المائدة

De Tafel

Al-Māʾidah

Hoofdstuk: 5
Verzen: 120

Vertaler: Sofian S. Siregar

Taal: Nederlands

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ

In naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle

1
Hoofdstuk 5 : Vers 1

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوٓا۟ أَوْفُوا۟ بِٱلْعُقُودِ ۚ أُحِلَّتْ لَكُم بَهِيمَةُ ٱلْأَنْعَـٰمِ إِلَّا مَا يُتْلَىٰ عَلَيْكُمْ غَيْرَ مُحِلِّى ٱلصَّيْدِ وَأَنتُمْ حُرُمٌ ۗ إِنَّ ٱللَّهَ يَحْكُمُ مَا يُرِيدُ

O jullie die geloven! Komt de beloften na. Toegestaan voor jullie zijn de dieren van het vee, behalve wat aan jullie voorgelezen is. Niet toegestaan is het jagen als jullie in de gewijde staat zijn (tijdens de bedevaart). Voorwaar, Allah oordeelt over wat Hij wil.

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo awfoo bialAAuqoodi ohillat lakum baheematu alanAAami illa ma yutla AAalaykum ghayra muhillee alssaydi waantum hurumun inna Allaha yahkumu ma yureedu

2
Hoofdstuk 5 : Vers 2

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ لَا تُحِلُّوا۟ شَعَـٰٓئِرَ ٱللَّهِ وَلَا ٱلشَّهْرَ ٱلْحَرَامَ وَلَا ٱلْهَدْىَ وَلَا ٱلْقَلَـٰٓئِدَ وَلَآ ءَآمِّينَ ٱلْبَيْتَ ٱلْحَرَامَ يَبْتَغُونَ فَضْلًا مِّن رَّبِّهِمْ وَرِضْوَٰنًا ۚ وَإِذَا حَلَلْتُمْ فَٱصْطَادُوا۟ ۚ وَلَا يَجْرِمَنَّكُمْ شَنَـَٔانُ قَوْمٍ أَن صَدُّوكُمْ عَنِ ٱلْمَسْجِدِ ٱلْحَرَامِ أَن تَعْتَدُوا۟ ۘ وَتَعَاوَنُوا۟ عَلَى ٱلْبِرِّ وَٱلتَّقْوَىٰ ۖ وَلَا تَعَاوَنُوا۟ عَلَى ٱلْإِثْمِ وَٱلْعُدْوَٰنِ ۚ وَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ ۖ إِنَّ ٱللَّهَ شَدِيدُ ٱلْعِقَابِ

O jullie die geloven! Ontheiligt niet de gewijde Tekenen van Allah en niet de gewijde Maand (van de Haddj) en niet de offerieren en niet de halsomhangsels en niet degenen die onderweg zijn naar het Gewijde Huis (de Ka'bah) terwijl zij de gunst en het welgevallen van hun Heer zoeken. En wanneer jullie gewijde toestand voltooid is, dan (mogen) jullie jagen. En laat de haat van een volk dat jullie hindert (te gaan) naar de Masdjid al Harâm (de gewijde Moskee te Mekkah) jullie er niet toe brengen overtredingen te begaan, maar ondersteunt elkaar bij het goede en Taqwa. En steunt elkaar niet bij zonde en overtreding. En vreest Allah. Voorwaar, Allah is streng in de bestraffing.

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo la tuhilloo shaAAaira Allahi wala alshshahra alharama wala alhadya wala alqalaida wala ammeena albayta alharama yabtaghoona fadlan min rabbihim waridwanan waitha halaltum faistadoo wala yajrimannakum shanaanu qawmin an saddookum AAani almasjidi alharami an taAAtadoo wataAAawanoo AAala albirri waalttaqwa wala taAAawanoo AAala alithmi waalAAudwani waittaqoo Allaha inna Allaha shadeedu alAAiqabi

3
Hoofdstuk 5 : Vers 3

حُرِّمَتْ عَلَيْكُمُ ٱلْمَيْتَةُ وَٱلدَّمُ وَلَحْمُ ٱلْخِنزِيرِ وَمَآ أُهِلَّ لِغَيْرِ ٱللَّهِ بِهِۦ وَٱلْمُنْخَنِقَةُ وَٱلْمَوْقُوذَةُ وَٱلْمُتَرَدِّيَةُ وَٱلنَّطِيحَةُ وَمَآ أَكَلَ ٱلسَّبُعُ إِلَّا مَا ذَكَّيْتُمْ وَمَا ذُبِحَ عَلَى ٱلنُّصُبِ وَأَن تَسْتَقْسِمُوا۟ بِٱلْأَزْلَـٰمِ ۚ ذَٰلِكُمْ فِسْقٌ ۗ ٱلْيَوْمَ يَئِسَ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ مِن دِينِكُمْ فَلَا تَخْشَوْهُمْ وَٱخْشَوْنِ ۚ ٱلْيَوْمَ أَكْمَلْتُ لَكُمْ دِينَكُمْ وَأَتْمَمْتُ عَلَيْكُمْ نِعْمَتِى وَرَضِيتُ لَكُمُ ٱلْإِسْلَـٰمَ دِينًا ۚ فَمَنِ ٱضْطُرَّ فِى مَخْمَصَةٍ غَيْرَ مُتَجَانِفٍ لِّإِثْمٍ ۙ فَإِنَّ ٱللَّهَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ

Verboden voor jullie zijn het kadaver, het bloed en het van de varkens en hetgeen waarover anders (dan de Naam) van Allah is uitgesproken, het gewurgde, het geslagene, het gevallene, het gestokene en dat waar de wilde dieren van gevreten hebben - behalve wat jullie geslachte hebben - on (verboden zijn) wat op de afgodsaltaren geslacht is en wat jullie met pijlen verloten. Dat is een zware zonde. Op deze dag wanhopen degenen die ongelovig zijn aan (de bestrijding van) jullie godsdienst. Vreest hen niet, maar vreest Mij. Vandaag heb Ik jullie godsdienst voor jullie vervolmaakt en heb Ik Mijn gunst voor jullie volledig gemaakt en heb Ik de Islam voor jullie als godsdienst gekozen. En wie door honger gedwongen is, zonder neiging tot zonde: Allah is dan Vergevensgezind, Meest Barmahartig.

Transliteratie

Hurrimat AAalaykumu almaytatu waalddamu walahmu alkhinzeeri wama ohilla lighayri Allahi bihi waalmunkhaniqatu waalmawqoothatu waalmutaraddiyatu waalnnateehatu wama akala alssabuAAu illa ma thakkaytum wama thubiha AAala alnnusubi waan tastaqsimoo bialazlami thalikum fisqun alyawma yaisa allatheena kafaroo min deenikum fala takhshawhum waikhshawni alyawma akmaltu lakum deenakum waatmamtu AAalaykum niAAmatee waradeetu lakumu alislama deenan famani idturra fee makhmasatin ghayra mutajanifin liithmin fainna Allaha ghafoorun raheemun

4
Hoofdstuk 5 : Vers 4

يَسْـَٔلُونَكَ مَاذَآ أُحِلَّ لَهُمْ ۖ قُلْ أُحِلَّ لَكُمُ ٱلطَّيِّبَـٰتُ ۙ وَمَا عَلَّمْتُم مِّنَ ٱلْجَوَارِحِ مُكَلِّبِينَ تُعَلِّمُونَهُنَّ مِمَّا عَلَّمَكُمُ ٱللَّهُ ۖ فَكُلُوا۟ مِمَّآ أَمْسَكْنَ عَلَيْكُمْ وَٱذْكُرُوا۟ ٱسْمَ ٱللَّهِ عَلَيْهِ ۖ وَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ سَرِيعُ ٱلْحِسَابِ

En zij vragen jou wat hun toegestaan is. Zeg: "Jullie toegestaan zijn alle goede (soorten voedsel) en wat jullie krijgen met behulp van roofdieren die jullie leren (vangen) zoals Allah jullie leerde." Eet van wat zij voor jullie gevangen hebben, en spreekt er de Nam van Allah over uit (bij het loslaten van de afgerichte dieren) En vreest Allah. Voorwaar, Allah is snel in het opmaken van de afrekening.

Transliteratie

Yasaloonaka matha ohilla lahum qul ohilla lakumu alttayyibatu wama AAallamtum mina aljawarihi mukallibeena tuAAallimoonahunna mimma AAallamakumu Allahu fakuloo mimma amsakna AAalaykum waothkuroo isma Allahi AAalayhi waittaqoo Allaha inna Allaha sareeAAu alhisabi

5
Hoofdstuk 5 : Vers 5

ٱلْيَوْمَ أُحِلَّ لَكُمُ ٱلطَّيِّبَـٰتُ ۖ وَطَعَامُ ٱلَّذِينَ أُوتُوا۟ ٱلْكِتَـٰبَ حِلٌّ لَّكُمْ وَطَعَامُكُمْ حِلٌّ لَّهُمْ ۖ وَٱلْمُحْصَنَـٰتُ مِنَ ٱلْمُؤْمِنَـٰتِ وَٱلْمُحْصَنَـٰتُ مِنَ ٱلَّذِينَ أُوتُوا۟ ٱلْكِتَـٰبَ مِن قَبْلِكُمْ إِذَآ ءَاتَيْتُمُوهُنَّ أُجُورَهُنَّ مُحْصِنِينَ غَيْرَ مُسَـٰفِحِينَ وَلَا مُتَّخِذِىٓ أَخْدَانٍ ۗ وَمَن يَكْفُرْ بِٱلْإِيمَـٰنِ فَقَدْ حَبِطَ عَمَلُهُۥ وَهُوَ فِى ٱلْـَٔاخِرَةِ مِنَ ٱلْخَـٰسِرِينَ

Op deze dag zijn alle goede (zaken) voor jullie toegestaan gemaakt, en het voedsel (geslachte dieren) van de Lieden van de Schrift is jullie toegestam en jullie voedsel is hun toegestaan. (Toegestaan om mee te trouwen zijn:) de eerbare vrouwen onder de gelovige vrouwen en de eerbare vrouwen onder degenen die de Schrift vóór jullie gegeven is; indien jullie hun hun bruidschatten geven, in eerbaairheid handelend en niet in ontucht en neemt Seen minnaressen. En degene die het geloof verwerpt: zijn werk draagt waarlijk geen vrucht en hij behoort in het Hiernamaals tot de verliezers.

Transliteratie

Alyawma ohilla lakumu alttayyibatu wataAAamu allatheena ootoo alkitaba hillun lakum wataAAamukum hillun lahum waalmuhsanatu mina almuminati waalmuhsanatu mina allatheena ootoo alkitaba min qablikum itha ataytumoohunna ojoorahunna muhsineena ghayra musafiheena wala muttakhithee akhdanin waman yakfur bialeemani faqad habita AAamaluhu wahuwa fee alakhirati mina alkhasireena

6
Hoofdstuk 5 : Vers 6

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوٓا۟ إِذَا قُمْتُمْ إِلَى ٱلصَّلَوٰةِ فَٱغْسِلُوا۟ وُجُوهَكُمْ وَأَيْدِيَكُمْ إِلَى ٱلْمَرَافِقِ وَٱمْسَحُوا۟ بِرُءُوسِكُمْ وَأَرْجُلَكُمْ إِلَى ٱلْكَعْبَيْنِ ۚ وَإِن كُنتُمْ جُنُبًا فَٱطَّهَّرُوا۟ ۚ وَإِن كُنتُم مَّرْضَىٰٓ أَوْ عَلَىٰ سَفَرٍ أَوْ جَآءَ أَحَدٌ مِّنكُم مِّنَ ٱلْغَآئِطِ أَوْ لَـٰمَسْتُمُ ٱلنِّسَآءَ فَلَمْ تَجِدُوا۟ مَآءً فَتَيَمَّمُوا۟ صَعِيدًا طَيِّبًا فَٱمْسَحُوا۟ بِوُجُوهِكُمْ وَأَيْدِيكُم مِّنْهُ ۚ مَا يُرِيدُ ٱللَّهُ لِيَجْعَلَ عَلَيْكُم مِّنْ حَرَجٍ وَلَـٰكِن يُرِيدُ لِيُطَهِّرَكُمْ وَلِيُتِمَّ نِعْمَتَهُۥ عَلَيْكُمْ لَعَلَّكُمْ تَشْكُرُونَ

O jullie die geloven! Wanneer jullie je voorbereiden op de shalât, wast dan jullie gezichten en jullie handen tot de ellebogen en wrijft over jullie hoofden en wast jullie voeten tot de enkels. Indien jullie Djoenoeb zijn, reinigt jullie dan. En indien jullie ziek zijn, of op reis, of als een van jullie van het toilet gekomen is, of jullie hebben jullie vrouwen aangeraakts en jullie vinden dan geen water: verricht dan Tayammoem met schone aarde. En wrijft ermee over jullie gezichten en jullie handen. Allah wil het jullie niet moeilijk maken, maar Hij wil jullie reinigen, zodat Hij Zijn genieting voor jullie vervolmaakt. Hopelijk zullen jullie dankbaar zijn.

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo itha qumtum ila alssalati faighsiloo wujoohakum waaydiyakum ila almarafiqi waimsahoo biruoosikum waarjulakum ila alkaAAbayni wain kuntum junuban faittahharoo wain kuntum marda aw AAala safarin aw jaa ahadun minkum mina alghaiti aw lamastumu alnnisaa falam tajidoo maan fatayammamoo saAAeedan tayyiban faimsahoo biwujoohikum waaydeekum minhu ma yureedu Allahu liyajAAala AAalaykum min harajin walakin yureedu liyutahhirakum waliyutimma niAAmatahu AAalaykum laAAallakum tashkuroona

7
Hoofdstuk 5 : Vers 7

وَٱذْكُرُوا۟ نِعْمَةَ ٱللَّهِ عَلَيْكُمْ وَمِيثَـٰقَهُ ٱلَّذِى وَاثَقَكُم بِهِۦٓ إِذْ قُلْتُمْ سَمِعْنَا وَأَطَعْنَا ۖ وَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ عَلِيمٌۢ بِذَاتِ ٱلصُّدُورِ

En gedenkt de genieting van Allah voor jullie en Zijn verbond dat Hij met jullie sloot toen jullie zeiden: "Wij hebben gehoord en gehoorzaamd." En vreest Allah. Voorwaar, Allah is Alwetend over wat zich in de harten bevindt.

Transliteratie

Waothkuroo niAAmata Allahi AAalaykum wameethaqahu allathee wathaqakum bihi ith qultum samiAAna waataAAna waittaqoo Allaha inna Allaha AAaleemun bithati alssudoori

8
Hoofdstuk 5 : Vers 8

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ كُونُوا۟ قَوَّٰمِينَ لِلَّهِ شُهَدَآءَ بِٱلْقِسْطِ ۖ وَلَا يَجْرِمَنَّكُمْ شَنَـَٔانُ قَوْمٍ عَلَىٰٓ أَلَّا تَعْدِلُوا۟ ۚ ٱعْدِلُوا۟ هُوَ أَقْرَبُ لِلتَّقْوَىٰ ۖ وَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ خَبِيرٌۢ بِمَا تَعْمَلُونَ

O jullie die geloven! Weest standvastig voor Allah als rechtvaardige getuigen. En laat de haat van een volk jullie er niet we brengen niet rechtvaardig te wezen. Weest rechtvaardig, dat is het dichtst bij Taqwa. En vreest Allah. Voorwaar, Allah weet wat jullie doen.

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo koonoo qawwameena lillahi shuhadaa bialqisti wala yajrimannakum shanaanu qawmin AAala alla taAAdiloo iAAdiloo huwa aqrabu lilttaqwa waittaqoo Allaha inna Allaha khabeerun bima taAAmaloona

9
Hoofdstuk 5 : Vers 9

وَعَدَ ٱللَّهُ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّـٰلِحَـٰتِ ۙ لَهُم مَّغْفِرَةٌ وَأَجْرٌ عَظِيمٌ

En Allah beloofde degenen die geloofden en goede werken verrichtten dat er voor hen vergeving en een geweldige beloning is.

Transliteratie

WaAAada Allahu allatheena amanoo waAAamiloo alssalihati lahum maghfiratun waajrun AAatheemun

10
Hoofdstuk 5 : Vers 10

وَٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ وَكَذَّبُوا۟ بِـَٔايَـٰتِنَآ أُو۟لَـٰٓئِكَ أَصْحَـٰبُ ٱلْجَحِيمِ

En degenen die ongelovig waren en Onze Tekenen loochenden: zij zijn de bewoners van Djahîm (de Hel).

Transliteratie

Waallatheena kafaroo wakaththaboo biayatina olaika ashabu aljaheemi

11
Hoofdstuk 5 : Vers 11

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ ٱذْكُرُوا۟ نِعْمَتَ ٱللَّهِ عَلَيْكُمْ إِذْ هَمَّ قَوْمٌ أَن يَبْسُطُوٓا۟ إِلَيْكُمْ أَيْدِيَهُمْ فَكَفَّ أَيْدِيَهُمْ عَنكُمْ ۖ وَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ ۚ وَعَلَى ٱللَّهِ فَلْيَتَوَكَّلِ ٱلْمُؤْمِنُونَ

O jullie die geloven! Gedenkt de genieting van Allah voor jullie toen een volk hun handen naar jullie wilde uitstrekken en toen (Allah) hun handen van jullie afhield. En vreest Allah. En laat de gelovigen hun vertrouwen op Allah stellen.

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo othkuroo niAAmata Allahi AAalaykum ith hamma qawmun an yabsutoo ilaykum aydiyahum fakaffa aydiyahum AAankum waittaqoo Allaha waAAala Allahi falyatawakkali almuminoona

12
Hoofdstuk 5 : Vers 12

وَلَقَدْ أَخَذَ ٱللَّهُ مِيثَـٰقَ بَنِىٓ إِسْرَٰٓءِيلَ وَبَعَثْنَا مِنْهُمُ ٱثْنَىْ عَشَرَ نَقِيبًا ۖ وَقَالَ ٱللَّهُ إِنِّى مَعَكُمْ ۖ لَئِنْ أَقَمْتُمُ ٱلصَّلَوٰةَ وَءَاتَيْتُمُ ٱلزَّكَوٰةَ وَءَامَنتُم بِرُسُلِى وَعَزَّرْتُمُوهُمْ وَأَقْرَضْتُمُ ٱللَّهَ قَرْضًا حَسَنًا لَّأُكَفِّرَنَّ عَنكُمْ سَيِّـَٔاتِكُمْ وَلَأُدْخِلَنَّكُمْ جَنَّـٰتٍ تَجْرِى مِن تَحْتِهَا ٱلْأَنْهَـٰرُ ۚ فَمَن كَفَرَ بَعْدَ ذَٰلِكَ مِنكُمْ فَقَدْ ضَلَّ سَوَآءَ ٱلسَّبِيلِ

En voorzeker, Allah heeft een verbond met de Kinderen van Israël gesloten. En Wij hebben onder hen twaalf stamhoofden aangesteld en Allah zei: "Voorwaar, Ik ben met jullie, indien jullie de shalât verrichten en de zakât betalen en jullie in Mijn Boodschappers geloven en hen helpen en een goede lening aan Allah verstrekken (bijdragen geven op de Weg van Allah). Dan zal Ik zeker jullie fouten voor jullie uitwissen en Ik zal jullie zeker Tuinen (het Paradijs) binnenleiden waar de rivieren onder door stromen. En wie van jullie hierna ongelovig is: hij dwaalt waarlijk van de rechte Weg."

Transliteratie

Walaqad akhatha Allahu meethaqa banee israeela wabaAAathna minhumu ithnay AAashara naqeeban waqala Allahu innee maAAakum lain aqamtumu alssalata waataytumu alzzakata waamantum birusulee waAAazzartumoohum waaqradtumu Allaha qardan hasanan laokaffiranna AAankum sayyiatikum walaodkhilannakum jannatin tajree min tahtiha alanharu faman kafara baAAda thalika minkum faqad dalla sawaa alssabeeli

13
Hoofdstuk 5 : Vers 13

فَبِمَا نَقْضِهِم مِّيثَـٰقَهُمْ لَعَنَّـٰهُمْ وَجَعَلْنَا قُلُوبَهُمْ قَـٰسِيَةً ۖ يُحَرِّفُونَ ٱلْكَلِمَ عَن مَّوَاضِعِهِۦ ۙ وَنَسُوا۟ حَظًّا مِّمَّا ذُكِّرُوا۟ بِهِۦ ۚ وَلَا تَزَالُ تَطَّلِعُ عَلَىٰ خَآئِنَةٍ مِّنْهُمْ إِلَّا قَلِيلًا مِّنْهُمْ ۖ فَٱعْفُ عَنْهُمْ وَٱصْفَحْ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ يُحِبُّ ٱلْمُحْسِنِينَ

Maar omdat zij hun verbond verbraken, hebben Wij hen vervloekt en hebben Wij hun harten hard gemaakt. En zij verschoven de woorden (in de Schrift) van hun plaatsen en zij vergaten een gedeelte van hetgeen waarmee zij mee vermaand waren. En jij (O Moehammad), behalve van enkelen van hen. Vergeef hun en scheld (het) kwijt. Voorwaar, Allah houdt van de weldoeners.

Transliteratie

Fabima naqdihim meethaqahum laAAannahum wajaAAalna quloobahum qasiyatan yuharrifoona alkalima AAan mawadiAAihi wanasoo haththan mimma thukkiroo bihi wala tazalu tattaliAAu AAala khainatin minhum illa qaleelan minhum faoAAfu AAanhum waisfah inna Allaha yuhibbu almuhsineena

14
Hoofdstuk 5 : Vers 14

وَمِنَ ٱلَّذِينَ قَالُوٓا۟ إِنَّا نَصَـٰرَىٰٓ أَخَذْنَا مِيثَـٰقَهُمْ فَنَسُوا۟ حَظًّا مِّمَّا ذُكِّرُوا۟ بِهِۦ فَأَغْرَيْنَا بَيْنَهُمُ ٱلْعَدَاوَةَ وَٱلْبَغْضَآءَ إِلَىٰ يَوْمِ ٱلْقِيَـٰمَةِ ۚ وَسَوْفَ يُنَبِّئُهُمُ ٱللَّهُ بِمَا كَانُوا۟ يَصْنَعُونَ

En van degenen die zeggen: "Voorwaar, wij zijn Christenen," (zeggen Wij:) Wij sloten een verbond met hen. Zij vergaten een gedeelte van hetgeen waar zij mee vermaand waren. Wij hebben daarop vijandschap en haat tussen hen doen ontstaan tot op de Dag der Opstanding. En Allah zal hun duidelijk maken wat zij plachten te doen.

