الأنعام

Het Vee

Al-Anʿām

Hoofdstuk: 6
Verzen: 165

Vertaler: Sofian S. Siregar

Taal: Nederlands

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ

In naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle

1
Hoofdstuk 6 : Vers 1

ٱلْحَمْدُ لِلَّهِ ٱلَّذِى خَلَقَ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضَ وَجَعَلَ ٱلظُّلُمَـٰتِ وَٱلنُّورَ ۖ ثُمَّ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ بِرَبِّهِمْ يَعْدِلُونَ

Alle lof zij Allah, Die de hemelen en de aarde schiep en Die de duisternissen en het licht maakte. Maar vervolgens kennen degenen die ongelovig aan hun Heer zijn (deelgenoten) toe.

Transliteratie

Alhamdu lillahi allathee khalaqa alssamawati waalarda wajaAAala alththulumati waalnnoora thumma allatheena kafaroo birabbihim yaAAdiloona

2
Hoofdstuk 6 : Vers 2

هُوَ ٱلَّذِى خَلَقَكُم مِّن طِينٍ ثُمَّ قَضَىٰٓ أَجَلًا ۖ وَأَجَلٌ مُّسَمًّى عِندَهُۥ ۖ ثُمَّ أَنتُمْ تَمْتَرُونَ

Hij is Degene Die jullie uit klei schiep en Hij heeft vervolgens een bepaalde tijd (voor de doden) vastgelegd. En een bepaalde tijd is er bij Hem (voor de opwekking). Toch twijfelen jullie.

Transliteratie

Huwa allathee khalaqakum min teenin thumma qada ajalan waajalun musamman AAindahu thumma antum tamtaroona

3
Hoofdstuk 6 : Vers 3

وَهُوَ ٱللَّهُ فِى ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَفِى ٱلْأَرْضِ ۖ يَعْلَمُ سِرَّكُمْ وَجَهْرَكُمْ وَيَعْلَمُ مَا تَكْسِبُونَ

En Hij is Allah in de hemelen en op de aarde. Hij kent jullie geheim en (het) openlijke van jullie en Hij is Alwetend over wat jullie doen.

Transliteratie

Wahuwa Allahu fee alssamawati wafee alardi yaAAlamu sirrakum wajahrakum wayaAAlamu ma taksiboona

4
Hoofdstuk 6 : Vers 4

وَمَا تَأْتِيهِم مِّنْ ءَايَةٍ مِّنْ ءَايَـٰتِ رَبِّهِمْ إِلَّا كَانُوا۟ عَنْهَا مُعْرِضِينَ

En er komt geen Teken van de Tekenen van hun Heer tot hen of zij wenden zich daarvan af.

Transliteratie

Wama tateehim min ayatin min ayati rabbihim illa kanoo AAanha muAArideena

5
Hoofdstuk 6 : Vers 5

فَقَدْ كَذَّبُوا۟ بِٱلْحَقِّ لَمَّا جَآءَهُمْ ۖ فَسَوْفَ يَأْتِيهِمْ أَنۢبَـٰٓؤُا۟ مَا كَانُوا۟ بِهِۦ يَسْتَهْزِءُونَ

Voorzeker. zij loochenden de Waarheid toen die tot hen kwam, maar spoedig zullen berichten hen bereiken over wat zij plachten te bespotten.

Transliteratie

Faqad kaththaboo bialhaqqi lamma jaahum fasawfa yateehim anbao ma kanoo bihi yastahzioona

6
Hoofdstuk 6 : Vers 6

أَلَمْ يَرَوْا۟ كَمْ أَهْلَكْنَا مِن قَبْلِهِم مِّن قَرْنٍ مَّكَّنَّـٰهُمْ فِى ٱلْأَرْضِ مَا لَمْ نُمَكِّن لَّكُمْ وَأَرْسَلْنَا ٱلسَّمَآءَ عَلَيْهِم مِّدْرَارًا وَجَعَلْنَا ٱلْأَنْهَـٰرَ تَجْرِى مِن تَحْتِهِمْ فَأَهْلَكْنَـٰهُم بِذُنُوبِهِمْ وَأَنشَأْنَا مِنۢ بَعْدِهِمْ قَرْنًا ءَاخَرِينَ

Hebben zij niet gezien hoevelen Wij vernietigden van voor hen, gemeenschappen die Wij op aarde macht gegeven hadden, macht die Wij jullie niet gegeven hebben, en voor wie Wij uit de hemel harde regen gezonden hebben en die Wij rivieren die onder hen door stroomden brachten; maar Wij vernietigden hen vanwege hun zonden en Wij deden na hen andere gemeenschappen opstaan.

Transliteratie

Alam yaraw kam ahlakna min qablihim min qarnin makkannahum fee alardi ma lam numakkin lakum waarsalna alssamaa AAalayhim midraran wajaAAalna alanhara tajree min tahtihim faahlaknahum bithunoobihim waanshana min baAAdihim qarnan akhareena

7
Hoofdstuk 6 : Vers 7

وَلَوْ نَزَّلْنَا عَلَيْكَ كِتَـٰبًا فِى قِرْطَاسٍ فَلَمَسُوهُ بِأَيْدِيهِمْ لَقَالَ ٱلَّذِينَ كَفَرُوٓا۟ إِنْ هَـٰذَآ إِلَّا سِحْرٌ مُّبِينٌ

En indien Wij aan jou (O Moehammad) een Boek op perkament hadden doen neerdalen, zodat zij het met hun handen hadden kunnen aanraken, zouden degenen die ongelovig zijn zeker gezegd hebben: "Dit is slechts duidelijke tovenarij."

Transliteratie

Walaw nazzalna AAalayka kitaban fee qirtasin falamasoohu biaydeehim laqala allatheena kafaroo in hatha illa sihrun mubeenun

8
Hoofdstuk 6 : Vers 8

وَقَالُوا۟ لَوْلَآ أُنزِلَ عَلَيْهِ مَلَكٌ ۖ وَلَوْ أَنزَلْنَا مَلَكًا لَّقُضِىَ ٱلْأَمْرُ ثُمَّ لَا يُنظَرُونَ

En zij (de ongelovigen) zeggen: "Waarom hebben zij geen Engel tot hem (Moehammad) doen neerdalen?" En indien Wij een Engel neergezonden hadden was de zaak zeker besloten en hadden zij geen uitstel meer gekregen.

Transliteratie

Waqaloo lawla onzila AAalayhi malakun walaw anzalna malakan laqudiya alamru thumma la yuntharoona

9
Hoofdstuk 6 : Vers 9

وَلَوْ جَعَلْنَـٰهُ مَلَكًا لَّجَعَلْنَـٰهُ رَجُلًا وَلَلَبَسْنَا عَلَيْهِم مَّا يَلْبِسُونَ

En als Wij een Engel gestuurd hadden, dan hadden Wij hem als een man gestuurd en Wij hadden hen laten twijfelen waarover zij reeds twijfelden.

Transliteratie

Walaw jaAAalnahu malakan lajaAAalnahu rajulan walalabasna AAalayhim ma yalbisoona

10
Hoofdstuk 6 : Vers 10

وَلَقَدِ ٱسْتُهْزِئَ بِرُسُلٍ مِّن قَبْلِكَ فَحَاقَ بِٱلَّذِينَ سَخِرُوا۟ مِنْهُم مَّا كَانُوا۟ بِهِۦ يَسْتَهْزِءُونَ

En de Boodschappers voor jou werden zeker bespot, maar degenen die hen belachelijk maakten werden door hetgeen waarmee zij de spot dreven (met straf) ornsingeld.

Transliteratie

Walaqadi istuhzia birusulin min qablika fahaqa biallatheena sakhiroo minhum ma kanoo bihi yastahzioona

11
Hoofdstuk 6 : Vers 11

قُلْ سِيرُوا۟ فِى ٱلْأَرْضِ ثُمَّ ٱنظُرُوا۟ كَيْفَ كَانَ عَـٰقِبَةُ ٱلْمُكَذِّبِينَ

Zeg (O Moehammad): "Reist op de aarde rond en zie dan hoe het einde was van de loochenaars."

Transliteratie

Qul seeroo fee alardi thumma onthuroo kayfa kana AAaqibatu almukaththibeena

12
Hoofdstuk 6 : Vers 12

قُل لِّمَن مَّا فِى ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضِ ۖ قُل لِّلَّهِ ۚ كَتَبَ عَلَىٰ نَفْسِهِ ٱلرَّحْمَةَ ۚ لَيَجْمَعَنَّكُمْ إِلَىٰ يَوْمِ ٱلْقِيَـٰمَةِ لَا رَيْبَ فِيهِ ۚ ٱلَّذِينَ خَسِرُوٓا۟ أَنفُسَهُمْ فَهُمْ لَا يُؤْمِنُونَ

Zeg: "Aan wie behoort wat er in de hemelen en op de aarde is?" Zeg: "Aan Allah. Hij heeft Zichzelf de Barmhartigheid voorgeschreven, Hij zal jullie zeker bijeenbrengen op de Dag der Opstanding, waaraan geen twijfel is. Degenen die zichzelf verloren hebben: zij zijn het die niet geloven."

Transliteratie

Qul liman ma fee alssamawati waalardi qul lillahi kataba AAala nafsihi alrrahmata layajmaAAannakum ila yawmi alqiyamati la rayba feehi allatheena khasiroo anfusahum fahum la yuminoona

13
Hoofdstuk 6 : Vers 13

وَلَهُۥ مَا سَكَنَ فِى ٱلَّيْلِ وَٱلنَّهَارِ ۚ وَهُوَ ٱلسَّمِيعُ ٱلْعَلِيمُ

En aan Hem behoort alles wat er in de nacht en de dag rust. En Hij is de Alhorende, de Alwetende.

Transliteratie

Walahu ma sakana fee allayli waalnnahari wahuwa alssameeAAu alAAaleemu

14
Hoofdstuk 6 : Vers 14

قُلْ أَغَيْرَ ٱللَّهِ أَتَّخِذُ وَلِيًّا فَاطِرِ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضِ وَهُوَ يُطْعِمُ وَلَا يُطْعَمُ ۗ قُلْ إِنِّىٓ أُمِرْتُ أَنْ أَكُونَ أَوَّلَ مَنْ أَسْلَمَ ۖ وَلَا تَكُونَنَّ مِنَ ٱلْمُشْرِكِينَ

Zeg (O Moehammad): "Zal ik iemand anders dan Allah, de Schepper van de hemelen en de aarde, als Beschermer nemen? Hij is Degene Die voedt, maar Hij wordt niet gevoed." Zeg: "Voorwaar, ik ben geboden de eerste te zijn die zich (aan Allah) overgeeft." En behoor zeker niet tot de veelgodenaanbidders.

Transliteratie

Qul aghayra Allahi attakhithu waliyyan fatiri alssamawati waalardi wahuwa yutAAimu wala yutAAamu qul innee omirtu an akoona awwala man aslama wala takoonanna mina almushrikeena

15
Hoofdstuk 6 : Vers 15

قُلْ إِنِّىٓ أَخَافُ إِنْ عَصَيْتُ رَبِّى عَذَابَ يَوْمٍ عَظِيمٍ

Zeg: "Voorwaar, ik vrees, als ik mijn Heer ongehoorzaam ben, de bestrafring op de Geweldige Dag."

Transliteratie

Qul innee akhafu in AAasaytu rabbee AAathaba yawmin AAatheemin

16
Hoofdstuk 6 : Vers 16

مَّن يُصْرَفْ عَنْهُ يَوْمَئِذٍ فَقَدْ رَحِمَهُۥ ۚ وَذَٰلِكَ ٱلْفَوْزُ ٱلْمُبِينُ

Van wie op die Dag (de bestraffing) afgewend wordt, die heeft Hij dan waarlijk begenadigd. En dat is een duidelijke overwinning.

Transliteratie

Man yusraf AAanhu yawmaithin faqad rahimahu wathalika alfawzu almubeenu

17
Hoofdstuk 6 : Vers 17

وَإِن يَمْسَسْكَ ٱللَّهُ بِضُرٍّ فَلَا كَاشِفَ لَهُۥٓ إِلَّا هُوَ ۖ وَإِن يَمْسَسْكَ بِخَيْرٍ فَهُوَ عَلَىٰ كُلِّ شَىْءٍ قَدِيرٌ

Indien Allah jou met tegenspoed treft, dan kan niemand die weghalen, behalve Hij; en indien Hij jou met het goede treft: Hij is Almachtig over alle zaken.

Transliteratie

Wain yamsaska Allahu bidurrin fala kashifa lahu illa huwa wain yamsaska bikhayrin fahuwa AAala kulli shayin qadeerun

18
Hoofdstuk 6 : Vers 18

وَهُوَ ٱلْقَاهِرُ فَوْقَ عِبَادِهِۦ ۚ وَهُوَ ٱلْحَكِيمُ ٱلْخَبِيرُ

En Hij is de Meest Machtige boven Zijn dienaren en Hij is de Alwijze, de Alwetende.

Transliteratie

Wahuwa alqahiru fawqa AAibadihi wahuwa alhakeemu alkhabeeru

19
Hoofdstuk 6 : Vers 19

قُلْ أَىُّ شَىْءٍ أَكْبَرُ شَهَـٰدَةً ۖ قُلِ ٱللَّهُ ۖ شَهِيدٌۢ بَيْنِى وَبَيْنَكُمْ ۚ وَأُوحِىَ إِلَىَّ هَـٰذَا ٱلْقُرْءَانُ لِأُنذِرَكُم بِهِۦ وَمَنۢ بَلَغَ ۚ أَئِنَّكُمْ لَتَشْهَدُونَ أَنَّ مَعَ ٱللَّهِ ءَالِهَةً أُخْرَىٰ ۚ قُل لَّآ أَشْهَدُ ۚ قُلْ إِنَّمَا هُوَ إِلَـٰهٌ وَٰحِدٌ وَإِنَّنِى بَرِىٓءٌ مِّمَّا تُشْرِكُونَ

Zeg (O Moehammad): "Welke zaak vormt de grootste getuigenis?" Zeg: "Allah is Getuige over mij en jullie en deze Koran is aan mij geopenbaard om ermee jullie te vermanen en (ook) een ieder die erdoor bereikt wordt. Zouden jullie kunnen getuigen dat er naast Allah andere goden zijn?" Zeg: "Nee, (dat) getuig ik niet." Zeg: "Voorwaar, Hij is de Enige God; en voorwaar, ik ben onschuldig aan wat jullie aan deelgenoten toekennen."

Transliteratie

Qul ayyu shayin akbaru shahadatan quli Allahu shaheedun baynee wabaynakum waoohiya ilayya hatha alquranu lionthirakum bihi waman balagha ainnakum latashhadoona anna maAAa Allahi alihatan okhra qul la ashhadu qul innama huwa ilahun wahidun wainnanee bareeon mimma tushrikoona

20
Hoofdstuk 6 : Vers 20

ٱلَّذِينَ ءَاتَيْنَـٰهُمُ ٱلْكِتَـٰبَ يَعْرِفُونَهُۥ كَمَا يَعْرِفُونَ أَبْنَآءَهُمُ ۘ ٱلَّذِينَ خَسِرُوٓا۟ أَنفُسَهُمْ فَهُمْ لَا يُؤْمِنُونَ

Degenen aan wie Wij de Schrift gegeven hebben, kennen hem (Moehmmad) zoals zij hun zonen kennen; degenen die zichzelf verloren hebben geloven niet.

Transliteratie

Allatheena ataynahumu alkitaba yaAArifoonahu kama yaAArifoona abnaahum allatheena khasiroo anfusahum fahum la yuminoona

21
Hoofdstuk 6 : Vers 21

وَمَنْ أَظْلَمُ مِمَّنِ ٱفْتَرَىٰ عَلَى ٱللَّهِ كَذِبًا أَوْ كَذَّبَ بِـَٔايَـٰتِهِۦٓ ۗ إِنَّهُۥ لَا يُفْلِحُ ٱلظَّـٰلِمُونَ

Wie is er onrechtvaardiger dan degene die een leugen tegen Allah verzonnen heeft of die Zijri Verzen loochende? Voorwaar, de onrechtplegers slagen niet.

Transliteratie

Waman athlamu mimmani iftara AAala Allahi kathiban aw kaththaba biayatihi innahu la yuflihu alththalimoona

22
Hoofdstuk 6 : Vers 22

وَيَوْمَ نَحْشُرُهُمْ جَمِيعًا ثُمَّ نَقُولُ لِلَّذِينَ أَشْرَكُوٓا۟ أَيْنَ شُرَكَآؤُكُمُ ٱلَّذِينَ كُنتُمْ تَزْعُمُونَ

En op de Dag dat Wij hen allen bijeenbrengen, zullen Wij tegen degenen die deelgenoten toekennen zeggen: "Waar zijn de deelgenoten waarvan jullie (het bestaan) plachten te boweren?

Transliteratie

Wayawma nahshuruhum jameeAAan thumma naqoolu lillatheena ashrakoo ayna shurakaokumu allatheena kuntum tazAAumoona

23
Hoofdstuk 6 : Vers 23

ثُمَّ لَمْ تَكُن فِتْنَتُهُمْ إِلَّآ أَن قَالُوا۟ وَٱللَّهِ رَبِّنَا مَا كُنَّا مُشْرِكِينَ

En dan zal er geen excuus voor hen zijn, dan te zeggen: "Bij Allah, onze Heer, wij waren geen veelgodenaanbidders."

Transliteratie

Thumma lam takun fitnatuhum illa an qaloo waAllahi rabbina ma kunna mushrikeena

24
Hoofdstuk 6 : Vers 24

ٱنظُرْ كَيْفَ كَذَبُوا۟ عَلَىٰٓ أَنفُسِهِمْ ۚ وَضَلَّ عَنْهُم مَّا كَانُوا۟ يَفْتَرُونَ

Zie hoe zij over zichzelf liegen en afgedwaald zijn van wat zij plachten te verzinnen.

Transliteratie

Onthur kayfa kathaboo AAala anfusihim wadalla AAanhum ma kanoo yaftaroona

25
Hoofdstuk 6 : Vers 25

وَمِنْهُم مَّن يَسْتَمِعُ إِلَيْكَ ۖ وَجَعَلْنَا عَلَىٰ قُلُوبِهِمْ أَكِنَّةً أَن يَفْقَهُوهُ وَفِىٓ ءَاذَانِهِمْ وَقْرًا ۚ وَإِن يَرَوْا۟ كُلَّ ءَايَةٍ لَّا يُؤْمِنُوا۟ بِهَا ۚ حَتَّىٰٓ إِذَا جَآءُوكَ يُجَـٰدِلُونَكَ يَقُولُ ٱلَّذِينَ كَفَرُوٓا۟ إِنْ هَـٰذَآ إِلَّآ أَسَـٰطِيرُ ٱلْأَوَّلِينَ

En onder hen zijn or die naar jou luisteren, maar Wij hebben over hun harten sluiers aangebracht zodat zij het (de Koran) niet begrijpen en in hun oren proppen. En indien zij ieder Teken zagen, zouden zij er niet in geloven, zelfs in die mate dat wanneer zij tot jou komen om met jou te redetwisten, degenen die ongelovig zijn zeggen: "Dit zijn slechts fabels van de ouden."

Transliteratie

Waminhum man yastamiAAu ilayka wajaAAalna AAala quloobihim akinnatan an yafqahoohu wafee athanihim waqran wain yaraw kulla ayatin la yuminoo biha hatta itha jaooka yujadiloonaka yaqoolu allatheena kafaroo in hatha illa asateeru alawwaleena

26
Hoofdstuk 6 : Vers 26

وَهُمْ يَنْهَوْنَ عَنْهُ وَيَنْـَٔوْنَ عَنْهُ ۖ وَإِن يُهْلِكُونَ إِلَّآ أَنفُسَهُمْ وَمَا يَشْعُرُونَ

En zij verbieden het en zij keren zich ervan af, maar zij vernietigen slechts zichzelf en zij beseffen het niet.

Transliteratie

Wahum yanhawna AAanhu wayanawna AAanhu wain yuhlikoona illa anfusahum wama yashAAuroona

27
Hoofdstuk 6 : Vers 27

وَلَوْ تَرَىٰٓ إِذْ وُقِفُوا۟ عَلَى ٱلنَّارِ فَقَالُوا۟ يَـٰلَيْتَنَا نُرَدُّ وَلَا نُكَذِّبَ بِـَٔايَـٰتِ رَبِّنَا وَنَكُونَ مِنَ ٱلْمُؤْمِنِينَ

En als jij (hen) kon zien wanneer zij bij de Hel geplaatst worden en zij dan zeggen: "Werden wij maar teruggebracht, dan zouden wij de Tekenen van onze Heer niet loochenen en zouden wij tot de gelovigen behoren."

Transliteratie

Walaw tara ith wuqifoo AAala alnnari faqaloo ya laytana nuraddu wala nukaththiba biayati rabbina wanakoona mina almumineena

28
Hoofdstuk 6 : Vers 28

بَلْ بَدَا لَهُم مَّا كَانُوا۟ يُخْفُونَ مِن قَبْلُ ۖ وَلَوْ رُدُّوا۟ لَعَادُوا۟ لِمَا نُهُوا۟ عَنْهُ وَإِنَّهُمْ لَكَـٰذِبُونَ

Zeker niet, er wordt voor hen zichtbaar wat zij vroeger plachten te verbergen. Als zij teruggebracht zouden worden, zouden zij weer herhalen wat hen verboden was en zij zijn zeker leugenaars.

Transliteratie

Bal bada lahum ma kanoo yukhfoona min qablu walaw ruddoo laAAadoo lima nuhoo AAanhu wainnahum lakathiboona

29
Hoofdstuk 6 : Vers 29

وَقَالُوٓا۟ إِنْ هِىَ إِلَّا حَيَاتُنَا ٱلدُّنْيَا وَمَا نَحْنُ بِمَبْعُوثِينَ

En zij zeggen: "Er is niets dan ons huidige leven en wij zullen niet opgewekt worden."

Transliteratie

Waqaloo in hiya illa hayatuna alddunya wama nahnu bimabAAootheena

30
Hoofdstuk 6 : Vers 30

وَلَوْ تَرَىٰٓ إِذْ وُقِفُوا۟ عَلَىٰ رَبِّهِمْ ۚ قَالَ أَلَيْسَ هَـٰذَا بِٱلْحَقِّ ۚ قَالُوا۟ بَلَىٰ وَرَبِّنَا ۚ قَالَ فَذُوقُوا۟ ٱلْعَذَابَ بِمَا كُنتُمْ تَكْفُرُونَ

En als jij (hen) kon zien wanneer zij voor hun Heer gebracht worden: Hij zal zeggen: "Is dit niet de Waarheid? zij zullen zeggen: "Zeker, bij onze Heer." Hij zal zeggen: "Proeft dan de bestraffing vanwege (wat) jullie plachten niet te geloven."

