsanu bialshsharri duAAaahu bialkhayri wakana alinsanu AAajoolan

12
Hoofdstuk 17 : Vers 12

وَجَعَلْنَا ٱلَّيْلَ وَٱلنَّهَارَ ءَايَتَيْنِ ۖ فَمَحَوْنَآ ءَايَةَ ٱلَّيْلِ وَجَعَلْنَآ ءَايَةَ ٱلنَّهَارِ مُبْصِرَةً لِّتَبْتَغُوا۟ فَضْلًا مِّن رَّبِّكُمْ وَلِتَعْلَمُوا۟ عَدَدَ ٱلسِّنِينَ وَٱلْحِسَابَ ۚ وَكُلَّ شَىْءٍ فَصَّلْنَـٰهُ تَفْصِيلًا

En Wij hebben de nacht en de dag tot twee Tekenen gemaakt. En het Teken van de nacht hebben Wij donker gemaakt en het Teken van de dag hebben Wij verlichtend gemaakt opdat jullie de gunst van jullie Heer zoeken en opdat jullie de jaartelling en de berekening ervan kennen. En alle zaken hebben Wij met een duidelijke uitleg uiteengezet.

Transliteratie

WajaAAalna allayla waalnnahara ayatayni famahawna ayata allayli wajaAAalna ayata alnnahari mubsiratan litabtaghoo fadlan min rabbikum walitaAAlamoo AAadada alssineena waalhisaba wakulla shayin fassalnahu tafseelan

13
Hoofdstuk 17 : Vers 13

وَكُلَّ إِنسَـٰنٍ أَلْزَمْنَـٰهُ طَـٰٓئِرَهُۥ فِى عُنُقِهِۦ ۖ وَنُخْرِجُ لَهُۥ يَوْمَ ٱلْقِيَـٰمَةِ كِتَـٰبًا يَلْقَىٰهُ مَنشُورًا

En voor ieder mens hebben Wij zijn lotsbestemming aan zijn hals vastgemaakt. En Wij voorzien hem op de Dag der Opstanding van een boek dat bij opengeslagen aantreft.

Transliteratie

Wakulla insanin alzamnahu tairahu fee AAunuqihi wanukhriju lahu yawma alqiyamati kitaban yalqahu manshooran

14
Hoofdstuk 17 : Vers 14

ٱقْرَأْ كِتَـٰبَكَ كَفَىٰ بِنَفْسِكَ ٱلْيَوْمَ عَلَيْكَ حَسِيبًا

(Er wordt tegen hem gezegd:) "Lees jouw boek." Op deze Dag is jouw eigen ziel voldoende als berekenaar tegen jou.

Transliteratie

Iqra kitabaka kafa binafsika alyawma AAalayka haseeban

15
Hoofdstuk 17 : Vers 15

مَّنِ ٱهْتَدَىٰ فَإِنَّمَا يَهْتَدِى لِنَفْسِهِۦ ۖ وَمَن ضَلَّ فَإِنَّمَا يَضِلُّ عَلَيْهَا ۚ وَلَا تَزِرُ وَازِرَةٌ وِزْرَ أُخْرَىٰ ۗ وَمَا كُنَّا مُعَذِّبِينَ حَتَّىٰ نَبْعَثَ رَسُولًا

Wie Leiding volgt, volgt de Leiding waarlijk voor zichzelf, en wie dwaalt, dwaalt waarlijk tegen zichzelf en niemand kan de zonde van iemand anders dragen. En Wij bestraffen niet voordat Wij een Boodschapper hebben gestuurd.

Transliteratie

Mani ihtada fainnama yahtadee linafsihi waman dalla fainnama yadillu AAalayha wala taziru waziratun wizra okhra wama kunna muAAaththibeena hatta nabAAatha rasoolan

16
Hoofdstuk 17 : Vers 16

وَإِذَآ أَرَدْنَآ أَن نُّهْلِكَ قَرْيَةً أَمَرْنَا مُتْرَفِيهَا فَفَسَقُوا۟ فِيهَا فَحَقَّ عَلَيْهَا ٱلْقَوْلُ فَدَمَّرْنَـٰهَا تَدْمِيرًا

En als Wij een (volk in een) stad willen vernietigen, bevelen Wij hen die daarin in weelde leven (Allah te gehoorzamen); zij begaan daarin zware zonden, zodat het woord (van de bestraffing) terecht is, vervolgens vernietigen Wij hen volledig.

Transliteratie

Waitha aradna an nuhlika qaryatan amarna mutrafeeha fafasaqoo feeha fahaqqa AAalayha alqawlu fadammarnaha tadmeeran

17
Hoofdstuk 17 : Vers 17

وَكَمْ أَهْلَكْنَا مِنَ ٱلْقُرُونِ مِنۢ بَعْدِ نُوحٍ ۗ وَكَفَىٰ بِرَبِّكَ بِذُنُوبِ عِبَادِهِۦ خَبِيرًۢا بَصِيرًا

En hoeveel generaties hebben Wij niet na Nôeh ij vernietigd? En jouw Heer is voldoende om de zonden van Zijn dienaren te wetm en te zien.

Transliteratie

Wakam ahlakna mina alqurooni min baAAdi noohin wakafa birabbika bithunoobi AAibadihi khabeeran baseeran

18
Hoofdstuk 17 : Vers 18

مَّن كَانَ يُرِيدُ ٱلْعَاجِلَةَ عَجَّلْنَا لَهُۥ فِيهَا مَا نَشَآءُ لِمَن نُّرِيدُ ثُمَّ جَعَلْنَا لَهُۥ جَهَنَّمَ يَصْلَىٰهَا مَذْمُومًا مَّدْحُورًا

En wie het vergankelijke (van de wereld) wenst: voor hem zullen Wij wat Wij wensen daarin verhaaasten, voor wie Wij willen. Vervolgens maken Wij voor hem de Hel, hij gaat daar binnen, vernederd en verjaagd.

Transliteratie

Man kana yureedu alAAajilata AAajjalna lahu feeha ma nashao liman nureedu thumma jaAAalna lahu jahannama yaslaha mathmooman madhooran

19
Hoofdstuk 17 : Vers 19

وَمَنْ أَرَادَ ٱلْـَٔاخِرَةَ وَسَعَىٰ لَهَا سَعْيَهَا وَهُوَ مُؤْمِنٌ فَأُو۟لَـٰٓئِكَ كَانَ سَعْيُهُم مَّشْكُورًا

En wie het Hiernamaals wenst en er met een redelijke inzet naar streeft, én hij is gelovig: hij (behoort) tot degenen van wie hun streven wordt beloond.

Transliteratie

Waman arada alakhirata wasaAAa laha saAAyaha wahuwa muminun faolaika kana saAAyuhum mashkooran

20
Hoofdstuk 17 : Vers 20

كُلًّا نُّمِدُّ هَـٰٓؤُلَآءِ وَهَـٰٓؤُلَآءِ مِنْ عَطَآءِ رَبِّكَ ۚ وَمَا كَانَ عَطَآءُ رَبِّكَ مَحْظُورًا

Beide groepen, voornoemde en laatstgenoemde, geven Wij ondersteuning van jouw Heer, en de ondersteuning van jouw Heer is onafwendbaar.

Transliteratie

Kullan numiddu haolai wahaolai min AAatai rabbika wama kana AAatao rabbika mahthooran

21
Hoofdstuk 17 : Vers 21

ٱنظُرْ كَيْفَ فَضَّلْنَا بَعْضَهُمْ عَلَىٰ بَعْضٍ ۚ وَلَلْـَٔاخِرَةُ أَكْبَرُ دَرَجَـٰتٍ وَأَكْبَرُ تَفْضِيلًا

Zie hoe Wij sommigen van hen bevoorrecht hebben boven anderen. En het Hiernamaals is zeker hoger in rang en groter als voorrecht.

Transliteratie

Onthur kayfa faddalna baAAdahum AAala baAAdin walalakhiratu akbaru darajatin waakbaru tafdeelan

22
Hoofdstuk 17 : Vers 22

لَّا تَجْعَلْ مَعَ ٱللَّهِ إِلَـٰهًا ءَاخَرَ فَتَقْعُدَ مَذْمُومًا مَّخْذُولًا

En neem geen andere god naast Allah, anders zit jij daar (O Moehammad) met verwijten (beladen) en verlaten.

Transliteratie

La tajAAal maAAa Allahi ilahan akhara fataqAAuda mathmooman makhthoolan

23
Hoofdstuk 17 : Vers 23

وَقَضَىٰ رَبُّكَ أَلَّا تَعْبُدُوٓا۟ إِلَّآ إِيَّاهُ وَبِٱلْوَٰلِدَيْنِ إِحْسَـٰنًا ۚ إِمَّا يَبْلُغَنَّ عِندَكَ ٱلْكِبَرَ أَحَدُهُمَآ أَوْ كِلَاهُمَا فَلَا تَقُل لَّهُمَآ أُفٍّ وَلَا تَنْهَرْهُمَا وَقُل لَّهُمَا قَوْلًا كَرِيمًا

En jullie Heer heeft bepaald dat jullie niets dan Hem alleen aanbidden, en goedheid betrachten tegenover de ouders. Als een van de twee of beiden de ouderdom bereiken in jouw aanwezigheid, zeg dan nooit "foei" tegen ben, snauw hen niet af en spreek tot hen een vriendelijk woord.

Transliteratie

Waqada rabbuka alla taAAbudoo illa iyyahu wabialwalidayni ihsanan imma yablughanna AAindaka alkibara ahaduhuma aw kilahuma fala taqul lahuma offin wala tanharhuma waqul lahuma qawlan kareeman

24
Hoofdstuk 17 : Vers 24

وَٱخْفِضْ لَهُمَا جَنَاحَ ٱلذُّلِّ مِنَ ٱلرَّحْمَةِ وَقُل رَّبِّ ٱرْحَمْهُمَا كَمَا رَبَّيَانِى صَغِيرًا

En wees zachtmoedig voor beiden, en nederig en liefdevol, en zeg: "O mijn Heer, schenk hun Genade, zoals zij mij opvoedden toen ik klein was."

Transliteratie

Waikhfid lahuma janaha alththulli mina alrrahmati waqul rabbi irhamhuma kama rabbayanee sagheeran

25
Hoofdstuk 17 : Vers 25

رَّبُّكُمْ أَعْلَمُ بِمَا فِى نُفُوسِكُمْ ۚ إِن تَكُونُوا۟ صَـٰلِحِينَ فَإِنَّهُۥ كَانَ لِلْأَوَّٰبِينَ غَفُورًا

Jullie Heer weet beter wat er injullie zielen is, als jullie oprechte mensen zijn. Voorwaar; dan is Hij voor de berouwvollen Vergevensge-zind.

Transliteratie

Rabbukum aAAlamu bima fee nufoosikum in takoonoo saliheena fainnahu kana lilawwabeena ghafooran

26
Hoofdstuk 17 : Vers 26

وَءَاتِ ذَا ٱلْقُرْبَىٰ حَقَّهُۥ وَٱلْمِسْكِينَ وَٱبْنَ ٱلسَّبِيلِ وَلَا تُبَذِّرْ تَبْذِيرًا

En geef de verwanten hun recht en de armen en de reizigers (zonder proviand), en wees niet verkwistend.

Transliteratie

Waati tha alqurba haqqahu waalmiskeena waibna alssabeeli wala tubaththir tabtheeran

27
Hoofdstuk 17 : Vers 27

إِنَّ ٱلْمُبَذِّرِينَ كَانُوٓا۟ إِخْوَٰنَ ٱلشَّيَـٰطِينِ ۖ وَكَانَ ٱلشَّيْطَـٰنُ لِرَبِّهِۦ كَفُورًا

Voorwaar. de verkwisters zijn broeders van de Satan en de Satan is ondankbaar jegens zijn Heer.