Transliteratie

Wamina allatheena qaloo inna nasara akhathna meethaqahum fanasoo haththan mimma thukkiroo bihi faaghrayna baynahumu alAAadawata waalbaghdaa ila yawmi alqiyamati wasawfa yunabbiohumu Allahu bima kanoo yasnaAAoona

15
Hoofdstuk 5 : Vers 15

يَـٰٓأَهْلَ ٱلْكِتَـٰبِ قَدْ جَآءَكُمْ رَسُولُنَا يُبَيِّنُ لَكُمْ كَثِيرًا مِّمَّا كُنتُمْ تُخْفُونَ مِنَ ٱلْكِتَـٰبِ وَيَعْفُوا۟ عَن كَثِيرٍ ۚ قَدْ جَآءَكُم مِّنَ ٱللَّهِ نُورٌ وَكِتَـٰبٌ مُّبِينٌ

O Lieden van de Schrift! Waarlijk, Onze Boodschapper is tot jullie gekomen; hij heeft jullie veel duidelijk gemaakt van wat jullie in de Schrift verborgen, en hij heeft jullie veel kwijtgescholden. Waarlijk, er is van Allah een Licht (de Profeet) en een duidelijk Boek (de Koran) tot jullie gekomen.

Transliteratie

Ya ahla alkitabi qad jaakum rasooluna yubayyinu lakum katheeran mimma kuntum tukhfoona mina alkitabi wayaAAfoo AAan katheerin qad jaakum mina Allahi noorun wakitabun mubeenun

16
Hoofdstuk 5 : Vers 16

يَهْدِى بِهِ ٱللَّهُ مَنِ ٱتَّبَعَ رِضْوَٰنَهُۥ سُبُلَ ٱلسَّلَـٰمِ وَيُخْرِجُهُم مِّنَ ٱلظُّلُمَـٰتِ إِلَى ٱلنُّورِ بِإِذْنِهِۦ وَيَهْدِيهِمْ إِلَىٰ صِرَٰطٍ مُّسْتَقِيمٍ

Allah leidt hen ermee die Zijn welbehagen zoeken naar wegen van vrede en Hij brengt hen vanuit de duisternissen naar het Licht, met Zijn verlof, en Hij leidt hen naar een recht Pad.

Transliteratie

Yahdee bihi Allahu mani ittabaAAa ridwanahu subula alssalami wayukhrijuhum mina alththulumati ila alnnoori biithnihi wayahdeehim ila siratin mustaqeemin

17
Hoofdstuk 5 : Vers 17

لَّقَدْ كَفَرَ ٱلَّذِينَ قَالُوٓا۟ إِنَّ ٱللَّهَ هُوَ ٱلْمَسِيحُ ٱبْنُ مَرْيَمَ ۚ قُلْ فَمَن يَمْلِكُ مِنَ ٱللَّهِ شَيْـًٔا إِنْ أَرَادَ أَن يُهْلِكَ ٱلْمَسِيحَ ٱبْنَ مَرْيَمَ وَأُمَّهُۥ وَمَن فِى ٱلْأَرْضِ جَمِيعًا ۗ وَلِلَّهِ مُلْكُ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضِ وَمَا بَيْنَهُمَا ۚ يَخْلُقُ مَا يَشَآءُ ۚ وَٱللَّهُ عَلَىٰ كُلِّ شَىْءٍ قَدِيرٌ

Voorzeker, zij waren ongelovig, degenen die zeiden: "Voorwaar, Allah is de Masîh, zoon van Maryam." Zeg (O Moehammad): "Wie zou er enige macht hebben om Allah (af te houden) wanneer Hij zou wensen dat de Masîh, zoon van Maryam, en zijn moeder en wie er ook allemaal op de aarde zijn, vernietigd zou worden?" En aan Allah behoort het Koninkrijk van de hemelen en de aarde en wat er tussen hen is. Hij schept wat Hij wil. En Allah is Almachtig over alle zaken.

Transliteratie

Laqad kafara allatheena qaloo inna Allaha huwa almaseehu ibnu maryama qul faman yamliku mina Allahi shayan in arada an yuhlika almaseeha ibna maryama waommahu waman fee alardi jameeAAan walillahi mulku alssamawati waalardi wama baynahuma yakhluqu ma yashao waAllahu AAala kulli shayin qadeerun

18
Hoofdstuk 5 : Vers 18

وَقَالَتِ ٱلْيَهُودُ وَٱلنَّصَـٰرَىٰ نَحْنُ أَبْنَـٰٓؤُا۟ ٱللَّهِ وَأَحِبَّـٰٓؤُهُۥ ۚ قُلْ فَلِمَ يُعَذِّبُكُم بِذُنُوبِكُم ۖ بَلْ أَنتُم بَشَرٌ مِّمَّنْ خَلَقَ ۚ يَغْفِرُ لِمَن يَشَآءُ وَيُعَذِّبُ مَن يَشَآءُ ۚ وَلِلَّهِ مُلْكُ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضِ وَمَا بَيْنَهُمَا ۖ وَإِلَيْهِ ٱلْمَصِيرُ

En de Joden en de Christenen zeiden: "Wij zijn zonen van Allah en Zijn geliefden." Zeg (O Moehammed): "Waarom straft Hij jullie dan voor jullie zonden? Maar nee, jullie zijn (gewone) mensen, die Hij schiep, Hij vergeeft wie Hij wil en Hij straft wie Hij wil." En an Allah behoort het Koninkrijk van de hemelen en de aarde en wat er tussen hen is. En tot Hem is de terugkeer.

Transliteratie

Waqalati alyahoodu waalnnasara nahnu abnao Allahi waahibbaohu qul falima yuAAaththibukum bithunoobikum bal antum basharun mimman khalaqa yaghfiru liman yashao wayuAAaththibu man yashao walillahi mulku alssamawati waalardi wama baynahuma wailayhi almaseeru

19
Hoofdstuk 5 : Vers 19

يَـٰٓأَهْلَ ٱلْكِتَـٰبِ قَدْ جَآءَكُمْ رَسُولُنَا يُبَيِّنُ لَكُمْ عَلَىٰ فَتْرَةٍ مِّنَ ٱلرُّسُلِ أَن تَقُولُوا۟ مَا جَآءَنَا مِنۢ بَشِيرٍ وَلَا نَذِيرٍ ۖ فَقَدْ جَآءَكُم بَشِيرٌ وَنَذِيرٌ ۗ وَٱللَّهُ عَلَىٰ كُلِّ شَىْءٍ قَدِيرٌ

O Lieden van de Schrift! Waarlijk, Onze Boodschapper is tot jullie gekomen, en hij heeft jullie na een onderbreking in (de rocks van) Boodschappers duidelijkheid gegeven, opdat jullie niet zouden zeggen: "Er is tot ons geen verkondiger van verheugende tijdingen en een waarschuwer gekomen." Waarlijk, er komt een verkondiger van verheugende tijdingen en een waarschuwer tot jullie. En Allah is Almachtig over alle zaken.

Transliteratie

Ya ahla alkitabi qad jaakum rasooluna yubayyinu lakum AAala fatratin mina alrrusuli an taqooloo ma jaana min basheerin wala natheerin faqad jaakum basheerun wanatheerun waAllahu AAala kulli shayin qadeerun

20
Hoofdstuk 5 : Vers 20

وَإِذْ قَالَ مُوسَىٰ لِقَوْمِهِۦ يَـٰقَوْمِ ٱذْكُرُوا۟ نِعْمَةَ ٱللَّهِ عَلَيْكُمْ إِذْ جَعَلَ فِيكُمْ أَنۢبِيَآءَ وَجَعَلَكُم مُّلُوكًا وَءَاتَىٰكُم مَّا لَمْ يُؤْتِ أَحَدًا مِّنَ ٱلْعَـٰلَمِينَ

En (gedenkt) toen Môesa tot zijn volk zei: "O mijn volk, gedenkt de genieting van Allah voorjullie, toen Hij Profeten uit jullie midden voortbracht en jullie koninkrijken gaf en aan jullie gaf wat aan niet één (volk) in de werelden gegeven was.

Transliteratie

Waith qala moosa liqawmihi ya qawmi othkuroo niAAmata Allahi AAalaykum ith jaAAala feekum anbiyaa wajaAAalakum mulookan waatakum ma lam yuti ahadan mina alAAalameena

21
Hoofdstuk 5 : Vers 21

يَـٰقَوْمِ ٱدْخُلُوا۟ ٱلْأَرْضَ ٱلْمُقَدَّسَةَ ٱلَّتِى كَتَبَ ٱللَّهُ لَكُمْ وَلَا تَرْتَدُّوا۟ عَلَىٰٓ أَدْبَارِكُمْ فَتَنقَلِبُوا۟ خَـٰسِرِينَ

O mijn volk, treedt het Heilige Land binnen dat Allah jullie toegewezen heeft en keert het niet jullie ruggen toe, want anders zullen jullie als verliezers terugkeren."

Transliteratie

Ya qawmi odkhuloo alarda almuqaddasata allatee kataba Allahu lakum wala tartaddoo AAala adbarikum fatanqaliboo khasireena

22
Hoofdstuk 5 : Vers 22

قَالُوا۟ يَـٰمُوسَىٰٓ إِنَّ فِيهَا قَوْمًا جَبَّارِينَ وَإِنَّا لَن نَّدْخُلَهَا حَتَّىٰ يَخْرُجُوا۟ مِنْهَا فَإِن يَخْرُجُوا۟ مِنْهَا فَإِنَّا دَٰخِلُونَ

Zij zeiden: "O Môesa, daarin is een heel sterk volk en wij zullen daarin nooit binnentreden totdat zu van daar vertrekken, en indien zij het verlaten, dan zullen wij (daar) binnentreden."

Transliteratie

Qaloo ya moosa inna feeha qawman jabbareena wainna lan nadkhulaha hatta yakhrujoo minha fain yakhrujoo minha fainna dakhiloona

23
Hoofdstuk 5 : Vers 23

قَالَ رَجُلَانِ مِنَ ٱلَّذِينَ يَخَافُونَ أَنْعَمَ ٱللَّهُ عَلَيْهِمَا ٱدْخُلُوا۟ عَلَيْهِمُ ٱلْبَابَ فَإِذَا دَخَلْتُمُوهُ فَإِنَّكُمْ غَـٰلِبُونَ ۚ وَعَلَى ٱللَّهِ فَتَوَكَّلُوٓا۟ إِن كُنتُم مُّؤْمِنِينَ

Twee mannen van degenen die (Allah) vreesden en aan wie Allah van Zijn gunsten gegeven had, zeiden. "Val hen aan via de poort on wanneer jullie dan binnengetreden zijn, dan zullen jullie waarlijk winnaars zijn. En stelt jullie vertrouwen op Allah, indien jullie gelovigen zijn."

Transliteratie

Qala rajulani mina allatheena yakhafoona anAAama Allahu AAalayhima odkhuloo AAalayhimu albaba faitha dakhaltumoohu fainnakum ghaliboona waAAala Allahi fatawakkaloo in kuntum mumineena

24
Hoofdstuk 5 : Vers 24

قَالُوا۟ يَـٰمُوسَىٰٓ إِنَّا لَن نَّدْخُلَهَآ أَبَدًا مَّا دَامُوا۟ فِيهَا ۖ فَٱذْهَبْ أَنتَ وَرَبُّكَ فَقَـٰتِلَآ إِنَّا هَـٰهُنَا قَـٰعِدُونَ

Zij zeiden; "O Môesa, wij zullen dau nooit binnentreden, den zolang zij daarbinnen zijn. Gaat u maar en uw Heer, en vecht met u tweeën, voonvaar, wij zullen hier blijven zitten."

Transliteratie

Qaloo ya moosa inna lan nadkhulaha abadan ma damoo feeha faithhab anta warabbuka faqatila inna hahuna qaAAidoona

25
Hoofdstuk 5 : Vers 25

قَالَ رَبِّ إِنِّى لَآ أَمْلِكُ إِلَّا نَفْسِى وَأَخِى ۖ فَٱفْرُقْ بَيْنَنَا وَبَيْنَ ٱلْقَوْمِ ٱلْفَـٰسِقِينَ

Hij (Môesa) zei: "O mijn Heer, ik heb alleen macht over mijzelf en mijn broeder, breng een scheiding aan tussen ons en het zwaar zondige volk."

Transliteratie

Qala rabbi innee la amliku illa nafsee waakhee faofruq baynana wabayna alqawmi alfasiqeena

26
Hoofdstuk 5 : Vers 26

قَالَ فَإِنَّهَا مُحَرَّمَةٌ عَلَيْهِمْ ۛ أَرْبَعِينَ سَنَةً ۛ يَتِيهُونَ فِى ٱلْأَرْضِ ۚ فَلَا تَأْسَ عَلَى ٱلْقَوْمِ ٱلْفَـٰسِقِينَ

Hij (Allah) zei: "Het is daarom dat (het land) voor veertig jaren voor hen verboden wordt, (gedurende die periode) zullen zij rusteloos op aarde rondgaan. Treur daarom niet over het zwaar zondiee volk."

Transliteratie

Qala fainnaha muharramatun AAalayhim arbaAAeena sanatan yateehoona fee alardi fala tasa AAala alqawmi alfasiqeena

27
Hoofdstuk 5 : Vers 27

وَٱتْلُ عَلَيْهِمْ نَبَأَ ٱبْنَىْ ءَادَمَ بِٱلْحَقِّ إِذْ قَرَّبَا قُرْبَانًا فَتُقُبِّلَ مِنْ أَحَدِهِمَا وَلَمْ يُتَقَبَّلْ مِنَ ٱلْـَٔاخَرِ قَالَ لَأَقْتُلَنَّكَ ۖ قَالَ إِنَّمَا يَتَقَبَّلُ ٱللَّهُ مِنَ ٱلْمُتَّقِينَ

Vertel hen de warheid over het verhaal over de twee zonen van Adam: toen zij een offer brachten, werd het van één van hen (Abel) aanvaard en van de ander (Kaïn) werd het niet aanvaard. Hij (Kaïn) zei: "Ik zal jou doden." Hij (Abel) zei: "Voorwaar, Allah aanvaardt alleen het otter van de Moettaqeen.

Transliteratie

Waotlu AAalayhim nabaa ibnay adama bialhaqqi ith qarraba qurbanan fatuqubbila min ahadihima walam yutaqabbal mina alakhari qala laaqtulannaka qala innama yataqabbalu Allahu mina almuttaqeena

28
Hoofdstuk 5 : Vers 28

لَئِنۢ بَسَطتَ إِلَىَّ يَدَكَ لِتَقْتُلَنِى مَآ أَنَا۠ بِبَاسِطٍ يَدِىَ إِلَيْكَ لِأَقْتُلَكَ ۖ إِنِّىٓ أَخَافُ ٱللَّهَ رَبَّ ٱلْعَـٰلَمِينَ

Wanneer jij je hand naar mij uitstrekt om mij te doden: het is niet aan mij om mijn hand naar jou uit te strekken om jou te doden, waarlijk, ik vrees Allah, Heer der Werelden.

Transliteratie

Lain basatta ilayya yadaka litaqtulanee ma ana bibasitin yadiya ilayka liaqtulaka innee akhafu Allaha rabba alAAalameena

29
Hoofdstuk 5 : Vers 29

إِنِّىٓ أُرِيدُ أَن تَبُوٓأَ بِإِثْمِى وَإِثْمِكَ فَتَكُونَ مِنْ أَصْحَـٰبِ ٱلنَّارِ ۚ وَذَٰلِكَ جَزَٰٓؤُا۟ ٱلظَّـٰلِمِينَ

Voorwaar, ik wil dat je mijn zonde en jouw zonde op je neemt en dat he dan tot de bewoners van de Hel wordt. En dat is de vergelding voor de onrechtvaardigen."

Transliteratie

Innee oreedu an tabooa biithmee waithmika fatakoona min ashabi alnnari wathalika jazao alththalimeena

30
Hoofdstuk 5 : Vers 30

فَطَوَّعَتْ لَهُۥ نَفْسُهُۥ قَتْلَ أَخِيهِ فَقَتَلَهُۥ فَأَصْبَحَ مِنَ ٱلْخَـٰسِرِينَ

Toen Zette hij zich ertoe aan om zijn broeder te doden en hij doodde hem, en zo werd hij een van de verliezers.

Transliteratie

FatawwaAAat lahu nafsuhu qatla akheehi faqatalahu faasbaha mina alkhasireena

31
Hoofdstuk 5 : Vers 31

فَبَعَثَ ٱللَّهُ غُرَابًا يَبْحَثُ فِى ٱلْأَرْضِ لِيُرِيَهُۥ كَيْفَ يُوَٰرِى سَوْءَةَ أَخِيهِ ۚ قَالَ يَـٰوَيْلَتَىٰٓ أَعَجَزْتُ أَنْ أَكُونَ مِثْلَ هَـٰذَا ٱلْغُرَابِ فَأُوَٰرِىَ سَوْءَةَ أَخِى ۖ فَأَصْبَحَ مِنَ ٱلنَّـٰدِمِينَ

Toen stuurde Allah een raaf, die over de grond kreste om hem te laten zien hoe hij het lichaam van zijn broeder kon bedekken. Hij zei: "Wee mij! Waarom ben ik zo zwak dat ik niet net zoals de raaf het lichaam van mijn broeder kan bedekken?" En zo werd hij een van hen die wroeging hebben.

Transliteratie

FabaAAatha Allahu ghuraban yabhathu fee alardi liyuriyahu kayfa yuwaree sawata akheehi qala ya waylata aAAajaztu an akoona mithla hatha alghurabi faowariya sawata akhee faasbaha mina alnnadimeena

32
Hoofdstuk 5 : Vers 32

مِنْ أَجْلِ ذَٰلِكَ كَتَبْنَا عَلَىٰ بَنِىٓ إِسْرَٰٓءِيلَ أَنَّهُۥ مَن قَتَلَ نَفْسًۢا بِغَيْرِ نَفْسٍ أَوْ فَسَادٍ فِى ٱلْأَرْضِ فَكَأَنَّمَا قَتَلَ ٱلنَّاسَ جَمِيعًا وَمَنْ أَحْيَاهَا فَكَأَنَّمَآ أَحْيَا ٱلنَّاسَ جَمِيعًا ۚ وَلَقَدْ جَآءَتْهُمْ رُسُلُنَا بِٱلْبَيِّنَـٰتِ ثُمَّ إِنَّ كَثِيرًا مِّنْهُم بَعْدَ ذَٰلِكَ فِى ٱلْأَرْضِ لَمُسْرِفُونَ

Daarom hebben Wij de Kinderem van Israel voorgeschreven dat voor wie een ziel doodt - niet (als vergelding) voor een ziel of het verderf zaaien op aarde - het is alsof hij alle mensen doodde en dat voor wie iemand laat leven, het is alsof hij alle mensen dead leven. En waarlijk, en Onze Boodschappers kwamen tot hen met duidelijke Tekenen, velen van hen (de Kinderen van Israel) waren daarna overtreders op de arde.

Transliteratie

Min ajli thalika katabna AAala banee israeela annahu man qatala nafsan bighayri nafsin aw fasadin fee alardi fakaannama qatala alnnasa jameeAAan waman ahyaha fakaannama ahya alnnasa jameeAAan walaqad jaa thum rusuluna bialbayyinati thumma inna katheeran minhum baAAda thalika fee alardi lamusrifoona

33
Hoofdstuk 5 : Vers 33

إِنَّمَا جَزَٰٓؤُا۟ ٱلَّذِينَ يُحَارِبُونَ ٱللَّهَ وَرَسُولَهُۥ وَيَسْعَوْنَ فِى ٱلْأَرْضِ فَسَادًا أَن يُقَتَّلُوٓا۟ أَوْ يُصَلَّبُوٓا۟ أَوْ تُقَطَّعَ أَيْدِيهِمْ وَأَرْجُلُهُم مِّنْ خِلَـٰفٍ أَوْ يُنفَوْا۟ مِنَ ٱلْأَرْضِ ۚ ذَٰلِكَ لَهُمْ خِزْىٌ فِى ٱلدُّنْيَا ۖ وَلَهُمْ فِى ٱلْـَٔاخِرَةِ عَذَابٌ عَظِيمٌ

Voorwaar, de vergelding van degenen die oorlog voeren tegen Allah en Zijn Boodschapper en (die) naar het zaaien van verderf op aarde streven, is dat zij gedood worden, of gekruisigd worden, of het afhouwen van handen ert voeten aan tegenovergestelde kanten, of dat zij uit het land verbannen worden. Dat is voor hen een vernedering op de wereld en voor hen is er in het Hiernamaals een geweldige bestraffing.

Transliteratie

Innama jazao allatheena yuhariboona Allaha warasoolahu wayasAAawna fee alardi fasadan an yuqattaloo aw yusallaboo aw tuqattaAAa aydeehim waarjuluhum min khilafin aw yunfaw mina alardi thalika lahum khizyun fee alddunya walahum fee alakhirati AAathabun AAatheemun

34
Hoofdstuk 5 : Vers 34

إِلَّا ٱلَّذِينَ تَابُوا۟ مِن قَبْلِ أَن تَقْدِرُوا۟ عَلَيْهِمْ ۖ فَٱعْلَمُوٓا۟ أَنَّ ٱللَّهَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ

Behalve voor degenen die berouw tonen, voordat jullie hen in jullie macht krijgen (en bestraffen). En weet dat Allah Vergevensgezind, Meest Barmhhartig is.