Transliteratie

Walaw tara ith wuqifoo AAala rabbihim qala alaysa hatha bialhaqqi qaloo bala warabbina qala fathooqoo alAAathaba bima kuntum takfuroona

31
Hoofdstuk 6 : Vers 31

قَدْ خَسِرَ ٱلَّذِينَ كَذَّبُوا۟ بِلِقَآءِ ٱللَّهِ ۖ حَتَّىٰٓ إِذَا جَآءَتْهُمُ ٱلسَّاعَةُ بَغْتَةً قَالُوا۟ يَـٰحَسْرَتَنَا عَلَىٰ مَا فَرَّطْنَا فِيهَا وَهُمْ يَحْمِلُونَ أَوْزَارَهُمْ عَلَىٰ ظُهُورِهِمْ ۚ أَلَا سَآءَ مَا يَزِرُونَ

Waarlijk verloren zijn degenen die de ontmoeting met Allah loochenen, totdat wanneer het Uur plotseling tot hen komt, zij zullen zeggen: "Wee ons voor wat wij in (onze levens) veronachtzaamden," en zij dragen hun zonden op hun ruggen. En weet: het is slecht wat zij dragen!

Transliteratie

Qad khasira allatheena kaththaboo biliqai Allahi hatta itha jaathumu alssaAAatu baghtatan qaloo ya hasratana AAala ma farratna feeha wahum yahmiloona awzarahum AAala thuhoorihim ala saa ma yaziroona

32
Hoofdstuk 6 : Vers 32

وَمَا ٱلْحَيَوٰةُ ٱلدُّنْيَآ إِلَّا لَعِبٌ وَلَهْوٌ ۖ وَلَلدَّارُ ٱلْـَٔاخِرَةُ خَيْرٌ لِّلَّذِينَ يَتَّقُونَ ۗ أَفَلَا تَعْقِلُونَ

En het wereldse leven is niets dan spel en vermaak. En het Huis van het Hiernamaals is beter voor degenen die (Allah) vrezen. Begrijpen jullie dan niet?

Transliteratie

Wama alhayatu alddunya illa laAAibun walahwun walalddaru alakhirati khayrun lillatheena yattaqoona afala taAAqiloona

33
Hoofdstuk 6 : Vers 33

قَدْ نَعْلَمُ إِنَّهُۥ لَيَحْزُنُكَ ٱلَّذِى يَقُولُونَ ۖ فَإِنَّهُمْ لَا يُكَذِّبُونَكَ وَلَـٰكِنَّ ٱلظَّـٰلِمِينَ بِـَٔايَـٰتِ ٱللَّهِ يَجْحَدُونَ

Wij weten inderdaad (O Moehammad) dat jij treurt door degenen die (kwaad) spreken, en voorwaar, zij loochenen jou niet, maar het zijn de Verzen van Allah die de onrechtvaardigen ontkennen.

Transliteratie

Qad naAAlamu innahu layahzunuka allathee yaqooloona fainnahum la yukaththiboonaka walakinna alththalimeena biayati Allahi yajhadoona

34
Hoofdstuk 6 : Vers 34

وَلَقَدْ كُذِّبَتْ رُسُلٌ مِّن قَبْلِكَ فَصَبَرُوا۟ عَلَىٰ مَا كُذِّبُوا۟ وَأُوذُوا۟ حَتَّىٰٓ أَتَىٰهُمْ نَصْرُنَا ۚ وَلَا مُبَدِّلَ لِكَلِمَـٰتِ ٱللَّهِ ۚ وَلَقَدْ جَآءَكَ مِن نَّبَإِى۟ ٱلْمُرْسَلِينَ

En voorzeker, de Boodschappers van voor jou werden inderdaad geloochend en zij waren geduldig met het loochenen en de kwelling, totdat Onze hulp tot hen kwam. En er is niemand die de Woorden van Allah kan veranderen en voorzeker, er zijn al berichten over de Boodschappers tot jou gekomen.

Transliteratie

Walaqad kuththibat rusulun min qablika fasabaroo AAala ma kuththiboo waoothoo hatta atahum nasruna wala mubaddila likalimati Allahi walaqad jaaka min nabai almursaleena

35
Hoofdstuk 6 : Vers 35

وَإِن كَانَ كَبُرَ عَلَيْكَ إِعْرَاضُهُمْ فَإِنِ ٱسْتَطَعْتَ أَن تَبْتَغِىَ نَفَقًا فِى ٱلْأَرْضِ أَوْ سُلَّمًا فِى ٱلسَّمَآءِ فَتَأْتِيَهُم بِـَٔايَةٍ ۚ وَلَوْ شَآءَ ٱللَّهُ لَجَمَعَهُمْ عَلَى ٱلْهُدَىٰ ۚ فَلَا تَكُونَنَّ مِنَ ٱلْجَـٰهِلِينَ

En als hun afkeer van jou zwaar voor jou is: als jij in staat zou zijn een grot in de aarde of een ladder naar de hemel te maken, zodat jij een Teken tot hen zou kunnen laten komen (doe het dan); en indien Allah het gewild zou hebben, zou Hij hen onder de Leiding verzamelen. Behoor daarom zeker niet tot de onwetenden.

Transliteratie

Wain kana kabura AAalayka iAAraduhum faini istataAAta an tabtaghiya nafaqan fee alardi aw sullaman fee alssamai fatatiyahum biayatin walaw shaa Allahu lajamaAAahum AAala alhuda fala takoonanna mina aljahileena

36
Hoofdstuk 6 : Vers 36

إِنَّمَا يَسْتَجِيبُ ٱلَّذِينَ يَسْمَعُونَ ۘ وَٱلْمَوْتَىٰ يَبْعَثُهُمُ ٱللَّهُ ثُمَّ إِلَيْهِ يُرْجَعُونَ

Voorwaar, alleen degenen die luisteren zullen gehoorzamen. En Allah zal de doden opwekken en vervolgens worden zij tot Hem teruggekeerd.

Transliteratie

Innama yastajeebu allatheena yasmaAAoona waalmawta yabAAathuhumu Allahu thumma ilayhi yurjaAAoona

37
Hoofdstuk 6 : Vers 37

وَقَالُوا۟ لَوْلَا نُزِّلَ عَلَيْهِ ءَايَةٌ مِّن رَّبِّهِۦ ۚ قُلْ إِنَّ ٱللَّهَ قَادِرٌ عَلَىٰٓ أَن يُنَزِّلَ ءَايَةً وَلَـٰكِنَّ أَكْثَرَهُمْ لَا يَعْلَمُونَ

En zij zeiden: "Waarom wordt er geen Teken (wonder) van zijn Heer tot hem gezonden?" Zeg (O Moehammad): "Allah is bij machte om een Teken neer te zenden, maar de meesten van hen begrijpen het niet."

Transliteratie

Waqaloo lawla nuzzila AAalayhi ayatun min rabbihi qul inna Allaha qadirun AAala an yunazzila ayatan walakinna aktharahum la yaAAlamoona

38
Hoofdstuk 6 : Vers 38

وَمَا مِن دَآبَّةٍ فِى ٱلْأَرْضِ وَلَا طَـٰٓئِرٍ يَطِيرُ بِجَنَاحَيْهِ إِلَّآ أُمَمٌ أَمْثَالُكُم ۚ مَّا فَرَّطْنَا فِى ٱلْكِتَـٰبِ مِن شَىْءٍ ۚ ثُمَّ إِلَىٰ رَبِّهِمْ يُحْشَرُونَ

En er is geen levend wezen op aarde an geen vogel die met zijn vleugels vliegt, of het behoort tot gemeenschappen zoals die van jullie. En Wij hebben niets in het Boek veronachtzaamd en zij zullen allen bij hun Heer verzameld worden.

Transliteratie

Wama min dabbatin fee alardi wala tairin yateeru bijanahayhi illa omamun amthalukum ma farratna fee alkitabi min shayin thumma ila rabbihim yuhsharoona

39
Hoofdstuk 6 : Vers 39

وَٱلَّذِينَ كَذَّبُوا۟ بِـَٔايَـٰتِنَا صُمٌّ وَبُكْمٌ فِى ٱلظُّلُمَـٰتِ ۗ مَن يَشَإِ ٱللَّهُ يُضْلِلْهُ وَمَن يَشَأْ يَجْعَلْهُ عَلَىٰ صِرَٰطٍ مُّسْتَقِيمٍ

Endegenen die Onze Tekenen loochenen zijn doof en stom in de duisternis: Allah laat dwalen wie Hij wil en Hij plaatst op de Rechte Weg wie Hij wil.

Transliteratie

Waallatheena kaththaboo biayatina summun wabukmun fee alththulumati man yashai Allahu yudlilhu waman yasha yajAAalhu AAala siratin mustaqeemin

40
Hoofdstuk 6 : Vers 40

قُلْ أَرَءَيْتَكُمْ إِنْ أَتَىٰكُمْ عَذَابُ ٱللَّهِ أَوْ أَتَتْكُمُ ٱلسَّاعَةُ أَغَيْرَ ٱللَّهِ تَدْعُونَ إِن كُنتُمْ صَـٰدِقِينَ

Zeg (O Moehammad): "Wat vinden jullie, wanneer de bestraffing van Allah of het Uur tot jullie komt: zouden jullie je dan op iemand anders beroepen dan op Allah, indien jullie waarachtigen zijn?"

Transliteratie

Qul araaytakum in atakum AAathabu Allahi aw atatkumu alssaAAatu aghayra Allahi tadAAoona in kuntum sadiqeena

41
Hoofdstuk 6 : Vers 41

بَلْ إِيَّاهُ تَدْعُونَ فَيَكْشِفُ مَا تَدْعُونَ إِلَيْهِ إِن شَآءَ وَتَنسَوْنَ مَا تُشْرِكُونَ

Welnee, op Hem zouden jullie je beroepen en Hij zou hetgeen waarvoor jullie een beroep op Hem deden wegnemen, indien Hij zou willen. En jullie zouden vergeten wat jullie aan deelgenoten toegekend hebben.

Transliteratie

Bal iyyahu tadAAoona fayakshifu ma tadAAoona ilayhi in shaa watansawna ma tushrikoona

42
Hoofdstuk 6 : Vers 42

وَلَقَدْ أَرْسَلْنَآ إِلَىٰٓ أُمَمٍ مِّن قَبْلِكَ فَأَخَذْنَـٰهُم بِٱلْبَأْسَآءِ وَٱلضَّرَّآءِ لَعَلَّهُمْ يَتَضَرَّعُونَ

En voorzeker, Wij hebben inderdaad naar gemeenschappen van voot jou (Boodschappers) gestuurd en Wij hebben hen met tegenspoed en rampen getroffen. Hopelijk zullen zij nederig worden (tegenover Allah).

Transliteratie

Walaqad arsalna ila omamin min qablika faakhathnahum bialbasai waalddarrai laAAallahum yatadarraAAoona

43
Hoofdstuk 6 : Vers 43

فَلَوْلَآ إِذْ جَآءَهُم بَأْسُنَا تَضَرَّعُوا۟ وَلَـٰكِن قَسَتْ قُلُوبُهُمْ وَزَيَّنَ لَهُمُ ٱلشَّيْطَـٰنُ مَا كَانُوا۟ يَعْمَلُونَ

En waarom zijn zij, toen Onze tegenspoed tot hen kwam, niet nederig geworden? Integendeel, hun harten werden zelfs hard en de Satan deed wat zij plachten te doen schoon schijnen.

Transliteratie

Falawla ith jaahum basuna tadarraAAoo walakin qasat quloobuhum wazayyana lahumu alshshaytanu ma kanoo yaAAmaloona

44
Hoofdstuk 6 : Vers 44

فَلَمَّا نَسُوا۟ مَا ذُكِّرُوا۟ بِهِۦ فَتَحْنَا عَلَيْهِمْ أَبْوَٰبَ كُلِّ شَىْءٍ حَتَّىٰٓ إِذَا فَرِحُوا۟ بِمَآ أُوتُوٓا۟ أَخَذْنَـٰهُم بَغْتَةً فَإِذَا هُم مُّبْلِسُونَ

En toen zij vergaten waarmee zij gewaarschuwd waren, openden Wij voor hen vervolgens de poorten naar alle (aantrekkelijkc) zaken; zozeer dat, toen zij blij waren met wat hun geschonken was, Wij hen plotseling bestraften en zij daarop wanhopig werden.

Transliteratie

Falamma nasoo ma thukkiroo bihi fatahna AAalayhim abwaba kulli shayin hatta itha farihoo bima ootoo akhathnahum baghtatan faitha hum mublisoona

45
Hoofdstuk 6 : Vers 45

فَقُطِعَ دَابِرُ ٱلْقَوْمِ ٱلَّذِينَ ظَلَمُوا۟ ۚ وَٱلْحَمْدُ لِلَّهِ رَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ

En vervolgens werd de laatste van het volk dat onrechtvaardig was vernietigd: alle lof zij Allah, Heer der Werelden.

Transliteratie

FaqutiAAa dabiru alqawmi allatheena thalamoo waalhamdu lillahi rabbi alAAalameena

46
Hoofdstuk 6 : Vers 46

قُلْ أَرَءَيْتُمْ إِنْ أَخَذَ ٱللَّهُ سَمْعَكُمْ وَأَبْصَـٰرَكُمْ وَخَتَمَ عَلَىٰ قُلُوبِكُم مَّنْ إِلَـٰهٌ غَيْرُ ٱللَّهِ يَأْتِيكُم بِهِ ۗ ٱنظُرْ كَيْفَ نُصَرِّفُ ٱلْـَٔايَـٰتِ ثُمَّ هُمْ يَصْدِفُونَ

Zeg (O Moehammad): "Wat vinden jullie indien Allah jullie horen en jullie zien wegnam en jullie harten verzegelde: welke andere god dan Allah zou jullie die teruggeven? "En zie hoe Wij de Tekenen uitleggen en toch wenden zij zich af.

Transliteratie

Qul araaytum in akhatha Allahu samAAakum waabsarakum wakhatama AAala quloobikum man ilahun ghayru Allahi yateekum bihi onthur kayfa nusarrifu alayati thumma hum yasdifoona

47
Hoofdstuk 6 : Vers 47

قُلْ أَرَءَيْتَكُمْ إِنْ أَتَىٰكُمْ عَذَابُ ٱللَّهِ بَغْتَةً أَوْ جَهْرَةً هَلْ يُهْلَكُ إِلَّا ٱلْقَوْمُ ٱلظَّـٰلِمُونَ

Zeg: "Wat vinden jullie als de bestraffing van Allah tot jullie komt, plotseting of openlijk? Niemand dan het onrechtvaardige volk wordt vernietigd."

Transliteratie

Qul araaytakum in atakum AAathabu Allahi baghtatan aw jahratan hal yuhlaku illa alqawmu alththalimoona

48
Hoofdstuk 6 : Vers 48

وَمَا نُرْسِلُ ٱلْمُرْسَلِينَ إِلَّا مُبَشِّرِينَ وَمُنذِرِينَ ۖ فَمَنْ ءَامَنَ وَأَصْلَحَ فَلَا خَوْفٌ عَلَيْهِمْ وَلَا هُمْ يَحْزَنُونَ

Wij hebben de Boodschappers slechts als brengers van verheugende tijdingen gestuurd an (als) waarschuwers; dus wie gelooft en oprecht is: voor hem is er geen angst en zij zullen niet treuren.

Transliteratie

Wama nursilu almursaleena illa mubashshireena wamunthireena faman amana waaslaha fala khawfun AAalayhim wala hum yahzanoona

49
Hoofdstuk 6 : Vers 49

وَٱلَّذِينَ كَذَّبُوا۟ بِـَٔايَـٰتِنَا يَمَسُّهُمُ ٱلْعَذَابُ بِمَا كَانُوا۟ يَفْسُقُونَ

Maar degenen die de Tekenen van Ons loochenen: hen treft de bestraffing wegens de zware zonden die zij plachten te begaan.

Transliteratie

Waallatheena kaththaboo biayatina yamassuhumu alAAathabu bima kanoo yafsuqoona

50
Hoofdstuk 6 : Vers 50

قُل لَّآ أَقُولُ لَكُمْ عِندِى خَزَآئِنُ ٱللَّهِ وَلَآ أَعْلَمُ ٱلْغَيْبَ وَلَآ أَقُولُ لَكُمْ إِنِّى مَلَكٌ ۖ إِنْ أَتَّبِعُ إِلَّا مَا يُوحَىٰٓ إِلَىَّ ۚ قُلْ هَلْ يَسْتَوِى ٱلْأَعْمَىٰ وَٱلْبَصِيرُ ۚ أَفَلَا تَتَفَكَّرُونَ

Zeg: "Ik zeg jullie niet dat de schatten ven Allah bij mij zijn en niet dat ik het verborgene ken, en ik zeg jullie niet dat ik een Engel ben: ik volg slechts wat aan mij geopenbaard wordt." Zeg: "Zijn de blinden en de zienden gelijk? Denken jullie dan niet na?"

Transliteratie

Qul la aqoolu lakum AAindee khazainu Allahi wala aAAlamu alghayba wala aqoolu lakum innee malakun in attabiAAu illa ma yooha ilayya qul hal yastawee alaAAma waalbaseeru afala tatafakkaroona

51
Hoofdstuk 6 : Vers 51

وَأَنذِرْ بِهِ ٱلَّذِينَ يَخَافُونَ أَن يُحْشَرُوٓا۟ إِلَىٰ رَبِّهِمْ ۙ لَيْسَ لَهُم مِّن دُونِهِۦ وَلِىٌّ وَلَا شَفِيعٌ لَّعَلَّهُمْ يَتَّقُونَ

En waarschuw daarmee degenen dit vrezen dat zij tot hun Heer verzameld zullen worden: er is voor hen naast Hem geen Helper en geen Voorspreker. Hopelijk zullen zij (Allah) vrezen.

Transliteratie

Waanthir bihi allatheena yakhafoona an yuhsharoo ila rabbihim laysa lahum min doonihi waliyyun wala shafeeAAun laAAallahum yattaqoona

52
Hoofdstuk 6 : Vers 52

وَلَا تَطْرُدِ ٱلَّذِينَ يَدْعُونَ رَبَّهُم بِٱلْغَدَوٰةِ وَٱلْعَشِىِّ يُرِيدُونَ وَجْهَهُۥ ۖ مَا عَلَيْكَ مِنْ حِسَابِهِم مِّن شَىْءٍ وَمَا مِنْ حِسَابِكَ عَلَيْهِم مِّن شَىْءٍ فَتَطْرُدَهُمْ فَتَكُونَ مِنَ ٱلظَّـٰلِمِينَ

En stuur degenen niet weg die in de ochtend en de avond hun Heer aanroepen en Zijn Aangezicht wensen. Jij bent in niets voor hen aansprakelijk en zij zijn in niets voor jou aansprakelijk, stuur jij hen dan weg: dan behoor jij tot de onrechtvaardigen.

Transliteratie

Wala tatrudi allatheena yadAAoona rabbahum bialghadati waalAAashiyyi yureedoona wajhahu ma AAalayka min hisabihim min shayin wama min hisabika AAalayhim min shayin fatatrudahum fatakoona mina alththalimeena

53
Hoofdstuk 6 : Vers 53

وَكَذَٰلِكَ فَتَنَّا بَعْضَهُم بِبَعْضٍ لِّيَقُولُوٓا۟ أَهَـٰٓؤُلَآءِ مَنَّ ٱللَّهُ عَلَيْهِم مِّنۢ بَيْنِنَآ ۗ أَلَيْسَ ٱللَّهُ بِأَعْلَمَ بِٱلشَّـٰكِرِينَ

En zo hebben Wij sommigen van hen door anderen beproefd, opdat zij zouden zeggen: "Zijn zij dan, die Allah boven ons begunstigt?" Is het niet Allah die de dankbaren het beste kent?

Transliteratie

Wakathalika fatanna baAAdahum bibaAAdin liyaqooloo ahaolai manna Allahu AAalayhim min baynina alaysa Allahu biaAAlama bialshshakireena

54
Hoofdstuk 6 : Vers 54

وَإِذَا جَآءَكَ ٱلَّذِينَ يُؤْمِنُونَ بِـَٔايَـٰتِنَا فَقُلْ سَلَـٰمٌ عَلَيْكُمْ ۖ كَتَبَ رَبُّكُمْ عَلَىٰ نَفْسِهِ ٱلرَّحْمَةَ ۖ أَنَّهُۥ مَنْ عَمِلَ مِنكُمْ سُوٓءًۢا بِجَهَـٰلَةٍ ثُمَّ تَابَ مِنۢ بَعْدِهِۦ وَأَصْلَحَ فَأَنَّهُۥ غَفُورٌ رَّحِيمٌ

En wanneer degenen die in Onze Tekenen geloven tot jou komen, zeg dan: Salâmoen 'alaikoem (Vrede zij met jullie)." Jullie Heer heeft Zichzelf de Barmhartigheid voorgeschreven. Indien een van jullie uit onwetendheid slecht doet en dan daarna berouw heeft en zich betert: voorwaar, dan is Hij Vergeveinsgezind, Meest Barmhartig.

Transliteratie

Waitha jaaka allatheena yuminoona biayatina faqul salamun AAalaykum kataba rabbukum AAala nafsihi alrrahmata annahu man AAamila minkum sooan bijahalatin thumma taba min baAAdihi waaslaha faannahu ghafoorun raheemun

55
Hoofdstuk 6 : Vers 55

وَكَذَٰلِكَ نُفَصِّلُ ٱلْـَٔايَـٰتِ وَلِتَسْتَبِينَ سَبِيلُ ٱلْمُجْرِمِينَ

En zo leggen Wij de Verzen uit. En opdat de weg van de zondaren duidelijk wordt.

Transliteratie

Wakathalika nufassilu alayati walitastabeena sabeelu almujrimeena

56
Hoofdstuk 6 : Vers 56

قُلْ إِنِّى نُهِيتُ أَنْ أَعْبُدَ ٱلَّذِينَ تَدْعُونَ مِن دُونِ ٱللَّهِ ۚ قُل لَّآ أَتَّبِعُ أَهْوَآءَكُمْ ۙ قَدْ ضَلَلْتُ إِذًا وَمَآ أَنَا۠ مِنَ ٱلْمُهْتَدِينَ

Zeg: "Voorwaar, ik ben verboden degenen te dienen die jullie buiten Allah aanbidden." Zeg: "Ik zal jullie begeerten niet volgen; ik zou dan dwalen en ik zou niet tot de rechtgeleiden behoren."

Transliteratie

Qul innee nuheetu an aAAbuda allatheena tadAAoona min dooni Allahi qul la attabiAAu ahwaakum qad dalaltu ithan wama ana mina almuhtadeena

57
Hoofdstuk 6 : Vers 57

قُلْ إِنِّى عَلَىٰ بَيِّنَةٍ مِّن رَّبِّى وَكَذَّبْتُم بِهِۦ ۚ مَا عِندِى مَا تَسْتَعْجِلُونَ بِهِۦٓ ۚ إِنِ ٱلْحُكْمُ إِلَّا لِلَّهِ ۖ يَقُصُّ ٱلْحَقَّ ۖ وَهُوَ خَيْرُ ٱلْفَـٰصِلِينَ

Zeg (O Moehammad): "Voorwaar, ik berust mij op een duidelijk bewijs van mijn Heer en jullie loochenen bet, ik heb (geen macht) over wat jullie willen verhaasten. Voorwaar, het oordeel is alleen aan Allah, Hij verklaart de Waarheid en Hij is de Beste van de Oordelaars."