Transliteratie

Inna almubaththireena kanoo ikhwana alshshayateeni wakana alshshaytanu lirabbihi kafooran

28
Hoofdstuk 17 : Vers 28

وَإِمَّا تُعْرِضَنَّ عَنْهُمُ ٱبْتِغَآءَ رَحْمَةٍ مِّن رَّبِّكَ تَرْجُوهَا فَقُل لَّهُمْ قَوْلًا مَّيْسُورًا

En als jullie je van hen afwenden omwille van de Barmhartigheid van jullie Heer die jullie hopen te krijgen: spreekt dan (toch) een zacht woord tot hen.

Transliteratie

Waimma tuAAridanna AAanhumu ibtighaa rahmatin min rabbika tarjooha faqul lahum qawlan maysooran

29
Hoofdstuk 17 : Vers 29

وَلَا تَجْعَلْ يَدَكَ مَغْلُولَةً إِلَىٰ عُنُقِكَ وَلَا تَبْسُطْهَا كُلَّ ٱلْبَسْطِ فَتَقْعُدَ مَلُومًا مَّحْسُورًا

En maak je hand niet vastgebonden aan je nek, en strek hem niet uit met de hele uitstrekking, want dan wordt je (gierigheid of spilzucht) verweten en spijtig.

Transliteratie

Wala tajAAal yadaka maghloolatan ila AAunuqika wala tabsutha kulla albasti fataqAAuda malooman mahsooran

30
Hoofdstuk 17 : Vers 30

إِنَّ رَبَّكَ يَبْسُطُ ٱلرِّزْقَ لِمَن يَشَآءُ وَيَقْدِرُ ۚ إِنَّهُۥ كَانَ بِعِبَادِهِۦ خَبِيرًۢا بَصِيرًا

Voorwaar, jouw Heer verruimt de voorziening voor wie Hij wil en Hij beperkt. Voorwaar, Hij is Alwetend, Alziend over Zijn dienaren.

Transliteratie

Inna rabbaka yabsutu alrrizqa liman yashao wayaqdiru innahu kana biAAibadihi khabeeran baseeran

31
Hoofdstuk 17 : Vers 31

وَلَا تَقْتُلُوٓا۟ أَوْلَـٰدَكُمْ خَشْيَةَ إِمْلَـٰقٍ ۖ نَّحْنُ نَرْزُقُهُمْ وَإِيَّاكُمْ ۚ إِنَّ قَتْلَهُمْ كَانَ خِطْـًٔا كَبِيرًا

En doodt jullie kinderen niet uit vrees voor armoede: Wij voorzien hun en jullie van levensonderhoud. Voorwaar, hen doden is een grote zonde.

Transliteratie

Wala taqtuloo awladakum khashyata imlaqin nahnu narzuquhum waiyyakum inna qatlahum kana khitan kabeeran

32
Hoofdstuk 17 : Vers 32

وَلَا تَقْرَبُوا۟ ٱلزِّنَىٰٓ ۖ إِنَّهُۥ كَانَ فَـٰحِشَةً وَسَآءَ سَبِيلًا

En nader niet de ontucht. Voorwaar, ontucht is een zedeloosheid en een slechte weg.

Transliteratie

Wala taqraboo alzzina innahu kana fahishatan wasaa sabeelan

33
Hoofdstuk 17 : Vers 33

وَلَا تَقْتُلُوا۟ ٱلنَّفْسَ ٱلَّتِى حَرَّمَ ٱللَّهُ إِلَّا بِٱلْحَقِّ ۗ وَمَن قُتِلَ مَظْلُومًا فَقَدْ جَعَلْنَا لِوَلِيِّهِۦ سُلْطَـٰنًا فَلَا يُسْرِف فِّى ٱلْقَتْلِ ۖ إِنَّهُۥ كَانَ مَنصُورًا

En doodt geen ziel waarvan Allah (het doden) verboden heeft verklaard, behalve volgens het recht en wie onrechtvaardig gedood wordt: Wij hebben zijn erfgenaam een bevoegdheid gegeven; maar overdrijft niet hij het doden. Voorwaar: hij wordt geholpen.

Transliteratie

Wala taqtuloo alnnafsa allatee harrama Allahu illa bialhaqqi waman qutila mathlooman faqad jaAAalna liwaliyyihi sultanan fala yusrif fee alqatli innahu kana mansooran

34
Hoofdstuk 17 : Vers 34

وَلَا تَقْرَبُوا۟ مَالَ ٱلْيَتِيمِ إِلَّا بِٱلَّتِى هِىَ أَحْسَنُ حَتَّىٰ يَبْلُغَ أَشُدَّهُۥ ۚ وَأَوْفُوا۟ بِٱلْعَهْدِ ۖ إِنَّ ٱلْعَهْدَ كَانَ مَسْـُٔولًا

En benadert niet het bezit van de wees, behalve op de betere manier, totdat bij volwassen is: en komt de belofte na. Voorwaar, over de belofte worden jullie (op de Dag der Opstanding) ondervraagd

Transliteratie

Wala taqraboo mala alyateemi illa biallatee hiya ahsanu hatta yablugha ashuddahu waawfoo bialAAahdi inna alAAahda kana masoolan

35
Hoofdstuk 17 : Vers 35

وَأَوْفُوا۟ ٱلْكَيْلَ إِذَا كِلْتُمْ وَزِنُوا۟ بِٱلْقِسْطَاسِ ٱلْمُسْتَقِيمِ ۚ ذَٰلِكَ خَيْرٌ وَأَحْسَنُ تَأْوِيلًا

En geeft de volle maat wanneer jullie afwegen en weegt met de juiste weegschaal, dat is beter en een mooiere afsluiting.

Transliteratie

Waawfoo alkayla itha kiltum wazinoo bialqistasi almustaqeemi thalika khayrun waahsanu taweelan

36
Hoofdstuk 17 : Vers 36

وَلَا تَقْفُ مَا لَيْسَ لَكَ بِهِۦ عِلْمٌ ۚ إِنَّ ٱلسَّمْعَ وَٱلْبَصَرَ وَٱلْفُؤَادَ كُلُّ أُو۟لَـٰٓئِكَ كَانَ عَنْهُ مَسْـُٔولًا

En volg niet dat waarover je geen kennis hebt. Voorwaar, het gehoor en het gezichtsvermogen en de harten: die zullen allen erover ondervraagd worden.

Transliteratie

Wala taqfu ma laysa laka bihi AAilmun inna alssamAAa waalbasara waalfuada kullu olaika kana AAanhu masoolan

37
Hoofdstuk 17 : Vers 37

وَلَا تَمْشِ فِى ٱلْأَرْضِ مَرَحًا ۖ إِنَّكَ لَن تَخْرِقَ ٱلْأَرْضَ وَلَن تَبْلُغَ ٱلْجِبَالَ طُولًا

En loop niet hoogmoedig op de aarde. Voorwaar, jij kan de aarde niet doen splijten en niet de hoogte van een berg bereiken.

Transliteratie

Wala tamshi fee alardi marahan innaka lan takhriqa alarda walan tablugha aljibala toolan

38
Hoofdstuk 17 : Vers 38

كُلُّ ذَٰلِكَ كَانَ سَيِّئُهُۥ عِندَ رَبِّكَ مَكْرُوهًا

Dat alles is slecht bij jouw Heer, verwerpelijk.

Transliteratie

Kullu thalika kana sayyiohu AAinda rabbika makroohan

39
Hoofdstuk 17 : Vers 39

ذَٰلِكَ مِمَّآ أَوْحَىٰٓ إِلَيْكَ رَبُّكَ مِنَ ٱلْحِكْمَةِ ۗ وَلَا تَجْعَلْ مَعَ ٱللَّهِ إِلَـٰهًا ءَاخَرَ فَتُلْقَىٰ فِى جَهَنَّمَ مَلُومًا مَّدْحُورًا

Dat is (een deel) van de Wijsheid die Allah aan jou openbaarde. En neem geen andere god naast Allah, anders wordt je in de Hel geworpen, vol verwijten en verworpen.

Transliteratie

Thalika mimma awha ilayka rabbuka mina alhikmati wala tajAAal maAAa Allahi ilahan akhara fatulqa fee jahannama malooman madhooran

40
Hoofdstuk 17 : Vers 40

أَفَأَصْفَىٰكُمْ رَبُّكُم بِٱلْبَنِينَ وَٱتَّخَذَ مِنَ ٱلْمَلَـٰٓئِكَةِ إِنَـٰثًا ۚ إِنَّكُمْ لَتَقُولُونَ قَوْلًا عَظِيمًا

Heeft jullie Heer voor jullie zonen verkozen en voor Zichzelf vanonder de Engelen dochters genomen? Voorwaar, jullie spreken zeker geweldig (slechte) woorden!

Transliteratie

Afaasfakum rabbukum bialbaneena waittakhatha mina almalaikati inathan innakum lataqooloona qawlan AAatheeman

41
Hoofdstuk 17 : Vers 41

وَلَقَدْ صَرَّفْنَا فِى هَـٰذَا ٱلْقُرْءَانِ لِيَذَّكَّرُوا۟ وَمَا يَزِيدُهُمْ إِلَّا نُفُورًا

En Wij hebben in deze Koran (zaken) uitgelegd opdat zij (de ongelovigen) vermaand worden, maar het versterkt bij hen slechts het afwenden.

Transliteratie

Walaqad sarrafna fee hatha alqurani liyaththakkaroo wama yazeeduhum illa nufooran

42
Hoofdstuk 17 : Vers 42

قُل لَّوْ كَانَ مَعَهُۥٓ ءَالِهَةٌ كَمَا يَقُولُونَ إِذًا لَّٱبْتَغَوْا۟ إِلَىٰ ذِى ٱلْعَرْشِ سَبِيلًا

Zeg (O Moehammad): "Als er goden bij Hem geweest zouden zijn, zoals zij zeggen, dan zouden zij een Weg naar de Eigenaar van de Troon (Allah) zoeken."

Transliteratie

Qul law kana maAAahu alihatun kama yaqooloona ithan laibtaghaw ila thee alAAarshi sabeelan

43
Hoofdstuk 17 : Vers 43

سُبْحَـٰنَهُۥ وَتَعَـٰلَىٰ عَمَّا يَقُولُونَ عُلُوًّا كَبِيرًا

Heilig is Hij en Verheven boven wat zij in grote trots zeggen.

Transliteratie

Subhanahu wataAAala AAamma yaqooloona AAuluwwan kabeeran

44
Hoofdstuk 17 : Vers 44

تُسَبِّحُ لَهُ ٱلسَّمَـٰوَٰتُ ٱلسَّبْعُ وَٱلْأَرْضُ وَمَن فِيهِنَّ ۚ وَإِن مِّن شَىْءٍ إِلَّا يُسَبِّحُ بِحَمْدِهِۦ وَلَـٰكِن لَّا تَفْقَهُونَ تَسْبِيحَهُمْ ۗ إِنَّهُۥ كَانَ حَلِيمًا غَفُورًا

De zeven hemelen en de aarde en wie er in hen zijn, roepen Zijn Glorie uiten er is niets of het roept Zijn Glorie uit met Zijn lofprijzing en toch begrijpen jullie hun glorieroep niet. Voorwaar, Hij is Zachtmoedig, Vergevensgezind.

Transliteratie

Tusabbihu lahu alssamawatu alssabAAu waalardu waman feehinna wain min shayin illa yusabbihu bihamdihi walakin la tafqahoona tasbeehahum innahu kana haleeman ghafooran

45
Hoofdstuk 17 : Vers 45

وَإِذَا قَرَأْتَ ٱلْقُرْءَانَ جَعَلْنَا بَيْنَكَ وَبَيْنَ ٱلَّذِينَ لَا يُؤْمِنُونَ بِٱلْـَٔاخِرَةِ حِجَابًا مَّسْتُورًا

En wanneer jij de Koran voordraagt, brengen Wij tussen jou en degenen die niet in het Hiernamaals geloven een verhinderende afscheiding aan.