Transliteratie

Illa allatheena taboo min qabli an taqdiroo AAalayhim faiAAlamoo anna Allaha ghafoorun raheemun

35
Hoofdstuk 5 : Vers 35

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ ٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ وَٱبْتَغُوٓا۟ إِلَيْهِ ٱلْوَسِيلَةَ وَجَـٰهِدُوا۟ فِى سَبِيلِهِۦ لَعَلَّكُمْ تُفْلِحُونَ

O jullie die geloven! Vreest Allah en zoekt naar een middel om (zo dicht mogelijk) bij Hem (te komen), en streeft op Zijn Weg. Hopelijk zullen jullie welslagen.

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo ittaqoo Allaha waibtaghoo ilayhi alwaseelata wajahidoo fee sabeelihi laAAallakum tuflihoona

36
Hoofdstuk 5 : Vers 36

إِنَّ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ لَوْ أَنَّ لَهُم مَّا فِى ٱلْأَرْضِ جَمِيعًا وَمِثْلَهُۥ مَعَهُۥ لِيَفْتَدُوا۟ بِهِۦ مِنْ عَذَابِ يَوْمِ ٱلْقِيَـٰمَةِ مَا تُقُبِّلَ مِنْهُمْ ۖ وَلَهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ

Voorwaar, indien degenen die ongelovig zijn alles op aarde zouden hebben en het gelijke daarvan bij hen zouden hebben om daarmee hun bestraffing op de Dag der Opstanding af te kopen: het zou niet van hen aanvaard worden. En er is voor hen een pijnlijke bestraffing.

Transliteratie

Inna allatheena kafaroo law anna lahum ma fee alardi jameeAAan wamithlahu maAAahu liyaftadoo bihi min AAathabi yawmi alqiyamati ma tuqubbila minhum walahum AAathabun aleemun

37
Hoofdstuk 5 : Vers 37

يُرِيدُونَ أَن يَخْرُجُوا۟ مِنَ ٱلنَّارِ وَمَا هُم بِخَـٰرِجِينَ مِنْهَا ۖ وَلَهُمْ عَذَابٌ مُّقِيمٌ

Zij zuilen uit de Hel willen ontsnappen, maar er is voor hen geen ontsnapping daaruit, en voor hen is een voortdurende bestraffing.

Transliteratie

Yureedoona an yakhrujoo mina alnnari wama hum bikharijeena minha walahum AAathabun muqeemun

38
Hoofdstuk 5 : Vers 38

وَٱلسَّارِقُ وَٱلسَّارِقَةُ فَٱقْطَعُوٓا۟ أَيْدِيَهُمَا جَزَآءًۢ بِمَا كَسَبَا نَكَـٰلًا مِّنَ ٱللَّهِ ۗ وَٱللَّهُ عَزِيزٌ حَكِيمٌ

En de dief en de dievegge: houwt hun handen af als een vergelding vanwege (de misdaad) die zij begingen, als een bestraffing van Allah. En Allah is Almachtig, Alwijs.

Transliteratie

Waalssariqu waalssariqatu faiqtaAAoo aydiyahuma jazaan bima kasaba nakalan mina Allahi waAllahu AAazeezun hakeemun

39
Hoofdstuk 5 : Vers 39

فَمَن تَابَ مِنۢ بَعْدِ ظُلْمِهِۦ وَأَصْلَحَ فَإِنَّ ٱللَّهَ يَتُوبُ عَلَيْهِ ۗ إِنَّ ٱللَّهَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ

En wit na zijn onrecht berouw toont en zich betert: Allah aanvaardt het berouw van hem. Voorwaar, Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig.

Transliteratie

Faman taba min baAAdi thulmihi waaslaha fainna Allaha yatoobu AAalayhi inna Allaha ghafoorun raheemun

40
Hoofdstuk 5 : Vers 40

أَلَمْ تَعْلَمْ أَنَّ ٱللَّهَ لَهُۥ مُلْكُ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضِ يُعَذِّبُ مَن يَشَآءُ وَيَغْفِرُ لِمَن يَشَآءُ ۗ وَٱللَّهُ عَلَىٰ كُلِّ شَىْءٍ قَدِيرٌ

Weet jij dan niet dat het Koninkrijk van de hemelen en de aarde aan Allah toebehoort: Hij straft wie Hij wil en Hij vergeeft wie Hij wil. En Allah is Almachtig over alle zaken.

Transliteratie

Alam taAAlam anna Allaha lahu mulku alssamawati waalardi yuAAaththibu man yashao wayaghfiru liman yashao waAllahu AAala kulli shayin qadeerun

41
Hoofdstuk 5 : Vers 41

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلرَّسُولُ لَا يَحْزُنكَ ٱلَّذِينَ يُسَـٰرِعُونَ فِى ٱلْكُفْرِ مِنَ ٱلَّذِينَ قَالُوٓا۟ ءَامَنَّا بِأَفْوَٰهِهِمْ وَلَمْ تُؤْمِن قُلُوبُهُمْ ۛ وَمِنَ ٱلَّذِينَ هَادُوا۟ ۛ سَمَّـٰعُونَ لِلْكَذِبِ سَمَّـٰعُونَ لِقَوْمٍ ءَاخَرِينَ لَمْ يَأْتُوكَ ۖ يُحَرِّفُونَ ٱلْكَلِمَ مِنۢ بَعْدِ مَوَاضِعِهِۦ ۖ يَقُولُونَ إِنْ أُوتِيتُمْ هَـٰذَا فَخُذُوهُ وَإِن لَّمْ تُؤْتَوْهُ فَٱحْذَرُوا۟ ۚ وَمَن يُرِدِ ٱللَّهُ فِتْنَتَهُۥ فَلَن تَمْلِكَ لَهُۥ مِنَ ٱللَّهِ شَيْـًٔا ۚ أُو۟لَـٰٓئِكَ ٱلَّذِينَ لَمْ يُرِدِ ٱللَّهُ أَن يُطَهِّرَ قُلُوبَهُمْ ۚ لَهُمْ فِى ٱلدُّنْيَا خِزْىٌ ۖ وَلَهُمْ فِى ٱلْـَٔاخِرَةِ عَذَابٌ عَظِيمٌ

O Boodschapper! Laat je niet bedroeven door degenen die met elkaar wedijveren in ongeloof en die behoren tot degenen die met hun monden zeggen: "Wij geloven,"' maar wiens harten niet geloven. En er zijn er onder de Joden, die gehoor geven aan de leugen: zij geven gehoor aan een ander volk dat niet bij jou gekomen is (en jou niet kent). Zij verdraaien de woorden van hun plaatsen. Zij zeggen: "Indien jullie dat gegeven is, neemt het dan; en als jullie het niet gegeven is, let dan op." En als Allah Zijn beproeving voor iemand wil, dan ben jij niet bij machte dat bij Allah tegen te houden. Zij zijn degenen wiens harten Allah niet wil reinigen. Voor hen is er op de wereld een vernedering en voor hen is er in het Hiernamaals een geweldige bestraffing.

Transliteratie

Ya ayyuha alrrasoolu la yahzunka allatheena yusariAAoona fee alkufri mina allatheena qaloo amanna biafwahihim walam tumin quloobuhum wamina allatheena hadoo sammaAAoona lilkathibi sammaAAoona liqawmin akhareena lam yatooka yuharrifoona alkalima min baAAdi mawadiAAihi yaqooloona in ooteetum hatha fakhuthoohu wain lam tutawhu faihtharoo waman yuridi Allahu fitnatahu falan tamlika lahu mina Allahi shayan olaika allatheena lam yuridi Allahu an yutahhira quloobahum lahum fee alddunya khizyun walahum fee alakhirati AAathabun AAatheemun

42
Hoofdstuk 5 : Vers 42

سَمَّـٰعُونَ لِلْكَذِبِ أَكَّـٰلُونَ لِلسُّحْتِ ۚ فَإِن جَآءُوكَ فَٱحْكُم بَيْنَهُمْ أَوْ أَعْرِضْ عَنْهُمْ ۖ وَإِن تُعْرِضْ عَنْهُمْ فَلَن يَضُرُّوكَ شَيْـًٔا ۖ وَإِنْ حَكَمْتَ فَٱحْكُم بَيْنَهُم بِٱلْقِسْطِ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ يُحِبُّ ٱلْمُقْسِطِينَ

Zij blijven gehoor geven aan de leugen en zij blijven eten van het verbodene en als zij tot jou komen: oordeel dan tussen hen of wend je van hen af en indien jij je van hen afwendt, dan kunnen zij jou geen enkele schade berokkenen. En iendien jij oordeelt, oordeel dan onder hen met rechtvaardigheid. Voorwaar, Allah houdt van de rechtvaardigen.

Transliteratie

SammaAAoona lilkathibi akkaloona lilssuhti fain jaooka faohkum baynahum aw aAArid AAanhum wain tuAArid AAanhum falan yadurrooka shayan wain hakamta faohkum baynahum bialqisti inna Allaha yuhibbu almuqsiteena

43
Hoofdstuk 5 : Vers 43

وَكَيْفَ يُحَكِّمُونَكَ وَعِندَهُمُ ٱلتَّوْرَىٰةُ فِيهَا حُكْمُ ٱللَّهِ ثُمَّ يَتَوَلَّوْنَ مِنۢ بَعْدِ ذَٰلِكَ ۚ وَمَآ أُو۟لَـٰٓئِكَ بِٱلْمُؤْمِنِينَ

Maar hoe komt het, dat zij zich door jou laten oordelen, terwijl zij de Taurât bij zich hebben? Daarin is de wet van Allah en zelfs na dat zullen zij zich afkeren! En zij zijn geen gelovigen!

Transliteratie

Wakayfa yuhakkimoonaka waAAindahumu alttawratu feeha hukmu Allahi thumma yatawallawna min baAAdi thalika wama olaika bialmumineena

44
Hoofdstuk 5 : Vers 44

إِنَّآ أَنزَلْنَا ٱلتَّوْرَىٰةَ فِيهَا هُدًى وَنُورٌ ۚ يَحْكُمُ بِهَا ٱلنَّبِيُّونَ ٱلَّذِينَ أَسْلَمُوا۟ لِلَّذِينَ هَادُوا۟ وَٱلرَّبَّـٰنِيُّونَ وَٱلْأَحْبَارُ بِمَا ٱسْتُحْفِظُوا۟ مِن كِتَـٰبِ ٱللَّهِ وَكَانُوا۟ عَلَيْهِ شُهَدَآءَ ۚ فَلَا تَخْشَوُا۟ ٱلنَّاسَ وَٱخْشَوْنِ وَلَا تَشْتَرُوا۟ بِـَٔايَـٰتِى ثَمَنًا قَلِيلًا ۚ وَمَن لَّمْ يَحْكُم بِمَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ فَأُو۟لَـٰٓئِكَ هُمُ ٱلْكَـٰفِرُونَ

Voorwaar, Wij hebben de Taurât neergezonden met daarin leiding en licht. De profeten, die zich (aan Allah) overgegeven hadden, oordeelden ermee over de Joden. En de rabbijnen en de schriftgeleerden (oordeelden ook), met behulp van hetgeen hun van de schrift van Allah was toevertrouwd en zij waren daar getuigen van. Vreest daarom niet de mensen maar vreest Mij en verruilt Mijn tekens niet voor een geringe prijs. En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft: zij zijn de ongelovigen!

Transliteratie

Inna anzalna alttawrata feeha hudan wanoorun yahkumu biha alnnabiyyoona allatheena aslamoo lillatheena hadoo waalrrabbaniyyoona waalahbaru bima istuhfithoo min kitabi Allahi wakanoo AAalayhi shuhadaa fala takhshawoo alnnasa waikhshawni wala tashtaroo biayatee thamanan qaleelan waman lam yahkum bima anzala Allahu faolaika humu alkafiroona

45
Hoofdstuk 5 : Vers 45

وَكَتَبْنَا عَلَيْهِمْ فِيهَآ أَنَّ ٱلنَّفْسَ بِٱلنَّفْسِ وَٱلْعَيْنَ بِٱلْعَيْنِ وَٱلْأَنفَ بِٱلْأَنفِ وَٱلْأُذُنَ بِٱلْأُذُنِ وَٱلسِّنَّ بِٱلسِّنِّ وَٱلْجُرُوحَ قِصَاصٌ ۚ فَمَن تَصَدَّقَ بِهِۦ فَهُوَ كَفَّارَةٌ لَّهُۥ ۚ وَمَن لَّمْ يَحْكُم بِمَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ فَأُو۟لَـٰٓئِكَ هُمُ ٱلظَّـٰلِمُونَ

En Wij hebben daarin voor hen voorgeschreven: dat een ziel voor een ziel, een oog voor een oog, een neus voor een neus, een oor voor een oor, een tand voor een tand (vergolden wordt), en bij wonden geldt (ook) vergelding (qishâsh). En wie het kwijtscheldt: het is voor hem een uitwissing (van zijn zonden). En wie niet oordeelt met wat Allah neergezonden heeft: zij zijn het die de onrechtvaardigen zijn!

Transliteratie

Wakatabna AAalayhim feeha anna alnnafsa bialnnafsi waalAAayna bialAAayni waalanfa bialanfi waalothuna bialothuni waalssinna bialssinni waaljurooha qisasun faman tasaddaqa bihi fahuwa kaffaratun lahu waman lam yahkum bima anzala Allahu faolaika humu alththalimoona

46
Hoofdstuk 5 : Vers 46

وَقَفَّيْنَا عَلَىٰٓ ءَاثَـٰرِهِم بِعِيسَى ٱبْنِ مَرْيَمَ مُصَدِّقًا لِّمَا بَيْنَ يَدَيْهِ مِنَ ٱلتَّوْرَىٰةِ ۖ وَءَاتَيْنَـٰهُ ٱلْإِنجِيلَ فِيهِ هُدًى وَنُورٌ وَمُصَدِّقًا لِّمَا بَيْنَ يَدَيْهِ مِنَ ٱلتَّوْرَىٰةِ وَهُدًى وَمَوْعِظَةً لِّلْمُتَّقِينَ

En Wij lieten 'Isa, zoon van Maryam, in hun voetstappen volgen, ter bevestiging van wat er van de Taurat (reeds) vóór hem was. En Wij gaven hem de Indjîl met daarin Leiding on Licht en een bevestiging van wat er van de Taurât (reeds) vóór hem was: als een leiding en een onderricht voor de Moettaqôen.

Transliteratie

Waqaffayna AAala atharihim biAAeesa ibni maryama musaddiqan lima bayna yadayhi mina alttawrati waataynahu alinjeela feehi hudan wanoorun wamusaddiqan lima bayna yadayhi mina alttawrati wahudan wamawAAithatan lilmuttaqeena

47
Hoofdstuk 5 : Vers 47

وَلْيَحْكُمْ أَهْلُ ٱلْإِنجِيلِ بِمَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ فِيهِ ۚ وَمَن لَّمْ يَحْكُم بِمَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ فَأُو۟لَـٰٓئِكَ هُمُ ٱلْفَـٰسِقُونَ

En laat de lieden van de Indjil oordelen met wat Allah daarin geopenbaard heeft. En wie niet oordeelt met wat Allah neergezonden heeft: zij zijn degenen die zware zondaren zijn.

Transliteratie

Walyahkum ahlu alinjeeli bima anzala Allahu feehi waman lam yahkum bima anzala Allahu faolaika humu alfasiqoona

48
Hoofdstuk 5 : Vers 48

وَأَنزَلْنَآ إِلَيْكَ ٱلْكِتَـٰبَ بِٱلْحَقِّ مُصَدِّقًا لِّمَا بَيْنَ يَدَيْهِ مِنَ ٱلْكِتَـٰبِ وَمُهَيْمِنًا عَلَيْهِ ۖ فَٱحْكُم بَيْنَهُم بِمَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ ۖ وَلَا تَتَّبِعْ أَهْوَآءَهُمْ عَمَّا جَآءَكَ مِنَ ٱلْحَقِّ ۚ لِكُلٍّ جَعَلْنَا مِنكُمْ شِرْعَةً وَمِنْهَاجًا ۚ وَلَوْ شَآءَ ٱللَّهُ لَجَعَلَكُمْ أُمَّةً وَٰحِدَةً وَلَـٰكِن لِّيَبْلُوَكُمْ فِى مَآ ءَاتَىٰكُمْ ۖ فَٱسْتَبِقُوا۟ ٱلْخَيْرَٰتِ ۚ إِلَى ٱللَّهِ مَرْجِعُكُمْ جَمِيعًا فَيُنَبِّئُكُم بِمَا كُنتُمْ فِيهِ تَخْتَلِفُونَ

En Wij hebben aan jou het Boek (de Koran) met de Waarheid neergezonden, ter bevestiging van de Schrift die eraan vooraf ging en ter bescherming. Oordeel dus onder hen met wat Allah neergezonden heeft. En volg niet hun begeerten om van de Waarheid die tot jou gekomen is af te wijken. Voor een ieder onder jullie hebben Wij een Wet en een manier van leven bepaald. En als Allah gewild had, had Hij jullie (als behorend) tot een godsdienst gemaakt, maar (Hij doet dit niet omdat Hij) jullie op de proef stelt met wat Hij jullie gegeven heeft. Wedijvert dus (op het gebied) van de goede zaken. Tot Allah is de terugkeer van jullie allemaal, en Hij zal jullie hetgeen waarover jullie van mening verschillen vertellen.

Transliteratie

Waanzalna ilayka alkitaba bialhaqqi musaddiqan lima bayna yadayhi mina alkitabi wamuhayminan AAalayhi faohkum baynahum bima anzala Allahu wala tattabiAA ahwaahum AAamma jaaka mina alhaqqi likullin jaAAalna minkum shirAAatan waminhajan walaw shaa Allahu lajaAAalakum ommatan wahidatan walakin liyabluwakum fee ma atakum faistabiqoo alkhayrati ila Allahi marjiAAukum jameeAAan fayunabbiokum bima kuntum feehi takhtalifoona

49
Hoofdstuk 5 : Vers 49

وَأَنِ ٱحْكُم بَيْنَهُم بِمَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ وَلَا تَتَّبِعْ أَهْوَآءَهُمْ وَٱحْذَرْهُمْ أَن يَفْتِنُوكَ عَنۢ بَعْضِ مَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ إِلَيْكَ ۖ فَإِن تَوَلَّوْا۟ فَٱعْلَمْ أَنَّمَا يُرِيدُ ٱللَّهُ أَن يُصِيبَهُم بِبَعْضِ ذُنُوبِهِمْ ۗ وَإِنَّ كَثِيرًا مِّنَ ٱلنَّاسِ لَفَـٰسِقُونَ

En oordeel (O Moehammad) onder hen met wat Allah neergezonden heeft, en volg niet hun begeerten en hoed je voor hen opdat zij jou niet weglokken van een deel van wat Allah jou neergezonden heeft. En als zij zich afwenden: weet dan dat Allah hen waarlijk wil treffen voor sommige van hun zonden. En voorwaar, veel van de mensen zijn zeket zwaar zondig.

Transliteratie

Waani ohkum baynahum bima anzala Allahu wala tattabiAA ahwaahum waihtharhum an yaftinooka AAan baAAdi ma anzala Allahu ilayka fain tawallaw faiAAlam annama yureedu Allahu an yuseebahum bibaAAdi thunoobihim wainna katheeran mina alnnasi lafasiqoona

50
Hoofdstuk 5 : Vers 50

أَفَحُكْمَ ٱلْجَـٰهِلِيَّةِ يَبْغُونَ ۚ وَمَنْ أَحْسَنُ مِنَ ٱللَّهِ حُكْمًا لِّقَوْمٍ يُوقِنُونَ

Zoeken zij dan de wet van de Djahiliyyah (onwetendheid)? En wie is er beter dan Allah in het oordelen over hot overtuigde volk?

Transliteratie

Afahukma aljahiliyyati yabghoona waman ahsanu mina Allahu hukman liqawmin yooqinoona

51
Hoofdstuk 5 : Vers 51

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ لَا تَتَّخِذُوا۟ ٱلْيَهُودَ وَٱلنَّصَـٰرَىٰٓ أَوْلِيَآءَ ۘ بَعْضُهُمْ أَوْلِيَآءُ بَعْضٍ ۚ وَمَن يَتَوَلَّهُم مِّنكُمْ فَإِنَّهُۥ مِنْهُمْ ۗ إِنَّ ٱللَّهَ لَا يَهْدِى ٱلْقَوْمَ ٱلظَّـٰلِمِينَ

O jullie die geloven! Neemt niet de Joden en de Christenen als beschermers, zij beschermen elkaar. En wie van jullie hen als beschermers neemt: voorwaar, hij behoort tot hen. Voorwaar. Allab leidt het onrechtvaardige volk niet.

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo la tattakhithoo alyahooda waalnnasara awliyaa baAAduhum awliyao baAAdin waman yatawallahum minkum fainnahu minhum inna Allaha la yahdee alqawma alththalimeena

52
Hoofdstuk 5 : Vers 52

فَتَرَى ٱلَّذِينَ فِى قُلُوبِهِم مَّرَضٌ يُسَـٰرِعُونَ فِيهِمْ يَقُولُونَ نَخْشَىٰٓ أَن تُصِيبَنَا دَآئِرَةٌ ۚ فَعَسَى ٱللَّهُ أَن يَأْتِىَ بِٱلْفَتْحِ أَوْ أَمْرٍ مِّنْ عِندِهِۦ فَيُصْبِحُوا۟ عَلَىٰ مَآ أَسَرُّوا۟ فِىٓ أَنفُسِهِمْ نَـٰدِمِينَ

En jij ziet toch dat zij in hun harten een ziekte hebben en zich naar hen (de vijanden van de moslims) toe haasten. Zij zeggen: "Wij vrezen dat een verandering (van het lot) ons zal treffen." Misschien dat Allah (jou) de overwinning zal geven, of een beschikking van Hem (in hun nadeel zal geven), dan zullen zij spijt hebben van wat zij in zichzelf geheim hielden.