Transliteratie

Qul innee AAala bayyinatin min rabbee wakaththabtum bihi ma AAindee ma tastaAAjiloona bihi ini alhukmu illa lillahi yaqussu alhaqqa wahuwa khayru alfasileena

58
Hoofdstuk 6 : Vers 58

قُل لَّوْ أَنَّ عِندِى مَا تَسْتَعْجِلُونَ بِهِۦ لَقُضِىَ ٱلْأَمْرُ بَيْنِى وَبَيْنَكُمْ ۗ وَٱللَّهُ أَعْلَمُ بِٱلظَّـٰلِمِينَ

Zeg. "Indien dat wat jullie verhaast willen binnen mijn macht lag, was de zaak tussen mij en jullie (al) beoordeeld, maar Allah kent de onrechtvaardigen beter."

Transliteratie

Qul law anna AAindee ma tastaAAjiloona bihi laqudiya alamru baynee wabaynakum waAllahu aAAlamu bialththalimeena

59
Hoofdstuk 6 : Vers 59

وَعِندَهُۥ مَفَاتِحُ ٱلْغَيْبِ لَا يَعْلَمُهَآ إِلَّا هُوَ ۚ وَيَعْلَمُ مَا فِى ٱلْبَرِّ وَٱلْبَحْرِ ۚ وَمَا تَسْقُطُ مِن وَرَقَةٍ إِلَّا يَعْلَمُهَا وَلَا حَبَّةٍ فِى ظُلُمَـٰتِ ٱلْأَرْضِ وَلَا رَطْبٍ وَلَا يَابِسٍ إِلَّا فِى كِتَـٰبٍ مُّبِينٍ

Hij bezit de schatten van het onwaarneembare en niemand kent die, behalve Hij. Hij weet wat er op de aarde is en in de zee; en er valt nog geen blad of Hij weet ervan; en er is geen graankorrel in de duisternissen van de aarde; en niets vers en niets droogs, of het is in een duidelijk Boek.

Transliteratie

WaAAindahu mafatihu alghaybi la yaAAlamuha illa huwa wayaAAlamu ma fee albarri waalbahri wama tasqutu min waraqatin illa yaAAlamuha wala habbatin fee thulumati alardi wala ratbin wala yabisin illa fee kitabin mubeenin

60
Hoofdstuk 6 : Vers 60

وَهُوَ ٱلَّذِى يَتَوَفَّىٰكُم بِٱلَّيْلِ وَيَعْلَمُ مَا جَرَحْتُم بِٱلنَّهَارِ ثُمَّ يَبْعَثُكُمْ فِيهِ لِيُقْضَىٰٓ أَجَلٌ مُّسَمًّى ۖ ثُمَّ إِلَيْهِ مَرْجِعُكُمْ ثُمَّ يُنَبِّئُكُم بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ

Hij is degene die jullie (zielen) in de nacht wegneemt en Hij weet wat jullie gedurendede dag verricht hebben: Hij doet jullie or weer in ontwaken opdat een vastgestelde periode vervuld wordt, daarna is jullie terugkeer tot Hem. Hij zal jullie dan op de hoogte brengen van wat jullie plachten to doen.

Transliteratie

Wahuwa allathee yatawaffakum biallayli wayaAAlamu ma jarahtum bialnnahari thumma yabAAathukum feehi liyuqda ajalun musamman thumma ilayhi marjiAAukum thumma yunabbiokum bima kuntum taAAmaloona

61
Hoofdstuk 6 : Vers 61

وَهُوَ ٱلْقَاهِرُ فَوْقَ عِبَادِهِۦ ۖ وَيُرْسِلُ عَلَيْكُمْ حَفَظَةً حَتَّىٰٓ إِذَا جَآءَ أَحَدَكُمُ ٱلْمَوْتُ تَوَفَّتْهُ رُسُلُنَا وَهُمْ لَا يُفَرِّطُونَ

En Hij is de Krachtige, boven Zijn dienaren en hij stelt Wakers (Engelen) over jullie aan, zodat als een van jullie de dood bereikt de door ons gezondenen hem (zijn ziel) wegnemen en zij verzuimen niet.

Transliteratie

Wahuwa alqahiru fawqa AAibadihi wayursilu AAalaykum hafathatan hatta itha jaa ahadakumu almawtu tawaffathu rusuluna wahum la yufarritoona

62
Hoofdstuk 6 : Vers 62

ثُمَّ رُدُّوٓا۟ إِلَى ٱللَّهِ مَوْلَىٰهُمُ ٱلْحَقِّ ۚ أَلَا لَهُ ٱلْحُكْمُ وَهُوَ أَسْرَعُ ٱلْحَـٰسِبِينَ

Dan worden zij tot Allah, hun ware Meester, teruggebracht Wed dat het Oordeel aan Hem is en Hij is het snelst van hen die afrekenen.

Transliteratie

Thumma ruddoo ila Allahi mawlahumu alhaqqi ala lahu alhukmu wahuwa asraAAu alhasibeena

63
Hoofdstuk 6 : Vers 63

قُلْ مَن يُنَجِّيكُم مِّن ظُلُمَـٰتِ ٱلْبَرِّ وَٱلْبَحْرِ تَدْعُونَهُۥ تَضَرُّعًا وَخُفْيَةً لَّئِنْ أَنجَىٰنَا مِنْ هَـٰذِهِۦ لَنَكُونَنَّ مِنَ ٱلشَّـٰكِرِينَ

Zeg (O Moehammad): "Wie redt jullie uit de duisternissen van het land en de zee terwijl jullie Hem in nederigheid en stilte auroepen: "Indien Hij ons van deze (gevaren) zou redden, zouden wij zeker tot de dankbaren behoren."

Transliteratie

Qul man yunajjeekum min thulumati albarri waalbahri tadAAoonahu tadarruAAan wakhufyatan lain anjana min hathihi lanakoonanna mina alshshakireena

64
Hoofdstuk 6 : Vers 64

قُلِ ٱللَّهُ يُنَجِّيكُم مِّنْهَا وَمِن كُلِّ كَرْبٍ ثُمَّ أَنتُمْ تُشْرِكُونَ

Zeg: "Het is Allah Die jullie van deze (gevaren) redt en van alle moeilijkheden en toch kennen jullie deelgenoten toe (aan Allah)?"

Transliteratie

Quli Allahu yunajjeekum minha wamin kulli karbin thumma antum tushrikoona

65
Hoofdstuk 6 : Vers 65

قُلْ هُوَ ٱلْقَادِرُ عَلَىٰٓ أَن يَبْعَثَ عَلَيْكُمْ عَذَابًا مِّن فَوْقِكُمْ أَوْ مِن تَحْتِ أَرْجُلِكُمْ أَوْ يَلْبِسَكُمْ شِيَعًا وَيُذِيقَ بَعْضَكُم بَأْسَ بَعْضٍ ۗ ٱنظُرْ كَيْفَ نُصَرِّفُ ٱلْـَٔايَـٰتِ لَعَلَّهُمْ يَفْقَهُونَ

Zeg: "Hij is de Machthebber Die jullie bestraffingen zendt, van boven jullie vandaan of van onder jullie voeten, of Hij verwart jullie in (verschillende) groeperingen en laat sommigen van jullie de wraak van anderen proeven." Zie hoe Wij de Tekenen uitleggen. Hopelijk zullen zij het begrijpen.

Transliteratie

Qul huwa alqadiru AAala an yabAAatha AAalaykum AAathaban min fawqikum aw min tahti arjulikum aw yalbisakum shiyaAAan wayutheeqa baAAdakum basa baAAdin onthur kayfa nusarrifu alayati laAAallahum yafqahoona

66
Hoofdstuk 6 : Vers 66

وَكَذَّبَ بِهِۦ قَوْمُكَ وَهُوَ ٱلْحَقُّ ۚ قُل لَّسْتُ عَلَيْكُم بِوَكِيلٍ

Maar jouw volk loochende ze, hoewel het de Waarheid is. Zeg: "Ik ben niet als verantwoordelijke over juille aangesteld."

Transliteratie

Wakaththaba bihi qawmuka wahuwa alhaqqu qul lastu AAalaykum biwakeelin

67
Hoofdstuk 6 : Vers 67

لِّكُلِّ نَبَإٍ مُّسْتَقَرٌّ ۚ وَسَوْفَ تَعْلَمُونَ

Voor ieder bericht is een bepaalde tijd en jullie zullen het spoedig weten.

Transliteratie

Likulli nabain mustaqarrun wasawfa taAAlamoona

68
Hoofdstuk 6 : Vers 68

وَإِذَا رَأَيْتَ ٱلَّذِينَ يَخُوضُونَ فِىٓ ءَايَـٰتِنَا فَأَعْرِضْ عَنْهُمْ حَتَّىٰ يَخُوضُوا۟ فِى حَدِيثٍ غَيْرِهِۦ ۚ وَإِمَّا يُنسِيَنَّكَ ٱلشَّيْطَـٰنُ فَلَا تَقْعُدْ بَعْدَ ٱلذِّكْرَىٰ مَعَ ٱلْقَوْمِ ٱلظَّـٰلِمِينَ

En wanneer jij degenen ziet die beledigend spreken over Onze Verzen, wend je dan van hen af, totdat zij over een ander onderwerp spreken. En indien de Satan het jou doet vergeten, zit dan niet, nadat de herinnering (tot jou komt), bij het onrechtvaardige volk.

Transliteratie

Waitha raayta allatheena yakhoodoona fee ayatina faaAArid AAanhum hatta yakhoodoo fee hadeethin ghayrihi waimma yunsiyannaka alshshaytanu fala taqAAud baAAda alththikra maAAa alqawmi alththalimeena

69
Hoofdstuk 6 : Vers 69

وَمَا عَلَى ٱلَّذِينَ يَتَّقُونَ مِنْ حِسَابِهِم مِّن شَىْءٍ وَلَـٰكِن ذِكْرَىٰ لَعَلَّهُمْ يَتَّقُونَ

En degenen die (Allah) vrezen zijn in niets verantwoordelijk voor hun rekening, maar het is een vermaning. Hopelijk zullen zij (Allah) vrezen.

Transliteratie

Wama AAala allatheena yattaqoona min hisabihim min shayin walakin thikra laAAallahum yattaqoona

70
Hoofdstuk 6 : Vers 70

وَذَرِ ٱلَّذِينَ ٱتَّخَذُوا۟ دِينَهُمْ لَعِبًا وَلَهْوًا وَغَرَّتْهُمُ ٱلْحَيَوٰةُ ٱلدُّنْيَا ۚ وَذَكِّرْ بِهِۦٓ أَن تُبْسَلَ نَفْسٌۢ بِمَا كَسَبَتْ لَيْسَ لَهَا مِن دُونِ ٱللَّهِ وَلِىٌّ وَلَا شَفِيعٌ وَإِن تَعْدِلْ كُلَّ عَدْلٍ لَّا يُؤْخَذْ مِنْهَآ ۗ أُو۟لَـٰٓئِكَ ٱلَّذِينَ أُبْسِلُوا۟ بِمَا كَسَبُوا۟ ۖ لَهُمْ شَرَابٌ مِّنْ حَمِيمٍ وَعَذَابٌ أَلِيمٌۢ بِمَا كَانُوا۟ يَكْفُرُونَ

En laat degenen met rust die hun godsdienst tot spel en vennaak nemen, het wereldse leven misleidt hen. Maar vermaant met (de Koran) opdat niemand weggevaagd wordt door wat zij verrichten: hij zal zich buiten Allah geen Helper en geen Voorspreker vinden. En al zou hij iedere losprijs aanbieden: het wordt niet van hem aanvaard. Zij zijn degenen die zichzelf wcgvagen door wat zij verrichten. Voor hen is er een drank van gloeiend water en een pijnlijke bestraffing: vanwege wat zij plachten niet te geloven.

Transliteratie

Wathari allatheena ittakhathoo deenahum laAAiban walahwan wagharrathumu alhayatu alddunya wathakkir bihi an tubsala nafsun bima kasabat laysa laha min dooni Allahi waliyyun wala shafeeAAun wain taAAdil kulla AAadlin la yukhath minha olaika allatheena obsiloo bima kasaboo lahum sharabun min hameemin waAAathabun aleemun bima kanoo yakfuroona

71
Hoofdstuk 6 : Vers 71

قُلْ أَنَدْعُوا۟ مِن دُونِ ٱللَّهِ مَا لَا يَنفَعُنَا وَلَا يَضُرُّنَا وَنُرَدُّ عَلَىٰٓ أَعْقَابِنَا بَعْدَ إِذْ هَدَىٰنَا ٱللَّهُ كَٱلَّذِى ٱسْتَهْوَتْهُ ٱلشَّيَـٰطِينُ فِى ٱلْأَرْضِ حَيْرَانَ لَهُۥٓ أَصْحَـٰبٌ يَدْعُونَهُۥٓ إِلَى ٱلْهُدَى ٱئْتِنَا ۗ قُلْ إِنَّ هُدَى ٱللَّهِ هُوَ ٱلْهُدَىٰ ۖ وَأُمِرْنَا لِنُسْلِمَ لِرَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ

Zeg: "Roepen wij dat naast Allah aan dat ons geen goed kan doen en ons geen schade kan berokkenen, en keren wij op onze schreden terug nadat Allah ons geleid heeft? Zoals degene die door de Satans op aarde verdwaasd weggelokt is, terwijl hij metgezellen heeft die hem tot de Leiding oproepen: 'Kom tot ons!'" Zeg: "Voorwaar, Leiding van Allah is de (enige) Leiding en wij zijn bevolen ons te onderwerpen aan de Heer der Werelden.

Transliteratie

Qul anadAAoo min dooni Allahi ma la yanfaAAuna wala yadurruna wanuraddu AAala aAAqabina baAAda ith hadana Allahu kaallathee istahwathu alshshayateenu fee alardi hayrana lahu ashabun yadAAoonahu ila alhuda itina qul inna huda Allahi huwa alhuda waomirna linuslima lirabbi alAAalameena

72
Hoofdstuk 6 : Vers 72

وَأَنْ أَقِيمُوا۟ ٱلصَّلَوٰةَ وَٱتَّقُوهُ ۚ وَهُوَ ٱلَّذِىٓ إِلَيْهِ تُحْشَرُونَ

En de shalât te onderhouden en Hem te vrezen en Hij is Degene tot Wie jullie verzameld worden."

Transliteratie

Waan aqeemoo alssalata waittaqoohu wahuwa allathee ilayhi tuhsharoona

73
Hoofdstuk 6 : Vers 73

وَهُوَ ٱلَّذِى خَلَقَ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضَ بِٱلْحَقِّ ۖ وَيَوْمَ يَقُولُ كُن فَيَكُونُ ۚ قَوْلُهُ ٱلْحَقُّ ۚ وَلَهُ ٱلْمُلْكُ يَوْمَ يُنفَخُ فِى ٱلصُّورِ ۚ عَـٰلِمُ ٱلْغَيْبِ وَٱلشَّهَـٰدَةِ ۚ وَهُوَ ٱلْحَكِيمُ ٱلْخَبِيرُ

Hij is Degene Die de hemelen on de aarde schiep met de Waarheid. En op de dag waarop Hij zegt 'Wees,' en het is: Zijn Woord is de Waarheid. Ham behoort de heerschappij op de Dag waarop op de bazuin geblazen wordt, Kenner van het onwaarneembare on het waarneembare en Hij is de Alwijze, de Alwetende.

Transliteratie

Wahuwa allathee khalaqa alssamawati waalarda bialhaqqi wayawma yaqoolu kun fayakoonu qawluhu alhaqqu walahu almulku yawma yunfakhu fee alssoori AAalimu alghaybi waalshshahadati wahuwa alhakeemu alkhabeeru

74
Hoofdstuk 6 : Vers 74

وَإِذْ قَالَ إِبْرَٰهِيمُ لِأَبِيهِ ءَازَرَ أَتَتَّخِذُ أَصْنَامًا ءَالِهَةً ۖ إِنِّىٓ أَرَىٰكَ وَقَوْمَكَ فِى ضَلَـٰلٍ مُّبِينٍ

En (gedenkt) toen lbrahim tot zijn vader Azar zei: "Neem jij afgodsbeelden tot goden? Voorwaar, ik zie dat jij en jouw volk duidelijk in dwaling verkeren."

Transliteratie

Waith qala ibraheemu liabeehi azara atattakhithu asnaman alihatan innee araka waqawmaka fee dalalin mubeenin

75
Hoofdstuk 6 : Vers 75

وَكَذَٰلِكَ نُرِىٓ إِبْرَٰهِيمَ مَلَكُوتَ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضِ وَلِيَكُونَ مِنَ ٱلْمُوقِنِينَ

En zo lieten Wij lbrahim het koninkrijk der hemelen en der aarde zien opdat hij tot de overtuigden zou behoren.

Transliteratie

Wakathalika nuree ibraheema malakoota alssamawati waalardi waliyakoona mina almooqineena

76
Hoofdstuk 6 : Vers 76

فَلَمَّا جَنَّ عَلَيْهِ ٱلَّيْلُ رَءَا كَوْكَبًا ۖ قَالَ هَـٰذَا رَبِّى ۖ فَلَمَّآ أَفَلَ قَالَ لَآ أُحِبُّ ٱلْـَٔافِلِينَ

En toen de nacht hem omhulde zag hij een ster, hij zei: "Dit is mijn Meet." Maar toen hij onderging, zei hij: "Ik hou niet van degenen die ondergaan."

Transliteratie

Falamma janna AAalayhi allaylu raa kawkaban qala hatha rabbee falamma afala qala la ohibbu alafileena

77
Hoofdstuk 6 : Vers 77

فَلَمَّا رَءَا ٱلْقَمَرَ بَازِغًا قَالَ هَـٰذَا رَبِّى ۖ فَلَمَّآ أَفَلَ قَالَ لَئِن لَّمْ يَهْدِنِى رَبِّى لَأَكُونَنَّ مِنَ ٱلْقَوْمِ ٱلضَّآلِّينَ

En toen hij de maan zag opkomen, zei hij: "Dit is mijn Heer." Maar toen hij onderging, zei hij: "'Tenzij mijn Heer mij leidt, zal ik zeker tot het dwelende volk behoren."

Transliteratie

Falamma raa alqamara bazighan qala hatha rabbee falamma afala qala lain lam yahdinee rabbee laakoonanna mina alqawmi alddalleena

78
Hoofdstuk 6 : Vers 78

فَلَمَّا رَءَا ٱلشَّمْسَ بَازِغَةً قَالَ هَـٰذَا رَبِّى هَـٰذَآ أَكْبَرُ ۖ فَلَمَّآ أَفَلَتْ قَالَ يَـٰقَوْمِ إِنِّى بَرِىٓءٌ مِّمَّا تُشْرِكُونَ

Fn toen hij de zon zag opgaan zei hij: "Dit is mijin Heer, deze is groter." Maar toen zij onderging, zei hij: "O mijn volk: voorwaar, ik ben onschuldig aan wat jullie an deelgenoten (aan Allah) toekennen."

Transliteratie

Falamma raa alshshamsa bazighatan qala hatha rabbee hatha akbaru falamma afalat qala ya qawmi innee bareeon mimma tushrikoona

79
Hoofdstuk 6 : Vers 79

إِنِّى وَجَّهْتُ وَجْهِىَ لِلَّذِى فَطَرَ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضَ حَنِيفًا ۖ وَمَآ أَنَا۠ مِنَ ٱلْمُشْرِكِينَ

"Voorwaar, ik heb mijn aangezicht gewend naar Hem die de hemelen en de aarde schiep, als Hanîf, en ik behoor niet tot de veelgodenaanbidders."

Transliteratie

Innee wajjahtu wajhiya lillathee fatara alssamawati waalarda haneefan wama ana mina almushrikeena

80
Hoofdstuk 6 : Vers 80

وَحَآجَّهُۥ قَوْمُهُۥ ۚ قَالَ أَتُحَـٰٓجُّوٓنِّى فِى ٱللَّهِ وَقَدْ هَدَىٰنِ ۚ وَلَآ أَخَافُ مَا تُشْرِكُونَ بِهِۦٓ إِلَّآ أَن يَشَآءَ رَبِّى شَيْـًٔا ۗ وَسِعَ رَبِّى كُلَّ شَىْءٍ عِلْمًا ۗ أَفَلَا تَتَذَكَّرُونَ

En zijn volk redetwistte met hem, hij zei: "Redetwisten jullie met mij over Allah, terwijl Hij mij geleid heeft? Ik vrees niet wat jullie Hem aan deelgenoten toekennen, behalve als mijn Heer iets wil. Mijn Heer omvat alles met Zijn kennis, trekken jullie (hier) dan geen lering uit?

Transliteratie

Wahajjahu qawmuhu qala atuhajjoonnee fee Allahi waqad hadani wala akhafu ma tushrikoona bihi illa an yashaa rabbee shayan wasiAAa rabbee kulla shayin AAilman afala tatathakkaroona

81
Hoofdstuk 6 : Vers 81

وَكَيْفَ أَخَافُ مَآ أَشْرَكْتُمْ وَلَا تَخَافُونَ أَنَّكُمْ أَشْرَكْتُم بِٱللَّهِ مَا لَمْ يُنَزِّلْ بِهِۦ عَلَيْكُمْ سُلْطَـٰنًا ۚ فَأَىُّ ٱلْفَرِيقَيْنِ أَحَقُّ بِٱلْأَمْنِ ۖ إِن كُنتُمْ تَعْلَمُونَ

En hoe zou ik wat jullie aan deelgenoten toekennen (kunnen) vrezen, terwijl jullie niet vrezen Allah deelgenoten toe te kennen, waartoe Hij jullie geen bewijs gezonden heeft? Welke van de twee groepen is veiliger? Indien jullie dat wisten?"

Transliteratie

Wakayfa akhafu ma ashraktum wala takhafoona annakum ashraktum biAllahi ma lam yunazzil bihi AAalaykum sultanan faayyu alfareeqayni ahaqqu bialamni in kuntum taAAlamoona

82
Hoofdstuk 6 : Vers 82

ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَلَمْ يَلْبِسُوٓا۟ إِيمَـٰنَهُم بِظُلْمٍ أُو۟لَـٰٓئِكَ لَهُمُ ٱلْأَمْنُ وَهُم مُّهْتَدُونَ

Degenen die geloven en niet hun geloof met onrecht (afgoderij) mengen: zij zijn degenen die veiligheid toekomt en zij zijn de rechtgelieden.