Transliteratie

Waitha qarata alqurana jaAAalna baynaka wabayna allatheena la yuminoona bialakhirati hijaban mastooran

46
Hoofdstuk 17 : Vers 46

وَجَعَلْنَا عَلَىٰ قُلُوبِهِمْ أَكِنَّةً أَن يَفْقَهُوهُ وَفِىٓ ءَاذَانِهِمْ وَقْرًا ۚ وَإِذَا ذَكَرْتَ رَبَّكَ فِى ٱلْقُرْءَانِ وَحْدَهُۥ وَلَّوْا۟ عَلَىٰٓ أَدْبَـٰرِهِمْ نُفُورًا

En Wi hebben bedekkingen over hun harten aangebracht, zodat zij hem niet begrijpen, en doofheid in hun oren. Wanneer jij jouw Enige Heer noemt tijdens de Koranrecitatie, dan keren zij hun ruggen toe, zich afwendend.

Transliteratie

WajaAAalna AAala quloobihim akinnatan an yafqahoohu wafee athanihim waqran waitha thakarta rabbaka fee alqurani wahdahu wallaw AAala adbarihim nufooran

47
Hoofdstuk 17 : Vers 47

نَّحْنُ أَعْلَمُ بِمَا يَسْتَمِعُونَ بِهِۦٓ إِذْ يَسْتَمِعُونَ إِلَيْكَ وَإِذْ هُمْ نَجْوَىٰٓ إِذْ يَقُولُ ٱلظَّـٰلِمُونَ إِن تَتَّبِعُونَ إِلَّا رَجُلًا مَّسْحُورًا

Wij weten beter hoe zij over hem horen, wanneer zij naar jou lijken te luisteren. En toen zij onderling fluisterden, zeiden de onrechtvaardigen: "Jullie volgen slechts een betoverde man!"

Transliteratie

Nahnu aAAlamu bima yastamiAAoona bihi ith yastamiAAoona ilayka waith hum najwa ith yaqoolu alththalimoona in tattabiAAoona illa rajulan mashooran

48
Hoofdstuk 17 : Vers 48

ٱنظُرْ كَيْفَ ضَرَبُوا۟ لَكَ ٱلْأَمْثَالَ فَضَلُّوا۟ فَلَا يَسْتَطِيعُونَ سَبِيلًا

Kijk hoe zij vergelijkingen met jou maken: hierdoor dwalen zij en kunnen zij geen Weg vinden.

Transliteratie

Onthur kayfa daraboo laka alamthala fadalloo fala yastateeAAoona sabeelan

49
Hoofdstuk 17 : Vers 49

وَقَالُوٓا۟ أَءِذَا كُنَّا عِظَـٰمًا وَرُفَـٰتًا أَءِنَّا لَمَبْعُوثُونَ خَلْقًا جَدِيدًا

En zij zeiden: "Wanneer Wij botten en stof geworden zijn, worden wij dan zeker tot een nieuwe schepping opgewekt?"

Transliteratie

Waqaloo aitha kunna AAithaman warufatan ainna lamabAAoothoona khalqan jadeedan

50
Hoofdstuk 17 : Vers 50

قُلْ كُونُوا۟ حِجَارَةً أَوْ حَدِيدًا

Zeg: "Wordt steen of ijzer... (en jullie worden zelfs dan opgewekt.)

Transliteratie

Qul koonoo hijaratan aw hadeedan

51
Hoofdstuk 17 : Vers 51

أَوْ خَلْقًا مِّمَّا يَكْبُرُ فِى صُدُورِكُمْ ۚ فَسَيَقُولُونَ مَن يُعِيدُنَا ۖ قُلِ ٱلَّذِى فَطَرَكُمْ أَوَّلَ مَرَّةٍ ۚ فَسَيُنْغِضُونَ إِلَيْكَ رُءُوسَهُمْ وَيَقُولُونَ مَتَىٰ هُوَ ۖ قُلْ عَسَىٰٓ أَن يَكُونَ قَرِيبًا

Of een schepping waarvan het in jullie harten het moeilijkst lijkt." Dan zullen zij zeggen: "Wie doet ons terugkeren?" Zeg: "Degene Die jullie de eerste keer schiep." Dan zullen zij hun hoofd naar jou schudden, en zeggen: "'Wanneer is dat?" Zeg: "Het kan nabij zijn!"

Transliteratie

Aw khalqan mimma yakburu fee sudoorikum fasayaqooloona man yuAAeeduna quli allathee fatarakum awwala marratin fasayunghidoona ilayka ruoosahum wayaqooloona mata huwa qul AAasa an yakoona qareeban

52
Hoofdstuk 17 : Vers 52

يَوْمَ يَدْعُوكُمْ فَتَسْتَجِيبُونَ بِحَمْدِهِۦ وَتَظُنُّونَ إِن لَّبِثْتُمْ إِلَّا قَلِيلًا

Op de Dag waarop Hij jullie oproept en jullie dan (Zijn oproep) beantwoorden met een lofprijzing van Hem. En jullie zullen veronderstellen dat jullie slechts weinig (tijd op aarde) verbleven.

Transliteratie

Yawma yadAAookum fatastajeeboona bihamdihi watathunnoona in labithtum illa qaleelan

53
Hoofdstuk 17 : Vers 53

وَقُل لِّعِبَادِى يَقُولُوا۟ ٱلَّتِى هِىَ أَحْسَنُ ۚ إِنَّ ٱلشَّيْطَـٰنَ يَنزَغُ بَيْنَهُمْ ۚ إِنَّ ٱلشَّيْطَـٰنَ كَانَ لِلْإِنسَـٰنِ عَدُوًّا مُّبِينًا

En zeg tegen Mijn dienaren (O Moehammad) dat zij wat beter is zeggen. Voorwaar, de Satan zaait verdeeldheid onder hen. Voorwaar, de Satan is voor de mensen een duidelijke vijand.

Transliteratie

Waqul liAAibadee yaqooloo allatee hiya ahsanu inna alshshaytana yanzaghu baynahum inna alshshaytana kana lilinsani AAaduwwan mubeenan

54
Hoofdstuk 17 : Vers 54

رَّبُّكُمْ أَعْلَمُ بِكُمْ ۖ إِن يَشَأْ يَرْحَمْكُمْ أَوْ إِن يَشَأْ يُعَذِّبْكُمْ ۚ وَمَآ أَرْسَلْنَـٰكَ عَلَيْهِمْ وَكِيلًا

Jullie Heer kent jullie beter. Indien Hij wil, begenadigt Hij jullie; of, indien Hij wil, bestraft Hij jullie. En Wij hebben jou (O Moehammad) niet als voogd tot hen gezonden.

Transliteratie

Rabbukum aAAlamu bikum in yasha yarhamkum aw in yasha yuAAaththibkum wama arsalnaka AAalayhim wakeelan

55
Hoofdstuk 17 : Vers 55

وَرَبُّكَ أَعْلَمُ بِمَن فِى ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضِ ۗ وَلَقَدْ فَضَّلْنَا بَعْضَ ٱلنَّبِيِّـۧنَ عَلَىٰ بَعْضٍ ۖ وَءَاتَيْنَا دَاوُۥدَ زَبُورًا

En jouw Heer weet beter over wie er in de hemelen en (op) de aarde is. En Wij hebben sommige Profeten bevoorrecht boven andere Profeten, en Wij gaven Dâwôed de Zabôer

Transliteratie

Warabbuka aAAlamu biman fee alssamawati waalardi walaqad faddalna baAAda alnnabiyyeena AAala baAAdin waatayna dawooda zabooran

56
Hoofdstuk 17 : Vers 56

قُلِ ٱدْعُوا۟ ٱلَّذِينَ زَعَمْتُم مِّن دُونِهِۦ فَلَا يَمْلِكُونَ كَشْفَ ٱلضُّرِّ عَنكُمْ وَلَا تَحْوِيلًا

Zeg (O Moehammad): "Roept degenen die jullie naast Allah als god veronderstellen maar aan, zij zijn niet bij machte het kwade van jullie weg te nemen en het te veranderen."

Transliteratie

Quli odAAu allatheena zaAAamtum min doonihi fala yamlikoona kashfa alddurri AAankum wala tahweelan

57
Hoofdstuk 17 : Vers 57

أُو۟لَـٰٓئِكَ ٱلَّذِينَ يَدْعُونَ يَبْتَغُونَ إِلَىٰ رَبِّهِمُ ٱلْوَسِيلَةَ أَيُّهُمْ أَقْرَبُ وَيَرْجُونَ رَحْمَتَهُۥ وَيَخَافُونَ عَذَابَهُۥٓ ۚ إِنَّ عَذَابَ رَبِّكَ كَانَ مَحْذُورًا

Zij (de veelgodenaanbidders) zijn degenen die aanroepen, (en zij die aangeroepen worden) zoeken naar een middel tot hun Heer. Wie van hen het dichtst bij (hun Heer) zijn en op Zijn Barmhartigheid hopen en Zijn bestraffing vrezen: voorwaar, een bestraffing van jouw Heer is te vrezen.

Transliteratie

Olaika allatheena yadAAoona yabtaghoona ila rabbihimu alwaseelata ayyuhum aqrabu wayarjoona rahmatahu wayakhafoona AAathabahu inna AAathaba rabbika kana mahthooran

58
Hoofdstuk 17 : Vers 58

وَإِن مِّن قَرْيَةٍ إِلَّا نَحْنُ مُهْلِكُوهَا قَبْلَ يَوْمِ ٱلْقِيَـٰمَةِ أَوْ مُعَذِّبُوهَا عَذَابًا شَدِيدًا ۚ كَانَ ذَٰلِكَ فِى ٱلْكِتَـٰبِ مَسْطُورًا

En er is geen land, of Wij hebben het vôôr de Dag van de Opstanding vernietigd, of haar bestraft met een harde bestraffing. Dat is (vastgelegd) in het geschreven Boek.

Transliteratie

Wain min qaryatin illa nahnu muhlikooha qabla yawmi alqiyamati aw muAAaththibooha AAathaban shadeedan kana thalika fee alkitabi mastooran

59
Hoofdstuk 17 : Vers 59

وَمَا مَنَعَنَآ أَن نُّرْسِلَ بِٱلْـَٔايَـٰتِ إِلَّآ أَن كَذَّبَ بِهَا ٱلْأَوَّلُونَ ۚ وَءَاتَيْنَا ثَمُودَ ٱلنَّاقَةَ مُبْصِرَةً فَظَلَمُوا۟ بِهَا ۚ وَمَا نُرْسِلُ بِٱلْـَٔايَـٰتِ إِلَّا تَخْوِيفًا

En niets verhinderde Ons de Tekenen neer te zenden dan dat de voorafgaaden hen loochenden. En Wij gaven de Tsamôed de vrouwtjeskameel, als een duidelijk zichtbaar (Teken) maar zij behandelden haar onrechtvaardig. En Wij zenden de Tekenen alleen maar om (hen) te doen vrezen.

Transliteratie

Wama manaAAana an nursila bialayati illa an kaththaba biha alawwaloona waatayna thamooda alnnaqata mubsiratan fathalamoo biha wama nursilu bialayati illa takhweefan

60
Hoofdstuk 17 : Vers 60

وَإِذْ قُلْنَا لَكَ إِنَّ رَبَّكَ أَحَاطَ بِٱلنَّاسِ ۚ وَمَا جَعَلْنَا ٱلرُّءْيَا ٱلَّتِىٓ أَرَيْنَـٰكَ إِلَّا فِتْنَةً لِّلنَّاسِ وَٱلشَّجَرَةَ ٱلْمَلْعُونَةَ فِى ٱلْقُرْءَانِ ۚ وَنُخَوِّفُهُمْ فَمَا يَزِيدُهُمْ إِلَّا طُغْيَـٰنًا كَبِيرًا

En (gedenk) toen Wij zeiden dat jouw Heer de mensheid omvat. En Wij hebben jou de waarneming die wij jou lieten zien slechts als een beproeving voor mensen gegeven; en (ook) de vervloekte boom in de Koran. En Wij jagen hen vrees aan: maar het venneerdert bij hen niets dan een grote overtreding.