Transliteratie

Fatara allatheena fee quloobihim maradun yusariAAoona feehim yaqooloona nakhsha an tuseebana dairatun faAAasa Allahu an yatiya bialfathi aw amrin min AAindihi fayusbihoo AAala ma asarroo fee anfusihim nadimeena

53
Hoofdstuk 5 : Vers 53

وَيَقُولُ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوٓا۟ أَهَـٰٓؤُلَآءِ ٱلَّذِينَ أَقْسَمُوا۟ بِٱللَّهِ جَهْدَ أَيْمَـٰنِهِمْ ۙ إِنَّهُمْ لَمَعَكُمْ ۚ حَبِطَتْ أَعْمَـٰلُهُمْ فَأَصْبَحُوا۟ خَـٰسِرِينَ

En degenen die geloven zeggen (tegen hun vijanden over de hypocrieten): "Zijn zij degenen die bij Allah zwoeren dat zij echt bij jullie zouden zijn?" Hun werken zullen vruchteloos zijn en zij zullen verliezers worden.

Transliteratie

Wayaqoolu allatheena amanoo ahaolai allatheena aqsamoo biAllahi jahda aymanihim innahum lamaAAakum habitat aAAmaluhum faasbahoo khasireena

54
Hoofdstuk 5 : Vers 54

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ مَن يَرْتَدَّ مِنكُمْ عَن دِينِهِۦ فَسَوْفَ يَأْتِى ٱللَّهُ بِقَوْمٍ يُحِبُّهُمْ وَيُحِبُّونَهُۥٓ أَذِلَّةٍ عَلَى ٱلْمُؤْمِنِينَ أَعِزَّةٍ عَلَى ٱلْكَـٰفِرِينَ يُجَـٰهِدُونَ فِى سَبِيلِ ٱللَّهِ وَلَا يَخَافُونَ لَوْمَةَ لَآئِمٍ ۚ ذَٰلِكَ فَضْلُ ٱللَّهِ يُؤْتِيهِ مَن يَشَآءُ ۚ وَٱللَّهُ وَٰسِعٌ عَلِيمٌ

O jullie die geloven! Wie van jullie zijn godsdienst afvallig is: Allah zal een volk nemen waar Hij van houdt en dat van Hem houdt, dat zachtmoedig is tegenover de gelovigen en streng tegenover de ongelovigen, dat streeft op de Weg van Allah en zij zijn niet bang voor degenen die verwijten maken. Dat is de gunst van Allah, die Hij geeft aan wie Hij wil en Allah is Allesomvattend, Alwetend.

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo man yartadda minkum AAan deenihi fasawfa yatee Allahu biqawmin yuhibbuhum wayuhibboonahu athillatin AAala almumineena aAAizzatin AAala alkafireena yujahidoona fee sabeeli Allahi wala yakhafoona lawmata laimin thalika fadlu Allahi yuteehi man yashao waAllahu wasiAAun AAaleemun

55
Hoofdstuk 5 : Vers 55

إِنَّمَا وَلِيُّكُمُ ٱللَّهُ وَرَسُولُهُۥ وَٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ ٱلَّذِينَ يُقِيمُونَ ٱلصَّلَوٰةَ وَيُؤْتُونَ ٱلزَّكَوٰةَ وَهُمْ رَٰكِعُونَ

Voorwaar, jullie helpers zijn Allah en Zijn Boodschapper en degenen die geloven, die de shalât verrichten en de zakât geven, zij buigen zich nederig.

Transliteratie

Innama waliyyukumu Allahu warasooluhu waallatheena amanoo allatheena yuqeemoona alssalata wayutoona alzzakata wahum rakiAAoona

56
Hoofdstuk 5 : Vers 56

وَمَن يَتَوَلَّ ٱللَّهَ وَرَسُولَهُۥ وَٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ فَإِنَّ حِزْبَ ٱللَّهِ هُمُ ٱلْغَـٰلِبُونَ

En wie Allah tot Beschermer neemt en Zijn Boodschapper en degenen die gelovig zijn: voorwaar, de groep (volgelingen) van Allah is overwinnaar.

Transliteratie

Waman yatawalla Allaha warasoolahu waallatheena amanoo fainna hizba Allahi humu alghaliboona

57
Hoofdstuk 5 : Vers 57

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ لَا تَتَّخِذُوا۟ ٱلَّذِينَ ٱتَّخَذُوا۟ دِينَكُمْ هُزُوًا وَلَعِبًا مِّنَ ٱلَّذِينَ أُوتُوا۟ ٱلْكِتَـٰبَ مِن قَبْلِكُمْ وَٱلْكُفَّارَ أَوْلِيَآءَ ۚ وَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ إِن كُنتُم مُّؤْمِنِينَ

O jultie die geloven! Neemt niet degenen die jullie godsdienst tot een (onderwerp van) bespotting en scherts maken van degenen die de Schrift vóór jullie gegeven waren en de ongelovigen als beschcrmcrs. En vreest Allah, indien jullie gelovigen zijn.

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo la tattakhithoo allatheena ittakhathoo deenakum huzuwan walaAAiban mina allatheena ootoo alkitaba min qablikum waalkuffara awliyaa waittaqoo Allaha in kuntum mumineena

58
Hoofdstuk 5 : Vers 58

وَإِذَا نَادَيْتُمْ إِلَى ٱلصَّلَوٰةِ ٱتَّخَذُوهَا هُزُوًا وَلَعِبًا ۚ ذَٰلِكَ بِأَنَّهُمْ قَوْمٌ لَّا يَعْقِلُونَ

En wanneer jullie oproepen tot de shalât, nemen zij dat als (onderwerp van) bespotting on scherts. Dat is omdat zij een volk zijn dat niet begrijpt.

Transliteratie

Waitha nadaytum ila alssalati ittakhathooha huzuwan walaAAiban thalika biannahum qawmun la yaAAqiloona

59
Hoofdstuk 5 : Vers 59

قُلْ يَـٰٓأَهْلَ ٱلْكِتَـٰبِ هَلْ تَنقِمُونَ مِنَّآ إِلَّآ أَنْ ءَامَنَّا بِٱللَّهِ وَمَآ أُنزِلَ إِلَيْنَا وَمَآ أُنزِلَ مِن قَبْلُ وَأَنَّ أَكْثَرَكُمْ فَـٰسِقُونَ

Zeg (O Moehammad): "'O Lieden van de Schrift! Wreken jullie je alleen maar op ons omdat wij in Allah geloven en (in) wat ons is neergczomden en (in) wat vroeger neergezonden is? En voorwaar, de meesten van jullie zijn zware zondaren."

Transliteratie

Qul ya ahla alkitabi hal tanqimoona minna illa an amanna biAllahi wama onzila ilayna wama onzila min qablu waanna aktharakum fasiqoona

60
Hoofdstuk 5 : Vers 60

قُلْ هَلْ أُنَبِّئُكُم بِشَرٍّ مِّن ذَٰلِكَ مَثُوبَةً عِندَ ٱللَّهِ ۚ مَن لَّعَنَهُ ٱللَّهُ وَغَضِبَ عَلَيْهِ وَجَعَلَ مِنْهُمُ ٱلْقِرَدَةَ وَٱلْخَنَازِيرَ وَعَبَدَ ٱلطَّـٰغُوتَ ۚ أُو۟لَـٰٓئِكَ شَرٌّ مَّكَانًا وَأَضَلُّ عَن سَوَآءِ ٱلسَّبِيلِ

Zeg: "Zal ik jullie iets mededelen dat slechter is dan dat, als een vergelding van Allah? Wie door Allah vervloekt is en op wie Allah woedend is, en van wie Hij soinmigen tot apen an varkens gemaakt heeft, en die de Thaghôet dienen: zij zijn degenen die de slechtste plaats hebben en die hct verst afdwalen van de Weg!"

Transliteratie

Qul hal onabbiokum bisharrin min thalika mathoobatan AAinda Allahi man laAAanahu Allahu waghadiba AAalayhi wajaAAala minhumu alqiradata waalkhanazeera waAAabada alttaghooti olaika sharrun makanan waadallu AAan sawai alssabeeli

61
Hoofdstuk 5 : Vers 61

وَإِذَا جَآءُوكُمْ قَالُوٓا۟ ءَامَنَّا وَقَد دَّخَلُوا۟ بِٱلْكُفْرِ وَهُمْ قَدْ خَرَجُوا۟ بِهِۦ ۚ وَٱللَّهُ أَعْلَمُ بِمَا كَانُوا۟ يَكْتُمُونَ

En wanneer zij tot jullie kwamen, zeiden zij: "Wij geloven." Terwijl zij waarlijk (de Islam) als ongelovigen binnen gingen en zij gingen er waarlik (als ongelovigen) uit. En Allah weet beter wat zij plachten te verbergen.

Transliteratie

Waitha jaookum qaloo amanna waqad dakhaloo bialkufri wahum qad kharajoo bihi waAllahu aAAlamu bima kanoo yaktumoona

62
Hoofdstuk 5 : Vers 62

وَتَرَىٰ كَثِيرًا مِّنْهُمْ يُسَـٰرِعُونَ فِى ٱلْإِثْمِ وَٱلْعُدْوَٰنِ وَأَكْلِهِمُ ٱلسُّحْتَ ۚ لَبِئْسَ مَا كَانُوا۟ يَعْمَلُونَ

En jij ziet velen van hen terwijl zij zich haasten naar de zonde en de overtreding en hun eten van hel verbodene. Het is zeker slecht wat zij plachten te doen!

Transliteratie

Watara katheeran minhum yusariAAoona fee alithmi waalAAudwani waaklihimu alssuhta labisa ma kanoo yaAAmaloona

63
Hoofdstuk 5 : Vers 63

لَوْلَا يَنْهَىٰهُمُ ٱلرَّبَّـٰنِيُّونَ وَٱلْأَحْبَارُ عَن قَوْلِهِمُ ٱلْإِثْمَ وَأَكْلِهِمُ ٱلسُّحْتَ ۚ لَبِئْسَ مَا كَانُوا۟ يَصْنَعُونَ

Waarom verbieden de geleerden en de godsgdeerden (onder de Joden) hun hun zondige woorden niet en hun eten van het verbodene? Het is zeker slecht wat zij plachten te bedrijven!

Transliteratie

Lawla yanhahumu alrrabbaniyyoona waalahbaru AAan qawlihimu alithma waaklihimu alssuhta labisa ma kanoo yasnaAAoona

64
Hoofdstuk 5 : Vers 64

وَقَالَتِ ٱلْيَهُودُ يَدُ ٱللَّهِ مَغْلُولَةٌ ۚ غُلَّتْ أَيْدِيهِمْ وَلُعِنُوا۟ بِمَا قَالُوا۟ ۘ بَلْ يَدَاهُ مَبْسُوطَتَانِ يُنفِقُ كَيْفَ يَشَآءُ ۚ وَلَيَزِيدَنَّ كَثِيرًا مِّنْهُم مَّآ أُنزِلَ إِلَيْكَ مِن رَّبِّكَ طُغْيَـٰنًا وَكُفْرًا ۚ وَأَلْقَيْنَا بَيْنَهُمُ ٱلْعَدَٰوَةَ وَٱلْبَغْضَآءَ إِلَىٰ يَوْمِ ٱلْقِيَـٰمَةِ ۚ كُلَّمَآ أَوْقَدُوا۟ نَارًا لِّلْحَرْبِ أَطْفَأَهَا ٱللَّهُ ۚ وَيَسْعَوْنَ فِى ٱلْأَرْضِ فَسَادًا ۚ وَٱللَّهُ لَا يُحِبُّ ٱلْمُفْسِدِينَ

En de Joden zeiden: "De Hand van Allah is gebonden (gierig)." Hun handen zijn gebonden en vervloekt zijn zij vanwege wat zij zeiden! Welnee, Zijn handen zijn wijd uitgestrekt en Hij schenkt hoe Hij wil. (Do Koran,) die door jouw Heer aan jou is neergezonden, vermeerdert zeker bij velen van hen overtreding en ongeloof. En Wij wakkerden vijandschap en haat onder hen aan tot aan de Dag der Opstanding. Iedere keer dat zij een vuur ontsteken, dat tot de oorlog leidt, dooft Allah het. En zij zaaien verderf op de aarde. En Allah houdt niet van de verderfzaaiers.

Transliteratie

Waqalati alyahoodu yadu Allahi maghloolatun ghullat aydeehim waluAAinoo bima qaloo bal yadahu mabsootatani yunfiqu kayfa yashao walayazeedanna katheeran minhum ma onzila ilayka min rabbika tughyanan wakufran waalqayna baynahumu alAAadawata waalbaghdaa ila yawmi alqiyamati kullama awqadoo naran lilharbi atfaaha Allahu wayasAAawna fee alardi fasadan waAllahu la yuhibbu almufsideena

65
Hoofdstuk 5 : Vers 65

وَلَوْ أَنَّ أَهْلَ ٱلْكِتَـٰبِ ءَامَنُوا۟ وَٱتَّقَوْا۟ لَكَفَّرْنَا عَنْهُمْ سَيِّـَٔاتِهِمْ وَلَأَدْخَلْنَـٰهُمْ جَنَّـٰتِ ٱلنَّعِيمِ

En als de Lieden van de Schrift maar hadden geloofd en (Allah) gevreesd, dan hadden Wij hen hun fouten uitgewist en hadden Wij hen gelukzali Tuinen (het Paradijs) binnengeleid.

Transliteratie

Walaw anna ahla alkitabi amanoo waittaqaw lakaffarna AAanhum sayyiatihim walaadkhalnahum jannati alnnaAAeemi

66
Hoofdstuk 5 : Vers 66

وَلَوْ أَنَّهُمْ أَقَامُوا۟ ٱلتَّوْرَىٰةَ وَٱلْإِنجِيلَ وَمَآ أُنزِلَ إِلَيْهِم مِّن رَّبِّهِمْ لَأَكَلُوا۟ مِن فَوْقِهِمْ وَمِن تَحْتِ أَرْجُلِهِم ۚ مِّنْهُمْ أُمَّةٌ مُّقْتَصِدَةٌ ۖ وَكَثِيرٌ مِّنْهُمْ سَآءَ مَا يَعْمَلُونَ

En als zij zich aan de Taurât vastgehouden hadden en aan de Indjil en aan wat hun van hun Heer neergezonden was, dan hadden zij gegeten van wat boven ben en onder hun voeten (aan voedsel) was. Onder hen is een gematigde gemeenschap, maar van velen van hen is het slecht wat zij doen.

Transliteratie

Walaw annahum aqamoo alttawrata waalinjeela wama onzila ilayhim min rabbihim laakaloo min fawqihim wamin tahti arjulihim minhum ommatun muqtasidatun wakatheerun minhum saa ma yaAAmaloona

67
Hoofdstuk 5 : Vers 67

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلرَّسُولُ بَلِّغْ مَآ أُنزِلَ إِلَيْكَ مِن رَّبِّكَ ۖ وَإِن لَّمْ تَفْعَلْ فَمَا بَلَّغْتَ رِسَالَتَهُۥ ۚ وَٱللَّهُ يَعْصِمُكَ مِنَ ٱلنَّاسِ ۗ إِنَّ ٱللَّهَ لَا يَهْدِى ٱلْقَوْمَ ٱلْكَـٰفِرِينَ

O Boodschapper! Verkondig wat jou van jouw Heer neergezonden is. En indien jij dat niet doet, dan heb jij Zijn Boodschap niet verkondigd. En Allah zal jou tegen de mensen beschermen. Voorwaar, Allah leidt het ongelovige volk niet.

Transliteratie

Ya ayyuha alrrasoolu balligh ma onzila ilayka min rabbika wain lam tafAAal fama ballaghta risalatahu waAllahu yaAAsimuka mina alnnasi inna Allaha la yahdee alqawma alkafireena

68
Hoofdstuk 5 : Vers 68

قُلْ يَـٰٓأَهْلَ ٱلْكِتَـٰبِ لَسْتُمْ عَلَىٰ شَىْءٍ حَتَّىٰ تُقِيمُوا۟ ٱلتَّوْرَىٰةَ وَٱلْإِنجِيلَ وَمَآ أُنزِلَ إِلَيْكُم مِّن رَّبِّكُمْ ۗ وَلَيَزِيدَنَّ كَثِيرًا مِّنْهُم مَّآ أُنزِلَ إِلَيْكَ مِن رَّبِّكَ طُغْيَـٰنًا وَكُفْرًا ۖ فَلَا تَأْسَ عَلَى ٱلْقَوْمِ ٱلْكَـٰفِرِينَ

Zeg (O Moehammad): "O Lieden van de Schrift! Jullie zijn niet (op de juiste weg) dat jullie je niet vasthouden aan de TaurAt en de Indjil en aan wat jullie door jullie Heer neergezonden is." (De Koran) die door jouw Heer aan jou is neergezonden, vermeerdert zeker bij velen van hen overtreding en ongeloof. En treur niet om het ongelovige.

Transliteratie

Qul ya ahla alkitabi lastum AAala shayin hatta tuqeemoo alttawrata waalinjeela wama onzila ilaykum min rabbikum walayazeedanna katheeran minhum ma onzila ilayka min rabbika tughyanan wakufran fala tasa AAala alqawmi alkafireena

69
Hoofdstuk 5 : Vers 69

إِنَّ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَٱلَّذِينَ هَادُوا۟ وَٱلصَّـٰبِـُٔونَ وَٱلنَّصَـٰرَىٰ مَنْ ءَامَنَ بِٱللَّهِ وَٱلْيَوْمِ ٱلْـَٔاخِرِ وَعَمِلَ صَـٰلِحًا فَلَا خَوْفٌ عَلَيْهِمْ وَلَا هُمْ يَحْزَنُونَ

Voorwaar, degenen die (in de Koran) geloven en de Joden en de Sabiërs en de Christenen en wie er in Allah en de Laatste Dag geloven en goede werk verrichten: voor hen zal er geen angst zijn en zij zullen niet treuren.

Transliteratie

Inna allatheena amanoo waallatheena hadoo waalssabioona waalnnasara man amana biAllahi waalyawmi alakhiri waAAamila salihan fala khawfun AAalayhim wala hum yahzanoona

70
Hoofdstuk 5 : Vers 70

لَقَدْ أَخَذْنَا مِيثَـٰقَ بَنِىٓ إِسْرَٰٓءِيلَ وَأَرْسَلْنَآ إِلَيْهِمْ رُسُلًا ۖ كُلَّمَا جَآءَهُمْ رَسُولٌۢ بِمَا لَا تَهْوَىٰٓ أَنفُسُهُمْ فَرِيقًا كَذَّبُوا۟ وَفَرِيقًا يَقْتُلُونَ

En Wij sloten een verbond met de Kinderen van Israel en Wij zonden hen Boodschappers. Iedere keer dat er een Boodschapper tot hen kwam, met wat niet met hun eigen wens overeenkwam, loochenden zij sominigen en doodden zij sommigen.

Transliteratie

Laqad akhathna meethaqa banee israeela waarsalna ilayhim rusulan kullama jaahum rasoolun bima la tahwa anfusuhum fareeqan kaththaboo wafareeqan yaqtuloona

71
Hoofdstuk 5 : Vers 71

وَحَسِبُوٓا۟ أَلَّا تَكُونَ فِتْنَةٌ فَعَمُوا۟ وَصَمُّوا۟ ثُمَّ تَابَ ٱللَّهُ عَلَيْهِمْ ثُمَّ عَمُوا۟ وَصَمُّوا۟ كَثِيرٌ مِّنْهُمْ ۚ وَٱللَّهُ بَصِيرٌۢ بِمَا يَعْمَلُونَ

En zij dackten dat er geen beproeving zou zijn, zij werden daarop blind en doof. Vervolgens aanvaardde Allah hun berouw, maar velen van hen werden (weer) blind en doof. En Allah zict wat zij doen.

Transliteratie

Wahasiboo alla takoona fitnatun faAAamoo wasammoo thumma taba Allahu AAalayhim thumma AAamoo wasammoo katheerun minhum waAllahu baseerun bima yaAAmaloona

72
Hoofdstuk 5 : Vers 72

لَقَدْ كَفَرَ ٱلَّذِينَ قَالُوٓا۟ إِنَّ ٱللَّهَ هُوَ ٱلْمَسِيحُ ٱبْنُ مَرْيَمَ ۖ وَقَالَ ٱلْمَسِيحُ يَـٰبَنِىٓ إِسْرَٰٓءِيلَ ٱعْبُدُوا۟ ٱللَّهَ رَبِّى وَرَبَّكُمْ ۖ إِنَّهُۥ مَن يُشْرِكْ بِٱللَّهِ فَقَدْ حَرَّمَ ٱللَّهُ عَلَيْهِ ٱلْجَنَّةَ وَمَأْوَىٰهُ ٱلنَّارُ ۖ وَمَا لِلظَّـٰلِمِينَ مِنْ أَنصَارٍ

Voorzeker, zij zijn ongelovig die zeggen: "Allah is de Masîh, zoon van Maryam." Hoewel de Masîh zei: "O Kinderen van Israël, aanbidt Allah, mijn Heer on jullie Heer." Voorwaar, hij die deelgenoten aan Allah toekent: Allah heeft hem waarlijk het Paradijs verboden. En zijn bestemming zal de Hel zijn. En voor de onrechtvaardigen zijn er geen helpers.