Transliteratie

Allatheena amanoo walam yalbisoo eemanahum bithulmin olaika lahumu alamnu wahum muhtadoona

83
Hoofdstuk 6 : Vers 83

وَتِلْكَ حُجَّتُنَآ ءَاتَيْنَـٰهَآ إِبْرَٰهِيمَ عَلَىٰ قَوْمِهِۦ ۚ نَرْفَعُ دَرَجَـٰتٍ مَّن نَّشَآءُ ۗ إِنَّ رَبَّكَ حَكِيمٌ عَلِيمٌ

En dat was Ons argument dat Wij Ibrâhîm tegen zijn volk gaven, Wij verheffen met graden wie Wij willen: voorwaar, jouw Heer is Alwijs, Alwetend.

Transliteratie

Watilka hujjatuna ataynaha ibraheema AAala qawmihi narfaAAu darajatin man nashao inna rabbaka hakeemun AAaleemun

84
Hoofdstuk 6 : Vers 84

وَوَهَبْنَا لَهُۥٓ إِسْحَـٰقَ وَيَعْقُوبَ ۚ كُلًّا هَدَيْنَا ۚ وَنُوحًا هَدَيْنَا مِن قَبْلُ ۖ وَمِن ذُرِّيَّتِهِۦ دَاوُۥدَ وَسُلَيْمَـٰنَ وَأَيُّوبَ وَيُوسُفَ وَمُوسَىٰ وَهَـٰرُونَ ۚ وَكَذَٰلِكَ نَجْزِى ٱلْمُحْسِنِينَ

En Wij schonken hem Ishaq en Ya'qoeb, allen leidden Wij, on ervoor leiden wij Noeh, en van zijn nageslacht Dawoed en Soelaiman en Ayyoeb en Yoesoef en Mocsa en Hârôen: en zo belonen Wij de weldoeners.

Transliteratie

Wawahabna lahu ishaqa wayaAAqooba kullan hadayna wanoohan hadayna min qablu wamin thurriyyatihi dawooda wasulaymana waayyooba wayoosufa wamoosa waharoona wakathalika najzee almuhsineena

85
Hoofdstuk 6 : Vers 85

وَزَكَرِيَّا وَيَحْيَىٰ وَعِيسَىٰ وَإِلْيَاسَ ۖ كُلٌّ مِّنَ ٱلصَّـٰلِحِينَ

En Zakariyya en Yahya en 'Isa en Ilyas: allen behoorden tot de oprechten.

Transliteratie

Wazakariyya wayahya waAAeesa wailyasa kullun mina alssaliheena

86
Hoofdstuk 6 : Vers 86

وَإِسْمَـٰعِيلَ وَٱلْيَسَعَ وَيُونُسَ وَلُوطًا ۚ وَكُلًّا فَضَّلْنَا عَلَى ٱلْعَـٰلَمِينَ

En Isma'îl en Al Yasa' en Yoenoes en Loeth: allen hebben Wij boven de werelden bevoorrecht.

Transliteratie

WaismaAAeela wailyasaAAa wayoonusa walootan wakullan faddalna AAala alAAalameena

87
Hoofdstuk 6 : Vers 87

وَمِنْ ءَابَآئِهِمْ وَذُرِّيَّـٰتِهِمْ وَإِخْوَٰنِهِمْ ۖ وَٱجْتَبَيْنَـٰهُمْ وَهَدَيْنَـٰهُمْ إِلَىٰ صِرَٰطٍ مُّسْتَقِيمٍ

En van hun vaderen en hun nageslacht en hun broeders: Wij hebben hen verkozen en Wij leidden hen op een recht Pad.

Transliteratie

Wamin abaihim wathurriyyatihim waikhwanihim waijtabaynahum wahadaynahum ila siratin mustaqeemin

88
Hoofdstuk 6 : Vers 88

ذَٰلِكَ هُدَى ٱللَّهِ يَهْدِى بِهِۦ مَن يَشَآءُ مِنْ عِبَادِهِۦ ۚ وَلَوْ أَشْرَكُوا۟ لَحَبِطَ عَنْهُم مَّا كَانُوا۟ يَعْمَلُونَ

Dit is de Leiding van Allah, waarmee Hij van Zijn dienaren leidt wie Hij wil, maar als zij deelgenoten (aan Allah) toegekend hadden, was wat zij aan het doen waren vruchteloos geworden.

Transliteratie

Thalika huda Allahi yahdee bihi man yashao min AAibadihi walaw ashrakoo lahabita AAanhum ma kanoo yaAAmaloona

89
Hoofdstuk 6 : Vers 89

أُو۟لَـٰٓئِكَ ٱلَّذِينَ ءَاتَيْنَـٰهُمُ ٱلْكِتَـٰبَ وَٱلْحُكْمَ وَٱلنُّبُوَّةَ ۚ فَإِن يَكْفُرْ بِهَا هَـٰٓؤُلَآءِ فَقَدْ وَكَّلْنَا بِهَا قَوْمًا لَّيْسُوا۟ بِهَا بِكَـٰفِرِينَ

Zij zijn degenen die Wij de Schrift en de Wijsheid en het Profeetschap gaven en indien zij er ongelovig aan zijn: waarlijk, Wij vertrouwen het toe aan een volk dat er niet ongelovig aan is.

Transliteratie

Olaika allatheena ataynahumu alkitaba waalhukma waalnnubuwwata fain yakfur biha haolai faqad wakkalna biha qawman laysoo biha bikafireena

90
Hoofdstuk 6 : Vers 90

أُو۟لَـٰٓئِكَ ٱلَّذِينَ هَدَى ٱللَّهُ ۖ فَبِهُدَىٰهُمُ ٱقْتَدِهْ ۗ قُل لَّآ أَسْـَٔلُكُمْ عَلَيْهِ أَجْرًا ۖ إِنْ هُوَ إِلَّا ذِكْرَىٰ لِلْعَـٰلَمِينَ

Zij zijn degenen die Allah Leiding gaf: volgt dus hun leiding. Zeg: "Ik vraag U er geen beloning voor, het is slechts een vermaning voor de werelden."

Transliteratie

Olaika allatheena hada Allahu fabihudahumu iqtadih qul la asalukum AAalayhi ajran in huwa illa thikra lilAAalameena

91
Hoofdstuk 6 : Vers 91

وَمَا قَدَرُوا۟ ٱللَّهَ حَقَّ قَدْرِهِۦٓ إِذْ قَالُوا۟ مَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ عَلَىٰ بَشَرٍ مِّن شَىْءٍ ۗ قُلْ مَنْ أَنزَلَ ٱلْكِتَـٰبَ ٱلَّذِى جَآءَ بِهِۦ مُوسَىٰ نُورًا وَهُدًى لِّلنَّاسِ ۖ تَجْعَلُونَهُۥ قَرَاطِيسَ تُبْدُونَهَا وَتُخْفُونَ كَثِيرًا ۖ وَعُلِّمْتُم مَّا لَمْ تَعْلَمُوٓا۟ أَنتُمْ وَلَآ ءَابَآؤُكُمْ ۖ قُلِ ٱللَّهُ ۖ ثُمَّ ذَرْهُمْ فِى خَوْضِهِمْ يَلْعَبُونَ

En zij hebben Allah niet waarheidsgetrouw ingeschat, toen zij zeiden: "Allah heeft niets aan de mens doen neerdalen." Zeg (O Moehammad): "Wie zond de Schrift dan neer die tot Môesa kwam als een licht en als Leiding voor de mensen? Jullie maken er perkament van om te laten zien, maar jullie verbergen er veel (van). Er wordt jullie in geleerd wat jullie niet geleerd was, noch jullie vaderen." Zeg: "Allah (zond het neer)." En laat hen zich dan vermaken met hun ijdele praat.

Transliteratie

Wama qadaroo Allaha haqqa qadrihi ith qaloo ma anzala Allahu AAala basharin min shayin qul man anzala alkitaba allathee jaa bihi moosa nooran wahudan lilnnasi tajAAaloonahu qarateesa tubdoonaha watukhfoona katheeran waAAullimtum ma lam taAAlamoo antum wala abaokum quli Allahu thumma tharhum fee khawdihim yalAAaboona

92
Hoofdstuk 6 : Vers 92

وَهَـٰذَا كِتَـٰبٌ أَنزَلْنَـٰهُ مُبَارَكٌ مُّصَدِّقُ ٱلَّذِى بَيْنَ يَدَيْهِ وَلِتُنذِرَ أُمَّ ٱلْقُرَىٰ وَمَنْ حَوْلَهَا ۚ وَٱلَّذِينَ يُؤْمِنُونَ بِٱلْـَٔاخِرَةِ يُؤْمِنُونَ بِهِۦ ۖ وَهُمْ عَلَىٰ صَلَاتِهِمْ يُحَافِظُونَ

En dit is een Boek dat Wij neergezonden hebben, gezegend en bevestigend wat er (aan openbaringen) aan vooraf ging; om Oemmoelqoeri (Mekkah) mee te vermanen en om haar heen. En degenen die in het Hiernamaals geloven, geloven in (het Boek). En zij waken over hun shalât.

Transliteratie

Wahatha kitabun anzalnahu mubarakun musaddiqu allathee bayna yadayhi walitunthira omma alqura waman hawlaha waallatheena yuminoona bialakhirati yuminoona bihi wahum AAala salatihim yuhafithoona

93
Hoofdstuk 6 : Vers 93

وَمَنْ أَظْلَمُ مِمَّنِ ٱفْتَرَىٰ عَلَى ٱللَّهِ كَذِبًا أَوْ قَالَ أُوحِىَ إِلَىَّ وَلَمْ يُوحَ إِلَيْهِ شَىْءٌ وَمَن قَالَ سَأُنزِلُ مِثْلَ مَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ ۗ وَلَوْ تَرَىٰٓ إِذِ ٱلظَّـٰلِمُونَ فِى غَمَرَٰتِ ٱلْمَوْتِ وَٱلْمَلَـٰٓئِكَةُ بَاسِطُوٓا۟ أَيْدِيهِمْ أَخْرِجُوٓا۟ أَنفُسَكُمُ ۖ ٱلْيَوْمَ تُجْزَوْنَ عَذَابَ ٱلْهُونِ بِمَا كُنتُمْ تَقُولُونَ عَلَى ٱللَّهِ غَيْرَ ٱلْحَقِّ وَكُنتُمْ عَنْ ءَايَـٰتِهِۦ تَسْتَكْبِرُونَ

En wie is er meer onrechtvaardig dan degene die een leugen tegen Allah heeft verzonnen, of zei: "Er is aan mij geopenbaard," terwijl er niets aan hem is geopenbaard, en wie zei: "Ik zal het gelijke laten neerdalen van wat Allah heeft laten nederdalen." En als jij zou kunnen zien hoe (het gaat met) de onrechtvaardigen in doodsstrijd en hoe de Engelen hun handen naar hen uitstrekken (terwijl zij zeggen): "Geeft jullie zielen op! Vandaag worden jullie beloont met de bestraffing van de schande vanwege wat jullie aan onwaarheid over Allah plachten te zeggen en vanwege wat jullie van Zijn Verzen hoogmoedig plachten te verwerpen."

Transliteratie

Waman athlamu mimmani iftara AAala Allahi kathiban aw qala oohiya ilayya walam yooha ilayhi shayon waman qala saonzilu mithla ma anzala Allahu walaw tara ithi alththalimoona fee ghamarati almawti waalmalaikatu basitoo aydeehim akhrijoo anfusakumu alyawma tujzawna AAathaba alhooni bima kuntum taqooloona AAala Allahi ghayra alhaqqi wakuntum AAan ayatihi tastakbiroona

94
Hoofdstuk 6 : Vers 94

وَلَقَدْ جِئْتُمُونَا فُرَٰدَىٰ كَمَا خَلَقْنَـٰكُمْ أَوَّلَ مَرَّةٍ وَتَرَكْتُم مَّا خَوَّلْنَـٰكُمْ وَرَآءَ ظُهُورِكُمْ ۖ وَمَا نَرَىٰ مَعَكُمْ شُفَعَآءَكُمُ ٱلَّذِينَ زَعَمْتُمْ أَنَّهُمْ فِيكُمْ شُرَكَـٰٓؤُا۟ ۚ لَقَد تَّقَطَّعَ بَيْنَكُمْ وَضَلَّ عَنكُم مَّا كُنتُمْ تَزْعُمُونَ

En voorzeker, jullie komen een voor een tot Ons, zoals Wij jullie de eerste keer schiepen, en jullie hebben wat Wij jullie schonken achter jullie ruggen gelaten. En Wij zien jullie voorsprekers, waarvan jullie veronderstelden dat zij deelgenoten (van Allah) waren niet bij jullie; een breuk tussen jullie (en hen) is er gemaakt, on weggedwaald van jullie is dat wat jullie plachten to beweren (te bestaan).

Transliteratie

Walaqad jitumoona furada kama khalaqnakum awwala marratin wataraktum ma khawwalnakum waraa thuhoorikum wama nara maAAakum shufaAAaakumu allatheena zaAAamtum annahum feekum shurakao laqad taqattaAAa baynakum wadalla AAankum ma kuntum tazAAumoona

95
Hoofdstuk 6 : Vers 95

إِنَّ ٱللَّهَ فَالِقُ ٱلْحَبِّ وَٱلنَّوَىٰ ۖ يُخْرِجُ ٱلْحَىَّ مِنَ ٱلْمَيِّتِ وَمُخْرِجُ ٱلْمَيِّتِ مِنَ ٱلْحَىِّ ۚ ذَٰلِكُمُ ٱللَّهُ ۖ فَأَنَّىٰ تُؤْفَكُونَ

Voorwaar, het is Allah Die de graankorrel en de dadelpit doet ontkiemen Hij doet het levende uit het dode voortkomen en Hij doet het dode uit het levende voortkomen. Het is waarlijk Allah: waarom laten jullie je afleiden (van de Waarheid)?

Transliteratie

Inna Allaha faliqu alhabbi waalnnawa yukhriju alhayya mina almayyiti wamukhriju almayyiti mina alhayyi thalikumu Allahu faanna tufakoona

96
Hoofdstuk 6 : Vers 96

فَالِقُ ٱلْإِصْبَاحِ وَجَعَلَ ٱلَّيْلَ سَكَنًا وَٱلشَّمْسَ وَٱلْقَمَرَ حُسْبَانًا ۚ ذَٰلِكَ تَقْدِيرُ ٱلْعَزِيزِ ٱلْعَلِيمِ

(Hij) doet de dag aanbreken en Hij maakte de nacht tot een rusttijd en de zon en de maan voor het berekenen (van de tijd): dat is de vaststelling van de Almachtige, de Alwetende.

Transliteratie

Faliqu alisbahi wajaAAala allayla sakanan waalshshamsa waalqamara husbanan thalika taqdeeru alAAazeezi alAAaleemi

97
Hoofdstuk 6 : Vers 97

وَهُوَ ٱلَّذِى جَعَلَ لَكُمُ ٱلنُّجُومَ لِتَهْتَدُوا۟ بِهَا فِى ظُلُمَـٰتِ ٱلْبَرِّ وَٱلْبَحْرِ ۗ قَدْ فَصَّلْنَا ٱلْـَٔايَـٰتِ لِقَوْمٍ يَعْلَمُونَ

En Hij is Degene Die de sterren voor jullie maakte, opdat jullie door de duisternissen van de aarde en de zee geleid worden. Waarlijk, Wij hebben de Tekenen uitgelegd aan een volk dat weet.

Transliteratie

Wahuwa allathee jaAAala lakumu alnnujooma litahtadoo biha fee thulumati albarri waalbahri qad fassalna alayati liqawmin yaAAlamoona

98
Hoofdstuk 6 : Vers 98

وَهُوَ ٱلَّذِىٓ أَنشَأَكُم مِّن نَّفْسٍ وَٰحِدَةٍ فَمُسْتَقَرٌّ وَمُسْتَوْدَعٌ ۗ قَدْ فَصَّلْنَا ٱلْـَٔايَـٰتِ لِقَوْمٍ يَفْقَهُونَ

En Hij is Degene Die jullie dood voortkomen uit één enkele ziel en daarna is er ten vaste verblijfplaats en een bewaarplaats. Waarlijk, Wij hebben de Tekenen uitgelegd aan een volk dit begrijpt.

Transliteratie

Wahuwa allathee anshaakum min nafsin wahidatin famustaqarrun wamustawdaAAun qad fassalna alayati liqawmin yafqahoona

99
Hoofdstuk 6 : Vers 99

وَهُوَ ٱلَّذِىٓ أَنزَلَ مِنَ ٱلسَّمَآءِ مَآءً فَأَخْرَجْنَا بِهِۦ نَبَاتَ كُلِّ شَىْءٍ فَأَخْرَجْنَا مِنْهُ خَضِرًا نُّخْرِجُ مِنْهُ حَبًّا مُّتَرَاكِبًا وَمِنَ ٱلنَّخْلِ مِن طَلْعِهَا قِنْوَانٌ دَانِيَةٌ وَجَنَّـٰتٍ مِّنْ أَعْنَابٍ وَٱلزَّيْتُونَ وَٱلرُّمَّانَ مُشْتَبِهًا وَغَيْرَ مُتَشَـٰبِهٍ ۗ ٱنظُرُوٓا۟ إِلَىٰ ثَمَرِهِۦٓ إِذَآ أَثْمَرَ وَيَنْعِهِۦٓ ۚ إِنَّ فِى ذَٰلِكُمْ لَـَٔايَـٰتٍ لِّقَوْمٍ يُؤْمِنُونَ

Hij is Degene Die water uit de hemel doet neerdalen en Wij laten daarmee allerlei soorten gewas voortkomen, waaruit Wij groenten laten voortkomen (en) waaruit Wij dikgepakt graan laten voortkomen en uit de dadelpalmen, uit de kolf ervan, laaghangende dadeltrossen; en tuinen met druivenstruiken en olijfbomen en granaatappelbomen, gelijksoortig en niet gelijksoortig. Beziet hun vruchten wanneer zij vrucht dragen en (beziet) hun rijping. Voorwaar, daarin zijn Tekenen voor een volk dat gelooft.

Transliteratie

Wahuwa allathee anzala mina alssamai maan faakhrajna bihi nabata kulli shayin faakhrajna minhu khadiran nukhriju minhu habban mutarakiban wamina alnnakhli min talAAiha qinwanun daniyatun wajannatin min aAAnabin waalzzaytoona waalrrummana mushtabihan waghayra mutashabihin onthuroo ila thamarihi itha athmara wayanAAihi inna fee thalikum laayatin liqawmin yuminoona

100
Hoofdstuk 6 : Vers 100

وَجَعَلُوا۟ لِلَّهِ شُرَكَآءَ ٱلْجِنَّ وَخَلَقَهُمْ ۖ وَخَرَقُوا۟ لَهُۥ بَنِينَ وَبَنَـٰتٍۭ بِغَيْرِ عِلْمٍ ۚ سُبْحَـٰنَهُۥ وَتَعَـٰلَىٰ عَمَّا يَصِفُونَ

En zij maakten de Djinn's tot deelgenoten van Allah, hoewel Hij hen schiep en zij hebben bij Hem zonder kennis zonen en dochters verzonnen. Heilig is Hij en Verheven is Hij boven wat zij beschrijven.

Transliteratie

WajaAAaloo lillahi shurakaa aljinna wakhalaqahum wakharaqoo lahu baneena wabanatin bighayri AAilmin subhanahu wataAAala AAamma yasifoona

101
Hoofdstuk 6 : Vers 101

بَدِيعُ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضِ ۖ أَنَّىٰ يَكُونُ لَهُۥ وَلَدٌ وَلَمْ تَكُن لَّهُۥ صَـٰحِبَةٌ ۖ وَخَلَقَ كُلَّ شَىْءٍ ۖ وَهُوَ بِكُلِّ شَىْءٍ عَلِيمٌ

Schepper van de hemelen en de aarde: hoe kan Hij een zoon hebben indien Hij geen metgezellin heeft? En Hij schiep alle dingen en Hij is Alwetend omtrent alles.

Transliteratie

BadeeAAu alssamawati waalardi anna yakoonu lahu waladun walam takun lahu sahibatun wakhalaqa kulla shayin wahuwa bikulli shayin AAaleemun

102
Hoofdstuk 6 : Vers 102

ذَٰلِكُمُ ٱللَّهُ رَبُّكُمْ ۖ لَآ إِلَـٰهَ إِلَّا هُوَ ۖ خَـٰلِقُ كُلِّ شَىْءٍ فَٱعْبُدُوهُ ۚ وَهُوَ عَلَىٰ كُلِّ شَىْءٍ وَكِيلٌ

Dat is Allah, jullie Heer! Er is geen god dan Hij, Schepper van alles: aanbidt Hein dus. En Hij is over alle zaken Toezichthouder.

Transliteratie

Thalikumu Allahu rabbukum la ilaha illa huwa khaliqu kulli shayin faoAAbudoohu wahuwa AAala kulli shayin wakeelun

103
Hoofdstuk 6 : Vers 103

لَّا تُدْرِكُهُ ٱلْأَبْصَـٰرُ وَهُوَ يُدْرِكُ ٱلْأَبْصَـٰرَ ۖ وَهُوَ ٱللَّطِيفُ ٱلْخَبِيرُ

Geen blik kan Hem bereiken, maar Hij bereikt de blik (van iedereen); en Hij is de Zachtmoedige, de Alwetende.

Transliteratie

La tudrikuhu alabsaru wahuwa yudriku alabsara wahuwa allateefu alkhabeeru

104
Hoofdstuk 6 : Vers 104

قَدْ جَآءَكُم بَصَآئِرُ مِن رَّبِّكُمْ ۖ فَمَنْ أَبْصَرَ فَلِنَفْسِهِۦ ۖ وَمَنْ عَمِىَ فَعَلَيْهَا ۚ وَمَآ أَنَا۠ عَلَيْكُم بِحَفِيظٍ

Waarlijk, tot jullie zijn zichtbar bewijzen gekomen van jullie Heer. Wie goed ziet: er is (een voordeel) voor hemzelf, en wie blind is: er is (een nadeel) voor hem, en ik (Moehammad) ben geen bewaker over jullie.

Transliteratie

Qad jaakum basairu min rabbikum faman absara falinafsihi waman AAamiya faAAalayha wama ana AAalaykum bihafeethin

105
Hoofdstuk 6 : Vers 105

وَكَذَٰلِكَ نُصَرِّفُ ٱلْـَٔايَـٰتِ وَلِيَقُولُوا۟ دَرَسْتَ وَلِنُبَيِّنَهُۥ لِقَوْمٍ يَعْلَمُونَ

En zo leggen Wij de Tekenen uit opdat zij zeggen: "Jij hebt (dit van iemand) geleerd." En opdat Wij liet verduidelijken aan een volk dat weet.