Transliteratie

Waith qulna laka inna rabbaka ahata bialnnasi wama jaAAalna alrruya allatee araynaka illa fitnatan lilnnasi waalshshajarata almalAAoonata fee alqurani wanukhawwifuhum fama yazeeduhum illa tughyanan kabeeran

61
Hoofdstuk 17 : Vers 61

وَإِذْ قُلْنَا لِلْمَلَـٰٓئِكَةِ ٱسْجُدُوا۟ لِـَٔادَمَ فَسَجَدُوٓا۟ إِلَّآ إِبْلِيسَ قَالَ ءَأَسْجُدُ لِمَنْ خَلَقْتَ طِينًا

En toen Wij tot de Engelen zeiden: "Kniel jullie neer voor Adam," toen knielden zij allen, behalve Iblîs (Satan). Hij zei: "Moet ik (mij) neerknielen voor iemand die U uit aarde heeft geschapen?"

Transliteratie

Waith qulna lilmalaikati osjudoo liadama fasajadoo illa ibleesa qala aasjudu liman khalaqta teenan

62
Hoofdstuk 17 : Vers 62

قَالَ أَرَءَيْتَكَ هَـٰذَا ٱلَّذِى كَرَّمْتَ عَلَىَّ لَئِنْ أَخَّرْتَنِ إِلَىٰ يَوْمِ ٱلْقِيَـٰمَةِ لَأَحْتَنِكَنَّ ذُرِّيَّتَهُۥٓ إِلَّا قَلِيلًا

Hij (Iblîs) zei: "Ziet U? Dat is degene die U boven mij geëerd hebt. Indien U mij uitstel geeft tot de Dag der Opstanding zal ik zeker zijn nageslacht doen dwalen, op weinigen na."

Transliteratie

Qala araaytaka hatha allathee karramta AAalayya lain akhkhartani ila yawmi alqiyamati laahtanikanna thurriyyatahu illa qaleelan

63
Hoofdstuk 17 : Vers 63

قَالَ ٱذْهَبْ فَمَن تَبِعَكَ مِنْهُمْ فَإِنَّ جَهَنَّمَ جَزَآؤُكُمْ جَزَآءً مَّوْفُورًا

Hij (Allah) zei: "Ga heen; wie van hen jou volgt: voorwaar: de Hel zal jullie beloning zijn, als een volledige beloning!

Transliteratie

Qala ithhab faman tabiAAaka minhum fainna jahannama jazaokum jazaan mawfooran

64
Hoofdstuk 17 : Vers 64

وَٱسْتَفْزِزْ مَنِ ٱسْتَطَعْتَ مِنْهُم بِصَوْتِكَ وَأَجْلِبْ عَلَيْهِم بِخَيْلِكَ وَرَجِلِكَ وَشَارِكْهُمْ فِى ٱلْأَمْوَٰلِ وَٱلْأَوْلَـٰدِ وَعِدْهُمْ ۚ وَمَا يَعِدُهُمُ ٱلشَّيْطَـٰنُ إِلَّا غُرُورًا

En rui van hen op wie jij kan met jouw stem, en val hen aan met je paarden en je voetvolk, en deel rijkdommem en kinderen met hen en doe hen beloften." En de Satan belooft ben niets dan bedrog.

Transliteratie

Waistafziz mani istataAAta minhum bisawtika waajlib AAalayhim bikhaylika warajlika washarikhum fee alamwali waalawladi waAAidhum wama yaAAiduhumu alshshaytanu illa ghurooran

65
Hoofdstuk 17 : Vers 65

إِنَّ عِبَادِى لَيْسَ لَكَ عَلَيْهِمْ سُلْطَـٰنٌ ۚ وَكَفَىٰ بِرَبِّكَ وَكِيلًا

Voorwaar, jij hebt geen macht over Mijn dienaren. En jouw Heer is voldoende als Beschemer."

Transliteratie

Inna AAibadee laysa laka AAalayhim sultanun wakafa birabbika wakeelan

66
Hoofdstuk 17 : Vers 66

رَّبُّكُمُ ٱلَّذِى يُزْجِى لَكُمُ ٱلْفُلْكَ فِى ٱلْبَحْرِ لِتَبْتَغُوا۟ مِن فَضْلِهِۦٓ ۚ إِنَّهُۥ كَانَ بِكُمْ رَحِيمًا

Jullie Heer is Degene Die voor jullie de schepen op zee doet varen, opdat jullie van Zijn gunsten zoeken. Voorwaar, Hij is voor jullie Meest Barmhartig.

Transliteratie

Rabbukumu allathee yuzjee lakumu alfulka fee albahri litabtaghoo min fadlihi innahu kana bikum raheeman

67
Hoofdstuk 17 : Vers 67

وَإِذَا مَسَّكُمُ ٱلضُّرُّ فِى ٱلْبَحْرِ ضَلَّ مَن تَدْعُونَ إِلَّآ إِيَّاهُ ۖ فَلَمَّا نَجَّىٰكُمْ إِلَى ٱلْبَرِّ أَعْرَضْتُمْ ۚ وَكَانَ ٱلْإِنسَـٰنُ كَفُورًا

En als de tegenspoed jullie op zee getroffen heefk verdwijnt degene die jullie aanroepen, behalve Hij. Toen Hij jullie naar het kad redde, wendden jullie je af Ende mens is ondenkbaar!

Transliteratie

Waitha massakumu alddurru fee albahri dalla man tadAAoona illa iyyahu falamma najjakum ila albarri aAAradtum wakana alinsanu kafooran

68
Hoofdstuk 17 : Vers 68

أَفَأَمِنتُمْ أَن يَخْسِفَ بِكُمْ جَانِبَ ٱلْبَرِّ أَوْ يُرْسِلَ عَلَيْكُمْ حَاصِبًا ثُمَّ لَا تَجِدُوا۟ لَكُمْ وَكِيلًا

Voelen jullie je er veilig voor, dat Hij jullie niet in de aarde weg doet zinken wanneer jullie op het land zijn, of stenen over jullie zendt? Vervolgens vinden jullie geen beschermer voor jullie.

Transliteratie

Afaamintum an yakhsifa bikum janiba albarri aw yursila AAalaykum hasiban thumma la tajidoo lakum wakeelan

69
Hoofdstuk 17 : Vers 69

أَمْ أَمِنتُمْ أَن يُعِيدَكُمْ فِيهِ تَارَةً أُخْرَىٰ فَيُرْسِلَ عَلَيْكُمْ قَاصِفًا مِّنَ ٱلرِّيحِ فَيُغْرِقَكُم بِمَا كَفَرْتُمْ ۙ ثُمَّ لَا تَجِدُوا۟ لَكُمْ عَلَيْنَا بِهِۦ تَبِيعًا

Of voelen jullie je er veilig voor, dat Hij jullie nog een andere keer (naar de zee) doet terugkeren, en Hij dan een orkaan over jullie zendt, die jullie dan verdrinkt, omdat jullie ongelovig zijn en dat jullie dan daarin geen helper tegen Ons vinden?

Transliteratie

Am amintum an yuAAeedakum feehi taratan okhra fayursila AAalaykum qasifan mina alrreehi fayughriqakum bima kafartum thumma la tajidoo lakum AAalayna bihi tabeeAAan

70
Hoofdstuk 17 : Vers 70

وَلَقَدْ كَرَّمْنَا بَنِىٓ ءَادَمَ وَحَمَلْنَـٰهُمْ فِى ٱلْبَرِّ وَٱلْبَحْرِ وَرَزَقْنَـٰهُم مِّنَ ٱلطَّيِّبَـٰتِ وَفَضَّلْنَـٰهُمْ عَلَىٰ كَثِيرٍ مِّمَّنْ خَلَقْنَا تَفْضِيلًا

En voorzeker, Wij hebben de kinderen van Adam geëerd. Wij brachten hen op het land en op de zee. Wij gaven hun levensonderhoud van het goede en Wij bevoorrechtten hen met een privilege boven vele van de andere schepsels die Wij hebben geschapen.

Transliteratie

Walaqad karramna banee adama wahamalnahum fee albarri waalbahri warazaqnahum mina alttayyibati wafaddalnahum AAala katheerin mimman khalaqna tafdeelan

71
Hoofdstuk 17 : Vers 71

يَوْمَ نَدْعُوا۟ كُلَّ أُنَاسٍۭ بِإِمَـٰمِهِمْ ۖ فَمَنْ أُوتِىَ كِتَـٰبَهُۥ بِيَمِينِهِۦ فَأُو۟لَـٰٓئِكَ يَقْرَءُونَ كِتَـٰبَهُمْ وَلَا يُظْلَمُونَ فَتِيلًا

Op de dag waarop Wij alle mensen met hun boeken zullen oproepen: wie dan zijn boek (met zijn daden) in zijn echterhand gegeven wordt: zij zijn degenen die hun boek (met een gerust hart) lezen. En hen zal geen enkel onrecht aangedaan worden.

Transliteratie

Yawma nadAAoo kulla onasin biimamihim faman ootiya kitabahu biyameenihi faolaika yaqraoona kitabahum wala yuthlamoona fateelan

72
Hoofdstuk 17 : Vers 72

وَمَن كَانَ فِى هَـٰذِهِۦٓ أَعْمَىٰ فَهُوَ فِى ٱلْـَٔاخِرَةِ أَعْمَىٰ وَأَضَلُّ سَبِيلًا

En wie blind (van had) is in deze wereld, zal fn het Hiernamaals ook blind wezen en het meest van de Weg gedwaald zijn.

Transliteratie

Waman kana fee hathihi aAAma fahuwa fee alakhirati aAAma waadallu sabeelan

73
Hoofdstuk 17 : Vers 73

وَإِن كَادُوا۟ لَيَفْتِنُونَكَ عَنِ ٱلَّذِىٓ أَوْحَيْنَآ إِلَيْكَ لِتَفْتَرِىَ عَلَيْنَا غَيْرَهُۥ ۖ وَإِذًا لَّٱتَّخَذُوكَ خَلِيلًا

En zij hadden jou je bijna doen afwenden van wat Wij aan jou geopenbaard hadden, zodat jij iets anders over Ons verzonnen had; dan hadden zij jou zeker als boezemvriend genomen!

Transliteratie

Wain kadoo layaftinoonaka AAani allathee awhayna ilayka litaftariya AAalayna ghayrahu waithan laittakhathooka khaleelan

74
Hoofdstuk 17 : Vers 74

وَلَوْلَآ أَن ثَبَّتْنَـٰكَ لَقَدْ كِدتَّ تَرْكَنُ إِلَيْهِمْ شَيْـًٔا قَلِيلًا

En als Wij jou niet sterk zouden hebben gemaakt, dan zou jij je bijna een klein beetje tot hen geneigd hebben.

Transliteratie

Walawla an thabbatnaka laqad kidta tarkanu ilayhim shayan qaleelan

75
Hoofdstuk 17 : Vers 75

إِذًا لَّأَذَقْنَـٰكَ ضِعْفَ ٱلْحَيَوٰةِ وَضِعْفَ ٱلْمَمَاتِ ثُمَّ لَا تَجِدُ لَكَ عَلَيْنَا نَصِيرًا

Dan zouden Wij jou m dubbel deel (van de bestraffing) van dit leven en een dubbel deel van de dood laten proeven. En jij vindt dan geen beschermer tegen Ons.

Transliteratie

Ithan laathaqnaka diAAfa alhayati wadiAAfa almamati thumma la tajidu laka AAalayna naseeran

76
Hoofdstuk 17 : Vers 76

وَإِن كَادُوا۟ لَيَسْتَفِزُّونَكَ مِنَ ٱلْأَرْضِ لِيُخْرِجُوكَ مِنْهَا ۖ وَإِذًا لَّا يَلْبَثُونَ خِلَـٰفَكَ إِلَّا قَلِيلًا

En bijna hadden zij jou vanuit het land opgejaagd, om jou eruit te verdrijven, maar dan zouden zij er na jou niet gebleven zijn, behalve weinigen.

Transliteratie

Wain kadoo layastafizzoonaka mina alardi liyukhrijooka minha waithan la yalbathoona khilafaka illa qaleelan

77
Hoofdstuk 17 : Vers 77

سُنَّةَ مَن قَدْ أَرْسَلْنَا قَبْلَكَ مِن رُّسُلِنَا ۖ وَلَا تَجِدُ لِسُنَّتِنَا تَحْوِيلًا

(Dit was) de handelwijze van de Boodschappers die Wij vóór jou gezonden hebben en jij zult geen verandering in Onze handelwijze vinden.