Transliteratie

Laqad kafara allatheena qaloo inna Allaha huwa almaseehu ibnu maryama waqala almaseehu ya banee israeela oAAbudoo Allaha rabbee warabbakum innahu man yushrik biAllahi faqad harrama Allahu AAalayhi aljannata wamawahu alnnaru wama lilththalimeena min ansarin

73
Hoofdstuk 5 : Vers 73

لَّقَدْ كَفَرَ ٱلَّذِينَ قَالُوٓا۟ إِنَّ ٱللَّهَ ثَالِثُ ثَلَـٰثَةٍ ۘ وَمَا مِنْ إِلَـٰهٍ إِلَّآ إِلَـٰهٌ وَٰحِدٌ ۚ وَإِن لَّمْ يَنتَهُوا۟ عَمَّا يَقُولُونَ لَيَمَسَّنَّ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ مِنْهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ

Voorzeker zij zijn ongelovig die zeggen: "Allah is één derde van drie (goden).'" Want er is geen god dan Allah, de Ene. En indien zij niet ophouden met wat zij zeggen: dan treft zeker een pijnlijke bestraffing degenen van hen die ongelovig zijn.

Transliteratie

Laqad kafara allatheena qaloo inna Allaha thalithu thalathatin wama min ilahin illa ilahun wahidun wain lam yantahoo AAamma yaqooloona layamassanna allatheena kafaroo minhum AAathabun aleemun

74
Hoofdstuk 5 : Vers 74

أَفَلَا يَتُوبُونَ إِلَى ٱللَّهِ وَيَسْتَغْفِرُونَهُۥ ۚ وَٱللَّهُ غَفُورٌ رَّحِيمٌ

Waarom tonen zij geen berouw aan Allah en vragen zij Hem niet am vergeving? En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig.

Transliteratie

Afala yatooboona ila Allahi wayastaghfiroonahu waAllahu ghafoorun raheemun

75
Hoofdstuk 5 : Vers 75

مَّا ٱلْمَسِيحُ ٱبْنُ مَرْيَمَ إِلَّا رَسُولٌ قَدْ خَلَتْ مِن قَبْلِهِ ٱلرُّسُلُ وَأُمُّهُۥ صِدِّيقَةٌ ۖ كَانَا يَأْكُلَانِ ٱلطَّعَامَ ۗ ٱنظُرْ كَيْفَ نُبَيِّنُ لَهُمُ ٱلْـَٔايَـٰتِ ثُمَّ ٱنظُرْ أَنَّىٰ يُؤْفَكُونَ

De Masîh, zoon van Maryam, is niet anders dan een Boodschapper, hij werd waarlijk voorafgegaan door Boodschappers en zijn moeder was een oprechte vrouw. Zij plachten beiden voedsel te eten (net als andere mensen), Zie hoe Wij voor hen de Tekenen duidelijk maakten en zie dan hoe zij (de ongelovigen) zich afwendden.

Transliteratie

Ma almaseehu ibnu maryama illa rasoolun qad khalat min qablihi alrrusulu waommuhu siddeeqatun kana yakulani alttaAAama onthur kayfa nubayyinu lahumu alayati thumma onthur anna yufakoona

76
Hoofdstuk 5 : Vers 76

قُلْ أَتَعْبُدُونَ مِن دُونِ ٱللَّهِ مَا لَا يَمْلِكُ لَكُمْ ضَرًّا وَلَا نَفْعًا ۚ وَٱللَّهُ هُوَ ٱلسَّمِيعُ ٱلْعَلِيمُ

Zeg (O Moehammad): "Aanbidden jullie naast Allah wat geen schade voor jullie kan voorkomen en jullie geen voordeel ken brengen?" En Allah, Hij is de Alhorende, de Alwetende.

Transliteratie

Qul ataAAbudoona min dooni Allahi ma la yamliku lakum darran wala nafAAan waAllahu huwa alssameeAAu alAAaleemu

77
Hoofdstuk 5 : Vers 77

قُلْ يَـٰٓأَهْلَ ٱلْكِتَـٰبِ لَا تَغْلُوا۟ فِى دِينِكُمْ غَيْرَ ٱلْحَقِّ وَلَا تَتَّبِعُوٓا۟ أَهْوَآءَ قَوْمٍ قَدْ ضَلُّوا۟ مِن قَبْلُ وَأَضَلُّوا۟ كَثِيرًا وَضَلُّوا۟ عَن سَوَآءِ ٱلسَّبِيلِ

Zeg: "O Lieden van de Schrift! Overdrijft niet zonder recht in jullie godsdienst en volgt niet de begeerten van een volk dat vroeger waarlijk dwaalde en velen deed dwalen. En zij dwaalden van het rechte Pad."

Transliteratie

Qul ya ahla alkitabi la taghloo fee deenikum ghayra alhaqqi wala tattabiAAoo ahwaa qawmin qad dalloo min qablu waadalloo katheeran wadalloo AAan sawai alssabeeli

78
Hoofdstuk 5 : Vers 78

لُعِنَ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ مِنۢ بَنِىٓ إِسْرَٰٓءِيلَ عَلَىٰ لِسَانِ دَاوُۥدَ وَعِيسَى ٱبْنِ مَرْيَمَ ۚ ذَٰلِكَ بِمَا عَصَوا۟ وَّكَانُوا۟ يَعْتَدُونَ

Vervloekt waren degenen die ongelovig waren van de Kinderen van Israel, door de tong(en) van Dâwôed en 'Îsa, de zoon van Maryam. Dit was omdat zij ongehoorzaam waren en (de wet) plachten te overtreden.

Transliteratie

LuAAina allatheena kafaroo min banee israeela AAala lisani dawooda waAAeesa ibni maryama thalika bima AAasaw wakanoo yaAAtadoona

79
Hoofdstuk 5 : Vers 79

كَانُوا۟ لَا يَتَنَاهَوْنَ عَن مُّنكَرٍ فَعَلُوهُ ۚ لَبِئْسَ مَا كَانُوا۟ يَفْعَلُونَ

Zij verboden elkaar het verwerpelijke niet dat zij verrichtten. Slecht was het wat zij plachten te doen!

Transliteratie

Kanoo la yatanahawna AAan munkarin faAAaloohu labisa ma kanoo yafAAaloona

80
Hoofdstuk 5 : Vers 80

تَرَىٰ كَثِيرًا مِّنْهُمْ يَتَوَلَّوْنَ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ ۚ لَبِئْسَ مَا قَدَّمَتْ لَهُمْ أَنفُسُهُمْ أَن سَخِطَ ٱللَّهُ عَلَيْهِمْ وَفِى ٱلْعَذَابِ هُمْ خَـٰلِدُونَ

Jij ziet velen ven hen degenen die ongelovig zijn als beschermers nemen. Slecht is het wat zij voor zichzelf gedaan hebben en Allah is vertoornd op hen. En zij zullen eeuwig levenden zijn in de bestraffing.

Transliteratie

Tara katheeran minhum yatawallawna allatheena kafaroo labisa ma qaddamat lahum anfusuhum an sakhita Allahu AAalayhim wafee alAAathabi hum khalidoona

81
Hoofdstuk 5 : Vers 81

وَلَوْ كَانُوا۟ يُؤْمِنُونَ بِٱللَّهِ وَٱلنَّبِىِّ وَمَآ أُنزِلَ إِلَيْهِ مَا ٱتَّخَذُوهُمْ أَوْلِيَآءَ وَلَـٰكِنَّ كَثِيرًا مِّنْهُمْ فَـٰسِقُونَ

Indien zij maar in Allah geloofd hadden en in de Profeet en in wat aan hem neergezonden was, dan hadden zij hen niet tot beschermers genomen, maar velen van hen zijn zware zondaren.

Transliteratie

Walaw kanoo yuminoona biAllahi waalnnabiyyi wama onzila ilayhi ma ittakhathoohum awliyaa walakinna katheeran minhum fasiqoona

82
Hoofdstuk 5 : Vers 82

لَتَجِدَنَّ أَشَدَّ ٱلنَّاسِ عَدَٰوَةً لِّلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ ٱلْيَهُودَ وَٱلَّذِينَ أَشْرَكُوا۟ ۖ وَلَتَجِدَنَّ أَقْرَبَهُم مَّوَدَّةً لِّلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ ٱلَّذِينَ قَالُوٓا۟ إِنَّا نَصَـٰرَىٰ ۚ ذَٰلِكَ بِأَنَّ مِنْهُمْ قِسِّيسِينَ وَرُهْبَانًا وَأَنَّهُمْ لَا يَسْتَكْبِرُونَ

Jij zult zeker vinden dat de mensen die het sterkst in vijandschap tegenover de gelovigen zijn, de Joden en de degenen die deelgenoten (aan Allah) toekennen zijn; en jij zult zeker vinden dat zij die het dichtst bij in liefde voor de gelovigen zijn, degenen zijn, die zeggen: "Voorwaar, wij zijn Christenen." Dat is omdat er onder hen priesters en monniken zijn en omdat zij niet hoogmoedig zijn.

Transliteratie

Latajidanna ashadda alnnasi AAadawatan lillatheena amanoo alyahooda waallatheena ashrakoo walatajidanna aqrabahum mawaddatan lillatheena amanoo allatheena qaloo inna nasara thalika bianna minhum qisseeseena waruhbanan waannahum la yastakbiroona

83
Hoofdstuk 5 : Vers 83

وَإِذَا سَمِعُوا۟ مَآ أُنزِلَ إِلَى ٱلرَّسُولِ تَرَىٰٓ أَعْيُنَهُمْ تَفِيضُ مِنَ ٱلدَّمْعِ مِمَّا عَرَفُوا۟ مِنَ ٱلْحَقِّ ۖ يَقُولُونَ رَبَّنَآ ءَامَنَّا فَٱكْتُبْنَا مَعَ ٱلشَّـٰهِدِينَ

En wannccrzij horen wat zan de Boodschapper geopenbaard is, zie jij hun ogen van de tranen overvloeien, omdat zij de Waarheid herkennen. Zij zeggen: "Onze Heer, wij geloven, schrijf ons dus op bij de getuigen.

Transliteratie

Waitha samiAAoo ma onzila ila alrrasooli tara aAAyunahum tafeedu mina alddamAAi mimma AAarafoo mina alhaqqi yaqooloona rabbana amanna faoktubna maAAa alshshahideena

84
Hoofdstuk 5 : Vers 84

وَمَا لَنَا لَا نُؤْمِنُ بِٱللَّهِ وَمَا جَآءَنَا مِنَ ٱلْحَقِّ وَنَطْمَعُ أَن يُدْخِلَنَا رَبُّنَا مَعَ ٱلْقَوْمِ ٱلصَّـٰلِحِينَ

En waarom zouden wij niet geloven in Allah en in wat tot ons is geckomen van de Waarheid en wij verlangen cr hevig naar dat onze Heer ons met het oprechte volk (het Paradijs) binnenleidt."

Transliteratie

Wama lana la numinu biAllahi wama jaana mina alhaqqi wanatmaAAu an yudkhilana rabbuna maAAa alqawmi alssaliheena

85
Hoofdstuk 5 : Vers 85

فَأَثَـٰبَهُمُ ٱللَّهُ بِمَا قَالُوا۟ جَنَّـٰتٍ تَجْرِى مِن تَحْتِهَا ٱلْأَنْهَـٰرُ خَـٰلِدِينَ فِيهَا ۚ وَذَٰلِكَ جَزَآءُ ٱلْمُحْسِنِينَ

Allah beloont hen dan voor wat zij zeiden met Tuinen (het Paradijs) waar onder door de rivieren stromen en zij zijn daarin eeuwig levenden. En dat is de beloning van de weldoeners.

Transliteratie

Faathabahumu Allahu bima qaloo jannatin tajree min tahtiha alanharu khalideena feeha wathalika jazao almuhsineena

86
Hoofdstuk 5 : Vers 86

وَٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ وَكَذَّبُوا۟ بِـَٔايَـٰتِنَآ أُو۟لَـٰٓئِكَ أَصْحَـٰبُ ٱلْجَحِيمِ

En degenen die ongelovig zijn en Onze Verzen loochenen: zij zijn degenen die de bewoners van Djahim (de Hel) zijin.

Transliteratie

Waallatheena kafaroo wakaththaboo biayatina olaika ashabu aljaheemi

87
Hoofdstuk 5 : Vers 87

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ لَا تُحَرِّمُوا۟ طَيِّبَـٰتِ مَآ أَحَلَّ ٱللَّهُ لَكُمْ وَلَا تَعْتَدُوٓا۟ ۚ إِنَّ ٱللَّهَ لَا يُحِبُّ ٱلْمُعْتَدِينَ

O jullie die geloven! Maakt de goede zaken niet verboden die Allah jullie heeft toegestaan en overtreedt niet. Voorwaar, Allah houdt niet van de overtreders.

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo la tuharrimoo tayyibati ma ahalla Allahu lakum wala taAAtadoo inna Allaha la yuhibbu almuAAtadeena

88
Hoofdstuk 5 : Vers 88

وَكُلُوا۟ مِمَّا رَزَقَكُمُ ٱللَّهُ حَلَـٰلًا طَيِّبًا ۚ وَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ ٱلَّذِىٓ أَنتُم بِهِۦ مُؤْمِنُونَ

En eet van de goede, toegestane zaken (Halâl) waarmee Allah jullie voorziet. En vreest Allah, Degene in Wie jullie geloven.

Transliteratie

Wakuloo mimma razaqakumu Allahu halalan tayyiban waittaqoo Allaha allathee antum bihi muminoona

89
Hoofdstuk 5 : Vers 89

لَا يُؤَاخِذُكُمُ ٱللَّهُ بِٱللَّغْوِ فِىٓ أَيْمَـٰنِكُمْ وَلَـٰكِن يُؤَاخِذُكُم بِمَا عَقَّدتُّمُ ٱلْأَيْمَـٰنَ ۖ فَكَفَّـٰرَتُهُۥٓ إِطْعَامُ عَشَرَةِ مَسَـٰكِينَ مِنْ أَوْسَطِ مَا تُطْعِمُونَ أَهْلِيكُمْ أَوْ كِسْوَتُهُمْ أَوْ تَحْرِيرُ رَقَبَةٍ ۖ فَمَن لَّمْ يَجِدْ فَصِيَامُ ثَلَـٰثَةِ أَيَّامٍ ۚ ذَٰلِكَ كَفَّـٰرَةُ أَيْمَـٰنِكُمْ إِذَا حَلَفْتُمْ ۚ وَٱحْفَظُوٓا۟ أَيْمَـٰنَكُمْ ۚ كَذَٰلِكَ يُبَيِّنُ ٱللَّهُ لَكُمْ ءَايَـٰتِهِۦ لَعَلَّكُمْ تَشْكُرُونَ

Allah rekent jullie de onnadenkendheid bij jullie eden niet aan, maar Hij rekent jullie aan wat jullie in jullie eden (bewust) vastleggen. (Bij het verbreken van jullie eden) geldt Kaffârah hiervoor: het voeden van tien armen, zoals jullie gemiddeld jullie families voeden; of het hen kleden; of het vrijlaten van een slaaf. En wie dat niet vindt: het vasten van drie dagen. Dat is de Kaffârah voor (het verbreken van) jullie eden die jullie zwoeren. Maar weest jullie eden getrouw. Zo heeft Allah jullie Zijn Tekenen duidelijk gemaakt, hcpelijk zullen jullie dankbaar zijn!

Transliteratie

La yuakhithukumu Allahu biallaghwi fee aymanikum walakin yuakhithukum bima AAaqqadtumu alaymana fakaffaratuhu itAAamu AAasharati masakeena min awsati ma tutAAimoona ahleekum aw kiswatuhum aw tahreeru raqabatin faman lam yajid fasiyamu thalathati ayyamin thalika kaffaratu aymanikum itha halaftum waihfathoo aymanakum kathalika yubayyinu Allahu lakum ayatihi laAAallakum tashkuroona

90
Hoofdstuk 5 : Vers 90

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوٓا۟ إِنَّمَا ٱلْخَمْرُ وَٱلْمَيْسِرُ وَٱلْأَنصَابُ وَٱلْأَزْلَـٰمُ رِجْسٌ مِّنْ عَمَلِ ٱلشَّيْطَـٰنِ فَٱجْتَنِبُوهُ لَعَلَّكُمْ تُفْلِحُونَ

O, jullie die geloven! Voorwaar, de wijn en het gokken en de afgodsbeelden en pijlen om te verloten zijn oreinheden die tot het werk van de Satan behoren, vermijdt deze (zaken) dus. Hopefijk zullen jullie welslagen!

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo innama alkhamru waalmaysiru waalansabu waalazlamu rijsun min AAamali alshshaytani faijtaniboohu laAAallakum tuflihoona

91
Hoofdstuk 5 : Vers 91

إِنَّمَا يُرِيدُ ٱلشَّيْطَـٰنُ أَن يُوقِعَ بَيْنَكُمُ ٱلْعَدَٰوَةَ وَٱلْبَغْضَآءَ فِى ٱلْخَمْرِ وَٱلْمَيْسِرِ وَيَصُدَّكُمْ عَن ذِكْرِ ٱللَّهِ وَعَنِ ٱلصَّلَوٰةِ ۖ فَهَلْ أَنتُم مُّنتَهُونَ

Voorwaar, de Satan wil alleen maar vijandschap en haat onder jullie veroorzaken met behulp van wijn en gokken en door jullie af te houden van het gedenken van Allah en de shalât: houdt ermee op!

Transliteratie

Innama yureedu alshshaytanu an yooqiAAa baynakumu alAAadawata waalbaghdaa fee alkhamri waalmaysiri wayasuddakum AAan thikri Allahi waAAani alssalati fahal antum muntahoona

92
Hoofdstuk 5 : Vers 92

وَأَطِيعُوا۟ ٱللَّهَ وَأَطِيعُوا۟ ٱلرَّسُولَ وَٱحْذَرُوا۟ ۚ فَإِن تَوَلَّيْتُمْ فَٱعْلَمُوٓا۟ أَنَّمَا عَلَىٰ رَسُولِنَا ٱلْبَلَـٰغُ ٱلْمُبِينُ

En gehoorzamt Allah en gehoorzaamt de Boodschapper en weest op jullie hoede! En als jullie je afwenden, weet dan: voorwaar, aan Onze Boodshapper is slechts de duidelijke verkondiging.

Transliteratie

WaateeAAoo Allaha waateeAAoo alrrasoola waihtharoo fain tawallaytum faiAAlamoo annama AAala rasoolina albalaghu almubeenu

93
Hoofdstuk 5 : Vers 93

لَيْسَ عَلَى ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّـٰلِحَـٰتِ جُنَاحٌ فِيمَا طَعِمُوٓا۟ إِذَا مَا ٱتَّقَوا۟ وَّءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّـٰلِحَـٰتِ ثُمَّ ٱتَّقَوا۟ وَّءَامَنُوا۟ ثُمَّ ٱتَّقَوا۟ وَّأَحْسَنُوا۟ ۗ وَٱللَّهُ يُحِبُّ ٱلْمُحْسِنِينَ

Er is voor degenen die geloven en goede werken verrichten geen zonde door wat zij (vroeger) aten, wanneer zij (Allah) vrezen en geloven en goede werken verrichten an weer (Allah) vrezen en geloven en weer (Allah) vrezen en good doen. En Allah houdt van de weldoeners.

Transliteratie

Laysa AAala allatheena amanoo waAAamiloo alssalihati junahun feema taAAimoo itha ma ittaqaw waamanoo waAAamiloo alssalihati thumma ittaqaw waamanoo thumma ittaqaw waahsanoo waAllahu yuhibbu almuhsineena

94
Hoofdstuk 5 : Vers 94

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ لَيَبْلُوَنَّكُمُ ٱللَّهُ بِشَىْءٍ مِّنَ ٱلصَّيْدِ تَنَالُهُۥٓ أَيْدِيكُمْ وَرِمَاحُكُمْ لِيَعْلَمَ ٱللَّهُ مَن يَخَافُهُۥ بِٱلْغَيْبِ ۚ فَمَنِ ٱعْتَدَىٰ بَعْدَ ذَٰلِكَ فَلَهُۥ عَذَابٌ أَلِيمٌ

O jullie die geloven! Allah wil jullie alleen maar beproeven met wat ven de jachtbuit, die in het bereik ligt van jullie handen en jullie speren, opdat Allah degene die Hem in het verborgene vreest toetst. En wie daarna overtreedt: voor hem is er een pinlijke bestraffing.

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo layabluwannakumu Allahu bishayin mina alssaydi tanaluhu aydeekum warimahukum liyaAAlama Allahu man yakhafuhu bialghaybi famani iAAtada baAAda thalika falahu AAathabun aleemun

95
Hoofdstuk 5 : Vers 95

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ لَا تَقْتُلُوا۟ ٱلصَّيْدَ وَأَنتُمْ حُرُمٌ ۚ وَمَن قَتَلَهُۥ مِنكُم مُّتَعَمِّدًا فَجَزَآءٌ مِّثْلُ مَا قَتَلَ مِنَ ٱلنَّعَمِ يَحْكُمُ بِهِۦ ذَوَا عَدْلٍ مِّنكُمْ هَدْيًۢا بَـٰلِغَ ٱلْكَعْبَةِ أَوْ كَفَّـٰرَةٌ طَعَامُ مَسَـٰكِينَ أَوْ عَدْلُ ذَٰلِكَ صِيَامًا لِّيَذُوقَ وَبَالَ أَمْرِهِۦ ۗ عَفَا ٱللَّهُ عَمَّا سَلَفَ ۚ وَمَنْ عَادَ فَيَنتَقِمُ ٱللَّهُ مِنْهُ ۗ وَٱللَّهُ عَزِيزٌ ذُو ٱنتِقَامٍ

O jullie die geloven! Doodt geen wild indien jullie in de gewijde staat zijn. En wie van jullie het opzettelijk doodt: dan is de vergelding het slachten van het vergelijkbare aan vee zoals beoordeeld door twee rechtvaardigen van jullie, als een offer naar de Ka'bah gebracht. Of, als Kaffârah (boetedooning), het voeden van de armen of een darmee overeenkomende (hoeveelheid dagen aan) vasten, opdat hij de straf voor zijn daad proeft. Allah scheldt wat vroeger gebeurd is kwijt; en als hij herhaal: dan zal Allah hem ervoor straffen. En Allah is Almachtig, Heer der Vergelding.