Transliteratie

Wakathalika nusarrifu alayati waliyaqooloo darasta walinubayyinahu liqawmin yaAAlamoona

106
Hoofdstuk 6 : Vers 106

ٱتَّبِعْ مَآ أُوحِىَ إِلَيْكَ مِن رَّبِّكَ ۖ لَآ إِلَـٰهَ إِلَّا هُوَ ۖ وَأَعْرِضْ عَنِ ٱلْمُشْرِكِينَ

Volg (O Moehammad) hetgeen jou van jouw Heer geopenbaard wordt er is geen god dan Hij. En wend je af van de veelgodenaanbidders.

Transliteratie

IttabiAA ma oohiya ilayka min rabbika la ilaha illa huwa waaAArid AAani almushrikeena

107
Hoofdstuk 6 : Vers 107

وَلَوْ شَآءَ ٱللَّهُ مَآ أَشْرَكُوا۟ ۗ وَمَا جَعَلْنَـٰكَ عَلَيْهِمْ حَفِيظًا ۖ وَمَآ أَنتَ عَلَيْهِم بِوَكِيلٍ

En indien Allah gewild had, hadden zij (Allah) geen deelgenoten toegekend, en Wij hebben jou (O Moehammad) niet als bewaker over hen aangesteld en jij bent geen voogd over hen.

Transliteratie

Walaw shaa Allahu ma ashrakoo wama jaAAalnaka AAalayhim hafeethan wama anta AAalayhim biwakeelin

108
Hoofdstuk 6 : Vers 108

وَلَا تَسُبُّوا۟ ٱلَّذِينَ يَدْعُونَ مِن دُونِ ٱللَّهِ فَيَسُبُّوا۟ ٱللَّهَ عَدْوًۢا بِغَيْرِ عِلْمٍ ۗ كَذَٰلِكَ زَيَّنَّا لِكُلِّ أُمَّةٍ عَمَلَهُمْ ثُمَّ إِلَىٰ رَبِّهِم مَّرْجِعُهُمْ فَيُنَبِّئُهُم بِمَا كَانُوا۟ يَعْمَلُونَ

En bespot niet degenen die naast Allah (goden) aanroepen zodat zij niet Allah vijandig zonder kennis bespotten. Op deze wijze hebben Wij aan iedere gemeenschap hun werk mooi doen toeschijnen. Hierna is hun terugkeer tot hun Heer en Hij zal hen vertellen wat zij plachten le doen.

Transliteratie

Wala tasubboo allatheena yadAAoona min dooni Allahi fayasubboo Allaha AAadwan bighayri AAilmin kathalika zayyanna likulli ommatin AAamalahum thumma ila rabbihim marjiAAuhum fayunabbiohum bima kanoo yaAAmaloona

109
Hoofdstuk 6 : Vers 109

وَأَقْسَمُوا۟ بِٱللَّهِ جَهْدَ أَيْمَـٰنِهِمْ لَئِن جَآءَتْهُمْ ءَايَةٌ لَّيُؤْمِنُنَّ بِهَا ۚ قُلْ إِنَّمَا ٱلْـَٔايَـٰتُ عِندَ ٱللَّهِ ۖ وَمَا يُشْعِرُكُمْ أَنَّهَآ إِذَا جَآءَتْ لَا يُؤْمِنُونَ

En zij hebben bij Allah dure eden gezworen dat indien er een Teken tot hen zou komen, zij er zeker door zouden geloven. Zeg: "Voorzeker, alle Tekenen zijn bij Allah. En wat zal jullie doen weten, dat als er eenmaal (een Teken tot hen) kwam, zij niet zouden geloven."

Transliteratie

Waaqsamoo biAllahi jahda aymanihim lain jaathum ayatun layuminunna biha qul innama alayatu AAinda Allahi wama yushAAirukum annaha itha jaat la yuminoona

110
Hoofdstuk 6 : Vers 110

وَنُقَلِّبُ أَفْـِٔدَتَهُمْ وَأَبْصَـٰرَهُمْ كَمَا لَمْ يُؤْمِنُوا۟ بِهِۦٓ أَوَّلَ مَرَّةٍ وَنَذَرُهُمْ فِى طُغْيَـٰنِهِمْ يَعْمَهُونَ

En Wij zullen hun harten en hun blikken omkeren, zoals zij er de eerste maal al niet in geloofden an Wij laten hen in hun dwaling rusteloos rondgaan.

Transliteratie

Wanuqallibu afidatahum waabsarahum kama lam yuminoo bihi awwala marratin wanatharuhum fee tughyanihim yaAAmahoona

111
Hoofdstuk 6 : Vers 111

وَلَوْ أَنَّنَا نَزَّلْنَآ إِلَيْهِمُ ٱلْمَلَـٰٓئِكَةَ وَكَلَّمَهُمُ ٱلْمَوْتَىٰ وَحَشَرْنَا عَلَيْهِمْ كُلَّ شَىْءٍ قُبُلًا مَّا كَانُوا۟ لِيُؤْمِنُوٓا۟ إِلَّآ أَن يَشَآءَ ٱللَّهُ وَلَـٰكِنَّ أَكْثَرَهُمْ يَجْهَلُونَ

En al zouden Wij Engelen tot hen neergezonden hebben en zouden de doden tot hen gesproken hebben en zouden Wij alle zaken (die Moehammad's Profeetschap bewijzen) vóór hen verzameld hebben, dan nog zouden zij niet geloven, tenzij Allah het wilde, maar de meesten van hen zijn onwetend.

Transliteratie

Walaw annana nazzalna ilayhimu almalaikata wakallamahumu almawta wahasharna AAalayhim kulla shayin qubulan ma kanoo liyuminoo illa an yashaa Allahu walakinna aktharahum yajhaloona

112
Hoofdstuk 6 : Vers 112

وَكَذَٰلِكَ جَعَلْنَا لِكُلِّ نَبِىٍّ عَدُوًّا شَيَـٰطِينَ ٱلْإِنسِ وَٱلْجِنِّ يُوحِى بَعْضُهُمْ إِلَىٰ بَعْضٍ زُخْرُفَ ٱلْقَوْلِ غُرُورًا ۚ وَلَوْ شَآءَ رَبُّكَ مَا فَعَلُوهُ ۖ فَذَرْهُمْ وَمَا يَفْتَرُونَ

En zo hebben Wij voor iedere Profeet een vijand gemaakt; Satans van onder de mensen en de Djinn's, zij fluisteren elkaar fraaie woorden in om (de mensen) te misleiden. En als jouw Heer het gewild had, dan zouden zij het niet hebben gedaan, laat hen daarom en wat zij verzinnen.

Transliteratie

Wakathalika jaAAalna likulli nabiyyin AAaduwwan shayateena alinsi waaljinni yoohee baAAduhum ila baAAdin zukhrufa alqawli ghurooran walaw shaa rabbuka ma faAAaloohu fatharhum wama yaftaroona

113
Hoofdstuk 6 : Vers 113

وَلِتَصْغَىٰٓ إِلَيْهِ أَفْـِٔدَةُ ٱلَّذِينَ لَا يُؤْمِنُونَ بِٱلْـَٔاخِرَةِ وَلِيَرْضَوْهُ وَلِيَقْتَرِفُوا۟ مَا هُم مُّقْتَرِفُونَ

Zodat de hanen van degenen die niet in het Hiernamaals geloven ertoe neigen en zodat zij er welbehagen aan hebben, en zodat zij verrichten wat zij (de Satans) verrichten.

Transliteratie

Walitasgha ilayhi afidatu allatheena la yuminoona bialakhirati waliyardawhu waliyaqtarifoo ma hum muqtarifoona

114
Hoofdstuk 6 : Vers 114

أَفَغَيْرَ ٱللَّهِ أَبْتَغِى حَكَمًا وَهُوَ ٱلَّذِىٓ أَنزَلَ إِلَيْكُمُ ٱلْكِتَـٰبَ مُفَصَّلًا ۚ وَٱلَّذِينَ ءَاتَيْنَـٰهُمُ ٱلْكِتَـٰبَ يَعْلَمُونَ أَنَّهُۥ مُنَزَّلٌ مِّن رَّبِّكَ بِٱلْحَقِّ ۖ فَلَا تَكُونَنَّ مِنَ ٱلْمُمْتَرِينَ

(Zeg, O Moehammad:) "Zal ik dan een andere Rechter dan Allah zoeken, terwijl Hij het is Die het Boek (de Koran) tot hen heeft neergezonden als een uiteenzetting?" En degenen aan wie Wij de Schrift hebben gegeven weten dat het een neerzending met de Waarheid van jouw Heer is. Behoor dus zeker niet tot de twijfelaars.

Transliteratie

Afaghayra Allahi abtaghee hakaman wahuwa allathee anzala ilaykumu alkitaba mufassalan waallatheena ataynahumu alkitaba yaAAlamoona annahu munazzalun min rabbika bialhaqqi fala takoonanna mina almumtareena

115
Hoofdstuk 6 : Vers 115

وَتَمَّتْ كَلِمَتُ رَبِّكَ صِدْقًا وَعَدْلًا ۚ لَّا مُبَدِّلَ لِكَلِمَـٰتِهِۦ ۚ وَهُوَ ٱلسَّمِيعُ ٱلْعَلِيمُ

En het Woord van jouw Heer is tot voltooiing gekomen in waarachtigheid en rechtvaardigheid. Niemand kan Zijn Woorden veranderen. En Hij is de Alhorende, de Alwetende.

Transliteratie

Watammat kalimatu rabbika sidqan waAAadlan la mubaddila likalimatihi wahuwa alssameeAAu alAAaleemu

116
Hoofdstuk 6 : Vers 116

وَإِن تُطِعْ أَكْثَرَ مَن فِى ٱلْأَرْضِ يُضِلُّوكَ عَن سَبِيلِ ٱللَّهِ ۚ إِن يَتَّبِعُونَ إِلَّا ٱلظَّنَّ وَإِنْ هُمْ إِلَّا يَخْرُصُونَ

En als jij de meesten van hen die op aarde zijn volgt, dan zullen zij jou doen afdwalen van de Weg van Allah. Zij volgen slechts een vermoeden en zij vertellen slechts verzinsels.

Transliteratie

Wain tutiAA akthara man fee alardi yudillooka AAan sabeeli Allahi in yattabiAAoona illa alththanna wain hum illa yakhrusoona

117
Hoofdstuk 6 : Vers 117

إِنَّ رَبَّكَ هُوَ أَعْلَمُ مَن يَضِلُّ عَن سَبِيلِهِۦ ۖ وَهُوَ أَعْلَمُ بِٱلْمُهْتَدِينَ

Voorwaar, jouw Heer, Hij weet het beste wie van Zijn Pad afdwaalt en Hij weet beter wie geleid worden.

Transliteratie

Inna rabbaka huwa aAAlamu man yadillu AAan sabeelihi wahuwa aAAlamu bialmuhtadeena

118
Hoofdstuk 6 : Vers 118

فَكُلُوا۟ مِمَّا ذُكِرَ ٱسْمُ ٱللَّهِ عَلَيْهِ إِن كُنتُم بِـَٔايَـٰتِهِۦ مُؤْمِنِينَ

Eet dan van hetgeen waarover de Naam van Allah is uitgesproken (tijdens het slachten), als jullie in Zijn Verzen geloven.

Transliteratie

Fakuloo mimma thukira ismu Allahi AAalayhi in kuntum biayatihi mumineena

119
Hoofdstuk 6 : Vers 119

وَمَا لَكُمْ أَلَّا تَأْكُلُوا۟ مِمَّا ذُكِرَ ٱسْمُ ٱللَّهِ عَلَيْهِ وَقَدْ فَصَّلَ لَكُم مَّا حَرَّمَ عَلَيْكُمْ إِلَّا مَا ٱضْطُرِرْتُمْ إِلَيْهِ ۗ وَإِنَّ كَثِيرًا لَّيُضِلُّونَ بِأَهْوَآئِهِم بِغَيْرِ عِلْمٍ ۗ إِنَّ رَبَّكَ هُوَ أَعْلَمُ بِٱلْمُعْتَدِينَ

En wat is er met jullie, dat jullie niet eten van hetgeen waarover de Naam van Allah is uitgesproken, terwijl Hij jullie waarlijk heeft uiteengezet wat Hij jullie heeft verboden, behalve hetgeen waartoe jullie waren genoodzaakt. En voorwaar, de meesten doen (de mensen) zeker dwalen door hun begeerten, zonder kennis. Voorwaar, jouw Heer, Hij kent de overtreders beter.

Transliteratie

Wama lakum alla takuloo mimma thukira ismu Allahi AAalayhi waqad fassala lakum ma harrama AAalaykum illa ma idturirtum ilayhi wainna katheeran layudilloona biahwaihim bighayri AAilmin inna rabbaka huwa aAAlamu bialmuAAtadeena

120
Hoofdstuk 6 : Vers 120

وَذَرُوا۟ ظَـٰهِرَ ٱلْإِثْمِ وَبَاطِنَهُۥٓ ۚ إِنَّ ٱلَّذِينَ يَكْسِبُونَ ٱلْإِثْمَ سَيُجْزَوْنَ بِمَا كَانُوا۟ يَقْتَرِفُونَ

En laat de openlijke en de verborgen zonden achterwege. Voorwaar, degenen die zonden bepan zullen vergolden worden met hetgeen zij plachten te verrichten.

Transliteratie

Watharoo thahira alithmi wabatinahu inna allatheena yaksiboona alithma sayujzawna bima kanoo yaqtarifoona

121
Hoofdstuk 6 : Vers 121

وَلَا تَأْكُلُوا۟ مِمَّا لَمْ يُذْكَرِ ٱسْمُ ٱللَّهِ عَلَيْهِ وَإِنَّهُۥ لَفِسْقٌ ۗ وَإِنَّ ٱلشَّيَـٰطِينَ لَيُوحُونَ إِلَىٰٓ أَوْلِيَآئِهِمْ لِيُجَـٰدِلُوكُمْ ۖ وَإِنْ أَطَعْتُمُوهُمْ إِنَّكُمْ لَمُشْرِكُونَ

En eet niet van hetgeen waarover (tijdens het slachten) de Naam van Allah niet is uitgesproken en voorwaar, dat is zeker een zware zonde. En voorwaar, de Satans fluisteren hun vrienden in om met jullie te redetwisten en als jullie hen gehoorzamen, dan zullen jullie zeker veelgodenaanbidders worden.

Transliteratie

Wala takuloo mimma lam yuthkari ismu Allahi AAalayhi wainnahu lafisqun wainna alshshayateena layoohoona ila awliyaihim liyujadilookum wain ataAAtumoohum innakum lamushrikoona

122
Hoofdstuk 6 : Vers 122

أَوَمَن كَانَ مَيْتًا فَأَحْيَيْنَـٰهُ وَجَعَلْنَا لَهُۥ نُورًا يَمْشِى بِهِۦ فِى ٱلنَّاسِ كَمَن مَّثَلُهُۥ فِى ٱلظُّلُمَـٰتِ لَيْسَ بِخَارِجٍ مِّنْهَا ۚ كَذَٰلِكَ زُيِّنَ لِلْكَـٰفِرِينَ مَا كَانُوا۟ يَعْمَلُونَ

En wie dood was, en die Wij daarna tot leven brachten en voor wie Wij een licht maakten, waarmee hij onder de mensen rondgaat, is hij te vergelijken met hem die in de duisternissen verkeert, waar bij nimmer uit kan komen? Zo wordt voor de gelovigen schoonschijnend gemaakt wat zij plachten w doen.

Transliteratie

Awa man kana maytan faahyaynahu wajaAAalna lahu nooran yamshee bihi fee alnnasi kaman mathaluhu fee alththulumati laysa bikharijin minha kathalika zuyyina lilkafireena ma kanoo yaAAmaloona

123
Hoofdstuk 6 : Vers 123

وَكَذَٰلِكَ جَعَلْنَا فِى كُلِّ قَرْيَةٍ أَكَـٰبِرَ مُجْرِمِيهَا لِيَمْكُرُوا۟ فِيهَا ۖ وَمَا يَمْكُرُونَ إِلَّا بِأَنفُسِهِمْ وَمَا يَشْعُرُونَ

En zo hebben Wij in elke stad haar grootste misdadigers geplaatst opdat zij er (hun kwade plannen) beramen. En zij beramen niet dan tegen zichzelf, terwijl zij het niet beseffen.

Transliteratie

Wakathalika jaAAalna fee kulli qaryatin akabira mujrimeeha liyamkuroo feeha wama yamkuroona illa bianfusihim wama yashAAuroona

124
Hoofdstuk 6 : Vers 124

وَإِذَا جَآءَتْهُمْ ءَايَةٌ قَالُوا۟ لَن نُّؤْمِنَ حَتَّىٰ نُؤْتَىٰ مِثْلَ مَآ أُوتِىَ رُسُلُ ٱللَّهِ ۘ ٱللَّهُ أَعْلَمُ حَيْثُ يَجْعَلُ رِسَالَتَهُۥ ۗ سَيُصِيبُ ٱلَّذِينَ أَجْرَمُوا۟ صَغَارٌ عِندَ ٱللَّهِ وَعَذَابٌ شَدِيدٌۢ بِمَا كَانُوا۟ يَمْكُرُونَ

En wanneer er een Teken tot hen komt, dan zeggen zei: "Wij zullen nooit geloven tot aan ons hetzelfde is gegeven als wat aan Allah's Boodschappers is gegeven." Allah weet beter waar Hij Zijn Boodschap brengt. Bij Allah zullen degenen die misdaden pleegden deden door kleinering en een strenge bestraffing getroffen worden vanwege wat zij aan kwaad plachten te beramen.

Transliteratie

Waitha jaathum ayatun qaloo lan numina hatta nuta mithla ma ootiya rusulu Allahi Allahu aAAlamu haythu yajAAalu risalatahu sayuseebu allatheena ajramoo sagharun AAinda Allahi waAAathabun shadeedun bima kanoo yamkuroona

125
Hoofdstuk 6 : Vers 125

فَمَن يُرِدِ ٱللَّهُ أَن يَهْدِيَهُۥ يَشْرَحْ صَدْرَهُۥ لِلْإِسْلَـٰمِ ۖ وَمَن يُرِدْ أَن يُضِلَّهُۥ يَجْعَلْ صَدْرَهُۥ ضَيِّقًا حَرَجًا كَأَنَّمَا يَصَّعَّدُ فِى ٱلسَّمَآءِ ۚ كَذَٰلِكَ يَجْعَلُ ٱللَّهُ ٱلرِّجْسَ عَلَى ٱلَّذِينَ لَا يُؤْمِنُونَ

En wie wil dat Allah hem leidt, diens borst verruimt Hij voor de Islam; en wie Hij wenst te doen dwalen, diens borst maakt hij nauw en beklemd alsof hij (op een hoge berg) naar de hemel klimt. Zo legt Allah de bestraffing op aan degenen die niet geloven.

Transliteratie

Faman yuridi Allahu an yahdiyahu yashrah sadrahu lilislami waman yurid an yudillahu yajAAal sadrahu dayyiqan harajan kaannama yassaAAAAadu fee alssamai kathalika yajAAalu Allahu alrrijsa AAala allatheena la yuminoona

126
Hoofdstuk 6 : Vers 126

وَهَـٰذَا صِرَٰطُ رَبِّكَ مُسْتَقِيمًا ۗ قَدْ فَصَّلْنَا ٱلْـَٔايَـٰتِ لِقَوْمٍ يَذَّكَّرُونَ

En dit is het Pad van jouw Heer, een recht (Pad). Waarlijk, Wij hebben Onze Verzen uiteengezet voor een volk dat zich laat vermanen.

Transliteratie

Wahatha siratu rabbika mustaqeeman qad fassalna alayati liqawmin yaththakkaroona

127
Hoofdstuk 6 : Vers 127

لَهُمْ دَارُ ٱلسَّلَـٰمِ عِندَ رَبِّهِمْ ۖ وَهُوَ وَلِيُّهُم بِمَا كَانُوا۟ يَعْمَلُونَ

Voor hen is er Dâroessalâm (het Huis van de Vrede, het Paradijs) bij hun Heer. En Hij is hun Beschermer wegens wat zij plachten te doen.

Transliteratie

Lahum daru alssalami AAinda rabbihim wahuwa waliyyuhum bima kanoo yaAAmaloona

128
Hoofdstuk 6 : Vers 128

وَيَوْمَ يَحْشُرُهُمْ جَمِيعًا يَـٰمَعْشَرَ ٱلْجِنِّ قَدِ ٱسْتَكْثَرْتُم مِّنَ ٱلْإِنسِ ۖ وَقَالَ أَوْلِيَآؤُهُم مِّنَ ٱلْإِنسِ رَبَّنَا ٱسْتَمْتَعَ بَعْضُنَا بِبَعْضٍ وَبَلَغْنَآ أَجَلَنَا ٱلَّذِىٓ أَجَّلْتَ لَنَا ۚ قَالَ ٱلنَّارُ مَثْوَىٰكُمْ خَـٰلِدِينَ فِيهَآ إِلَّا مَا شَآءَ ٱللَّهُ ۗ إِنَّ رَبَّكَ حَكِيمٌ عَلِيمٌ

En op de Dag waarop Hij allen bijéén zal brengen (zal Hij zeggen:) "O Bemeenschap van Djinn's, jullie hebben velen van onder de mensen misleid." En hun bondgenoten van onder de mensen zullen zeggen: "Onze Heer, wij hebben van elkaars diensten gebruik gemaakt, en wij hebben de termijn bereikt die U voor ons had gesteld." Hij (Allah) zal zeggen: "De Hel is jullie bestemming, eeuwig levenden zijn jullie daarin, tenzij Allah (anders) wil." Voorwaar, jouw geer is Alwijs, Alwetend.

Transliteratie

Wayawma yahshuruhum jameeAAan ya maAAshara aljinni qadi istakthartum mina alinsi waqala awliyaohum mina alinsi rabbana istamtaAAa baAAduna bibaAAdin wabalaghna ajalana allathee ajjalta lana qala alnnaru mathwakum khalideena feeha illa ma shaa Allahu inna rabbaka hakeemun AAaleemun

129
Hoofdstuk 6 : Vers 129

وَكَذَٰلِكَ نُوَلِّى بَعْضَ ٱلظَّـٰلِمِينَ بَعْضًۢا بِمَا كَانُوا۟ يَكْسِبُونَ

Zo maken Wij de onrechtplegers tot elkaars bondgenoten wegens wat zij plachten te verrichten.

Transliteratie

Wakathalika nuwallee baAAda alththalimeena baAAdan bima kanoo yaksiboona

130
Hoofdstuk 6 : Vers 130

يَـٰمَعْشَرَ ٱلْجِنِّ وَٱلْإِنسِ أَلَمْ يَأْتِكُمْ رُسُلٌ مِّنكُمْ يَقُصُّونَ عَلَيْكُمْ ءَايَـٰتِى وَيُنذِرُونَكُمْ لِقَآءَ يَوْمِكُمْ هَـٰذَا ۚ قَالُوا۟ شَهِدْنَا عَلَىٰٓ أَنفُسِنَا ۖ وَغَرَّتْهُمُ ٱلْحَيَوٰةُ ٱلدُّنْيَا وَشَهِدُوا۟ عَلَىٰٓ أَنفُسِهِمْ أَنَّهُمْ كَانُوا۟ كَـٰفِرِينَ

"O gemeenschap van djinn's en mensen. zijn er uit jullie midden geen gezanten tot jullie gekomen die jullie Mijn Verzen bekendmaakten en die jullie waarschuwden voor de ontmoeting met deze Dag van jullie?"' Zij zullen zeggen: "Wij getuigen tegen onszelf." Het wereldse leven heeft hen misleid en zij getuigen tegen zichzelf dat zij ongelovigen plachten te zijn.