Transliteratie

Sunnata man qad arsalna qablaka min rusulina wala tajidu lisunnatina tahweelan

78
Hoofdstuk 17 : Vers 78

أَقِمِ ٱلصَّلَوٰةَ لِدُلُوكِ ٱلشَّمْسِ إِلَىٰ غَسَقِ ٱلَّيْلِ وَقُرْءَانَ ٱلْفَجْرِ ۖ إِنَّ قُرْءَانَ ٱلْفَجْرِ كَانَ مَشْهُودًا

Onderhoud de shalât na het hoogtepunt van de zon tot donkerte van de nacht en het Fadjr-gebed. Voorwaar, van het Fadjr-gebed wordt getuigd (door Engelen).

Transliteratie

Aqimi alssalata lidulooki alshshamsi ila ghasaqi allayli waqurana alfajri inna qurana alfajri kana mashhoodan

79
Hoofdstuk 17 : Vers 79

وَمِنَ ٱلَّيْلِ فَتَهَجَّدْ بِهِۦ نَافِلَةً لَّكَ عَسَىٰٓ أَن يَبْعَثَكَ رَبُّكَ مَقَامًا مَّحْمُودًا

En verricht in een gedeelte van de nacht gebed, als een extra (gebed) voor jou. Jouw Heer zal jou zeker tot een loffelijke positie verheffen.

Transliteratie

Wamina allayli fatahajjad bihi nafilatan laka AAasa an yabAAathaka rabbuka maqaman mahmoodan

80
Hoofdstuk 17 : Vers 80

وَقُل رَّبِّ أَدْخِلْنِى مُدْخَلَ صِدْقٍ وَأَخْرِجْنِى مُخْرَجَ صِدْقٍ وَٱجْعَل لِّى مِن لَّدُنكَ سُلْطَـٰنًا نَّصِيرًا

Zeg (O Moehammad): "Laat mij binnentreden op oprechte wijze en laat mij verlaten op oprechte wijze en doe mij van Uw Zijde helpende macht toekomen."'

Transliteratie

Waqul rabbi adkhilnee mudkhala sidqin waakhrijnee mukhraja sidqin waijAAal lee min ladunka sultanan naseeran

81
Hoofdstuk 17 : Vers 81

وَقُلْ جَآءَ ٱلْحَقُّ وَزَهَقَ ٱلْبَـٰطِلُ ۚ إِنَّ ٱلْبَـٰطِلَ كَانَ زَهُوقًا

En zeg: "De Waarheid is gekomen en de valsheid is ten onder gegaan. Voorwaar, de valsheid gaat ten onder."

Transliteratie

Waqul jaa alhaqqu wazahaqa albatilu inna albatila kana zahooqan

82
Hoofdstuk 17 : Vers 82

وَنُنَزِّلُ مِنَ ٱلْقُرْءَانِ مَا هُوَ شِفَآءٌ وَرَحْمَةٌ لِّلْمُؤْمِنِينَ ۙ وَلَا يَزِيدُ ٱلظَّـٰلِمِينَ إِلَّا خَسَارًا

En Wij zonden (dat) van de Koran neer wat genezing en Barmhartigheid voor de gelovigen is. En het vermeerdert voor de onrechtvaardigen slechts verlies.

Transliteratie

Wanunazzilu mina alqurani ma huwa shifaon warahmatun lilmumineena wala yazeedu alththalimeena illa khasaran

83
Hoofdstuk 17 : Vers 83

وَإِذَآ أَنْعَمْنَا عَلَى ٱلْإِنسَـٰنِ أَعْرَضَ وَنَـَٔا بِجَانِبِهِۦ ۖ وَإِذَا مَسَّهُ ٱلشَّرُّ كَانَ يَـُٔوسًا

En wanneer Wij de mens begunstigen wendt hij zich af en keert zijn zijde toe, maar als het kwaad hem treft wordt hij wanhopig.

Transliteratie

Waitha anAAamna AAala alinsani aAArada wanaa bijanibihi waitha massahu alshsharru kana yaoosan

84
Hoofdstuk 17 : Vers 84

قُلْ كُلٌّ يَعْمَلُ عَلَىٰ شَاكِلَتِهِۦ فَرَبُّكُمْ أَعْلَمُ بِمَنْ هُوَ أَهْدَىٰ سَبِيلًا

Zeg: "Een ieder handelt naar zijn geaardheid en jullie Heer weet beter wie er beter op de Weg geleid is."

Transliteratie

Qul kullun yaAAmalu AAala shakilatihi farabbukum aAAlamu biman huwa ahda sabeelan

85
Hoofdstuk 17 : Vers 85

وَيَسْـَٔلُونَكَ عَنِ ٱلرُّوحِ ۖ قُلِ ٱلرُّوحُ مِنْ أَمْرِ رَبِّى وَمَآ أُوتِيتُم مِّنَ ٱلْعِلْمِ إِلَّا قَلِيلًا

En zij vragen jou over de ziel, zeg: "De ziel behoort tot de zaken van mijn Heer. En de kennis erover wordt jullie niet gegeven, behalve een weinig."

Transliteratie

Wayasaloonaka AAani alrroohi quli alrroohu min amri rabbee wama ooteetum mina alAAilmi illa qaleelan

86
Hoofdstuk 17 : Vers 86

وَلَئِن شِئْنَا لَنَذْهَبَنَّ بِٱلَّذِىٓ أَوْحَيْنَآ إِلَيْكَ ثُمَّ لَا تَجِدُ لَكَ بِهِۦ عَلَيْنَا وَكِيلًا

En indien Wij het gewild hadden, dan zouden Wij zeker dat kunnen laten verdwijnen wat Wij aan jou geopenbaard hebben, en dan zou jij niemand kunnen vinden die er bi Ons een beschermer tegen is.

Transliteratie

Walain shina lanathhabanna biallathee awhayna ilayka thumma la tajidu laka bihi AAalayna wakeelan

87
Hoofdstuk 17 : Vers 87

إِلَّا رَحْمَةً مِّن رَّبِّكَ ۚ إِنَّ فَضْلَهُۥ كَانَ عَلَيْكَ كَبِيرًا

Behalve als Barmhartigheid van jouw Heer, voorwaar: Zijn gunst voor jou is groot. Zeg (O Moehammad): "Als de mensen en de Djinn's zich zouden verzamelen om het gelijke van deze Koran te maken; dan kunnen zij niet het daaraan gelijke komen, zelfs al zouden zij elkur hulp zijn."

Transliteratie

Illa rahmatan min rabbika inna fadlahu kana AAalayka kabeeran

88
Hoofdstuk 17 : Vers 88

قُل لَّئِنِ ٱجْتَمَعَتِ ٱلْإِنسُ وَٱلْجِنُّ عَلَىٰٓ أَن يَأْتُوا۟ بِمِثْلِ هَـٰذَا ٱلْقُرْءَانِ لَا يَأْتُونَ بِمِثْلِهِۦ وَلَوْ كَانَ بَعْضُهُمْ لِبَعْضٍ ظَهِيرًا

Zeg (O Moehammad): "Als de mensen en de Djinn's zich zouden verzamelen om het gelijke van deze Koran te maken; dan kunnen zij niet het daaraan gelijke komen, zelfs al zouden zij elkur hulp zijn."

Transliteratie

Qul laini ijtamaAAati alinsu waaljinnu AAala an yatoo bimithli hatha alqurani la yatoona bimithlihi walaw kana baAAduhum libaAAdin thaheeran

89
Hoofdstuk 17 : Vers 89

وَلَقَدْ صَرَّفْنَا لِلنَّاسِ فِى هَـٰذَا ٱلْقُرْءَانِ مِن كُلِّ مَثَلٍ فَأَبَىٰٓ أَكْثَرُ ٱلنَّاسِ إِلَّا كُفُورًا

En voorzeker, Wij hebben voor de mensen in deze Koran alle (soorten) vergelijkingen uitgelegd, maar de meeste mensen weigeren het, behalve in ondankbaarheid.

Transliteratie

Walaqad sarrafna lilnnasi fee hatha alqurani min kulli mathalin faaba aktharu alnnasi illa kufooran

90
Hoofdstuk 17 : Vers 90

وَقَالُوا۟ لَن نُّؤْمِنَ لَكَ حَتَّىٰ تَفْجُرَ لَنَا مِنَ ٱلْأَرْضِ يَنۢبُوعًا

En zij zeiden (tegen Moehammad): "Wij zullen jou nooit geloven, totdat jij voor ons een bron uit de aarde doet opwellen.

Transliteratie

Waqaloo lan numina laka hatta tafjura lana mina alardi yanbooAAan

91
Hoofdstuk 17 : Vers 91

أَوْ تَكُونَ لَكَ جَنَّةٌ مِّن نَّخِيلٍ وَعِنَبٍ فَتُفَجِّرَ ٱلْأَنْهَـٰرَ خِلَـٰلَهَا تَفْجِيرًا

Of jij een tuin met dadelpalmen en druivenstruiken hebt, en dan overvloedige rivieren uit hun midden doet ontspringen.

Transliteratie

Aw takoona laka jannatun min nakheelin waAAinabin fatufajjira alanhara khilalaha tafjeeran

92
Hoofdstuk 17 : Vers 92

أَوْ تُسْقِطَ ٱلسَّمَآءَ كَمَا زَعَمْتَ عَلَيْنَا كِسَفًا أَوْ تَأْتِىَ بِٱللَّهِ وَٱلْمَلَـٰٓئِكَةِ قَبِيلًا

Of jij de hemel in stukken op ons neer doet vallen, zoals jij ons beweert, of jij Allah en de Engelen vóór ons brengt.

Transliteratie

Aw tusqita alssamaa kama zaAAamta AAalayna kisafan aw tatiya biAllahi waalmalaikati qabeelan

93
Hoofdstuk 17 : Vers 93

أَوْ يَكُونَ لَكَ بَيْتٌ مِّن زُخْرُفٍ أَوْ تَرْقَىٰ فِى ٱلسَّمَآءِ وَلَن نُّؤْمِنَ لِرُقِيِّكَ حَتَّىٰ تُنَزِّلَ عَلَيْنَا كِتَـٰبًا نَّقْرَؤُهُۥ ۗ قُلْ سُبْحَانَ رَبِّى هَلْ كُنتُ إِلَّا بَشَرًا رَّسُولًا

Of jij een huis van goud hebt, of naar de hemel opstijgt, en wij zullen jouw opstijging nooit geloven, totdat jij een boek ma ons neerzendt, dat wij kunnen lezen." Zeg (O Moehammad): "Heilig is mijn Heer, ik ben niets anders dan een menselijke Boodschapper."

Transliteratie

Aw yakoona laka baytun min zukhrufin aw tarqa fee alssamai walan numina liruqiyyika hatta tunazzila AAalayna kitaban naqraohu qul subhana rabbee hal kuntu illa basharan rasoolan

94
Hoofdstuk 17 : Vers 94

وَمَا مَنَعَ ٱلنَّاسَ أَن يُؤْمِنُوٓا۟ إِذْ جَآءَهُمُ ٱلْهُدَىٰٓ إِلَّآ أَن قَالُوٓا۟ أَبَعَثَ ٱللَّهُ بَشَرًا رَّسُولًا

En er was niets dat de mensen verhinderde te geloven tm de Leiding tot hen kwam, behalve dat zij zeiden: "Heeft Allah een menselijke Boodschapper neergezonden?"

Transliteratie

Wama manaAAa alnnasa an yuminoo ith jaahumu alhuda illa an qaloo abaAAatha Allahu basharan rasoolan

95
Hoofdstuk 17 : Vers 95

قُل لَّوْ كَانَ فِى ٱلْأَرْضِ مَلَـٰٓئِكَةٌ يَمْشُونَ مُطْمَئِنِّينَ لَنَزَّلْنَا عَلَيْهِم مِّنَ ٱلسَّمَآءِ مَلَكًا رَّسُولًا

Zeg: "Wanneer er op de aarde Engelen waren die rustig rondliepen, dan zouden Wij een Engel tot hen als Boodschapper neergezonden hebben."