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo la taqtuloo alssayda waantum hurumun waman qatalahu minkum mutaAAammidan fajazaon mithlu ma qatala mina alnnaAAami yahkumu bihi thawa AAadlin minkum hadyan baligha alkaAAbati aw kaffaratun taAAamu masakeena aw AAadlu thalika siyaman liyathooqa wabala amrihi AAafa Allahu AAamma salafa waman AAada fayantaqimu Allahu minhu waAllahu AAazeezun thoo intiqamin

96
Hoofdstuk 5 : Vers 96

أُحِلَّ لَكُمْ صَيْدُ ٱلْبَحْرِ وَطَعَامُهُۥ مَتَـٰعًا لَّكُمْ وَلِلسَّيَّارَةِ ۖ وَحُرِّمَ عَلَيْكُمْ صَيْدُ ٱلْبَرِّ مَا دُمْتُمْ حُرُمًا ۗ وَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ ٱلَّذِىٓ إِلَيْهِ تُحْشَرُونَ

Toegestaan voor jullie is de jacht op de waterdieren, wat daarvan eetbaar is, als genieting voor jullie en voor de reizigers. En verboden voor jullie is de jacht op dieren van het land zolang jullie in de gewijde toestand zijn. En vreest Allah tot Wie jullie verzameld zullen worden.

Transliteratie

Ohilla lakum saydu albahri wataAAamuhu mataAAan lakum walilssayyarati wahurrima AAalaykum saydu albarri ma dumtum huruman waittaqoo Allaha allathee ilayhi tuhsharoona

97
Hoofdstuk 5 : Vers 97

جَعَلَ ٱللَّهُ ٱلْكَعْبَةَ ٱلْبَيْتَ ٱلْحَرَامَ قِيَـٰمًا لِّلنَّاسِ وَٱلشَّهْرَ ٱلْحَرَامَ وَٱلْهَدْىَ وَٱلْقَلَـٰٓئِدَ ۚ ذَٰلِكَ لِتَعْلَمُوٓا۟ أَنَّ ٱللَّهَ يَعْلَمُ مَا فِى ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَمَا فِى ٱلْأَرْضِ وَأَنَّ ٱللَّهَ بِكُلِّ شَىْءٍ عَلِيمٌ

Allah maakte de Ka'bah, het Gewijde Huis, als een plaats voor de mensen om te staan, en de Heilige Maand en de offerdieren en de halsbanden. Dit opdat jullie weten dat Allah weet wat er in de hemelen en op de aarde is en dat Allah Alwetend is over alle zaken.

Transliteratie

JaAAala Allahu alkaAAbata albayta alharama qiyaman lilnnasi waalshshahra alharama waalhadya waalqalaida thalika litaAAlamoo anna Allaha yaAAlamu ma fee alssamawati wama fee alardi waanna Allaha bikulli shayin AAaleemun

98
Hoofdstuk 5 : Vers 98

ٱعْلَمُوٓا۟ أَنَّ ٱللَّهَ شَدِيدُ ٱلْعِقَابِ وَأَنَّ ٱللَّهَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ

Weet dat Allah streng is in de bestraffing en dat Allah Vergevensgezind, Meest Barmhartig is.

Transliteratie

IAAlamoo anna Allaha shadeedu alAAiqabi waanna Allaha ghafoorun raheemun

99
Hoofdstuk 5 : Vers 99

مَّا عَلَى ٱلرَّسُولِ إِلَّا ٱلْبَلَـٰغُ ۗ وَٱللَّهُ يَعْلَمُ مَا تُبْدُونَ وَمَا تَكْتُمُونَ

Op de Boodschapper rust slechts (do plicht tot) de verkondiging, en Allah weet alles wat jullie openlijk doen wat jullie verbergen.

Transliteratie

Ma AAala alrrasooli illa albalaghu waAllahu yaAAlamu ma tubdoona wama taktumoona

100
Hoofdstuk 5 : Vers 100

قُل لَّا يَسْتَوِى ٱلْخَبِيثُ وَٱلطَّيِّبُ وَلَوْ أَعْجَبَكَ كَثْرَةُ ٱلْخَبِيثِ ۚ فَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ يَـٰٓأُو۟لِى ٱلْأَلْبَـٰبِ لَعَلَّكُمْ تُفْلِحُونَ

Zeg (O Moehammad): "Het slechte en het goede zijn niet gelijk," hoewel de veelbeid van het slechte jou zal aantrekken. Vreest dus Allah, O bezitters van begrip, hopelijk zullen jullie welslagen."

Transliteratie

Qul la yastawee alkhabeethu waalttayyibu walaw aAAjabaka kathratu alkhabeethi faittaqoo Allaha ya olee alalbabi laAAallakum tuflihoona

101
Hoofdstuk 5 : Vers 101

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ لَا تَسْـَٔلُوا۟ عَنْ أَشْيَآءَ إِن تُبْدَ لَكُمْ تَسُؤْكُمْ وَإِن تَسْـَٔلُوا۟ عَنْهَا حِينَ يُنَزَّلُ ٱلْقُرْءَانُ تُبْدَ لَكُمْ عَفَا ٱللَّهُ عَنْهَا ۗ وَٱللَّهُ غَفُورٌ حَلِيمٌ

O jullie die geloven! Vraagt niet naar zaken die, indien (ze) jullie uitgclegd worden, jullie zullen verontrusten. En wanneer jullie daarover vragen wanneer de Koran geopenbaard wordt, worden zij jullie uitgelegd. Allah vergaf dat. En Allah is Vergevensgezind, Zachtmoedig.

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo la tasaloo AAan ashyaa in tubda lakum tasukum wain tasaloo AAanha heena yunazzalu alquranu tubda lakum AAafa Allahu AAanha waAllahu ghafoorun haleemun

102
Hoofdstuk 5 : Vers 102

قَدْ سَأَلَهَا قَوْمٌ مِّن قَبْلِكُمْ ثُمَّ أَصْبَحُوا۟ بِهَا كَـٰفِرِينَ

Waarlijk, een volk vóór jullie vroeg er naar en werd er daarna ongelovig door.

Transliteratie

Qad saalaha qawmun min qablikum thumma asbahoo biha kafireena

103
Hoofdstuk 5 : Vers 103

مَا جَعَلَ ٱللَّهُ مِنۢ بَحِيرَةٍ وَلَا سَآئِبَةٍ وَلَا وَصِيلَةٍ وَلَا حَامٍ ۙ وَلَـٰكِنَّ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ يَفْتَرُونَ عَلَى ٱللَّهِ ٱلْكَذِبَ ۖ وَأَكْثَرُهُمْ لَا يَعْقِلُونَ

Allah heeft (geen bijgeloof) ingesteld zoals Behîrah, Sâ'ibah Washîlah an Hâm; maar het zijn degenen die ongelovig zijn, die over Allah leugens verzinnen en de meesten van hen begrijpen het niet.

Transliteratie

Ma jaAAala Allahu min baheeratin wala saibatin wala waseelatin wala hamin walakinna allatheena kafaroo yaftaroona AAala Allahi alkathiba waaktharuhum la yaAAqiloona

104
Hoofdstuk 5 : Vers 104

وَإِذَا قِيلَ لَهُمْ تَعَالَوْا۟ إِلَىٰ مَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ وَإِلَى ٱلرَّسُولِ قَالُوا۟ حَسْبُنَا مَا وَجَدْنَا عَلَيْهِ ءَابَآءَنَآ ۚ أَوَلَوْ كَانَ ءَابَآؤُهُمْ لَا يَعْلَمُونَ شَيْـًٔا وَلَا يَهْتَدُونَ

En toen tot hen werd gczcgd: "Komt tot wat Allah geopenbaard heeft en tot Zijn Boodschapper," zeiden zij: "Ons is voldoende wat wij (aan leafregels) bij onze vaderen vonden." En dat terwijl hun vaderen niets wisten en geen Leiding volgen?

Transliteratie

Waitha qeela lahum taAAalaw ila ma anzala Allahu waila alrrasooli qaloo hasbuna ma wajadna AAalayhi abaana awalaw kana abaohum la yaAAlamoona shayan wala yahtadoona

105
Hoofdstuk 5 : Vers 105

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ عَلَيْكُمْ أَنفُسَكُمْ ۖ لَا يَضُرُّكُم مَّن ضَلَّ إِذَا ٱهْتَدَيْتُمْ ۚ إِلَى ٱللَّهِ مَرْجِعُكُمْ جَمِيعًا فَيُنَبِّئُكُم بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ

O jullie die geloven! Aan jullie (de hoede over) jullie zelf. Er kan jullie geen schade berokkend worden door degene die dwaalt, wanneer jullie de Leiding volgen. Tot Allah is de terugkeer van jullie allen en Hij zal jullie vertellen wat jullie plachten le doen.

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo AAalaykum anfusakum la yadurrukum man dalla itha ihtadaytum ila Allahi marjiAAukum jameeAAan fayunabbiokum bima kuntum taAAmaloona

106
Hoofdstuk 5 : Vers 106

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ شَهَـٰدَةُ بَيْنِكُمْ إِذَا حَضَرَ أَحَدَكُمُ ٱلْمَوْتُ حِينَ ٱلْوَصِيَّةِ ٱثْنَانِ ذَوَا عَدْلٍ مِّنكُمْ أَوْ ءَاخَرَانِ مِنْ غَيْرِكُمْ إِنْ أَنتُمْ ضَرَبْتُمْ فِى ٱلْأَرْضِ فَأَصَـٰبَتْكُم مُّصِيبَةُ ٱلْمَوْتِ ۚ تَحْبِسُونَهُمَا مِنۢ بَعْدِ ٱلصَّلَوٰةِ فَيُقْسِمَانِ بِٱللَّهِ إِنِ ٱرْتَبْتُمْ لَا نَشْتَرِى بِهِۦ ثَمَنًا وَلَوْ كَانَ ذَا قُرْبَىٰ ۙ وَلَا نَكْتُمُ شَهَـٰدَةَ ٱللَّهِ إِنَّآ إِذًا لَّمِنَ ٱلْـَٔاثِمِينَ

O jullie die geloven! Stelt getuigen onder jullie aan wanneer één van jullie de dood nadert en wanneer jullie het testament opmaken; (door) twee rechtvaardigen van onder jullie, of twee broeders van buiten jullie, indien jullie in het land rondreizen en de ramp van de dood jullie treft. Houdt hen na de shalât vast en laat hen dan (als volgt) bij Allah zweren, indien jullie twijfelen: "Wij zullen het (oprecht getuigen) voor geen prijs inruilen, zelfs als (de begunstigde) een verwant is en wij zullen de getuigenis bij Allah niet verbergen, voorwaar, anders zouden wij tot de zondaren behoren."

Transliteratie

Ya ayyuha allatheena amanoo shahadatu baynikum itha hadara ahadakumu almawtu heena alwasiyyati ithnani thawa AAadlin minkum aw akharani min ghayrikum in antum darabtum fee alardi faasabatkum museebatu almawti tahbisoonahuma min baAAdi alssalati fayuqsimani biAllahi ini irtabtum la nashtaree bihi thamanan walaw kana tha qurba wala naktumu shahadata Allahi inna ithan lamina alathimeena

107
Hoofdstuk 5 : Vers 107

فَإِنْ عُثِرَ عَلَىٰٓ أَنَّهُمَا ٱسْتَحَقَّآ إِثْمًا فَـَٔاخَرَانِ يَقُومَانِ مَقَامَهُمَا مِنَ ٱلَّذِينَ ٱسْتَحَقَّ عَلَيْهِمُ ٱلْأَوْلَيَـٰنِ فَيُقْسِمَانِ بِٱللَّهِ لَشَهَـٰدَتُنَآ أَحَقُّ مِن شَهَـٰدَتِهِمَا وَمَا ٱعْتَدَيْنَآ إِنَّآ إِذًا لَّمِنَ ٱلظَّـٰلِمِينَ

Maar indien van deze twee ontdekt wordt dat zij schuldig zijn aan zonde (mijneed laat dan twee anderen in hun plaats staan van degenen die meer recht hebben en meer verwant zijn, en laat hen bij Allah zweren: "Voorwaar, onze getuigenis is meer waarheidsgetrouw dan hun beider getuigenis en wij overtreden niet, voorwaar, anders zouden wij tot de onrechtplegers behoren."

Transliteratie

Fain AAuthira AAala annahuma istahaqqa ithman faakharani yaqoomani maqamahuma mina allatheena istahaqqa AAalayhimu alawlayani fayuqsimani biAllahi lashahadatuna ahaqqu min shahadatihima wama iAAtadayna inna ithan lamina alththalimeena

108
Hoofdstuk 5 : Vers 108

ذَٰلِكَ أَدْنَىٰٓ أَن يَأْتُوا۟ بِٱلشَّهَـٰدَةِ عَلَىٰ وَجْهِهَآ أَوْ يَخَافُوٓا۟ أَن تُرَدَّ أَيْمَـٰنٌۢ بَعْدَ أَيْمَـٰنِهِمْ ۗ وَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ وَٱسْمَعُوا۟ ۗ وَٱللَّهُ لَا يَهْدِى ٱلْقَوْمَ ٱلْفَـٰسِقِينَ

Dat is passender: dat zij de getuigenis afleggen overeenkomstig haar ware inhoud of (het is passender) dat zij vrezen dat eden na hun eden afgenomen zullen worden. En vreest Allah en luistert (naar Hem). En Allah leidt het zwaar zondige volk niet.

Transliteratie

Thalika adna an yatoo bialshshahadati AAala wajhiha aw yakhafoo an turadda aymanun baAAda aymanihim waittaqoo Allaha waismaAAoo waAllahu la yahdee alqawma alfasiqeena

109
Hoofdstuk 5 : Vers 109

يَوْمَ يَجْمَعُ ٱللَّهُ ٱلرُّسُلَ فَيَقُولُ مَاذَآ أُجِبْتُمْ ۖ قَالُوا۟ لَا عِلْمَ لَنَآ ۖ إِنَّكَ أَنتَ عَلَّـٰمُ ٱلْغُيُوبِ

Op de Dag dat Allah de Boodschappers zal verzamelen en lien dan zal zeggen: "Wat was het antwoord (opjullie Boodschap)?" Zij zeggen: "Wij hebben er geen kennis van, voorwaar, U bent de Kenner van het verborgene."

Transliteratie

Yawma yajmaAAu Allahu alrrusula fayaqoolu matha ojibtum qaloo la AAilma lana innaka anta AAallamu alghuyoobi

110
Hoofdstuk 5 : Vers 110

إِذْ قَالَ ٱللَّهُ يَـٰعِيسَى ٱبْنَ مَرْيَمَ ٱذْكُرْ نِعْمَتِى عَلَيْكَ وَعَلَىٰ وَٰلِدَتِكَ إِذْ أَيَّدتُّكَ بِرُوحِ ٱلْقُدُسِ تُكَلِّمُ ٱلنَّاسَ فِى ٱلْمَهْدِ وَكَهْلًا ۖ وَإِذْ عَلَّمْتُكَ ٱلْكِتَـٰبَ وَٱلْحِكْمَةَ وَٱلتَّوْرَىٰةَ وَٱلْإِنجِيلَ ۖ وَإِذْ تَخْلُقُ مِنَ ٱلطِّينِ كَهَيْـَٔةِ ٱلطَّيْرِ بِإِذْنِى فَتَنفُخُ فِيهَا فَتَكُونُ طَيْرًۢا بِإِذْنِى ۖ وَتُبْرِئُ ٱلْأَكْمَهَ وَٱلْأَبْرَصَ بِإِذْنِى ۖ وَإِذْ تُخْرِجُ ٱلْمَوْتَىٰ بِإِذْنِى ۖ وَإِذْ كَفَفْتُ بَنِىٓ إِسْرَٰٓءِيلَ عَنكَ إِذْ جِئْتَهُم بِٱلْبَيِّنَـٰتِ فَقَالَ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ مِنْهُمْ إِنْ هَـٰذَآ إِلَّا سِحْرٌ مُّبِينٌ

(Godeaki) toen Allah zei: "O 'Isa, zoon van Maryam, gedenk Mijn gunst aan jou en aan jouw moeder toen ik jou versterkte met de Heilige Geest (Djibril) zodat jij met de mensen sprak toen jij in de wieg was en toen jij volwassen was. En toen Ik jou de Schrift en de Wijsheid en de Taurat en de Indjil onderwees. En toen jij uit klei de gelijkenis van een vogel schiep, met Mijn verlof; en jij blies erin en het werd een vogel, met Mijn verlof; en jij genas de blinden en de leprozen, rnet Mijn verlof. En toen jij de doden deed weerkeren, met Mijn verlof. En toen Ik de Kinderen van Israel van jou afhield toen jij met de duidelijke Bewijzen tot hen kwam." En degenen onder hen die ongelovig waren, zeiden: "Dat is niets dan duidelijke tovenarij."

Transliteratie

Ith qala Allahu ya AAeesa ibna maryama othkur niAAmatee AAalayka waAAala walidatika ith ayyadtuka biroohi alqudusi tukallimu alnnasa fee almahdi wakahlan waith AAallamtuka alkitaba waalhikmata waalttawrata waalinjeela waith takhluqu mina altteeni kahayati alttayri biithnee fatanfukhu feeha fatakoonu tayran biithnee watubrio alakmaha waalabrasa biithnee waith tukhriju almawta biithnee waith kafaftu banee israeela AAanka ith jitahum bialbayyinati faqala allatheena kafaroo minhum in hatha illa sihrun mubeenun

111
Hoofdstuk 5 : Vers 111

وَإِذْ أَوْحَيْتُ إِلَى ٱلْحَوَارِيِّـۧنَ أَنْ ءَامِنُوا۟ بِى وَبِرَسُولِى قَالُوٓا۟ ءَامَنَّا وَٱشْهَدْ بِأَنَّنَا مُسْلِمُونَ

En toen Ik de metgezellen (van 'Isa) inspireerde om in Mij le geloven en in Mijn Boodschappers, zij zeiden: "Wij geloven, en getuig dat wij ons (aan U) overgegeven hebben."

Transliteratie

Waith awhaytu ila alhawariyyeena an aminoo bee wabirasoolee qaloo amanna waishhad biannana muslimoona

112
Hoofdstuk 5 : Vers 112

إِذْ قَالَ ٱلْحَوَارِيُّونَ يَـٰعِيسَى ٱبْنَ مَرْيَمَ هَلْ يَسْتَطِيعُ رَبُّكَ أَن يُنَزِّلَ عَلَيْنَا مَآئِدَةً مِّنَ ٱلسَّمَآءِ ۖ قَالَ ٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ إِن كُنتُم مُّؤْمِنِينَ

En toen de metgezellen zeiden: "O 'Isa, zoon van Maryam, ben jij in staat om jouw Heer te vragen om tot ons een Ma'idah (gedekte tafel) te doen neerdalen uit de hemel?" Hij ('Isa) zei: "Vreest Allah, indien jullie gelovigen zijn."

Transliteratie

Ith qala alhawariyyoona ya AAeesa ibna maryama hal yastateeAAu rabbuka an yunazzila AAalayna maidatan mina alssamai qala ittaqoo Allaha in kuntum mumineena

113
Hoofdstuk 5 : Vers 113

قَالُوا۟ نُرِيدُ أَن نَّأْكُلَ مِنْهَا وَتَطْمَئِنَّ قُلُوبُنَا وَنَعْلَمَ أَن قَدْ صَدَقْتَنَا وَنَكُونَ عَلَيْهَا مِنَ ٱلشَّـٰهِدِينَ

Zij zeiden: "Wij willen (alleen maar) dat wij daarvan eten en onze harten tot rust gebracht worden en wij (willen) weten of jij ons waarlijk de Waarheid hebt verteld en dan behoren wij tot de getuigen dmvan."

Transliteratie

Qaloo nureedu an nakula minha watatmainna quloobuna wanaAAlama an qad sadaqtana wanakoona AAalayha mina alshshahideena

114
Hoofdstuk 5 : Vers 114

قَالَ عِيسَى ٱبْنُ مَرْيَمَ ٱللَّهُمَّ رَبَّنَآ أَنزِلْ عَلَيْنَا مَآئِدَةً مِّنَ ٱلسَّمَآءِ تَكُونُ لَنَا عِيدًا لِّأَوَّلِنَا وَءَاخِرِنَا وَءَايَةً مِّنكَ ۖ وَٱرْزُقْنَا وَأَنتَ خَيْرُ ٱلرَّٰزِقِينَ

'Isa, zoon van Maryam, zei: "O Allah, onze Heer, doe een tafel uit de hemel neerdalen opdat er voor de eerste tot en met de laatste van ons een plechtig feest ('Id) is, als een Teken van U. En geeft ons voorziening en U bent de Beste van de Voorzieners."

Transliteratie

Qala AAeesa ibnu maryama allahumma rabbana anzil AAalayna maidatan mina alssamai takoonu lana AAeedan liawwalina waakhirina waayatan minka waorzuqna waanta khayru alrraziqeena

115
Hoofdstuk 5 : Vers 115

قَالَ ٱللَّهُ إِنِّى مُنَزِّلُهَا عَلَيْكُمْ ۖ فَمَن يَكْفُرْ بَعْدُ مِنكُمْ فَإِنِّىٓ أُعَذِّبُهُۥ عَذَابًا لَّآ أُعَذِّبُهُۥٓ أَحَدًا مِّنَ ٱلْعَـٰلَمِينَ

Allah zei: "Ik zal hem tot jullie doen neerdalen, maar wie van jullie daarna ongelovig is: voorwaar, Ik zal hem straffen met een bestraffing waarmee Ik niemand in de werelden gestraft heb."