Transliteratie

Ya maAAshara aljinni waalinsi alam yatikum rusulun minkum yaqussoona AAalaykum ayatee wayunthiroonakum liqaa yawmikum hatha qaloo shahidna AAala anfusina wagharrathumu alhayatu alddunya washahidoo AAala anfusihim annahum kanoo kafireena

131
Hoofdstuk 6 : Vers 131

ذَٰلِكَ أَن لَّمْ يَكُن رَّبُّكَ مُهْلِكَ ٱلْقُرَىٰ بِظُلْمٍ وَأَهْلُهَا غَـٰفِلُونَ

Der is omdat jouw Heer nimmer de steden onrechtvaardig vernietigt en de bewoners ervan zijn achtelozen.

Transliteratie

Thalika an lam yakun rabbuka muhlika alqura bithulmin waahluha ghafiloona

132
Hoofdstuk 6 : Vers 132

وَلِكُلٍّ دَرَجَـٰتٌ مِّمَّا عَمِلُوا۟ ۚ وَمَا رَبُّكَ بِغَـٰفِلٍ عَمَّا يَعْمَلُونَ

En voor een ieder zijn er graden naar wat zij gedaan hebben. En jouw Heer is niet onachtzaam aangaande wat zij deden.

Transliteratie

Walikullin darajatun mimma AAamiloo wama rabbuka bighafilin AAamma yaAAmaloona

133
Hoofdstuk 6 : Vers 133

وَرَبُّكَ ٱلْغَنِىُّ ذُو ٱلرَّحْمَةِ ۚ إِن يَشَأْ يُذْهِبْكُمْ وَيَسْتَخْلِفْ مِنۢ بَعْدِكُم مَّا يَشَآءُ كَمَآ أَنشَأَكُم مِّن ذُرِّيَّةِ قَوْمٍ ءَاخَرِينَ

En jouw Heer is de Behoefteloze, de Bezitter van Barmhartigheid. Als Hij wil, dan vaagt Hij jullie weg en stelt Hij na jullie als opvolgers aan wie Hij wil, zoals Hij jullie heeft voortgebracht uit het nageslacht van een ander volk.

Transliteratie

Warabbuka alghaniyyu thoo alrrahmati in yasha yuthhibkum wayastakhlif min baAAdikum ma yashao kama anshaakum min thurriyyati qawmin akhareena

134
Hoofdstuk 6 : Vers 134

إِنَّ مَا تُوعَدُونَ لَـَٔاتٍ ۖ وَمَآ أَنتُم بِمُعْجِزِينَ

Voorwaar, wat jullie is aangezegd zal zeker komen, en jullie zullen het niet (kunnen) tegenhouden.

Transliteratie

Inna ma tooAAadoona laatin wama antum bimuAAjizeena

135
Hoofdstuk 6 : Vers 135

قُلْ يَـٰقَوْمِ ٱعْمَلُوا۟ عَلَىٰ مَكَانَتِكُمْ إِنِّى عَامِلٌ ۖ فَسَوْفَ تَعْلَمُونَ مَن تَكُونُ لَهُۥ عَـٰقِبَةُ ٱلدَّارِ ۗ إِنَّهُۥ لَا يُفْلِحُ ٱلظَّـٰلِمُونَ

Zeg (O Moehammad): "O mijn volk, werkt naar jullie vermogen. Voorwaar, ik ben een werker en later zullen jullie weten voor wie de uiteindelijka opbrengst (in het Hiernamaals gunstig) is. Voorwaar, de onrechtplegers zullen niet welslagen."

Transliteratie

Qul ya qawmi iAAmaloo AAala makanatikum innee AAamilun fasawfa taAAlamoona man takoonu lahu AAaqibatu alddari innahu la yuflihu alththalimoona

136
Hoofdstuk 6 : Vers 136

وَجَعَلُوا۟ لِلَّهِ مِمَّا ذَرَأَ مِنَ ٱلْحَرْثِ وَٱلْأَنْعَـٰمِ نَصِيبًا فَقَالُوا۟ هَـٰذَا لِلَّهِ بِزَعْمِهِمْ وَهَـٰذَا لِشُرَكَآئِنَا ۖ فَمَا كَانَ لِشُرَكَآئِهِمْ فَلَا يَصِلُ إِلَى ٱللَّهِ ۖ وَمَا كَانَ لِلَّهِ فَهُوَ يَصِلُ إِلَىٰ شُرَكَآئِهِمْ ۗ سَآءَ مَا يَحْكُمُونَ

En zij hebben Allah een deel toebedacht van wat Hij heeft voortgebracht aan gewassen en vee en zij zeiden: "Dit is voor Allah," volgens hun bewering, "en dit is voor onze afgoden." Wat dan voor hun afgoden is, dat bereikt niet Allah; en wat voor Allah is, dat bereikt wel hun afgoden. Slecht is het wat zij oordelen,

Transliteratie

WajaAAaloo lillahi mimma tharaa mina alharthi waalanAAami naseeban faqaloo hatha lillahi bizaAAmihim wahatha lishurakaina fama kana lishurakaihim fala yasilu ila Allahi wama kana lillahi fahuwa yasilu ila shurakaihim saa ma yahkumoona

137
Hoofdstuk 6 : Vers 137

وَكَذَٰلِكَ زَيَّنَ لِكَثِيرٍ مِّنَ ٱلْمُشْرِكِينَ قَتْلَ أَوْلَـٰدِهِمْ شُرَكَآؤُهُمْ لِيُرْدُوهُمْ وَلِيَلْبِسُوا۟ عَلَيْهِمْ دِينَهُمْ ۖ وَلَوْ شَآءَ ٱللَّهُ مَا فَعَلُوهُ ۖ فَذَرْهُمْ وَمَا يَفْتَرُونَ

En zo deden hun leiders het doden van hun kinderen voor velen van de veelgodenaanbidders mooi toeschijnen, om hen te vernietigen en om hun godsdienst (met valsheid) te mengen. En als Allah het gewild had, dan hadden zij het niet gedaan. Laat hen en wat zij verzinnen dus!

Transliteratie

Wakathalika zayyana likatheerin mina almushrikeena qatla awladihim shurakaohum liyurdoohum waliyalbisoo AAalayhim deenahum walaw shaa Allahu ma faAAaloohu fatharhum wama yaftaroona

138
Hoofdstuk 6 : Vers 138

وَقَالُوا۟ هَـٰذِهِۦٓ أَنْعَـٰمٌ وَحَرْثٌ حِجْرٌ لَّا يَطْعَمُهَآ إِلَّا مَن نَّشَآءُ بِزَعْمِهِمْ وَأَنْعَـٰمٌ حُرِّمَتْ ظُهُورُهَا وَأَنْعَـٰمٌ لَّا يَذْكُرُونَ ٱسْمَ ٱللَّهِ عَلَيْهَا ٱفْتِرَآءً عَلَيْهِ ۚ سَيَجْزِيهِم بِمَا كَانُوا۟ يَفْتَرُونَ

En zij zeiden: "Dit vee an (deze) gewassen zijn voorbehouden, niemand eet er van, behalve wit wij willen," zo beweren zij, "en er is vee waarvan hun ruggen verboden zijn (om op te rijden), en vee waarover de Naam van Allah niet uitgesproken is," als een verzinsel over Hem. Hij zal hen vergelden vanwege wat zij plachten te verzinnen.

Transliteratie

Waqaloo hathihi anAAamun waharthun hijrun la yatAAamuha illa man nashao bizaAAmihim waanAAamun hurrimat thuhooruha waanAAamun la yathkuroona isma Allahi AAalayha iftiraan AAalayhi sayajzeehim bima kanoo yaftaroona

139
Hoofdstuk 6 : Vers 139

وَقَالُوا۟ مَا فِى بُطُونِ هَـٰذِهِ ٱلْأَنْعَـٰمِ خَالِصَةٌ لِّذُكُورِنَا وَمُحَرَّمٌ عَلَىٰٓ أَزْوَٰجِنَا ۖ وَإِن يَكُن مَّيْتَةً فَهُمْ فِيهِ شُرَكَآءُ ۚ سَيَجْزِيهِمْ وَصْفَهُمْ ۚ إِنَّهُۥ حَكِيمٌ عَلِيمٌ

En zij zeiden: "Wat zich in de buiken van dit vee bevindt is voorbehouden aan onze mannen en verboden voor onze vrouwen." En wanneer het doodgeboren is, dan zijn zij (do mannen en de vrouwen) en deelgenoten in. Hij (Allah) zal hun beschrijving vergelden. Voorwaar, Hij is Alwijs, Alwetend.

Transliteratie

Waqaloo ma fee butooni hathihi alanAAami khalisatun lithukoorina wamuharramun AAala azwajina wain yakun maytatan fahum feehi shurakao sayajzeehim wasfahum innahu hakeemun AAaleemun

140
Hoofdstuk 6 : Vers 140

قَدْ خَسِرَ ٱلَّذِينَ قَتَلُوٓا۟ أَوْلَـٰدَهُمْ سَفَهًۢا بِغَيْرِ عِلْمٍ وَحَرَّمُوا۟ مَا رَزَقَهُمُ ٱللَّهُ ٱفْتِرَآءً عَلَى ٱللَّهِ ۚ قَدْ ضَلُّوا۟ وَمَا كَانُوا۟ مُهْتَدِينَ

Waarlijk, degenen die hun kinderen hebben gedood uit dwaasheid, zonder kennis, hebben een groot verlies geleden, en zij verklaarden voor verboden wat Allah hun aan voorzieningen heeft geschonken, als een verzinsel over Allah. Waarlijk, zij dwaalden en zij plachten niet geleid te worden.

Transliteratie

Qad khasira allatheena qataloo awladahum safahan bighayri AAilmin waharramoo ma razaqahumu Allahu iftiraan AAala Allahi qad dalloo wama kanoo muhtadeena

141
Hoofdstuk 6 : Vers 141

وَهُوَ ٱلَّذِىٓ أَنشَأَ جَنَّـٰتٍ مَّعْرُوشَـٰتٍ وَغَيْرَ مَعْرُوشَـٰتٍ وَٱلنَّخْلَ وَٱلزَّرْعَ مُخْتَلِفًا أُكُلُهُۥ وَٱلزَّيْتُونَ وَٱلرُّمَّانَ مُتَشَـٰبِهًا وَغَيْرَ مُتَشَـٰبِهٍ ۚ كُلُوا۟ مِن ثَمَرِهِۦٓ إِذَآ أَثْمَرَ وَءَاتُوا۟ حَقَّهُۥ يَوْمَ حَصَادِهِۦ ۖ وَلَا تُسْرِفُوٓا۟ ۚ إِنَّهُۥ لَا يُحِبُّ ٱلْمُسْرِفِينَ

En Hij is Degene Die tuinen heeft voortgebracht, gestuttc en niet gestutte, en dadelpalmen en gewassen met verschillende vruchten, en olijfbomen en granaatappelbomen, gelijkend en niet gelijkend. Eet van hun vruchten wanneer zij vrucht geven, en geeft er het rechtmatige deal (de zakât) van op de dag van hun oogst. En overdrijft niet. Voorwaar, Hij houdt niet van de buitensporigen.

Transliteratie

Wahuwa allathee anshaa jannatin maAArooshatin waghayra maAArooshatin waalnnakhla waalzzarAAa mukhtalifan okuluhu waalzzaytoona waalrrummana mutashabihan waghayra mutashabihin kuloo min thamarihi itha athmara waatoo haqqahu yawma hasadihi wala tusrifoo innahu la yuhibbu almusrifeena

142
Hoofdstuk 6 : Vers 142

وَمِنَ ٱلْأَنْعَـٰمِ حَمُولَةً وَفَرْشًا ۚ كُلُوا۟ مِمَّا رَزَقَكُمُ ٱللَّهُ وَلَا تَتَّبِعُوا۟ خُطُوَٰتِ ٱلشَّيْطَـٰنِ ۚ إِنَّهُۥ لَكُمْ عَدُوٌّ مُّبِينٌ

En (Hij maakte) onder het vee rijdieren en slachtdiejren. Eet van dat waar Allah jullie mee voorzien heeft, en volgt niet de voetstappen van de Satan. Voorwaar, hij is voor jullie een duidelijke vijand.

Transliteratie

Wamina alanAAami hamoolatan wafarshan kuloo mimma razaqakumu Allahu wala tattabiAAoo khutuwati alshshaytani innahu lakum AAaduwwun mubeenun

143
Hoofdstuk 6 : Vers 143

ثَمَـٰنِيَةَ أَزْوَٰجٍ ۖ مِّنَ ٱلضَّأْنِ ٱثْنَيْنِ وَمِنَ ٱلْمَعْزِ ٱثْنَيْنِ ۗ قُلْ ءَآلذَّكَرَيْنِ حَرَّمَ أَمِ ٱلْأُنثَيَيْنِ أَمَّا ٱشْتَمَلَتْ عَلَيْهِ أَرْحَامُ ٱلْأُنثَيَيْنِ ۖ نَبِّـُٔونِى بِعِلْمٍ إِن كُنتُمْ صَـٰدِقِينَ

Acht, in paren: van de schapen een koppcl en van de geiten een koppel. Zeg (O Moehammad): "Heeft Hij de twee mannelijke dieren verboden of de twee vrouwelijke, of wat de schoten van de vrouwelijke dieren bevatten? Licht mij in op grond van kennis indien jullie waarachtigen zijn."

Transliteratie

Thamaniyata azwajin mina alddani ithnayni wamina almaAAzi ithnayni qul alththakarayni harrama ami alonthayayni amma ishtamalat AAalayhi arhamu alonthayayni nabbioonee biAAilmin in kuntum sadiqeena

144
Hoofdstuk 6 : Vers 144

وَمِنَ ٱلْإِبِلِ ٱثْنَيْنِ وَمِنَ ٱلْبَقَرِ ٱثْنَيْنِ ۗ قُلْ ءَآلذَّكَرَيْنِ حَرَّمَ أَمِ ٱلْأُنثَيَيْنِ أَمَّا ٱشْتَمَلَتْ عَلَيْهِ أَرْحَامُ ٱلْأُنثَيَيْنِ ۖ أَمْ كُنتُمْ شُهَدَآءَ إِذْ وَصَّىٰكُمُ ٱللَّهُ بِهَـٰذَا ۚ فَمَنْ أَظْلَمُ مِمَّنِ ٱفْتَرَىٰ عَلَى ٱللَّهِ كَذِبًا لِّيُضِلَّ ٱلنَّاسَ بِغَيْرِ عِلْمٍ ۗ إِنَّ ٱللَّهَ لَا يَهْدِى ٱلْقَوْمَ ٱلظَّـٰلِمِينَ

En van de kamelen een koppel en van de koei en een koppel. Zeg: "Heeft Hij de twee mannelijke dieren verboden of de twee vrouwelijke, of wat de schoten van de vrouwelijke dieren bevatten? Of waren jullie getuigen toen Allah dit voor jullie bepaalde? Wie is er dan onrechtvaardiger dan degene die een leugen over Allah verzint om de mensen te doen dwalen, zonder kennis." Voorwaar, Allah leidt het onrechtplegende volk niet.

Transliteratie

Wamina alibili ithnayni wamina albaqari ithnayni qul alththakarayni harrama ami alonthayayni amma ishtamalat AAalayhi arhamu alonthayayni am kuntum shuhadaa ith wassakumu Allahu bihatha faman athlamu mimmani iftara AAala Allahi kathiban liyudilla alnnasa bighayri AAilmin inna Allaha la yahdee alqawma alththalimeena

145
Hoofdstuk 6 : Vers 145

قُل لَّآ أَجِدُ فِى مَآ أُوحِىَ إِلَىَّ مُحَرَّمًا عَلَىٰ طَاعِمٍ يَطْعَمُهُۥٓ إِلَّآ أَن يَكُونَ مَيْتَةً أَوْ دَمًا مَّسْفُوحًا أَوْ لَحْمَ خِنزِيرٍ فَإِنَّهُۥ رِجْسٌ أَوْ فِسْقًا أُهِلَّ لِغَيْرِ ٱللَّهِ بِهِۦ ۚ فَمَنِ ٱضْطُرَّ غَيْرَ بَاغٍ وَلَا عَادٍ فَإِنَّ رَبَّكَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ

Zeg: "Ik vind in wat aan mij is geopenbaard geen verbod dat een eter iets eet, behalve wanneer het een kadaver dier is, of stromend bloed of vakensvlees. Want voorwaar, het is onrein, of zwaar zondig waarover iets anders dan de Naam van Allah is uitgesproken. Wie dan door nood gedwongen is (daarvan te eten), zonder dat hij het wenst en zonder dat hij overdrijft: voorwaar, dan is jouw Heer Vergevensgezind, Meest Barmhartig.

Transliteratie

Qul la ajidu fee ma oohiya ilayya muharraman AAala taAAimin yatAAamuhu illa an yakoona maytatan aw daman masfoohan aw lahma khinzeerin fainnahu rijsun aw fisqan ohilla lighayri Allahi bihi famani idturra ghayra baghin wala AAadin fainna rabbaka ghafoorun raheemun

146
Hoofdstuk 6 : Vers 146

وَعَلَى ٱلَّذِينَ هَادُوا۟ حَرَّمْنَا كُلَّ ذِى ظُفُرٍ ۖ وَمِنَ ٱلْبَقَرِ وَٱلْغَنَمِ حَرَّمْنَا عَلَيْهِمْ شُحُومَهُمَآ إِلَّا مَا حَمَلَتْ ظُهُورُهُمَآ أَوِ ٱلْحَوَايَآ أَوْ مَا ٱخْتَلَطَ بِعَظْمٍ ۚ ذَٰلِكَ جَزَيْنَـٰهُم بِبَغْيِهِمْ ۖ وَإِنَّا لَصَـٰدِقُونَ

En voor de Joden verboden Wij alle (dieren) met (ongesplitste) hoeven. En van de koeien en de schapen verboden Wij voor hen hun vet, behalve wat hun ruggen dragen, het vet van de ingewanden en het vet dat aan het bot is vergroeid. Zo vergolden Wij hun vanwege hun begerigheid. En voorwaar, Wij zijn zeker waarachtig.

Transliteratie

WaAAala allatheena hadoo harramna kulla thee thufurin wamina albaqari waalghanami harramna AAalayhim shuhoomahuma illa ma hamalat thuhooruhuma awi alhawaya aw ma ikhtalata biAAathmin thalika jazaynahum bibaghyihim wainna lasadiqoona

147
Hoofdstuk 6 : Vers 147

فَإِن كَذَّبُوكَ فَقُل رَّبُّكُمْ ذُو رَحْمَةٍ وَٰسِعَةٍ وَلَا يُرَدُّ بَأْسُهُۥ عَنِ ٱلْقَوْمِ ٱلْمُجْرِمِينَ

Als zij jou dan loochenen, zeg dan: "Jullie Heer is de Bezitter van Alomvattende Barmhartigheid, maar Zijn geweld kan niet worden afgewend van het misdadige volk."

Transliteratie

Fain kaththabooka faqul rabbukum thoo rahmatin wasiAAatin wala yuraddu basuhu AAani alqawmi almujrimeena

148
Hoofdstuk 6 : Vers 148

سَيَقُولُ ٱلَّذِينَ أَشْرَكُوا۟ لَوْ شَآءَ ٱللَّهُ مَآ أَشْرَكْنَا وَلَآ ءَابَآؤُنَا وَلَا حَرَّمْنَا مِن شَىْءٍ ۚ كَذَٰلِكَ كَذَّبَ ٱلَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ حَتَّىٰ ذَاقُوا۟ بَأْسَنَا ۗ قُلْ هَلْ عِندَكُم مِّنْ عِلْمٍ فَتُخْرِجُوهُ لَنَآ ۖ إِن تَتَّبِعُونَ إِلَّا ٱلظَّنَّ وَإِنْ أَنتُمْ إِلَّا تَخْرُصُونَ

Degenen die deelgenoten (aan Allah) toekenden, zullen zeggen: "Als Allah het had gewild, dan hadden wij geen deelgenoten (aan Allah) toegekend en evenmin onze vaderen, en hadden wij niet (dat wat toegestaan was) verboden verklaard." Zo loochenden zij ook degenen vóór hen (de Boodschappers), totdat zij Ons geweld proefden. Zeg: "Hebben jullie kennis? Brengt het dan naar buiten voor Ons. Jullie volgen slechts vermoedens en jullie liegen slechts."

Transliteratie

Sayaqoolu allatheena ashrakoo law shaa Allahu ma ashrakna wala abaona wala harramna min shayin kathalika kaththaba allatheena min qablihim hatta thaqoo basana qul hal AAindakum min AAilmin fatukhrijoohu lana in tattabiAAoona illa alththanna wain antum illa takhrusoona

149
Hoofdstuk 6 : Vers 149

قُلْ فَلِلَّهِ ٱلْحُجَّةُ ٱلْبَـٰلِغَةُ ۖ فَلَوْ شَآءَ لَهَدَىٰكُمْ أَجْمَعِينَ

Zeg: "Maar Allah heeft het doeltreffende argument. Als Hij het dan had gewild, dan had Hij jullie allen geleid."

Transliteratie

Qul falillahi alhujjatu albalighatu falaw shaa lahadakum ajmaAAeena

150
Hoofdstuk 6 : Vers 150

قُلْ هَلُمَّ شُهَدَآءَكُمُ ٱلَّذِينَ يَشْهَدُونَ أَنَّ ٱللَّهَ حَرَّمَ هَـٰذَا ۖ فَإِن شَهِدُوا۟ فَلَا تَشْهَدْ مَعَهُمْ ۚ وَلَا تَتَّبِعْ أَهْوَآءَ ٱلَّذِينَ كَذَّبُوا۟ بِـَٔايَـٰتِنَا وَٱلَّذِينَ لَا يُؤْمِنُونَ بِٱلْـَٔاخِرَةِ وَهُم بِرَبِّهِمْ يَعْدِلُونَ

Zeg (O Moehammad): "Komt met jullie getuigen die kunnen getuigen dat Allah dat verboden heeft verklaard." Als zij dan getuigen, getuig dan niet met hen. En volg niet de begeerten van degenen die Onze Verzen loochenen, en evenmin degenen die niet in het Hiernamaals geloven, terwijl zij deelgenoten toekennen aan hun Heer.