Transliteratie

Qul law kana fee alardi malaikatun yamshoona mutmainneena lanazzalna AAalayhim mina alssamai malakan rasoolan

96
Hoofdstuk 17 : Vers 96

قُلْ كَفَىٰ بِٱللَّهِ شَهِيدًۢا بَيْنِى وَبَيْنَكُمْ ۚ إِنَّهُۥ كَانَ بِعِبَادِهِۦ خَبِيرًۢا بَصِيرًا

Zeg: "Allah is voldoende als Getuige tussen mij en jullie, en voorwaar Hij is Alwetend, Alziend over Zijn dienaren."

Transliteratie

Qul kafa biAllahi shaheedan baynee wabaynakum innahu kana biAAibadihi khabeeran baseeran

97
Hoofdstuk 17 : Vers 97

وَمَن يَهْدِ ٱللَّهُ فَهُوَ ٱلْمُهْتَدِ ۖ وَمَن يُضْلِلْ فَلَن تَجِدَ لَهُمْ أَوْلِيَآءَ مِن دُونِهِۦ ۖ وَنَحْشُرُهُمْ يَوْمَ ٱلْقِيَـٰمَةِ عَلَىٰ وُجُوهِهِمْ عُمْيًا وَبُكْمًا وَصُمًّا ۖ مَّأْوَىٰهُمْ جَهَنَّمُ ۖ كُلَّمَا خَبَتْ زِدْنَـٰهُمْ سَعِيرًا

En wie door Allah geleid wordt, hij is de welgeleide; maar wie (door Hem) tot dwaling gebracht is, voor hem zal jij nooit een beschermer naast Hem vinden. En Wij zullen hen op de Dag der Opstanding op hun gezichten verzamelen: blind en stom en doof Hun verblijfplaats is de Hel. Iedere keer dat hij dooft vermeerderen Wij voor ben het laaiend vuur.

Transliteratie

Waman yahdi Allahu fahuwa almuhtadi waman yudlil falan tajida lahum awliyaa min doonihi wanahshuruhum yawma alqiyamati AAala wujoohihim AAumyan wabukman wasumman mawahum jahannamu kullama khabat zidnahum saAAeeran

98
Hoofdstuk 17 : Vers 98

ذَٰلِكَ جَزَآؤُهُم بِأَنَّهُمْ كَفَرُوا۟ بِـَٔايَـٰتِنَا وَقَالُوٓا۟ أَءِذَا كُنَّا عِظَـٰمًا وَرُفَـٰتًا أَءِنَّا لَمَبْعُوثُونَ خَلْقًا جَدِيدًا

Dat is hun beloning, omdat zij Onze Tekenen verwierpen, en zij zeiden: "Wanneer Wij beenderen en stof geworden zijn, zullen wij dan zeker tot een nieuwe schepping opgewekt worden?"

Transliteratie

Thalika jazaohum biannahum kafaroo biayatina waqaloo aitha kunna AAithaman warufatan ainna lamabAAoothoona khalqan jadeedan

99
Hoofdstuk 17 : Vers 99

أَوَلَمْ يَرَوْا۟ أَنَّ ٱللَّهَ ٱلَّذِى خَلَقَ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضَ قَادِرٌ عَلَىٰٓ أَن يَخْلُقَ مِثْلَهُمْ وَجَعَلَ لَهُمْ أَجَلًا لَّا رَيْبَ فِيهِ فَأَبَى ٱلظَّـٰلِمُونَ إِلَّا كُفُورًا

Zien zij niet in dat Allah, Degene Die de hemelen en de aarde schiep, bij machte is het daarmee vergelijkbare te scheppen? En dat Hij een tijdstip heeft vastgesteld voor hen, zonder dat daarover twijfel bestaat? Maar de onrechtvaardigen weigeren het, behalve in ongeloof.

Transliteratie

Awalam yaraw anna Allaha allathee khalaqa alssamawati waalarda qadirun AAala an yakhluqa mithlahum wajaAAala lahum ajalan la rayba feehi faaba alththalimoona illa kufooran

100
Hoofdstuk 17 : Vers 100

قُل لَّوْ أَنتُمْ تَمْلِكُونَ خَزَآئِنَ رَحْمَةِ رَبِّىٓ إِذًا لَّأَمْسَكْتُمْ خَشْيَةَ ٱلْإِنفَاقِ ۚ وَكَانَ ٱلْإِنسَـٰنُ قَتُورًا

Zeg: "Als jullie de schatten van Barmhartigheid van mijn Heer bezaten, dan zouden jullie hen vasthouden uit vrees voor de uitgave (ervan)." En de mens is gierig!

Transliteratie

Qul law antum tamlikoona khazaina rahmati rabbee ithan laamsaktum khashyata alinfaqi wakana alinsanu qatooran

101
Hoofdstuk 17 : Vers 101

وَلَقَدْ ءَاتَيْنَا مُوسَىٰ تِسْعَ ءَايَـٰتٍۭ بَيِّنَـٰتٍ ۖ فَسْـَٔلْ بَنِىٓ إِسْرَٰٓءِيلَ إِذْ جَآءَهُمْ فَقَالَ لَهُۥ فِرْعَوْنُ إِنِّى لَأَظُنُّكَ يَـٰمُوسَىٰ مَسْحُورًا

En voorzeker, Wij hebben Môesa negen duidelijke Tekenen gegeven, en vraag de kinderen van Israël (O Moehammad) toen hij (Môesa) tot hen kwam, en Fir'aun tot hen zei: "Voorwaar, ik verondemel zeker dat jij, O Môesa, betoverd bent!"

Transliteratie

Walaqad atayna moosa tisAAa ayatin bayyinatin faisal banee israeela ith jaahum faqala lahu firAAawnu innee laathunnuka ya moosa mashooran

102
Hoofdstuk 17 : Vers 102

قَالَ لَقَدْ عَلِمْتَ مَآ أَنزَلَ هَـٰٓؤُلَآءِ إِلَّا رَبُّ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضِ بَصَآئِرَ وَإِنِّى لَأَظُنُّكَ يَـٰفِرْعَوْنُ مَثْبُورًا

Hij (Môesa) zei: "Jij weet dan niemand anders die (Tekenen) heeft neergezonden dan de Heer van de hemelen en de aarde, als een duidelijk bewijs. Voorwaar, ik veronderstel dat jij, O Fir'aun, ten onder gaat."

Transliteratie

Qala laqad AAalimta ma anzala haolai illa rabbu alssamawati waalardi basaira wainnee laathunnuka ya firAAawnu mathbooran

103
Hoofdstuk 17 : Vers 103

فَأَرَادَ أَن يَسْتَفِزَّهُم مِّنَ ٱلْأَرْضِ فَأَغْرَقْنَـٰهُ وَمَن مَّعَهُۥ جَمِيعًا

Vervolgens wenste bij (Fir'aun) ben uit het land te verdrijven, dus verdronken Wij hem en degenen die met hem waren allemaal.

Transliteratie

Faarada an yastafizzahum mina alardi faaghraqnahu waman maAAahu jameeAAan

104
Hoofdstuk 17 : Vers 104

وَقُلْنَا مِنۢ بَعْدِهِۦ لِبَنِىٓ إِسْرَٰٓءِيلَ ٱسْكُنُوا۟ ٱلْأَرْضَ فَإِذَا جَآءَ وَعْدُ ٱلْـَٔاخِرَةِ جِئْنَا بِكُمْ لَفِيفًا

En Wij zeiden na hem (Fir'aun) tot de Kinderen van Israël: "Woont in het land, wanneer dan de laatste aanzegging (de Dag der Opstanding) komt zullen Wij jullie gemengd bijeenbrengen."

Transliteratie

Waqulna min baAAdihi libanee israeela oskunoo alarda faitha jaa waAAdu alakhirati jina bikum lafeefan

105
Hoofdstuk 17 : Vers 105

وَبِٱلْحَقِّ أَنزَلْنَـٰهُ وَبِٱلْحَقِّ نَزَلَ ۗ وَمَآ أَرْسَلْنَـٰكَ إِلَّا مُبَشِّرًا وَنَذِيرًا

En met de Waarheid hebben Wij hem (de Koran) neergezonden en met de Waarheid is hij neergedaald. En Wij hebben jou niets anders dan als een verkondiger van goede tijdingen en als een waarschuwer gezonden.

Transliteratie

Wabialhaqqi anzalnahu wabialhaqqi nazala wama arsalnaka illa mubashshiran wanatheeran

106
Hoofdstuk 17 : Vers 106

وَقُرْءَانًا فَرَقْنَـٰهُ لِتَقْرَأَهُۥ عَلَى ٱلنَّاسِ عَلَىٰ مُكْثٍ وَنَزَّلْنَـٰهُ تَنزِيلًا

En (de openbaring van) de Koran hebben Wij in gedeelten verdeeld, om hem aan de mensen met tussenpozen voor te dragen en Wij hebben hem els een neerzending neergezonden.

Transliteratie

Waquranan faraqnahu litaqraahu AAala alnnasi AAala mukthin wanazzalnahu tanzeelan

107
Hoofdstuk 17 : Vers 107

قُلْ ءَامِنُوا۟ بِهِۦٓ أَوْ لَا تُؤْمِنُوٓا۟ ۚ إِنَّ ٱلَّذِينَ أُوتُوا۟ ٱلْعِلْمَ مِن قَبْلِهِۦٓ إِذَا يُتْلَىٰ عَلَيْهِمْ يَخِرُّونَ لِلْأَذْقَانِ سُجَّدًا

Zeg (O Moehammad): "Gelooft er in of gelooft niet." Voorwaar, degenen aan wie ervóór de kennis gegeven was, vallen op hun gezichten neer, zich neerknielend, wanneer hij hun voorgedragen wordt.

Transliteratie

Qul aminoo bihi aw la tuminoo inna allatheena ootoo alAAilma min qablihi itha yutla AAalayhim yakhirroona lilathqani sujjadan

108
Hoofdstuk 17 : Vers 108

وَيَقُولُونَ سُبْحَـٰنَ رَبِّنَآ إِن كَانَ وَعْدُ رَبِّنَا لَمَفْعُولًا

En zij zeggen: "Heilig is onze Heer, de belofte van onze Heer is zeker vervuld."

Transliteratie

Wayaqooloona subhana rabbina in kana waAAdu rabbina lamafAAoolan

109
Hoofdstuk 17 : Vers 109

وَيَخِرُّونَ لِلْأَذْقَانِ يَبْكُونَ وَيَزِيدُهُمْ خُشُوعًا ۩

En zij vallen op hun gezichten neer, terwijl zij huilen, en het vermeerdert hun vrees (voor Allah)."

Transliteratie

Wayakhirroona lilathqani yabkoona wayazeeduhum khushooAAan

110
Hoofdstuk 17 : Vers 110

قُلِ ٱدْعُوا۟ ٱللَّهَ أَوِ ٱدْعُوا۟ ٱلرَّحْمَـٰنَ ۖ أَيًّا مَّا تَدْعُوا۟ فَلَهُ ٱلْأَسْمَآءُ ٱلْحُسْنَىٰ ۚ وَلَا تَجْهَرْ بِصَلَاتِكَ وَلَا تُخَافِتْ بِهَا وَٱبْتَغِ بَيْنَ ذَٰلِكَ سَبِيلًا

Zeg: "Roept Allah aan of roept de Barmhartige aan. Waarbij jullie Hem ook aanroepen: aan Hem behoren de Schone Namen. Fn verricht je shalât niet met luide stem, en spreekt er niet zacht bij, maar zoekt een weg daartussen."