Transliteratie

Qala Allahu innee munazziluha AAalaykum faman yakfur baAAdu minkum fainnee oAAaththibuhu AAathaban la oAAaththibuhu ahadan mina alAAalameena

116
Hoofdstuk 5 : Vers 116

وَإِذْ قَالَ ٱللَّهُ يَـٰعِيسَى ٱبْنَ مَرْيَمَ ءَأَنتَ قُلْتَ لِلنَّاسِ ٱتَّخِذُونِى وَأُمِّىَ إِلَـٰهَيْنِ مِن دُونِ ٱللَّهِ ۖ قَالَ سُبْحَـٰنَكَ مَا يَكُونُ لِىٓ أَنْ أَقُولَ مَا لَيْسَ لِى بِحَقٍّ ۚ إِن كُنتُ قُلْتُهُۥ فَقَدْ عَلِمْتَهُۥ ۚ تَعْلَمُ مَا فِى نَفْسِى وَلَآ أَعْلَمُ مَا فِى نَفْسِكَ ۚ إِنَّكَ أَنتَ عَلَّـٰمُ ٱلْغُيُوبِ

En toen zei Allah: "O 'Isa, zoon van Maryam, heb jij tegen de mensen gezegd: "Neemt mij en mijn moeder tot twee goden naast Allah?" En hij (Isa) zei: "Heilig bent U! Nooit zou ik kunnen zeggen waarop ik geen recht beb. Indien ik dat gezegd had, zou U dat zeker geweten hebben. U weet wat er in mijn ziel is, en ik weet niet wat er in Uw Ziel is. Voorwaar, U bent de Kenner van het verborgene.

Transliteratie

Waith qala Allahu ya AAeesa ibna maryama aanta qulta lilnnasi ittakhithoonee waommiya ilahayni min dooni Allahi qala subhanaka ma yakoonu lee an aqoola ma laysa lee bihaqqin in kuntu qultuhu faqad AAalimtahu taAAlamu ma fee nafsee wala aAAlamu ma fee nafsika innaka anta AAallamu alghuyoobi

117
Hoofdstuk 5 : Vers 117

مَا قُلْتُ لَهُمْ إِلَّا مَآ أَمَرْتَنِى بِهِۦٓ أَنِ ٱعْبُدُوا۟ ٱللَّهَ رَبِّى وَرَبَّكُمْ ۚ وَكُنتُ عَلَيْهِمْ شَهِيدًا مَّا دُمْتُ فِيهِمْ ۖ فَلَمَّا تَوَفَّيْتَنِى كُنتَ أَنتَ ٱلرَّقِيبَ عَلَيْهِمْ ۚ وَأَنتَ عَلَىٰ كُلِّ شَىْءٍ شَهِيدٌ

Ik heb hen niet anders gezegd dan U mij heeft geboden te zeggen: 'Dient Allah, mijn Heer en jullie Heer.' En ik was getuige van hen zolang ik onder hen was, on toen u mij tot U opnam was U de Waker over hen en U bent Getuige van alle zaken.

Transliteratie

Ma qultu lahum illa ma amartanee bihi ani oAAbudoo Allaha rabbee warabbakum wakuntu AAalayhim shaheedan ma dumtu feehim falamma tawaffaytanee kunta anta alrraqeeba AAalayhim waanta AAala kulli shayin shaheedun

118
Hoofdstuk 5 : Vers 118

إِن تُعَذِّبْهُمْ فَإِنَّهُمْ عِبَادُكَ ۖ وَإِن تَغْفِرْ لَهُمْ فَإِنَّكَ أَنتَ ٱلْعَزِيزُ ٱلْحَكِيمُ

Indien U hen straft: voorwaar, zij zijn Uw dienaren. En indien U hen vergeeft: dan voorwaar, U bent de Almachtige, de Alwijze."

Transliteratie

In tuAAaththibhum fainnahum AAibaduka wain taghfir lahum fainnaka anta alAAazeezu alhakeemu

119
Hoofdstuk 5 : Vers 119

قَالَ ٱللَّهُ هَـٰذَا يَوْمُ يَنفَعُ ٱلصَّـٰدِقِينَ صِدْقُهُمْ ۚ لَهُمْ جَنَّـٰتٌ تَجْرِى مِن تَحْتِهَا ٱلْأَنْهَـٰرُ خَـٰلِدِينَ فِيهَآ أَبَدًا ۚ رَّضِىَ ٱللَّهُ عَنْهُمْ وَرَضُوا۟ عَنْهُ ۚ ذَٰلِكَ ٱلْفَوْزُ ٱلْعَظِيمُ

Allah zei: "Dit is een Dag waarop hun waarachtigheid de waarachtigen zal baten; er zijn voor hen Tuinen (het Paradijs) waar onder door de rivieren stromen, zij zijn eeuwig levenden daarin. Allah is welbehaagd met hen en zij zijn welbehaagd met Hem. Dat is de geweldige overwinning."

Transliteratie

Qala Allahu hatha yawmu yanfaAAu alssadiqeena sidquhum lahum jannatun tajree min tahtiha alanharu khalideena feeha abadan radiya Allahu AAanhum waradoo AAanhu thalika alfawzu alAAatheemu

120
Hoofdstuk 5 : Vers 120

لِلَّهِ مُلْكُ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضِ وَمَا فِيهِنَّ ۚ وَهُوَ عَلَىٰ كُلِّ شَىْءٍ قَدِيرٌۢ

Aan Allah behoort het Koninkrijk van de hemelen en de aarde en wat daarin is. En Hij is Almachtig over alle zaken.

Transliteratie

Lillahi mulku alssamawati waalardi wama feehinna wahuwa AAala kulli shayin qadeerun

Hoofdstuk 5

O jullie die geloven! Komt de beloften na. Toegestaan voor jullie zijn de dieren van het vee, behalve wat aan jullie voorgelezen is. Niet toegestaan is het jagen als jullie in de gewijde staat zijn (tijdens de bedevaart). Voorwaar, Allah oordeelt over wat Hij wil. [1]

O jullie die geloven! Ontheiligt niet de gewijde Tekenen van Allah en niet de gewijde Maand (van de Haddj) en niet de offerieren en niet de halsomhangsels en niet degenen die onderweg zijn naar het Gewijde Huis (de Ka'bah) terwijl zij de gunst en het welgevallen van hun Heer zoeken. En wanneer jullie gewijde toestand voltooid is, dan (mogen) jullie jagen. En laat de haat van een volk dat jullie hindert (te gaan) naar de Masdjid al Harâm (de gewijde Moskee te Mekkah) jullie er niet toe brengen overtredingen te begaan, maar ondersteunt elkaar bij het goede en Taqwa. En steunt elkaar niet bij zonde en overtreding. En vreest Allah. Voorwaar, Allah is streng in de bestraffing. [2]

Verboden voor jullie zijn het kadaver, het bloed en het van de varkens en hetgeen waarover anders (dan de Naam) van Allah is uitgesproken, het gewurgde, het geslagene, het gevallene, het gestokene en dat waar de wilde dieren van gevreten hebben - behalve wat jullie geslachte hebben - on (verboden zijn) wat op de afgodsaltaren geslacht is en wat jullie met pijlen verloten. Dat is een zware zonde. Op deze dag wanhopen degenen die ongelovig zijn aan (de bestrijding van) jullie godsdienst. Vreest hen niet, maar vreest Mij. Vandaag heb Ik jullie godsdienst voor jullie vervolmaakt en heb Ik Mijn gunst voor jullie volledig gemaakt en heb Ik de Islam voor jullie als godsdienst gekozen. En wie door honger gedwongen is, zonder neiging tot zonde: Allah is dan Vergevensgezind, Meest Barmahartig. [3]

En zij vragen jou wat hun toegestaan is. Zeg: "Jullie toegestaan zijn alle goede (soorten voedsel) en wat jullie krijgen met behulp van roofdieren die jullie leren (vangen) zoals Allah jullie leerde." Eet van wat zij voor jullie gevangen hebben, en spreekt er de Nam van Allah over uit (bij het loslaten van de afgerichte dieren) En vreest Allah. Voorwaar, Allah is snel in het opmaken van de afrekening. [4]

Op deze dag zijn alle goede (zaken) voor jullie toegestaan gemaakt, en het voedsel (geslachte dieren) van de Lieden van de Schrift is jullie toegestam en jullie voedsel is hun toegestaan. (Toegestaan om mee te trouwen zijn:) de eerbare vrouwen onder de gelovige vrouwen en de eerbare vrouwen onder degenen die de Schrift vóór jullie gegeven is; indien jullie hun hun bruidschatten geven, in eerbaairheid handelend en niet in ontucht en neemt Seen minnaressen. En degene die het geloof verwerpt: zijn werk draagt waarlijk geen vrucht en hij behoort in het Hiernamaals tot de verliezers. [5]

O jullie die geloven! Wanneer jullie je voorbereiden op de shalât, wast dan jullie gezichten en jullie handen tot de ellebogen en wrijft over jullie hoofden en wast jullie voeten tot de enkels. Indien jullie Djoenoeb zijn, reinigt jullie dan. En indien jullie ziek zijn, of op reis, of als een van jullie van het toilet gekomen is, of jullie hebben jullie vrouwen aangeraakts en jullie vinden dan geen water: verricht dan Tayammoem met schone aarde. En wrijft ermee over jullie gezichten en jullie handen. Allah wil het jullie niet moeilijk maken, maar Hij wil jullie reinigen, zodat Hij Zijn genieting voor jullie vervolmaakt. Hopelijk zullen jullie dankbaar zijn. [6]

En gedenkt de genieting van Allah voor jullie en Zijn verbond dat Hij met jullie sloot toen jullie zeiden: "Wij hebben gehoord en gehoorzaamd." En vreest Allah. Voorwaar, Allah is Alwetend over wat zich in de harten bevindt. [7]

O jullie die geloven! Weest standvastig voor Allah als rechtvaardige getuigen. En laat de haat van een volk jullie er niet we brengen niet rechtvaardig te wezen. Weest rechtvaardig, dat is het dichtst bij Taqwa. En vreest Allah. Voorwaar, Allah weet wat jullie doen. [8]

En Allah beloofde degenen die geloofden en goede werken verrichtten dat er voor hen vergeving en een geweldige beloning is. [9]

En degenen die ongelovig waren en Onze Tekenen loochenden: zij zijn de bewoners van Djahîm (de Hel). [10]

O jullie die geloven! Gedenkt de genieting van Allah voor jullie toen een volk hun handen naar jullie wilde uitstrekken en toen (Allah) hun handen van jullie afhield. En vreest Allah. En laat de gelovigen hun vertrouwen op Allah stellen. [11]

En voorzeker, Allah heeft een verbond met de Kinderen van Israël gesloten. En Wij hebben onder hen twaalf stamhoofden aangesteld en Allah zei: "Voorwaar, Ik ben met jullie, indien jullie de shalât verrichten en de zakât betalen en jullie in Mijn Boodschappers geloven en hen helpen en een goede lening aan Allah verstrekken (bijdragen geven op de Weg van Allah). Dan zal Ik zeker jullie fouten voor jullie uitwissen en Ik zal jullie zeker Tuinen (het Paradijs) binnenleiden waar de rivieren onder door stromen. En wie van jullie hierna ongelovig is: hij dwaalt waarlijk van de rechte Weg." [12]

Maar omdat zij hun verbond verbraken, hebben Wij hen vervloekt en hebben Wij hun harten hard gemaakt. En zij verschoven de woorden (in de Schrift) van hun plaatsen en zij vergaten een gedeelte van hetgeen waarmee zij mee vermaand waren. En jij (O Moehammad), behalve van enkelen van hen. Vergeef hun en scheld (het) kwijt. Voorwaar, Allah houdt van de weldoeners. [13]

En van degenen die zeggen: "Voorwaar, wij zijn Christenen," (zeggen Wij:) Wij sloten een verbond met hen. Zij vergaten een gedeelte van hetgeen waar zij mee vermaand waren. Wij hebben daarop vijandschap en haat tussen hen doen ontstaan tot op de Dag der Opstanding. En Allah zal hun duidelijk maken wat zij plachten te doen. [14]

O Lieden van de Schrift! Waarlijk, Onze Boodschapper is tot jullie gekomen; hij heeft jullie veel duidelijk gemaakt van wat jullie in de Schrift verborgen, en hij heeft jullie veel kwijtgescholden. Waarlijk, er is van Allah een Licht (de Profeet) en een duidelijk Boek (de Koran) tot jullie gekomen. [15]

Allah leidt hen ermee die Zijn welbehagen zoeken naar wegen van vrede en Hij brengt hen vanuit de duisternissen naar het Licht, met Zijn verlof, en Hij leidt hen naar een recht Pad. [16]

Voorzeker, zij waren ongelovig, degenen die zeiden: "Voorwaar, Allah is de Masîh, zoon van Maryam." Zeg (O Moehammad): "Wie zou er enige macht hebben om Allah (af te houden) wanneer Hij zou wensen dat de Masîh, zoon van Maryam, en zijn moeder en wie er ook allemaal op de aarde zijn, vernietigd zou worden?" En aan Allah behoort het Koninkrijk van de hemelen en de aarde en wat er tussen hen is. Hij schept wat Hij wil. En Allah is Almachtig over alle zaken. [17]

En de Joden en de Christenen zeiden: "Wij zijn zonen van Allah en Zijn geliefden." Zeg (O Moehammed): "Waarom straft Hij jullie dan voor jullie zonden? Maar nee, jullie zijn (gewone) mensen, die Hij schiep, Hij vergeeft wie Hij wil en Hij straft wie Hij wil." En an Allah behoort het Koninkrijk van de hemelen en de aarde en wat er tussen hen is. En tot Hem is de terugkeer. [18]

O Lieden van de Schrift! Waarlijk, Onze Boodschapper is tot jullie gekomen, en hij heeft jullie na een onderbreking in (de rocks van) Boodschappers duidelijkheid gegeven, opdat jullie niet zouden zeggen: "Er is tot ons geen verkondiger van verheugende tijdingen en een waarschuwer gekomen." Waarlijk, er komt een verkondiger van verheugende tijdingen en een waarschuwer tot jullie. En Allah is Almachtig over alle zaken. [19]

En (gedenkt) toen Môesa tot zijn volk zei: "O mijn volk, gedenkt de genieting van Allah voorjullie, toen Hij Profeten uit jullie midden voortbracht en jullie koninkrijken gaf en aan jullie gaf wat aan niet één (volk) in de werelden gegeven was. [20]

O mijn volk, treedt het Heilige Land binnen dat Allah jullie toegewezen heeft en keert het niet jullie ruggen toe, want anders zullen jullie als verliezers terugkeren." [21]

Zij zeiden: "O Môesa, daarin is een heel sterk volk en wij zullen daarin nooit binnentreden totdat zu van daar vertrekken, en indien zij het verlaten, dan zullen wij (daar) binnentreden." [22]

Twee mannen van degenen die (Allah) vreesden en aan wie Allah van Zijn gunsten gegeven had, zeiden. "Val hen aan via de poort on wanneer jullie dan binnengetreden zijn, dan zullen jullie waarlijk winnaars zijn. En stelt jullie vertrouwen op Allah, indien jullie gelovigen zijn." [23]

Zij zeiden; "O Môesa, wij zullen dau nooit binnentreden, den zolang zij daarbinnen zijn. Gaat u maar en uw Heer, en vecht met u tweeën, voonvaar, wij zullen hier blijven zitten." [24]

Hij (Môesa) zei: "O mijn Heer, ik heb alleen macht over mijzelf en mijn broeder, breng een scheiding aan tussen ons en het zwaar zondige volk." [25]

Hij (Allah) zei: "Het is daarom dat (het land) voor veertig jaren voor hen verboden wordt, (gedurende die periode) zullen zij rusteloos op aarde rondgaan. Treur daarom niet over het zwaar zondiee volk." [26]

Vertel hen de warheid over het verhaal over de twee zonen van Adam: toen zij een offer brachten, werd het van één van hen (Abel) aanvaard en van de ander (Kaïn) werd het niet aanvaard. Hij (Kaïn) zei: "Ik zal jou doden." Hij (Abel) zei: "Voorwaar, Allah aanvaardt alleen het otter van de Moettaqeen. [27]

Wanneer jij je hand naar mij uitstrekt om mij te doden: het is niet aan mij om mijn hand naar jou uit te strekken om jou te doden, waarlijk, ik vrees Allah, Heer der Werelden. [28]

Voorwaar, ik wil dat je mijn zonde en jouw zonde op je neemt en dat he dan tot de bewoners van de Hel wordt. En dat is de vergelding voor de onrechtvaardigen." [29]

Toen Zette hij zich ertoe aan om zijn broeder te doden en hij doodde hem, en zo werd hij een van de verliezers. [30]

Toen stuurde Allah een raaf, die over de grond kreste om hem te laten zien hoe hij het lichaam van zijn broeder kon bedekken. Hij zei: "Wee mij! Waarom ben ik zo zwak dat ik niet net zoals de raaf het lichaam van mijn broeder kan bedekken?" En zo werd hij een van hen die wroeging hebben. [31]

Daarom hebben Wij de Kinderem van Israel voorgeschreven dat voor wie een ziel doodt - niet (als vergelding) voor een ziel of het verderf zaaien op aarde - het is alsof hij alle mensen doodde en dat voor wie iemand laat leven, het is alsof hij alle mensen dead leven. En waarlijk, en Onze Boodschappers kwamen tot hen met duidelijke Tekenen, velen van hen (de Kinderen van Israel) waren daarna overtreders op de arde. [32]

Voorwaar, de vergelding van degenen die oorlog voeren tegen Allah en Zijn Boodschapper en (die) naar het zaaien van verderf op aarde streven, is dat zij gedood worden, of gekruisigd worden, of het afhouwen van handen ert voeten aan tegenovergestelde kanten, of dat zij uit het land verbannen worden. Dat is voor hen een vernedering op de wereld en voor hen is er in het Hiernamaals een geweldige bestraffing. [33]

Behalve voor degenen die berouw tonen, voordat jullie hen in jullie macht krijgen (en bestraffen). En weet dat Allah Vergevensgezind, Meest Barmhhartig is. [34]

O jullie die geloven! Vreest Allah en zoekt naar een middel om (zo dicht mogelijk) bij Hem (te komen), en streeft op Zijn Weg. Hopelijk zullen jullie welslagen. [35]

Voorwaar, indien degenen die ongelovig zijn alles op aarde zouden hebben en het gelijke daarvan bij hen zouden hebben om daarmee hun bestraffing op de Dag der Opstanding af te kopen: het zou niet van hen aanvaard worden. En er is voor hen een pijnlijke bestraffing. [36]

Zij zuilen uit de Hel willen ontsnappen, maar er is voor hen geen ontsnapping daaruit, en voor hen is een voortdurende bestraffing. [37]

En de dief en de dievegge: houwt hun handen af als een vergelding vanwege (de misdaad) die zij begingen, als een bestraffing van Allah. En Allah is Almachtig, Alwijs. [38]

En wit na zijn onrecht berouw toont en zich betert: Allah aanvaardt het berouw van hem. Voorwaar, Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. [39]

Weet jij dan niet dat het Koninkrijk van de hemelen en de aarde aan Allah toebehoort: Hij straft wie Hij wil en Hij vergeeft wie Hij wil. En Allah is Almachtig over alle zaken. [40]

O Boodschapper! Laat je niet bedroeven door degenen die met elkaar wedijveren in ongeloof en die behoren tot degenen die met hun monden zeggen: "Wij geloven,"' maar wiens harten niet geloven. En er zijn er onder de Joden, die gehoor geven aan de leugen: zij geven gehoor aan een ander volk dat niet bij jou gekomen is (en jou niet kent). Zij verdraaien de woorden van hun plaatsen. Zij zeggen: "Indien jullie dat gegeven is, neemt het dan; en als jullie het niet gegeven is, let dan op." En als Allah Zijn beproeving voor iemand wil, dan ben jij niet bij machte dat bij Allah tegen te houden. Zij zijn degenen wiens harten Allah niet wil reinigen. Voor hen is er op de wereld een vernedering en voor hen is er in het Hiernamaals een geweldige bestraffing. [41]

Zij blijven gehoor geven aan de leugen en zij blijven eten van het verbodene en als zij tot jou komen: oordeel dan tussen hen of wend je van hen af en indien jij je van hen afwendt, dan kunnen zij jou geen enkele schade berokkenen. En iendien jij oordeelt, oordeel dan onder hen met rechtvaardigheid. Voorwaar, Allah houdt van de rechtvaardigen. [42]

Maar hoe komt het, dat zij zich door jou laten oordelen, terwijl zij de Taurât bij zich hebben? Daarin is de wet van Allah en zelfs na dat zullen zij zich afkeren! En zij zijn geen gelovigen! [43]

Voorwaar, Wij hebben de Taurât neergezonden met daarin leiding en licht. De profeten, die zich (aan Allah) overgegeven hadden, oordeelden ermee over de Joden. En de rabbijnen en de schriftgeleerden (oordeelden ook), met behulp van hetgeen hun van de schrift van Allah was toevertrouwd en zij waren daar getuigen van. Vreest daarom niet de mensen maar vreest Mij en verruilt Mijn tekens niet voor een geringe prijs. En wie niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft: zij zijn de ongelovigen! [44]

En Wij hebben daarin voor hen voorgeschreven: dat een ziel voor een ziel, een oog voor een oog, een neus voor een neus, een oor voor een oor, een tand voor een tand (vergolden wordt), en bij wonden geldt (ook) vergelding (qishâsh). En wie het kwijtscheldt: het is voor hem een uitwissing (van zijn zonden). En wie niet oordeelt met wat Allah neergezonden heeft: zij zijn het die de onrechtvaardigen zijn! [45]

En Wij lieten 'Isa, zoon van Maryam, in hun voetstappen volgen, ter bevestiging van wat er van de Taurat (reeds) vóór hem was. En Wij gaven hem de Indjîl met daarin Leiding on Licht en een bevestiging van wat er van de Taurât (reeds) vóór hem was: als een leiding en een onderricht voor de Moettaqôen. [46]