Transliteratie

Qul halumma shuhadaakumu allatheena yashhadoona anna Allaha harrama hatha fain shahidoo fala tashhad maAAahum wala tattabiAA ahwaa allatheena kaththaboo biayatina waallatheena la yuminoona bialakhirati wahum birabbihim yaAAdiloona

151
Hoofdstuk 6 : Vers 151

قُلْ تَعَالَوْا۟ أَتْلُ مَا حَرَّمَ رَبُّكُمْ عَلَيْكُمْ ۖ أَلَّا تُشْرِكُوا۟ بِهِۦ شَيْـًٔا ۖ وَبِٱلْوَٰلِدَيْنِ إِحْسَـٰنًا ۖ وَلَا تَقْتُلُوٓا۟ أَوْلَـٰدَكُم مِّنْ إِمْلَـٰقٍ ۖ نَّحْنُ نَرْزُقُكُمْ وَإِيَّاهُمْ ۖ وَلَا تَقْرَبُوا۟ ٱلْفَوَٰحِشَ مَا ظَهَرَ مِنْهَا وَمَا بَطَنَ ۖ وَلَا تَقْتُلُوا۟ ٱلنَّفْسَ ٱلَّتِى حَرَّمَ ٱللَّهُ إِلَّا بِٱلْحَقِّ ۚ ذَٰلِكُمْ وَصَّىٰكُم بِهِۦ لَعَلَّكُمْ تَعْقِلُونَ

Zeg: "Komt, ik zal voorlezen wat jullie Heer jullie verboden heeft verklaard: dat jullie iets als deelgenoot aan Hem toekennen. Weest goed voor jullie ouders, en doodt niet jullie kinderen uit (angst voor) armoede. Wij schenken voorzieningen aan jullie en aan hen. En nadert niet de zedeloosheid, de openlijke noch de verborgene, en doodt niet de ziel die Allah verboden heeft verklaard, tenzij volgens het recht. Dat is wat Hij jullie heeft opgedragen, hopelijk zullen jullie begrijpen.

Transliteratie

Qul taAAalaw atlu ma harrama rabbukum AAalaykum alla tushrikoo bihi shayan wabialwalidayni ihsanan wala taqtuloo awladakum min imlaqin nahnu narzuqukum waiyyahum wala taqraboo alfawahisha ma thahara minha wama batana wala taqtuloo alnnafsa allatee harrama Allahu illa bialhaqqi thalikum wassakum bihi laAAallakum taAAqiloona

152
Hoofdstuk 6 : Vers 152

وَلَا تَقْرَبُوا۟ مَالَ ٱلْيَتِيمِ إِلَّا بِٱلَّتِى هِىَ أَحْسَنُ حَتَّىٰ يَبْلُغَ أَشُدَّهُۥ ۖ وَأَوْفُوا۟ ٱلْكَيْلَ وَٱلْمِيزَانَ بِٱلْقِسْطِ ۖ لَا نُكَلِّفُ نَفْسًا إِلَّا وُسْعَهَا ۖ وَإِذَا قُلْتُمْ فَٱعْدِلُوا۟ وَلَوْ كَانَ ذَا قُرْبَىٰ ۖ وَبِعَهْدِ ٱللَّهِ أَوْفُوا۟ ۚ ذَٰلِكُمْ وَصَّىٰكُم بِهِۦ لَعَلَّكُمْ تَذَكَّرُونَ

En nadert het bezit van de wees niet, tenzij op ten wijze die meet voordeel (aan de wees) geeft, totdat hij de volwassenheid bereikt. En geeft de volle maat en vult de weegschaal met het gelijke gewicht. Wij (Allah) belasten niemand dan volgens zijn vermogen. En wanneer jullie rechtspreken, weest dan rechtvaardig, ook al betreft het een verwant. En vervult het verbond met Allah. Dat is wat Hij jullie heeft opdragen, hopelijk zullen jullie je laten vermanen.

Transliteratie

Wala taqraboo mala alyateemi illa biallatee hiya ahsanu hatta yablugha ashuddahu waawfoo alkayla waalmeezana bialqisti la nukallifu nafsan illa wusAAaha waitha qultum faiAAdiloo walaw kana tha qurba wabiAAahdi Allahi awfoo thalikum wassakum bihi laAAallakum tathakkaroona

153
Hoofdstuk 6 : Vers 153

وَأَنَّ هَـٰذَا صِرَٰطِى مُسْتَقِيمًا فَٱتَّبِعُوهُ ۖ وَلَا تَتَّبِعُوا۟ ٱلسُّبُلَ فَتَفَرَّقَ بِكُمْ عَن سَبِيلِهِۦ ۚ ذَٰلِكُمْ وَصَّىٰكُم بِهِۦ لَعَلَّكُمْ تَتَّقُونَ

En dat dit Mijn Pad is, een recht Pad, volgt het dan, en volgt geen (andere) paden, want die zullen jullie doen afsplitsen van Zijn Pad. Dat is wat Hij jullie heeft opgedragen, hopelijk zullen jullie (Allah) vrezen."

Transliteratie

Waanna hatha siratee mustaqeeman faittabiAAoohu wala tattabiAAoo alssubula fatafarraqa bikum AAan sabeelihi thalikum wassakum bihi laAAallakum tattaqoona

154
Hoofdstuk 6 : Vers 154

ثُمَّ ءَاتَيْنَا مُوسَى ٱلْكِتَـٰبَ تَمَامًا عَلَى ٱلَّذِىٓ أَحْسَنَ وَتَفْصِيلًا لِّكُلِّ شَىْءٍ وَهُدًى وَرَحْمَةً لَّعَلَّهُم بِلِقَآءِ رَبِّهِمْ يُؤْمِنُونَ

Toen pven wij Môesa de Schrift (de Taurât), ter vervolmaking (van de gunst) voor degene die het goede verrichtte en als een uiteenzetting voor alle dingen en leiding en Barmhartigheid. Hopelijk zullen zij in de ontmoeting met hun Heer geloven.

Transliteratie

Thumma atayna moosa alkitaba tamaman AAala allathee ahsana watafseelan likulli shayin wahudan warahmatan laAAallahum biliqai rabbihim yuminoona

155
Hoofdstuk 6 : Vers 155

وَهَـٰذَا كِتَـٰبٌ أَنزَلْنَـٰهُ مُبَارَكٌ فَٱتَّبِعُوهُ وَٱتَّقُوا۟ لَعَلَّكُمْ تُرْحَمُونَ

En dit is een Boek dat Wij hebben neergezonden als een zegen, volgt het daarom on vreest (Allah), hopelijk zullen jullie begenadigd worden.

Transliteratie

Wahatha kitabun anzalnahu mubarakun faittabiAAoohu waittaqoo laAAallakum turhamoona

156
Hoofdstuk 6 : Vers 156

أَن تَقُولُوٓا۟ إِنَّمَآ أُنزِلَ ٱلْكِتَـٰبُ عَلَىٰ طَآئِفَتَيْنِ مِن قَبْلِنَا وَإِن كُنَّا عَن دِرَاسَتِهِمْ لَغَـٰفِلِينَ

Opdat zij geen argument zullen hebben om te zeggen: "De Schrift is slechts neergezonden aan de twee groepen (de Joden en Christenen) vóór ons, en wij hebben zeker geen acht geslagen op hun leringen."

Transliteratie

An taqooloo innama onzila alkitabu AAala taifatayni min qablina wain kunna AAan dirasatihim laghafileena

157
Hoofdstuk 6 : Vers 157

أَوْ تَقُولُوا۟ لَوْ أَنَّآ أُنزِلَ عَلَيْنَا ٱلْكِتَـٰبُ لَكُنَّآ أَهْدَىٰ مِنْهُمْ ۚ فَقَدْ جَآءَكُم بَيِّنَةٌ مِّن رَّبِّكُمْ وَهُدًى وَرَحْمَةٌ ۚ فَمَنْ أَظْلَمُ مِمَّن كَذَّبَ بِـَٔايَـٰتِ ٱللَّهِ وَصَدَفَ عَنْهَا ۗ سَنَجْزِى ٱلَّذِينَ يَصْدِفُونَ عَنْ ءَايَـٰتِنَا سُوٓءَ ٱلْعَذَابِ بِمَا كَانُوا۟ يَصْدِفُونَ

Of dat zij zeggen: "Als de Schrift aan ons was neergezonden, dan zouden wij zeker rechter geleid zijn dan zij." En nu is er dan voorzeker een duidelijk bewijs van jullee Heer tot jullie gekomen, en leiding en Barmhartightid. En wie is er onrechtvaardiger dan wie de Verzen van Allah loochent en zich ervan ofkeert. Wij zullen degenen die zich van Onze Verzen afkeerden vergelden met de ergste bestraffing omdat zij zich plachten af to keren.

Transliteratie

Aw taqooloo law anna onzila AAalayna alkitabu lakunna ahda minhum faqad jaakum bayyinatun min rabbikum wahudan warahmatun faman athlamu mimman kaththaba biayati Allahi wasadafa AAanha sanajzee allatheena yasdifoona AAan ayatina sooa alAAathabi bima kanoo yasdifoona

158
Hoofdstuk 6 : Vers 158

هَلْ يَنظُرُونَ إِلَّآ أَن تَأْتِيَهُمُ ٱلْمَلَـٰٓئِكَةُ أَوْ يَأْتِىَ رَبُّكَ أَوْ يَأْتِىَ بَعْضُ ءَايَـٰتِ رَبِّكَ ۗ يَوْمَ يَأْتِى بَعْضُ ءَايَـٰتِ رَبِّكَ لَا يَنفَعُ نَفْسًا إِيمَـٰنُهَا لَمْ تَكُنْ ءَامَنَتْ مِن قَبْلُ أَوْ كَسَبَتْ فِىٓ إِيمَـٰنِهَا خَيْرًا ۗ قُلِ ٱنتَظِرُوٓا۟ إِنَّا مُنتَظِرُونَ

Zij wachten slechts tot dat de Engelen tot hen komen of dat (de bestraffing) jouw Heer tot hen komt of dat een aantal van de Tekenen van jouw Heer komt. Op de Dag dat een deel van de Tekenen van jouw Heer komt, zal het geloof van iemand niets baten wanneer hij daarvóór niet geloofde of niets goeds verrichtte toen hij geloofde. Zeg (O Moehammad): "Wachten jullie, voorwaar, Wij zijn (ook) wachtenden."

Transliteratie

Hal yanthuroona illa an tatiyahumu almalaikatu aw yatiya rabbuka aw yatiya baAAdu ayati rabbika yawma yatee baAAdu ayati rabbika la yanfaAAu nafsan eemanuha lam takun amanat min qablu aw kasabat fee eemaniha khayran quli intathiroo inna muntathiroona

159
Hoofdstuk 6 : Vers 159

إِنَّ ٱلَّذِينَ فَرَّقُوا۟ دِينَهُمْ وَكَانُوا۟ شِيَعًا لَّسْتَ مِنْهُمْ فِى شَىْءٍ ۚ إِنَّمَآ أَمْرُهُمْ إِلَى ٱللَّهِ ثُمَّ يُنَبِّئُهُم بِمَا كَانُوا۟ يَفْعَلُونَ

Voorwaar, degenen die hun godsdienst opsplitsten on tot partijen werden, jij (Moehammad) bent in niets verantwoordelijk voor hen, hun kwestie rust slechts bij Allah, Vervolgens zal Hij hun berichten over wat zij plachten te doen.

Transliteratie

Inna allatheena farraqoo deenahum wakanoo shiyaAAan lasta minhum fee shayin innama amruhum ila Allahi thumma yunabbiohum bima kanoo yafAAaloona

160
Hoofdstuk 6 : Vers 160

مَن جَآءَ بِٱلْحَسَنَةِ فَلَهُۥ عَشْرُ أَمْثَالِهَا ۖ وَمَن جَآءَ بِٱلسَّيِّئَةِ فَلَا يُجْزَىٰٓ إِلَّا مِثْلَهَا وَهُمْ لَا يُظْلَمُونَ

Wie met een pede (daad) komt; voor hem is er (een beloning) als van tien daarvan; en wie met een slechte (daad) komt, dit wordt dan slechts vergolden met het gelijke, en hun zal geen onrecht worden amgedaan.

Transliteratie

Man jaa bialhasanati falahu AAashru amthaliha waman jaa bialssayyiati fala yujza illa mithlaha wahum la yuthlamoona

161
Hoofdstuk 6 : Vers 161

قُلْ إِنَّنِى هَدَىٰنِى رَبِّىٓ إِلَىٰ صِرَٰطٍ مُّسْتَقِيمٍ دِينًا قِيَمًا مِّلَّةَ إِبْرَٰهِيمَ حَنِيفًا ۚ وَمَا كَانَ مِنَ ٱلْمُشْرِكِينَ

Zeg (O Moehammad): "Voorwaar, Mijn Heer heeft mij op een reht Pad geleid, de ware godsdienst, de godsdienst van Ibrâhîm, de Hanîf, en hij behoorde niet tot de veelgodenaanbidders."

Transliteratie

Qul innanee hadanee rabbee ila siratin mustaqeemin deenan qiyaman millata ibraheema haneefan wama kana mina almushrikeena

162
Hoofdstuk 6 : Vers 162

قُلْ إِنَّ صَلَاتِى وَنُسُكِى وَمَحْيَاىَ وَمَمَاتِى لِلَّهِ رَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ

Zeg: "Voorwaar, mijn shalât, mijn aanbidding, mijn leven en mijn sterven zijn opgedragen aan Allah, Heer der Werelden.

Transliteratie

Qul inna salatee wanusukee wamahyaya wamamatee lillahi rabbi alAAalameena

163
Hoofdstuk 6 : Vers 163

لَا شَرِيكَ لَهُۥ ۖ وَبِذَٰلِكَ أُمِرْتُ وَأَنَا۠ أَوَّلُ ٱلْمُسْلِمِينَ

Hij heeft geen deelgenoten, en dat is mij bevolen (te verkondigen). En ik ben de eerste van de Moslims."

Transliteratie

La shareeka lahu wabithalika omirtu waana awwalu almuslimeena

164
Hoofdstuk 6 : Vers 164

قُلْ أَغَيْرَ ٱللَّهِ أَبْغِى رَبًّا وَهُوَ رَبُّ كُلِّ شَىْءٍ ۚ وَلَا تَكْسِبُ كُلُّ نَفْسٍ إِلَّا عَلَيْهَا ۚ وَلَا تَزِرُ وَازِرَةٌ وِزْرَ أُخْرَىٰ ۚ ثُمَّ إِلَىٰ رَبِّكُم مَّرْجِعُكُمْ فَيُنَبِّئُكُم بِمَا كُنتُمْ فِيهِ تَخْتَلِفُونَ

Zeg: "Zal ik een andere Heer dan Allah zoeken, terwijl Hij de Heer van alle zaken is?" En niemand bedrijft iets of het rust op hemzelf en geen enkele drager draagt de last van een ander. Daarna is jullie terugkeer tot jullie Heer en dan zal Hij jullie inlichten over hetgeen waarover jullie van mening plachten te verschillen."

Transliteratie

Qul aghayra Allahi abghee rabban wahuwa rabbu kulli shayin wala taksibu kullu nafsin illa AAalayha wala taziru waziratun wizra okhra thumma ila rabbikum marjiAAukum fayunabbiokum bima kuntum feehi takhtalifoona

165
Hoofdstuk 6 : Vers 165

وَهُوَ ٱلَّذِى جَعَلَكُمْ خَلَـٰٓئِفَ ٱلْأَرْضِ وَرَفَعَ بَعْضَكُمْ فَوْقَ بَعْضٍ دَرَجَـٰتٍ لِّيَبْلُوَكُمْ فِى مَآ ءَاتَىٰكُمْ ۗ إِنَّ رَبَّكَ سَرِيعُ ٱلْعِقَابِ وَإِنَّهُۥ لَغَفُورٌ رَّحِيمٌۢ

En Hij is het Die jullie heeft aangesteld als gevolmachtigden op de aarde, Hij heeft een deel van jullie in rangen verheven boven anderen, om jullie te beproeven met wat Hij jullie heeft gegeven. Voorwaar, jouw Heer is snel in de bestraffing, en voorwaar, Hij is zeker Vergevensgezind, Meest Bamhartig.

Transliteratie

Wahuwa allathee jaAAalakum khalaifa alardi warafaAAa baAAdakum fawqa baAAdin darajatin liyabluwakum fee ma atakum inna rabbaka sareeAAu alAAiqabi wainnahu laghafoorun raheemun

Hoofdstuk 6

Alle lof zij Allah, Die de hemelen en de aarde schiep en Die de duisternissen en het licht maakte. Maar vervolgens kennen degenen die ongelovig aan hun Heer zijn (deelgenoten) toe. [1]

Hij is Degene Die jullie uit klei schiep en Hij heeft vervolgens een bepaalde tijd (voor de doden) vastgelegd. En een bepaalde tijd is er bij Hem (voor de opwekking). Toch twijfelen jullie. [2]

En Hij is Allah in de hemelen en op de aarde. Hij kent jullie geheim en (het) openlijke van jullie en Hij is Alwetend over wat jullie doen. [3]

En er komt geen Teken van de Tekenen van hun Heer tot hen of zij wenden zich daarvan af. [4]

Voorzeker. zij loochenden de Waarheid toen die tot hen kwam, maar spoedig zullen berichten hen bereiken over wat zij plachten te bespotten. [5]

Hebben zij niet gezien hoevelen Wij vernietigden van voor hen, gemeenschappen die Wij op aarde macht gegeven hadden, macht die Wij jullie niet gegeven hebben, en voor wie Wij uit de hemel harde regen gezonden hebben en die Wij rivieren die onder hen door stroomden brachten; maar Wij vernietigden hen vanwege hun zonden en Wij deden na hen andere gemeenschappen opstaan. [6]

En indien Wij aan jou (O Moehammad) een Boek op perkament hadden doen neerdalen, zodat zij het met hun handen hadden kunnen aanraken, zouden degenen die ongelovig zijn zeker gezegd hebben: "Dit is slechts duidelijke tovenarij." [7]

En zij (de ongelovigen) zeggen: "Waarom hebben zij geen Engel tot hem (Moehammad) doen neerdalen?" En indien Wij een Engel neergezonden hadden was de zaak zeker besloten en hadden zij geen uitstel meer gekregen. [8]

En als Wij een Engel gestuurd hadden, dan hadden Wij hem als een man gestuurd en Wij hadden hen laten twijfelen waarover zij reeds twijfelden. [9]

En de Boodschappers voor jou werden zeker bespot, maar degenen die hen belachelijk maakten werden door hetgeen waarmee zij de spot dreven (met straf) ornsingeld. [10]

Zeg (O Moehammad): "Reist op de aarde rond en zie dan hoe het einde was van de loochenaars." [11]

Zeg: "Aan wie behoort wat er in de hemelen en op de aarde is?" Zeg: "Aan Allah. Hij heeft Zichzelf de Barmhartigheid voorgeschreven, Hij zal jullie zeker bijeenbrengen op de Dag der Opstanding, waaraan geen twijfel is. Degenen die zichzelf verloren hebben: zij zijn het die niet geloven." [12]

En aan Hem behoort alles wat er in de nacht en de dag rust. En Hij is de Alhorende, de Alwetende. [13]

Zeg (O Moehammad): "Zal ik iemand anders dan Allah, de Schepper van de hemelen en de aarde, als Beschermer nemen? Hij is Degene Die voedt, maar Hij wordt niet gevoed." Zeg: "Voorwaar, ik ben geboden de eerste te zijn die zich (aan Allah) overgeeft." En behoor zeker niet tot de veelgodenaanbidders. [14]

Zeg: "Voorwaar, ik vrees, als ik mijn Heer ongehoorzaam ben, de bestrafring op de Geweldige Dag." [15]

Van wie op die Dag (de bestraffing) afgewend wordt, die heeft Hij dan waarlijk begenadigd. En dat is een duidelijke overwinning. [16]

Indien Allah jou met tegenspoed treft, dan kan niemand die weghalen, behalve Hij; en indien Hij jou met het goede treft: Hij is Almachtig over alle zaken. [17]

En Hij is de Meest Machtige boven Zijn dienaren en Hij is de Alwijze, de Alwetende. [18]

Zeg (O Moehammad): "Welke zaak vormt de grootste getuigenis?" Zeg: "Allah is Getuige over mij en jullie en deze Koran is aan mij geopenbaard om ermee jullie te vermanen en (ook) een ieder die erdoor bereikt wordt. Zouden jullie kunnen getuigen dat er naast Allah andere goden zijn?" Zeg: "Nee, (dat) getuig ik niet." Zeg: "Voorwaar, Hij is de Enige God; en voorwaar, ik ben onschuldig aan wat jullie aan deelgenoten toekennen." [19]

Degenen aan wie Wij de Schrift gegeven hebben, kennen hem (Moehmmad) zoals zij hun zonen kennen; degenen die zichzelf verloren hebben geloven niet. [20]

Wie is er onrechtvaardiger dan degene die een leugen tegen Allah verzonnen heeft of die Zijri Verzen loochende? Voorwaar, de onrechtplegers slagen niet. [21]

En op de Dag dat Wij hen allen bijeenbrengen, zullen Wij tegen degenen die deelgenoten toekennen zeggen: "Waar zijn de deelgenoten waarvan jullie (het bestaan) plachten te boweren? [22]

En dan zal er geen excuus voor hen zijn, dan te zeggen: "Bij Allah, onze Heer, wij waren geen veelgodenaanbidders." [23]

Zie hoe zij over zichzelf liegen en afgedwaald zijn van wat zij plachten te verzinnen. [24]

En onder hen zijn or die naar jou luisteren, maar Wij hebben over hun harten sluiers aangebracht zodat zij het (de Koran) niet begrijpen en in hun oren proppen. En indien zij ieder Teken zagen, zouden zij er niet in geloven, zelfs in die mate dat wanneer zij tot jou komen om met jou te redetwisten, degenen die ongelovig zijn zeggen: "Dit zijn slechts fabels van de ouden." [25]

En zij verbieden het en zij keren zich ervan af, maar zij vernietigen slechts zichzelf en zij beseffen het niet. [26]

En als jij (hen) kon zien wanneer zij bij de Hel geplaatst worden en zij dan zeggen: "Werden wij maar teruggebracht, dan zouden wij de Tekenen van onze Heer niet loochenen en zouden wij tot de gelovigen behoren." [27]

Zeker niet, er wordt voor hen zichtbaar wat zij vroeger plachten te verbergen. Als zij teruggebracht zouden worden, zouden zij weer herhalen wat hen verboden was en zij zijn zeker leugenaars. [28]

En zij zeggen: "Er is niets dan ons huidige leven en wij zullen niet opgewekt worden." [29]

En als jij (hen) kon zien wanneer zij voor hun Heer gebracht worden: Hij zal zeggen: "Is dit niet de Waarheid? zij zullen zeggen: "Zeker, bij onze Heer." Hij zal zeggen: "Proeft dan de bestraffing vanwege (wat) jullie plachten niet te geloven." [30]