Transliteratie

Quli odAAoo Allaha awi odAAoo alrrahmana ayyan ma tadAAoo falahu alasmao alhusna wala tajhar bisalatika wala tukhafit biha waibtaghi bayna thalika sabeelan

111
Hoofdstuk 17 : Vers 111

وَقُلِ ٱلْحَمْدُ لِلَّهِ ٱلَّذِى لَمْ يَتَّخِذْ وَلَدًا وَلَمْ يَكُن لَّهُۥ شَرِيكٌ فِى ٱلْمُلْكِ وَلَمْ يَكُن لَّهُۥ وَلِىٌّ مِّنَ ٱلذُّلِّ ۖ وَكَبِّرْهُ تَكْبِيرًۢا

En zeg: "Alle lof zij Allah. Degene die Zich geen kind neemt en Die voor Zich geen deelgenoot in het Koninkrijk heeft en Hij is niet vemederd, daarom heeft Hij geen helper (nodig). En verheerlijk Hem met een grote verkeerlijking."

Transliteratie

Waquli alhamdu lillahi allathee lam yattakhith waladan walam yakun lahu shareekun fee almulki walam yakun lahu waliyyun mina alththulli wakabbirhu takbeeran

Hoofdstuk 17

Heilig is Degene Die 's nachts Zijn dienaar (Moehammad) van de Masdjid al Harâm (de Gewijde Moskee te Mekkah) naar de Masdjid al Aqsha heeft gebracht, waarvan Wij de omgeving hebben gezegend, opdat Wij hem van Onze Tekenen lieten zien. Voorwaar, Hij is de Alhorende, de Alziende. [1]

En Wij hebben aan Môesa de Schrift (de Taurat) gegeven en Wij maakten deze als Leiding voor de Kinderen van Israël: "Neemt geen helper naast mij." [2]

O nakomelingen van degenen die Wij met Nôeh (in de ark) gedragen hebben, voorwaar, hij (Noeh) was een dankbare dienaar! [3]

En Wij hebben de Kinderen van Israel op de hoogte gebracht in de Schrift: "Jullie zullen zeker twee maal verderf zaaien op aarde en jullie zullen je zeker hoogmoedig gedragen, met grote hoogmoed." [4]

En toen (de vervulling) van de eerste van de twee beloften kwam, stuurden Wij jullie dienaren van Ons, bezitters van verschrikkelijke macht, die daarop de huizen binnendirongen: het was een vervulde belofte. [5]

Vervolgens gaven Wij jullie de overhand over hen en vemeerderden Wij voor jullie de bezittingen en zonen en maakten Wij jullie tot de grootste groep. [6]

Als jullie goed deden, deden jullie goed voor julliezelf: en als jullie kwaad deden, dan was dat voor jullie. En toen de laatste belofte vervuld werd (stuurden Wij vijanden) om jullie gezichten te verminken en de gebedsruimte binnen te gaan, zoals zij daar de eerste keer binnengingen, en om volledig te vernietigen wat zij veroverd hadden. [7]

Mog ejullie Heer jullie begenadigen. En als jullie terugkeren (naar jullie zonden) zullen Wij terugkeren (naar het bestraffen van jullie). En Wij maakten de Hel voor de ongelovigen tot een gevangenis. [8]

Voorwaar, deze Koran leidt naar wat rechter is en brengt goede tijdingen aan de gelovigen die goede werken verrichten. Voorwaar, er is voor hen een grote beloning. [9]

En voor degenen die niet in het Hiernamaals geloven, voor hen hebben Wij een pijnlijke bestraffing voorbereid. [10]

En de mens smeekt om het kwade, net zoals hij om het goede smeekt. En de mens is haastig (van aard). [11]

En Wij hebben de nacht en de dag tot twee Tekenen gemaakt. En het Teken van de nacht hebben Wij donker gemaakt en het Teken van de dag hebben Wij verlichtend gemaakt opdat jullie de gunst van jullie Heer zoeken en opdat jullie de jaartelling en de berekening ervan kennen. En alle zaken hebben Wij met een duidelijke uitleg uiteengezet. [12]

En voor ieder mens hebben Wij zijn lotsbestemming aan zijn hals vastgemaakt. En Wij voorzien hem op de Dag der Opstanding van een boek dat bij opengeslagen aantreft. [13]

(Er wordt tegen hem gezegd:) "Lees jouw boek." Op deze Dag is jouw eigen ziel voldoende als berekenaar tegen jou. [14]

Wie Leiding volgt, volgt de Leiding waarlijk voor zichzelf, en wie dwaalt, dwaalt waarlijk tegen zichzelf en niemand kan de zonde van iemand anders dragen. En Wij bestraffen niet voordat Wij een Boodschapper hebben gestuurd. [15]

En als Wij een (volk in een) stad willen vernietigen, bevelen Wij hen die daarin in weelde leven (Allah te gehoorzamen); zij begaan daarin zware zonden, zodat het woord (van de bestraffing) terecht is, vervolgens vernietigen Wij hen volledig. [16]

En hoeveel generaties hebben Wij niet na Nôeh ij vernietigd? En jouw Heer is voldoende om de zonden van Zijn dienaren te wetm en te zien. [17]

En wie het vergankelijke (van de wereld) wenst: voor hem zullen Wij wat Wij wensen daarin verhaaasten, voor wie Wij willen. Vervolgens maken Wij voor hem de Hel, hij gaat daar binnen, vernederd en verjaagd. [18]

En wie het Hiernamaals wenst en er met een redelijke inzet naar streeft, én hij is gelovig: hij (behoort) tot degenen van wie hun streven wordt beloond. [19]

Beide groepen, voornoemde en laatstgenoemde, geven Wij ondersteuning van jouw Heer, en de ondersteuning van jouw Heer is onafwendbaar. [20]

Zie hoe Wij sommigen van hen bevoorrecht hebben boven anderen. En het Hiernamaals is zeker hoger in rang en groter als voorrecht. [21]

En neem geen andere god naast Allah, anders zit jij daar (O Moehammad) met verwijten (beladen) en verlaten. [22]

En jullie Heer heeft bepaald dat jullie niets dan Hem alleen aanbidden, en goedheid betrachten tegenover de ouders. Als een van de twee of beiden de ouderdom bereiken in jouw aanwezigheid, zeg dan nooit "foei" tegen ben, snauw hen niet af en spreek tot hen een vriendelijk woord. [23]

En wees zachtmoedig voor beiden, en nederig en liefdevol, en zeg: "O mijn Heer, schenk hun Genade, zoals zij mij opvoedden toen ik klein was." [24]

Jullie Heer weet beter wat er injullie zielen is, als jullie oprechte mensen zijn. Voorwaar; dan is Hij voor de berouwvollen Vergevensge-zind. [25]

En geef de verwanten hun recht en de armen en de reizigers (zonder proviand), en wees niet verkwistend. [26]

Voorwaar. de verkwisters zijn broeders van de Satan en de Satan is ondankbaar jegens zijn Heer. [27]

En als jullie je van hen afwenden omwille van de Barmhartigheid van jullie Heer die jullie hopen te krijgen: spreekt dan (toch) een zacht woord tot hen. [28]

En maak je hand niet vastgebonden aan je nek, en strek hem niet uit met de hele uitstrekking, want dan wordt je (gierigheid of spilzucht) verweten en spijtig. [29]

Voorwaar, jouw Heer verruimt de voorziening voor wie Hij wil en Hij beperkt. Voorwaar, Hij is Alwetend, Alziend over Zijn dienaren. [30]

En doodt jullie kinderen niet uit vrees voor armoede: Wij voorzien hun en jullie van levensonderhoud. Voorwaar, hen doden is een grote zonde. [31]

En nader niet de ontucht. Voorwaar, ontucht is een zedeloosheid en een slechte weg. [32]

En doodt geen ziel waarvan Allah (het doden) verboden heeft verklaard, behalve volgens het recht en wie onrechtvaardig gedood wordt: Wij hebben zijn erfgenaam een bevoegdheid gegeven; maar overdrijft niet hij het doden. Voorwaar: hij wordt geholpen. [33]

En benadert niet het bezit van de wees, behalve op de betere manier, totdat bij volwassen is: en komt de belofte na. Voorwaar, over de belofte worden jullie (op de Dag der Opstanding) ondervraagd [34]

En geeft de volle maat wanneer jullie afwegen en weegt met de juiste weegschaal, dat is beter en een mooiere afsluiting. [35]

En volg niet dat waarover je geen kennis hebt. Voorwaar, het gehoor en het gezichtsvermogen en de harten: die zullen allen erover ondervraagd worden. [36]

En loop niet hoogmoedig op de aarde. Voorwaar, jij kan de aarde niet doen splijten en niet de hoogte van een berg bereiken. [37]

Dat alles is slecht bij jouw Heer, verwerpelijk. [38]

Dat is (een deel) van de Wijsheid die Allah aan jou openbaarde. En neem geen andere god naast Allah, anders wordt je in de Hel geworpen, vol verwijten en verworpen. [39]

Heeft jullie Heer voor jullie zonen verkozen en voor Zichzelf vanonder de Engelen dochters genomen? Voorwaar, jullie spreken zeker geweldig (slechte) woorden! [40]

En Wij hebben in deze Koran (zaken) uitgelegd opdat zij (de ongelovigen) vermaand worden, maar het versterkt bij hen slechts het afwenden. [41]

Zeg (O Moehammad): "Als er goden bij Hem geweest zouden zijn, zoals zij zeggen, dan zouden zij een Weg naar de Eigenaar van de Troon (Allah) zoeken." [42]

Heilig is Hij en Verheven boven wat zij in grote trots zeggen. [43]

De zeven hemelen en de aarde en wie er in hen zijn, roepen Zijn Glorie uiten er is niets of het roept Zijn Glorie uit met Zijn lofprijzing en toch begrijpen jullie hun glorieroep niet. Voorwaar, Hij is Zachtmoedig, Vergevensgezind. [44]

En wanneer jij de Koran voordraagt, brengen Wij tussen jou en degenen die niet in het Hiernamaals geloven een verhinderende afscheiding aan. [45]

En Wi hebben bedekkingen over hun harten aangebracht, zodat zij hem niet begrijpen, en doofheid in hun oren. Wanneer jij jouw Enige Heer noemt tijdens de Koranrecitatie, dan keren zij hun ruggen toe, zich afwendend. [46]

Wij weten beter hoe zij over hem horen, wanneer zij naar jou lijken te luisteren. En toen zij onderling fluisterden, zeiden de onrechtvaardigen: "Jullie volgen slechts een betoverde man!" [47]

Kijk hoe zij vergelijkingen met jou maken: hierdoor dwalen zij en kunnen zij geen Weg vinden. [48]

En zij zeiden: "Wanneer Wij botten en stof geworden zijn, worden wij dan zeker tot een nieuwe schepping opgewekt?" [49]

Zeg: "Wordt steen of ijzer... (en jullie worden zelfs dan opgewekt.) [50]

Of een schepping waarvan het in jullie harten het moeilijkst lijkt." Dan zullen zij zeggen: "Wie doet ons terugkeren?" Zeg: "Degene Die jullie de eerste keer schiep." Dan zullen zij hun hoofd naar jou schudden, en zeggen: "'Wanneer is dat?" Zeg: "Het kan nabij zijn!" [51]

Op de Dag waarop Hij jullie oproept en jullie dan (Zijn oproep) beantwoorden met een lofprijzing van Hem. En jullie zullen veronderstellen dat jullie slechts weinig (tijd op aarde) verbleven. [52]

En zeg tegen Mijn dienaren (O Moehammad) dat zij wat beter is zeggen. Voorwaar, de Satan zaait verdeeldheid onder hen. Voorwaar, de Satan is voor de mensen een duidelijke vijand. [53]

Jullie Heer kent jullie beter. Indien Hij wil, begenadigt Hij jullie; of, indien Hij wil, bestraft Hij jullie. En Wij hebben jou (O Moehammad) niet als voogd tot hen gezonden. [54]

En jouw Heer weet beter over wie er in de hemelen en (op) de aarde is. En Wij hebben sommige Profeten bevoorrecht boven andere Profeten, en Wij gaven Dâwôed de Zabôer [55]