En laat de lieden van de Indjil oordelen met wat Allah daarin geopenbaard heeft. En wie niet oordeelt met wat Allah neergezonden heeft: zij zijn degenen die zware zondaren zijn. [47]

En Wij hebben aan jou het Boek (de Koran) met de Waarheid neergezonden, ter bevestiging van de Schrift die eraan vooraf ging en ter bescherming. Oordeel dus onder hen met wat Allah neergezonden heeft. En volg niet hun begeerten om van de Waarheid die tot jou gekomen is af te wijken. Voor een ieder onder jullie hebben Wij een Wet en een manier van leven bepaald. En als Allah gewild had, had Hij jullie (als behorend) tot een godsdienst gemaakt, maar (Hij doet dit niet omdat Hij) jullie op de proef stelt met wat Hij jullie gegeven heeft. Wedijvert dus (op het gebied) van de goede zaken. Tot Allah is de terugkeer van jullie allemaal, en Hij zal jullie hetgeen waarover jullie van mening verschillen vertellen. [48]

En oordeel (O Moehammad) onder hen met wat Allah neergezonden heeft, en volg niet hun begeerten en hoed je voor hen opdat zij jou niet weglokken van een deel van wat Allah jou neergezonden heeft. En als zij zich afwenden: weet dan dat Allah hen waarlijk wil treffen voor sommige van hun zonden. En voorwaar, veel van de mensen zijn zeket zwaar zondig. [49]

Zoeken zij dan de wet van de Djahiliyyah (onwetendheid)? En wie is er beter dan Allah in het oordelen over hot overtuigde volk? [50]

O jullie die geloven! Neemt niet de Joden en de Christenen als beschermers, zij beschermen elkaar. En wie van jullie hen als beschermers neemt: voorwaar, hij behoort tot hen. Voorwaar. Allab leidt het onrechtvaardige volk niet. [51]

En jij ziet toch dat zij in hun harten een ziekte hebben en zich naar hen (de vijanden van de moslims) toe haasten. Zij zeggen: "Wij vrezen dat een verandering (van het lot) ons zal treffen." Misschien dat Allah (jou) de overwinning zal geven, of een beschikking van Hem (in hun nadeel zal geven), dan zullen zij spijt hebben van wat zij in zichzelf geheim hielden. [52]

En degenen die geloven zeggen (tegen hun vijanden over de hypocrieten): "Zijn zij degenen die bij Allah zwoeren dat zij echt bij jullie zouden zijn?" Hun werken zullen vruchteloos zijn en zij zullen verliezers worden. [53]

O jullie die geloven! Wie van jullie zijn godsdienst afvallig is: Allah zal een volk nemen waar Hij van houdt en dat van Hem houdt, dat zachtmoedig is tegenover de gelovigen en streng tegenover de ongelovigen, dat streeft op de Weg van Allah en zij zijn niet bang voor degenen die verwijten maken. Dat is de gunst van Allah, die Hij geeft aan wie Hij wil en Allah is Allesomvattend, Alwetend. [54]

Voorwaar, jullie helpers zijn Allah en Zijn Boodschapper en degenen die geloven, die de shalât verrichten en de zakât geven, zij buigen zich nederig. [55]

En wie Allah tot Beschermer neemt en Zijn Boodschapper en degenen die gelovig zijn: voorwaar, de groep (volgelingen) van Allah is overwinnaar. [56]

O jultie die geloven! Neemt niet degenen die jullie godsdienst tot een (onderwerp van) bespotting en scherts maken van degenen die de Schrift vóór jullie gegeven waren en de ongelovigen als beschcrmcrs. En vreest Allah, indien jullie gelovigen zijn. [57]

En wanneer jullie oproepen tot de shalât, nemen zij dat als (onderwerp van) bespotting on scherts. Dat is omdat zij een volk zijn dat niet begrijpt. [58]

Zeg (O Moehammad): "'O Lieden van de Schrift! Wreken jullie je alleen maar op ons omdat wij in Allah geloven en (in) wat ons is neergczomden en (in) wat vroeger neergezonden is? En voorwaar, de meesten van jullie zijn zware zondaren." [59]

Zeg: "Zal ik jullie iets mededelen dat slechter is dan dat, als een vergelding van Allah? Wie door Allah vervloekt is en op wie Allah woedend is, en van wie Hij soinmigen tot apen an varkens gemaakt heeft, en die de Thaghôet dienen: zij zijn degenen die de slechtste plaats hebben en die hct verst afdwalen van de Weg!" [60]

En wanneer zij tot jullie kwamen, zeiden zij: "Wij geloven." Terwijl zij waarlijk (de Islam) als ongelovigen binnen gingen en zij gingen er waarlik (als ongelovigen) uit. En Allah weet beter wat zij plachten te verbergen. [61]

En jij ziet velen van hen terwijl zij zich haasten naar de zonde en de overtreding en hun eten van hel verbodene. Het is zeker slecht wat zij plachten te doen! [62]

Waarom verbieden de geleerden en de godsgdeerden (onder de Joden) hun hun zondige woorden niet en hun eten van het verbodene? Het is zeker slecht wat zij plachten te bedrijven! [63]

En de Joden zeiden: "De Hand van Allah is gebonden (gierig)." Hun handen zijn gebonden en vervloekt zijn zij vanwege wat zij zeiden! Welnee, Zijn handen zijn wijd uitgestrekt en Hij schenkt hoe Hij wil. (Do Koran,) die door jouw Heer aan jou is neergezonden, vermeerdert zeker bij velen van hen overtreding en ongeloof. En Wij wakkerden vijandschap en haat onder hen aan tot aan de Dag der Opstanding. Iedere keer dat zij een vuur ontsteken, dat tot de oorlog leidt, dooft Allah het. En zij zaaien verderf op de aarde. En Allah houdt niet van de verderfzaaiers. [64]

En als de Lieden van de Schrift maar hadden geloofd en (Allah) gevreesd, dan hadden Wij hen hun fouten uitgewist en hadden Wij hen gelukzali Tuinen (het Paradijs) binnengeleid. [65]

En als zij zich aan de Taurât vastgehouden hadden en aan de Indjil en aan wat hun van hun Heer neergezonden was, dan hadden zij gegeten van wat boven ben en onder hun voeten (aan voedsel) was. Onder hen is een gematigde gemeenschap, maar van velen van hen is het slecht wat zij doen. [66]

O Boodschapper! Verkondig wat jou van jouw Heer neergezonden is. En indien jij dat niet doet, dan heb jij Zijn Boodschap niet verkondigd. En Allah zal jou tegen de mensen beschermen. Voorwaar, Allah leidt het ongelovige volk niet. [67]

Zeg (O Moehammad): "O Lieden van de Schrift! Jullie zijn niet (op de juiste weg) dat jullie je niet vasthouden aan de TaurAt en de Indjil en aan wat jullie door jullie Heer neergezonden is." (De Koran) die door jouw Heer aan jou is neergezonden, vermeerdert zeker bij velen van hen overtreding en ongeloof. En treur niet om het ongelovige. [68]

Voorwaar, degenen die (in de Koran) geloven en de Joden en de Sabiërs en de Christenen en wie er in Allah en de Laatste Dag geloven en goede werk verrichten: voor hen zal er geen angst zijn en zij zullen niet treuren. [69]

En Wij sloten een verbond met de Kinderen van Israel en Wij zonden hen Boodschappers. Iedere keer dat er een Boodschapper tot hen kwam, met wat niet met hun eigen wens overeenkwam, loochenden zij sominigen en doodden zij sommigen. [70]

En zij dackten dat er geen beproeving zou zijn, zij werden daarop blind en doof. Vervolgens aanvaardde Allah hun berouw, maar velen van hen werden (weer) blind en doof. En Allah zict wat zij doen. [71]

Voorzeker, zij zijn ongelovig die zeggen: "Allah is de Masîh, zoon van Maryam." Hoewel de Masîh zei: "O Kinderen van Israël, aanbidt Allah, mijn Heer on jullie Heer." Voorwaar, hij die deelgenoten aan Allah toekent: Allah heeft hem waarlijk het Paradijs verboden. En zijn bestemming zal de Hel zijn. En voor de onrechtvaardigen zijn er geen helpers. [72]

Voorzeker zij zijn ongelovig die zeggen: "Allah is één derde van drie (goden).'" Want er is geen god dan Allah, de Ene. En indien zij niet ophouden met wat zij zeggen: dan treft zeker een pijnlijke bestraffing degenen van hen die ongelovig zijn. [73]

Waarom tonen zij geen berouw aan Allah en vragen zij Hem niet am vergeving? En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig. [74]

De Masîh, zoon van Maryam, is niet anders dan een Boodschapper, hij werd waarlijk voorafgegaan door Boodschappers en zijn moeder was een oprechte vrouw. Zij plachten beiden voedsel te eten (net als andere mensen), Zie hoe Wij voor hen de Tekenen duidelijk maakten en zie dan hoe zij (de ongelovigen) zich afwendden. [75]

Zeg (O Moehammad): "Aanbidden jullie naast Allah wat geen schade voor jullie kan voorkomen en jullie geen voordeel ken brengen?" En Allah, Hij is de Alhorende, de Alwetende. [76]

Zeg: "O Lieden van de Schrift! Overdrijft niet zonder recht in jullie godsdienst en volgt niet de begeerten van een volk dat vroeger waarlijk dwaalde en velen deed dwalen. En zij dwaalden van het rechte Pad." [77]

Vervloekt waren degenen die ongelovig waren van de Kinderen van Israel, door de tong(en) van Dâwôed en 'Îsa, de zoon van Maryam. Dit was omdat zij ongehoorzaam waren en (de wet) plachten te overtreden. [78]

Zij verboden elkaar het verwerpelijke niet dat zij verrichtten. Slecht was het wat zij plachten te doen! [79]

Jij ziet velen ven hen degenen die ongelovig zijn als beschermers nemen. Slecht is het wat zij voor zichzelf gedaan hebben en Allah is vertoornd op hen. En zij zullen eeuwig levenden zijn in de bestraffing. [80]

Indien zij maar in Allah geloofd hadden en in de Profeet en in wat aan hem neergezonden was, dan hadden zij hen niet tot beschermers genomen, maar velen van hen zijn zware zondaren. [81]

Jij zult zeker vinden dat de mensen die het sterkst in vijandschap tegenover de gelovigen zijn, de Joden en de degenen die deelgenoten (aan Allah) toekennen zijn; en jij zult zeker vinden dat zij die het dichtst bij in liefde voor de gelovigen zijn, degenen zijn, die zeggen: "Voorwaar, wij zijn Christenen." Dat is omdat er onder hen priesters en monniken zijn en omdat zij niet hoogmoedig zijn. [82]

En wannccrzij horen wat zan de Boodschapper geopenbaard is, zie jij hun ogen van de tranen overvloeien, omdat zij de Waarheid herkennen. Zij zeggen: "Onze Heer, wij geloven, schrijf ons dus op bij de getuigen. [83]

En waarom zouden wij niet geloven in Allah en in wat tot ons is geckomen van de Waarheid en wij verlangen cr hevig naar dat onze Heer ons met het oprechte volk (het Paradijs) binnenleidt." [84]

Allah beloont hen dan voor wat zij zeiden met Tuinen (het Paradijs) waar onder door de rivieren stromen en zij zijn daarin eeuwig levenden. En dat is de beloning van de weldoeners. [85]

En degenen die ongelovig zijn en Onze Verzen loochenen: zij zijn degenen die de bewoners van Djahim (de Hel) zijin. [86]

O jullie die geloven! Maakt de goede zaken niet verboden die Allah jullie heeft toegestaan en overtreedt niet. Voorwaar, Allah houdt niet van de overtreders. [87]

En eet van de goede, toegestane zaken (Halâl) waarmee Allah jullie voorziet. En vreest Allah, Degene in Wie jullie geloven. [88]

Allah rekent jullie de onnadenkendheid bij jullie eden niet aan, maar Hij rekent jullie aan wat jullie in jullie eden (bewust) vastleggen. (Bij het verbreken van jullie eden) geldt Kaffârah hiervoor: het voeden van tien armen, zoals jullie gemiddeld jullie families voeden; of het hen kleden; of het vrijlaten van een slaaf. En wie dat niet vindt: het vasten van drie dagen. Dat is de Kaffârah voor (het verbreken van) jullie eden die jullie zwoeren. Maar weest jullie eden getrouw. Zo heeft Allah jullie Zijn Tekenen duidelijk gemaakt, hcpelijk zullen jullie dankbaar zijn! [89]

O, jullie die geloven! Voorwaar, de wijn en het gokken en de afgodsbeelden en pijlen om te verloten zijn oreinheden die tot het werk van de Satan behoren, vermijdt deze (zaken) dus. Hopefijk zullen jullie welslagen! [90]

Voorwaar, de Satan wil alleen maar vijandschap en haat onder jullie veroorzaken met behulp van wijn en gokken en door jullie af te houden van het gedenken van Allah en de shalât: houdt ermee op! [91]

En gehoorzamt Allah en gehoorzaamt de Boodschapper en weest op jullie hoede! En als jullie je afwenden, weet dan: voorwaar, aan Onze Boodshapper is slechts de duidelijke verkondiging. [92]

Er is voor degenen die geloven en goede werken verrichten geen zonde door wat zij (vroeger) aten, wanneer zij (Allah) vrezen en geloven en goede werken verrichten an weer (Allah) vrezen en geloven en weer (Allah) vrezen en good doen. En Allah houdt van de weldoeners. [93]

O jullie die geloven! Allah wil jullie alleen maar beproeven met wat ven de jachtbuit, die in het bereik ligt van jullie handen en jullie speren, opdat Allah degene die Hem in het verborgene vreest toetst. En wie daarna overtreedt: voor hem is er een pinlijke bestraffing. [94]

O jullie die geloven! Doodt geen wild indien jullie in de gewijde staat zijn. En wie van jullie het opzettelijk doodt: dan is de vergelding het slachten van het vergelijkbare aan vee zoals beoordeeld door twee rechtvaardigen van jullie, als een offer naar de Ka'bah gebracht. Of, als Kaffârah (boetedooning), het voeden van de armen of een darmee overeenkomende (hoeveelheid dagen aan) vasten, opdat hij de straf voor zijn daad proeft. Allah scheldt wat vroeger gebeurd is kwijt; en als hij herhaal: dan zal Allah hem ervoor straffen. En Allah is Almachtig, Heer der Vergelding. [95]

Toegestaan voor jullie is de jacht op de waterdieren, wat daarvan eetbaar is, als genieting voor jullie en voor de reizigers. En verboden voor jullie is de jacht op dieren van het land zolang jullie in de gewijde toestand zijn. En vreest Allah tot Wie jullie verzameld zullen worden. [96]

Allah maakte de Ka'bah, het Gewijde Huis, als een plaats voor de mensen om te staan, en de Heilige Maand en de offerdieren en de halsbanden. Dit opdat jullie weten dat Allah weet wat er in de hemelen en op de aarde is en dat Allah Alwetend is over alle zaken. [97]

Weet dat Allah streng is in de bestraffing en dat Allah Vergevensgezind, Meest Barmhartig is. [98]

Op de Boodschapper rust slechts (do plicht tot) de verkondiging, en Allah weet alles wat jullie openlijk doen wat jullie verbergen. [99]

Zeg (O Moehammad): "Het slechte en het goede zijn niet gelijk," hoewel de veelbeid van het slechte jou zal aantrekken. Vreest dus Allah, O bezitters van begrip, hopelijk zullen jullie welslagen." [100]

O jullie die geloven! Vraagt niet naar zaken die, indien (ze) jullie uitgclegd worden, jullie zullen verontrusten. En wanneer jullie daarover vragen wanneer de Koran geopenbaard wordt, worden zij jullie uitgelegd. Allah vergaf dat. En Allah is Vergevensgezind, Zachtmoedig. [101]

Waarlijk, een volk vóór jullie vroeg er naar en werd er daarna ongelovig door. [102]

Allah heeft (geen bijgeloof) ingesteld zoals Behîrah, Sâ'ibah Washîlah an Hâm; maar het zijn degenen die ongelovig zijn, die over Allah leugens verzinnen en de meesten van hen begrijpen het niet. [103]

En toen tot hen werd gczcgd: "Komt tot wat Allah geopenbaard heeft en tot Zijn Boodschapper," zeiden zij: "Ons is voldoende wat wij (aan leafregels) bij onze vaderen vonden." En dat terwijl hun vaderen niets wisten en geen Leiding volgen? [104]

O jullie die geloven! Aan jullie (de hoede over) jullie zelf. Er kan jullie geen schade berokkend worden door degene die dwaalt, wanneer jullie de Leiding volgen. Tot Allah is de terugkeer van jullie allen en Hij zal jullie vertellen wat jullie plachten le doen. [105]

O jullie die geloven! Stelt getuigen onder jullie aan wanneer één van jullie de dood nadert en wanneer jullie het testament opmaken; (door) twee rechtvaardigen van onder jullie, of twee broeders van buiten jullie, indien jullie in het land rondreizen en de ramp van de dood jullie treft. Houdt hen na de shalât vast en laat hen dan (als volgt) bij Allah zweren, indien jullie twijfelen: "Wij zullen het (oprecht getuigen) voor geen prijs inruilen, zelfs als (de begunstigde) een verwant is en wij zullen de getuigenis bij Allah niet verbergen, voorwaar, anders zouden wij tot de zondaren behoren." [106]

Maar indien van deze twee ontdekt wordt dat zij schuldig zijn aan zonde (mijneed laat dan twee anderen in hun plaats staan van degenen die meer recht hebben en meer verwant zijn, en laat hen bij Allah zweren: "Voorwaar, onze getuigenis is meer waarheidsgetrouw dan hun beider getuigenis en wij overtreden niet, voorwaar, anders zouden wij tot de onrechtplegers behoren." [107]

Dat is passender: dat zij de getuigenis afleggen overeenkomstig haar ware inhoud of (het is passender) dat zij vrezen dat eden na hun eden afgenomen zullen worden. En vreest Allah en luistert (naar Hem). En Allah leidt het zwaar zondige volk niet. [108]

Op de Dag dat Allah de Boodschappers zal verzamelen en lien dan zal zeggen: "Wat was het antwoord (opjullie Boodschap)?" Zij zeggen: "Wij hebben er geen kennis van, voorwaar, U bent de Kenner van het verborgene." [109]

(Godeaki) toen Allah zei: "O 'Isa, zoon van Maryam, gedenk Mijn gunst aan jou en aan jouw moeder toen ik jou versterkte met de Heilige Geest (Djibril) zodat jij met de mensen sprak toen jij in de wieg was en toen jij volwassen was. En toen Ik jou de Schrift en de Wijsheid en de Taurat en de Indjil onderwees. En toen jij uit klei de gelijkenis van een vogel schiep, met Mijn verlof; en jij blies erin en het werd een vogel, met Mijn verlof; en jij genas de blinden en de leprozen, rnet Mijn verlof. En toen jij de doden deed weerkeren, met Mijn verlof. En toen Ik de Kinderen van Israel van jou afhield toen jij met de duidelijke Bewijzen tot hen kwam." En degenen onder hen die ongelovig waren, zeiden: "Dat is niets dan duidelijke tovenarij." [110]

En toen Ik de metgezellen (van 'Isa) inspireerde om in Mij le geloven en in Mijn Boodschappers, zij zeiden: "Wij geloven, en getuig dat wij ons (aan U) overgegeven hebben." [111]

En toen de metgezellen zeiden: "O 'Isa, zoon van Maryam, ben jij in staat om jouw Heer te vragen om tot ons een Ma'idah (gedekte tafel) te doen neerdalen uit de hemel?" Hij ('Isa) zei: "Vreest Allah, indien jullie gelovigen zijn." [112]

Zij zeiden: "Wij willen (alleen maar) dat wij daarvan eten en onze harten tot rust gebracht worden en wij (willen) weten of jij ons waarlijk de Waarheid hebt verteld en dan behoren wij tot de getuigen dmvan." [113]

'Isa, zoon van Maryam, zei: "O Allah, onze Heer, doe een tafel uit de hemel neerdalen opdat er voor de eerste tot en met de laatste van ons een plechtig feest ('Id) is, als een Teken van U. En geeft ons voorziening en U bent de Beste van de Voorzieners." [114]

Allah zei: "Ik zal hem tot jullie doen neerdalen, maar wie van jullie daarna ongelovig is: voorwaar, Ik zal hem straffen met een bestraffing waarmee Ik niemand in de werelden gestraft heb." [115]

En toen zei Allah: "O 'Isa, zoon van Maryam, heb jij tegen de mensen gezegd: "Neemt mij en mijn moeder tot twee goden naast Allah?" En hij (Isa) zei: "Heilig bent U! Nooit zou ik kunnen zeggen waarop ik geen recht beb. Indien ik dat gezegd had, zou U dat zeker geweten hebben. U weet wat er in mijn ziel is, en ik weet niet wat er in Uw Ziel is. Voorwaar, U bent de Kenner van het verborgene. [116]

Ik heb hen niet anders gezegd dan U mij heeft geboden te zeggen: 'Dient Allah, mijn Heer en jullie Heer.' En ik was getuige van hen zolang ik onder hen was, on toen u mij tot U opnam was U de Waker over hen en U bent Getuige van alle zaken. [117]

Indien U hen straft: voorwaar, zij zijn Uw dienaren. En indien U hen vergeeft: dan voorwaar, U bent de Almachtige, de Alwijze." [118]

Allah zei: "Dit is een Dag waarop hun waarachtigheid de waarachtigen zal baten; er zijn voor hen Tuinen (het Paradijs) waar onder door de rivieren stromen, zij zijn eeuwig levenden daarin. Allah is welbehaagd met hen en zij zijn welbehaagd met Hem. Dat is de geweldige overwinning." [119]

Aan Allah behoort het Koninkrijk van de hemelen en de aarde en wat daarin is. En Hij is Almachtig over alle zaken. [120]