Zeg (O Moehammad): "Roept degenen die jullie naast Allah als god veronderstellen maar aan, zij zijn niet bij machte het kwade van jullie weg te nemen en het te veranderen." [56]

Zij (de veelgodenaanbidders) zijn degenen die aanroepen, (en zij die aangeroepen worden) zoeken naar een middel tot hun Heer. Wie van hen het dichtst bij (hun Heer) zijn en op Zijn Barmhartigheid hopen en Zijn bestraffing vrezen: voorwaar, een bestraffing van jouw Heer is te vrezen. [57]

En er is geen land, of Wij hebben het vôôr de Dag van de Opstanding vernietigd, of haar bestraft met een harde bestraffing. Dat is (vastgelegd) in het geschreven Boek. [58]

En niets verhinderde Ons de Tekenen neer te zenden dan dat de voorafgaaden hen loochenden. En Wij gaven de Tsamôed de vrouwtjeskameel, als een duidelijk zichtbaar (Teken) maar zij behandelden haar onrechtvaardig. En Wij zenden de Tekenen alleen maar om (hen) te doen vrezen. [59]

En (gedenk) toen Wij zeiden dat jouw Heer de mensheid omvat. En Wij hebben jou de waarneming die wij jou lieten zien slechts als een beproeving voor mensen gegeven; en (ook) de vervloekte boom in de Koran. En Wij jagen hen vrees aan: maar het venneerdert bij hen niets dan een grote overtreding. [60]

En toen Wij tot de Engelen zeiden: "Kniel jullie neer voor Adam," toen knielden zij allen, behalve Iblîs (Satan). Hij zei: "Moet ik (mij) neerknielen voor iemand die U uit aarde heeft geschapen?" [61]

Hij (Iblîs) zei: "Ziet U? Dat is degene die U boven mij geëerd hebt. Indien U mij uitstel geeft tot de Dag der Opstanding zal ik zeker zijn nageslacht doen dwalen, op weinigen na." [62]

Hij (Allah) zei: "Ga heen; wie van hen jou volgt: voorwaar: de Hel zal jullie beloning zijn, als een volledige beloning! [63]

En rui van hen op wie jij kan met jouw stem, en val hen aan met je paarden en je voetvolk, en deel rijkdommem en kinderen met hen en doe hen beloften." En de Satan belooft ben niets dan bedrog. [64]

Voorwaar, jij hebt geen macht over Mijn dienaren. En jouw Heer is voldoende als Beschemer." [65]

Jullie Heer is Degene Die voor jullie de schepen op zee doet varen, opdat jullie van Zijn gunsten zoeken. Voorwaar, Hij is voor jullie Meest Barmhartig. [66]

En als de tegenspoed jullie op zee getroffen heefk verdwijnt degene die jullie aanroepen, behalve Hij. Toen Hij jullie naar het kad redde, wendden jullie je af Ende mens is ondenkbaar! [67]

Voelen jullie je er veilig voor, dat Hij jullie niet in de aarde weg doet zinken wanneer jullie op het land zijn, of stenen over jullie zendt? Vervolgens vinden jullie geen beschermer voor jullie. [68]

Of voelen jullie je er veilig voor, dat Hij jullie nog een andere keer (naar de zee) doet terugkeren, en Hij dan een orkaan over jullie zendt, die jullie dan verdrinkt, omdat jullie ongelovig zijn en dat jullie dan daarin geen helper tegen Ons vinden? [69]

En voorzeker, Wij hebben de kinderen van Adam geëerd. Wij brachten hen op het land en op de zee. Wij gaven hun levensonderhoud van het goede en Wij bevoorrechtten hen met een privilege boven vele van de andere schepsels die Wij hebben geschapen. [70]

Op de dag waarop Wij alle mensen met hun boeken zullen oproepen: wie dan zijn boek (met zijn daden) in zijn echterhand gegeven wordt: zij zijn degenen die hun boek (met een gerust hart) lezen. En hen zal geen enkel onrecht aangedaan worden. [71]

En wie blind (van had) is in deze wereld, zal fn het Hiernamaals ook blind wezen en het meest van de Weg gedwaald zijn. [72]

En zij hadden jou je bijna doen afwenden van wat Wij aan jou geopenbaard hadden, zodat jij iets anders over Ons verzonnen had; dan hadden zij jou zeker als boezemvriend genomen! [73]

En als Wij jou niet sterk zouden hebben gemaakt, dan zou jij je bijna een klein beetje tot hen geneigd hebben. [74]

Dan zouden Wij jou m dubbel deel (van de bestraffing) van dit leven en een dubbel deel van de dood laten proeven. En jij vindt dan geen beschermer tegen Ons. [75]

En bijna hadden zij jou vanuit het land opgejaagd, om jou eruit te verdrijven, maar dan zouden zij er na jou niet gebleven zijn, behalve weinigen. [76]

(Dit was) de handelwijze van de Boodschappers die Wij vóór jou gezonden hebben en jij zult geen verandering in Onze handelwijze vinden. [77]

Onderhoud de shalât na het hoogtepunt van de zon tot donkerte van de nacht en het Fadjr-gebed. Voorwaar, van het Fadjr-gebed wordt getuigd (door Engelen). [78]

En verricht in een gedeelte van de nacht gebed, als een extra (gebed) voor jou. Jouw Heer zal jou zeker tot een loffelijke positie verheffen. [79]

Zeg (O Moehammad): "Laat mij binnentreden op oprechte wijze en laat mij verlaten op oprechte wijze en doe mij van Uw Zijde helpende macht toekomen."' [80]

En zeg: "De Waarheid is gekomen en de valsheid is ten onder gegaan. Voorwaar, de valsheid gaat ten onder." [81]

En Wij zonden (dat) van de Koran neer wat genezing en Barmhartigheid voor de gelovigen is. En het vermeerdert voor de onrechtvaardigen slechts verlies. [82]

En wanneer Wij de mens begunstigen wendt hij zich af en keert zijn zijde toe, maar als het kwaad hem treft wordt hij wanhopig. [83]

Zeg: "Een ieder handelt naar zijn geaardheid en jullie Heer weet beter wie er beter op de Weg geleid is." [84]

En zij vragen jou over de ziel, zeg: "De ziel behoort tot de zaken van mijn Heer. En de kennis erover wordt jullie niet gegeven, behalve een weinig." [85]

En indien Wij het gewild hadden, dan zouden Wij zeker dat kunnen laten verdwijnen wat Wij aan jou geopenbaard hebben, en dan zou jij niemand kunnen vinden die er bi Ons een beschermer tegen is. [86]

Behalve als Barmhartigheid van jouw Heer, voorwaar: Zijn gunst voor jou is groot. Zeg (O Moehammad): "Als de mensen en de Djinn's zich zouden verzamelen om het gelijke van deze Koran te maken; dan kunnen zij niet het daaraan gelijke komen, zelfs al zouden zij elkur hulp zijn." [87]

Zeg (O Moehammad): "Als de mensen en de Djinn's zich zouden verzamelen om het gelijke van deze Koran te maken; dan kunnen zij niet het daaraan gelijke komen, zelfs al zouden zij elkur hulp zijn." [88]

En voorzeker, Wij hebben voor de mensen in deze Koran alle (soorten) vergelijkingen uitgelegd, maar de meeste mensen weigeren het, behalve in ondankbaarheid. [89]

En zij zeiden (tegen Moehammad): "Wij zullen jou nooit geloven, totdat jij voor ons een bron uit de aarde doet opwellen. [90]

Of jij een tuin met dadelpalmen en druivenstruiken hebt, en dan overvloedige rivieren uit hun midden doet ontspringen. [91]

Of jij de hemel in stukken op ons neer doet vallen, zoals jij ons beweert, of jij Allah en de Engelen vóór ons brengt. [92]

Of jij een huis van goud hebt, of naar de hemel opstijgt, en wij zullen jouw opstijging nooit geloven, totdat jij een boek ma ons neerzendt, dat wij kunnen lezen." Zeg (O Moehammad): "Heilig is mijn Heer, ik ben niets anders dan een menselijke Boodschapper." [93]

En er was niets dat de mensen verhinderde te geloven tm de Leiding tot hen kwam, behalve dat zij zeiden: "Heeft Allah een menselijke Boodschapper neergezonden?" [94]

Zeg: "Wanneer er op de aarde Engelen waren die rustig rondliepen, dan zouden Wij een Engel tot hen als Boodschapper neergezonden hebben." [95]

Zeg: "Allah is voldoende als Getuige tussen mij en jullie, en voorwaar Hij is Alwetend, Alziend over Zijn dienaren." [96]

En wie door Allah geleid wordt, hij is de welgeleide; maar wie (door Hem) tot dwaling gebracht is, voor hem zal jij nooit een beschermer naast Hem vinden. En Wij zullen hen op de Dag der Opstanding op hun gezichten verzamelen: blind en stom en doof Hun verblijfplaats is de Hel. Iedere keer dat hij dooft vermeerderen Wij voor ben het laaiend vuur. [97]

Dat is hun beloning, omdat zij Onze Tekenen verwierpen, en zij zeiden: "Wanneer Wij beenderen en stof geworden zijn, zullen wij dan zeker tot een nieuwe schepping opgewekt worden?" [98]

Zien zij niet in dat Allah, Degene Die de hemelen en de aarde schiep, bij machte is het daarmee vergelijkbare te scheppen? En dat Hij een tijdstip heeft vastgesteld voor hen, zonder dat daarover twijfel bestaat? Maar de onrechtvaardigen weigeren het, behalve in ongeloof. [99]

Zeg: "Als jullie de schatten van Barmhartigheid van mijn Heer bezaten, dan zouden jullie hen vasthouden uit vrees voor de uitgave (ervan)." En de mens is gierig! [100]

En voorzeker, Wij hebben Môesa negen duidelijke Tekenen gegeven, en vraag de kinderen van Israël (O Moehammad) toen hij (Môesa) tot hen kwam, en Fir'aun tot hen zei: "Voorwaar, ik verondemel zeker dat jij, O Môesa, betoverd bent!" [101]

Hij (Môesa) zei: "Jij weet dan niemand anders die (Tekenen) heeft neergezonden dan de Heer van de hemelen en de aarde, als een duidelijk bewijs. Voorwaar, ik veronderstel dat jij, O Fir'aun, ten onder gaat." [102]

Vervolgens wenste bij (Fir'aun) ben uit het land te verdrijven, dus verdronken Wij hem en degenen die met hem waren allemaal. [103]

En Wij zeiden na hem (Fir'aun) tot de Kinderen van Israël: "Woont in het land, wanneer dan de laatste aanzegging (de Dag der Opstanding) komt zullen Wij jullie gemengd bijeenbrengen." [104]

En met de Waarheid hebben Wij hem (de Koran) neergezonden en met de Waarheid is hij neergedaald. En Wij hebben jou niets anders dan als een verkondiger van goede tijdingen en als een waarschuwer gezonden. [105]

En (de openbaring van) de Koran hebben Wij in gedeelten verdeeld, om hem aan de mensen met tussenpozen voor te dragen en Wij hebben hem els een neerzending neergezonden. [106]

Zeg (O Moehammad): "Gelooft er in of gelooft niet." Voorwaar, degenen aan wie ervóór de kennis gegeven was, vallen op hun gezichten neer, zich neerknielend, wanneer hij hun voorgedragen wordt. [107]

En zij zeggen: "Heilig is onze Heer, de belofte van onze Heer is zeker vervuld." [108]

En zij vallen op hun gezichten neer, terwijl zij huilen, en het vermeerdert hun vrees (voor Allah)." [109]

Zeg: "Roept Allah aan of roept de Barmhartige aan. Waarbij jullie Hem ook aanroepen: aan Hem behoren de Schone Namen. Fn verricht je shalât niet met luide stem, en spreekt er niet zacht bij, maar zoekt een weg daartussen." [110]

En zeg: "Alle lof zij Allah. Degene die Zich geen kind neemt en Die voor Zich geen deelgenoot in het Koninkrijk heeft en Hij is niet vemederd, daarom heeft Hij geen helper (nodig). En verheerlijk Hem met een grote verkeerlijking." [111]