Waarlijk verloren zijn degenen die de ontmoeting met Allah loochenen, totdat wanneer het Uur plotseling tot hen komt, zij zullen zeggen: "Wee ons voor wat wij in (onze levens) veronachtzaamden," en zij dragen hun zonden op hun ruggen. En weet: het is slecht wat zij dragen! [31]

En het wereldse leven is niets dan spel en vermaak. En het Huis van het Hiernamaals is beter voor degenen die (Allah) vrezen. Begrijpen jullie dan niet? [32]

Wij weten inderdaad (O Moehammad) dat jij treurt door degenen die (kwaad) spreken, en voorwaar, zij loochenen jou niet, maar het zijn de Verzen van Allah die de onrechtvaardigen ontkennen. [33]

En voorzeker, de Boodschappers van voor jou werden inderdaad geloochend en zij waren geduldig met het loochenen en de kwelling, totdat Onze hulp tot hen kwam. En er is niemand die de Woorden van Allah kan veranderen en voorzeker, er zijn al berichten over de Boodschappers tot jou gekomen. [34]

En als hun afkeer van jou zwaar voor jou is: als jij in staat zou zijn een grot in de aarde of een ladder naar de hemel te maken, zodat jij een Teken tot hen zou kunnen laten komen (doe het dan); en indien Allah het gewild zou hebben, zou Hij hen onder de Leiding verzamelen. Behoor daarom zeker niet tot de onwetenden. [35]

Voorwaar, alleen degenen die luisteren zullen gehoorzamen. En Allah zal de doden opwekken en vervolgens worden zij tot Hem teruggekeerd. [36]

En zij zeiden: "Waarom wordt er geen Teken (wonder) van zijn Heer tot hem gezonden?" Zeg (O Moehammad): "Allah is bij machte om een Teken neer te zenden, maar de meesten van hen begrijpen het niet." [37]

En er is geen levend wezen op aarde an geen vogel die met zijn vleugels vliegt, of het behoort tot gemeenschappen zoals die van jullie. En Wij hebben niets in het Boek veronachtzaamd en zij zullen allen bij hun Heer verzameld worden. [38]

Endegenen die Onze Tekenen loochenen zijn doof en stom in de duisternis: Allah laat dwalen wie Hij wil en Hij plaatst op de Rechte Weg wie Hij wil. [39]

Zeg (O Moehammad): "Wat vinden jullie, wanneer de bestraffing van Allah of het Uur tot jullie komt: zouden jullie je dan op iemand anders beroepen dan op Allah, indien jullie waarachtigen zijn?" [40]

Welnee, op Hem zouden jullie je beroepen en Hij zou hetgeen waarvoor jullie een beroep op Hem deden wegnemen, indien Hij zou willen. En jullie zouden vergeten wat jullie aan deelgenoten toegekend hebben. [41]

En voorzeker, Wij hebben inderdaad naar gemeenschappen van voot jou (Boodschappers) gestuurd en Wij hebben hen met tegenspoed en rampen getroffen. Hopelijk zullen zij nederig worden (tegenover Allah). [42]

En waarom zijn zij, toen Onze tegenspoed tot hen kwam, niet nederig geworden? Integendeel, hun harten werden zelfs hard en de Satan deed wat zij plachten te doen schoon schijnen. [43]

En toen zij vergaten waarmee zij gewaarschuwd waren, openden Wij voor hen vervolgens de poorten naar alle (aantrekkelijkc) zaken; zozeer dat, toen zij blij waren met wat hun geschonken was, Wij hen plotseling bestraften en zij daarop wanhopig werden. [44]

En vervolgens werd de laatste van het volk dat onrechtvaardig was vernietigd: alle lof zij Allah, Heer der Werelden. [45]

Zeg (O Moehammad): "Wat vinden jullie indien Allah jullie horen en jullie zien wegnam en jullie harten verzegelde: welke andere god dan Allah zou jullie die teruggeven? "En zie hoe Wij de Tekenen uitleggen en toch wenden zij zich af. [46]

Zeg: "Wat vinden jullie als de bestraffing van Allah tot jullie komt, plotseting of openlijk? Niemand dan het onrechtvaardige volk wordt vernietigd." [47]

Wij hebben de Boodschappers slechts als brengers van verheugende tijdingen gestuurd an (als) waarschuwers; dus wie gelooft en oprecht is: voor hem is er geen angst en zij zullen niet treuren. [48]

Maar degenen die de Tekenen van Ons loochenen: hen treft de bestraffing wegens de zware zonden die zij plachten te begaan. [49]

Zeg: "Ik zeg jullie niet dat de schatten ven Allah bij mij zijn en niet dat ik het verborgene ken, en ik zeg jullie niet dat ik een Engel ben: ik volg slechts wat aan mij geopenbaard wordt." Zeg: "Zijn de blinden en de zienden gelijk? Denken jullie dan niet na?" [50]

En waarschuw daarmee degenen dit vrezen dat zij tot hun Heer verzameld zullen worden: er is voor hen naast Hem geen Helper en geen Voorspreker. Hopelijk zullen zij (Allah) vrezen. [51]

En stuur degenen niet weg die in de ochtend en de avond hun Heer aanroepen en Zijn Aangezicht wensen. Jij bent in niets voor hen aansprakelijk en zij zijn in niets voor jou aansprakelijk, stuur jij hen dan weg: dan behoor jij tot de onrechtvaardigen. [52]

En zo hebben Wij sommigen van hen door anderen beproefd, opdat zij zouden zeggen: "Zijn zij dan, die Allah boven ons begunstigt?" Is het niet Allah die de dankbaren het beste kent? [53]

En wanneer degenen die in Onze Tekenen geloven tot jou komen, zeg dan: Salâmoen 'alaikoem (Vrede zij met jullie)." Jullie Heer heeft Zichzelf de Barmhartigheid voorgeschreven. Indien een van jullie uit onwetendheid slecht doet en dan daarna berouw heeft en zich betert: voorwaar, dan is Hij Vergeveinsgezind, Meest Barmhartig. [54]

En zo leggen Wij de Verzen uit. En opdat de weg van de zondaren duidelijk wordt. [55]

Zeg: "Voorwaar, ik ben verboden degenen te dienen die jullie buiten Allah aanbidden." Zeg: "Ik zal jullie begeerten niet volgen; ik zou dan dwalen en ik zou niet tot de rechtgeleiden behoren." [56]

Zeg (O Moehammad): "Voorwaar, ik berust mij op een duidelijk bewijs van mijn Heer en jullie loochenen bet, ik heb (geen macht) over wat jullie willen verhaasten. Voorwaar, het oordeel is alleen aan Allah, Hij verklaart de Waarheid en Hij is de Beste van de Oordelaars." [57]

Zeg. "Indien dat wat jullie verhaast willen binnen mijn macht lag, was de zaak tussen mij en jullie (al) beoordeeld, maar Allah kent de onrechtvaardigen beter." [58]

Hij bezit de schatten van het onwaarneembare en niemand kent die, behalve Hij. Hij weet wat er op de aarde is en in de zee; en er valt nog geen blad of Hij weet ervan; en er is geen graankorrel in de duisternissen van de aarde; en niets vers en niets droogs, of het is in een duidelijk Boek. [59]

Hij is degene die jullie (zielen) in de nacht wegneemt en Hij weet wat jullie gedurendede dag verricht hebben: Hij doet jullie or weer in ontwaken opdat een vastgestelde periode vervuld wordt, daarna is jullie terugkeer tot Hem. Hij zal jullie dan op de hoogte brengen van wat jullie plachten to doen. [60]

En Hij is de Krachtige, boven Zijn dienaren en hij stelt Wakers (Engelen) over jullie aan, zodat als een van jullie de dood bereikt de door ons gezondenen hem (zijn ziel) wegnemen en zij verzuimen niet. [61]

Dan worden zij tot Allah, hun ware Meester, teruggebracht Wed dat het Oordeel aan Hem is en Hij is het snelst van hen die afrekenen. [62]

Zeg (O Moehammad): "Wie redt jullie uit de duisternissen van het land en de zee terwijl jullie Hem in nederigheid en stilte auroepen: "Indien Hij ons van deze (gevaren) zou redden, zouden wij zeker tot de dankbaren behoren." [63]

Zeg: "Het is Allah Die jullie van deze (gevaren) redt en van alle moeilijkheden en toch kennen jullie deelgenoten toe (aan Allah)?" [64]

Zeg: "Hij is de Machthebber Die jullie bestraffingen zendt, van boven jullie vandaan of van onder jullie voeten, of Hij verwart jullie in (verschillende) groeperingen en laat sommigen van jullie de wraak van anderen proeven." Zie hoe Wij de Tekenen uitleggen. Hopelijk zullen zij het begrijpen. [65]

Maar jouw volk loochende ze, hoewel het de Waarheid is. Zeg: "Ik ben niet als verantwoordelijke over juille aangesteld." [66]

Voor ieder bericht is een bepaalde tijd en jullie zullen het spoedig weten. [67]

En wanneer jij degenen ziet die beledigend spreken over Onze Verzen, wend je dan van hen af, totdat zij over een ander onderwerp spreken. En indien de Satan het jou doet vergeten, zit dan niet, nadat de herinnering (tot jou komt), bij het onrechtvaardige volk. [68]

En degenen die (Allah) vrezen zijn in niets verantwoordelijk voor hun rekening, maar het is een vermaning. Hopelijk zullen zij (Allah) vrezen. [69]

En laat degenen met rust die hun godsdienst tot spel en vennaak nemen, het wereldse leven misleidt hen. Maar vermaant met (de Koran) opdat niemand weggevaagd wordt door wat zij verrichten: hij zal zich buiten Allah geen Helper en geen Voorspreker vinden. En al zou hij iedere losprijs aanbieden: het wordt niet van hem aanvaard. Zij zijn degenen die zichzelf wcgvagen door wat zij verrichten. Voor hen is er een drank van gloeiend water en een pijnlijke bestraffing: vanwege wat zij plachten niet te geloven. [70]

Zeg: "Roepen wij dat naast Allah aan dat ons geen goed kan doen en ons geen schade kan berokkenen, en keren wij op onze schreden terug nadat Allah ons geleid heeft? Zoals degene die door de Satans op aarde verdwaasd weggelokt is, terwijl hij metgezellen heeft die hem tot de Leiding oproepen: 'Kom tot ons!'" Zeg: "Voorwaar, Leiding van Allah is de (enige) Leiding en wij zijn bevolen ons te onderwerpen aan de Heer der Werelden. [71]

En de shalât te onderhouden en Hem te vrezen en Hij is Degene tot Wie jullie verzameld worden." [72]

Hij is Degene Die de hemelen on de aarde schiep met de Waarheid. En op de dag waarop Hij zegt 'Wees,' en het is: Zijn Woord is de Waarheid. Ham behoort de heerschappij op de Dag waarop op de bazuin geblazen wordt, Kenner van het onwaarneembare on het waarneembare en Hij is de Alwijze, de Alwetende. [73]

En (gedenkt) toen lbrahim tot zijn vader Azar zei: "Neem jij afgodsbeelden tot goden? Voorwaar, ik zie dat jij en jouw volk duidelijk in dwaling verkeren." [74]

En zo lieten Wij lbrahim het koninkrijk der hemelen en der aarde zien opdat hij tot de overtuigden zou behoren. [75]

En toen de nacht hem omhulde zag hij een ster, hij zei: "Dit is mijn Meet." Maar toen hij onderging, zei hij: "Ik hou niet van degenen die ondergaan." [76]

En toen hij de maan zag opkomen, zei hij: "Dit is mijn Heer." Maar toen hij onderging, zei hij: "'Tenzij mijn Heer mij leidt, zal ik zeker tot het dwelende volk behoren." [77]

Fn toen hij de zon zag opgaan zei hij: "Dit is mijin Heer, deze is groter." Maar toen zij onderging, zei hij: "O mijn volk: voorwaar, ik ben onschuldig aan wat jullie an deelgenoten (aan Allah) toekennen." [78]

"Voorwaar, ik heb mijn aangezicht gewend naar Hem die de hemelen en de aarde schiep, als Hanîf, en ik behoor niet tot de veelgodenaanbidders." [79]

En zijn volk redetwistte met hem, hij zei: "Redetwisten jullie met mij over Allah, terwijl Hij mij geleid heeft? Ik vrees niet wat jullie Hem aan deelgenoten toekennen, behalve als mijn Heer iets wil. Mijn Heer omvat alles met Zijn kennis, trekken jullie (hier) dan geen lering uit? [80]

En hoe zou ik wat jullie aan deelgenoten toekennen (kunnen) vrezen, terwijl jullie niet vrezen Allah deelgenoten toe te kennen, waartoe Hij jullie geen bewijs gezonden heeft? Welke van de twee groepen is veiliger? Indien jullie dat wisten?" [81]

Degenen die geloven en niet hun geloof met onrecht (afgoderij) mengen: zij zijn degenen die veiligheid toekomt en zij zijn de rechtgelieden. [82]

En dat was Ons argument dat Wij Ibrâhîm tegen zijn volk gaven, Wij verheffen met graden wie Wij willen: voorwaar, jouw Heer is Alwijs, Alwetend. [83]

En Wij schonken hem Ishaq en Ya'qoeb, allen leidden Wij, on ervoor leiden wij Noeh, en van zijn nageslacht Dawoed en Soelaiman en Ayyoeb en Yoesoef en Mocsa en Hârôen: en zo belonen Wij de weldoeners. [84]

En Zakariyya en Yahya en 'Isa en Ilyas: allen behoorden tot de oprechten. [85]

En Isma'îl en Al Yasa' en Yoenoes en Loeth: allen hebben Wij boven de werelden bevoorrecht. [86]

En van hun vaderen en hun nageslacht en hun broeders: Wij hebben hen verkozen en Wij leidden hen op een recht Pad. [87]

Dit is de Leiding van Allah, waarmee Hij van Zijn dienaren leidt wie Hij wil, maar als zij deelgenoten (aan Allah) toegekend hadden, was wat zij aan het doen waren vruchteloos geworden. [88]

Zij zijn degenen die Wij de Schrift en de Wijsheid en het Profeetschap gaven en indien zij er ongelovig aan zijn: waarlijk, Wij vertrouwen het toe aan een volk dat er niet ongelovig aan is. [89]

Zij zijn degenen die Allah Leiding gaf: volgt dus hun leiding. Zeg: "Ik vraag U er geen beloning voor, het is slechts een vermaning voor de werelden." [90]

En zij hebben Allah niet waarheidsgetrouw ingeschat, toen zij zeiden: "Allah heeft niets aan de mens doen neerdalen." Zeg (O Moehammad): "Wie zond de Schrift dan neer die tot Môesa kwam als een licht en als Leiding voor de mensen? Jullie maken er perkament van om te laten zien, maar jullie verbergen er veel (van). Er wordt jullie in geleerd wat jullie niet geleerd was, noch jullie vaderen." Zeg: "Allah (zond het neer)." En laat hen zich dan vermaken met hun ijdele praat. [91]

En dit is een Boek dat Wij neergezonden hebben, gezegend en bevestigend wat er (aan openbaringen) aan vooraf ging; om Oemmoelqoeri (Mekkah) mee te vermanen en om haar heen. En degenen die in het Hiernamaals geloven, geloven in (het Boek). En zij waken over hun shalât. [92]

En wie is er meer onrechtvaardig dan degene die een leugen tegen Allah heeft verzonnen, of zei: "Er is aan mij geopenbaard," terwijl er niets aan hem is geopenbaard, en wie zei: "Ik zal het gelijke laten neerdalen van wat Allah heeft laten nederdalen." En als jij zou kunnen zien hoe (het gaat met) de onrechtvaardigen in doodsstrijd en hoe de Engelen hun handen naar hen uitstrekken (terwijl zij zeggen): "Geeft jullie zielen op! Vandaag worden jullie beloont met de bestraffing van de schande vanwege wat jullie aan onwaarheid over Allah plachten te zeggen en vanwege wat jullie van Zijn Verzen hoogmoedig plachten te verwerpen." [93]

En voorzeker, jullie komen een voor een tot Ons, zoals Wij jullie de eerste keer schiepen, en jullie hebben wat Wij jullie schonken achter jullie ruggen gelaten. En Wij zien jullie voorsprekers, waarvan jullie veronderstelden dat zij deelgenoten (van Allah) waren niet bij jullie; een breuk tussen jullie (en hen) is er gemaakt, on weggedwaald van jullie is dat wat jullie plachten to beweren (te bestaan). [94]

Voorwaar, het is Allah Die de graankorrel en de dadelpit doet ontkiemen Hij doet het levende uit het dode voortkomen en Hij doet het dode uit het levende voortkomen. Het is waarlijk Allah: waarom laten jullie je afleiden (van de Waarheid)? [95]

(Hij) doet de dag aanbreken en Hij maakte de nacht tot een rusttijd en de zon en de maan voor het berekenen (van de tijd): dat is de vaststelling van de Almachtige, de Alwetende. [96]

En Hij is Degene Die de sterren voor jullie maakte, opdat jullie door de duisternissen van de aarde en de zee geleid worden. Waarlijk, Wij hebben de Tekenen uitgelegd aan een volk dat weet. [97]

En Hij is Degene Die jullie dood voortkomen uit één enkele ziel en daarna is er ten vaste verblijfplaats en een bewaarplaats. Waarlijk, Wij hebben de Tekenen uitgelegd aan een volk dit begrijpt. [98]

Hij is Degene Die water uit de hemel doet neerdalen en Wij laten daarmee allerlei soorten gewas voortkomen, waaruit Wij groenten laten voortkomen (en) waaruit Wij dikgepakt graan laten voortkomen en uit de dadelpalmen, uit de kolf ervan, laaghangende dadeltrossen; en tuinen met druivenstruiken en olijfbomen en granaatappelbomen, gelijksoortig en niet gelijksoortig. Beziet hun vruchten wanneer zij vrucht dragen en (beziet) hun rijping. Voorwaar, daarin zijn Tekenen voor een volk dat gelooft. [99]

En zij maakten de Djinn's tot deelgenoten van Allah, hoewel Hij hen schiep en zij hebben bij Hem zonder kennis zonen en dochters verzonnen. Heilig is Hij en Verheven is Hij boven wat zij beschrijven. [100]

Schepper van de hemelen en de aarde: hoe kan Hij een zoon hebben indien Hij geen metgezellin heeft? En Hij schiep alle dingen en Hij is Alwetend omtrent alles. [101]

Dat is Allah, jullie Heer! Er is geen god dan Hij, Schepper van alles: aanbidt Hein dus. En Hij is over alle zaken Toezichthouder. [102]

Geen blik kan Hem bereiken, maar Hij bereikt de blik (van iedereen); en Hij is de Zachtmoedige, de Alwetende. [103]

Waarlijk, tot jullie zijn zichtbar bewijzen gekomen van jullie Heer. Wie goed ziet: er is (een voordeel) voor hemzelf, en wie blind is: er is (een nadeel) voor hem, en ik (Moehammad) ben geen bewaker over jullie. [104]

En zo leggen Wij de Tekenen uit opdat zij zeggen: "Jij hebt (dit van iemand) geleerd." En opdat Wij liet verduidelijken aan een volk dat weet. [105]

Volg (O Moehammad) hetgeen jou van jouw Heer geopenbaard wordt er is geen god dan Hij. En wend je af van de veelgodenaanbidders. [106]

En indien Allah gewild had, hadden zij (Allah) geen deelgenoten toegekend, en Wij hebben jou (O Moehammad) niet als bewaker over hen aangesteld en jij bent geen voogd over hen. [107]

En bespot niet degenen die naast Allah (goden) aanroepen zodat zij niet Allah vijandig zonder kennis bespotten. Op deze wijze hebben Wij aan iedere gemeenschap hun werk mooi doen toeschijnen. Hierna is hun terugkeer tot hun Heer en Hij zal hen vertellen wat zij plachten le doen. [108]

En zij hebben bij Allah dure eden gezworen dat indien er een Teken tot hen zou komen, zij er zeker door zouden geloven. Zeg: "Voorzeker, alle Tekenen zijn bij Allah. En wat zal jullie doen weten, dat als er eenmaal (een Teken tot hen) kwam, zij niet zouden geloven." [109]

En Wij zullen hun harten en hun blikken omkeren, zoals zij er de eerste maal al niet in geloofden an Wij laten hen in hun dwaling rusteloos rondgaan. [110]

En al zouden Wij Engelen tot hen neergezonden hebben en zouden de doden tot hen gesproken hebben en zouden Wij alle zaken (die Moehammad's Profeetschap bewijzen) vóór hen verzameld hebben, dan nog zouden zij niet geloven, tenzij Allah het wilde, maar de meesten van hen zijn onwetend. [111]

En zo hebben Wij voor iedere Profeet een vijand gemaakt; Satans van onder de mensen en de Djinn's, zij fluisteren elkaar fraaie woorden in om (de mensen) te misleiden. En als jouw Heer het gewild had, dan zouden zij het niet hebben gedaan, laat hen daarom en wat zij verzinnen. [112]

Zodat de hanen van degenen die niet in het Hiernamaals geloven ertoe neigen en zodat zij er welbehagen aan hebben, en zodat zij verrichten wat zij (de Satans) verrichten. [113]

(Zeg, O Moehammad:) "Zal ik dan een andere Rechter dan Allah zoeken, terwijl Hij het is Die het Boek (de Koran) tot hen heeft neergezonden als een uiteenzetting?" En degenen aan wie Wij de Schrift hebben gegeven weten dat het een neerzending met de Waarheid van jouw Heer is. Behoor dus zeker niet tot de twijfelaars. [114]

En het Woord van jouw Heer is tot voltooiing gekomen in waarachtigheid en rechtvaardigheid. Niemand kan Zijn Woorden veranderen. En Hij is de Alhorende, de Alwetende. [115]

En als jij de meesten van hen die op aarde zijn volgt, dan zullen zij jou doen afdwalen van de Weg van Allah. Zij volgen slechts een vermoeden en zij vertellen slechts verzinsels. [116]

Voorwaar, jouw Heer, Hij weet het beste wie van Zijn Pad afdwaalt en Hij weet beter wie geleid worden. [117]

Eet dan van hetgeen waarover de Naam van Allah is uitgesproken (tijdens het slachten), als jullie in Zijn Verzen geloven. [118]

En wat is er met jullie, dat jullie niet eten van hetgeen waarover de Naam van Allah is uitgesproken, terwijl Hij jullie waarlijk heeft uiteengezet wat Hij jullie heeft verboden, behalve hetgeen waartoe jullie waren genoodzaakt. En voorwaar, de meesten doen (de mensen) zeker dwalen door hun begeerten, zonder kennis. Voorwaar, jouw Heer, Hij kent de overtreders beter. [119]

En laat de openlijke en de verborgen zonden achterwege. Voorwaar, degenen die zonden bepan zullen vergolden worden met hetgeen zij plachten te verrichten. [120]

En eet niet van hetgeen waarover (tijdens het slachten) de Naam van Allah niet is uitgesproken en voorwaar, dat is zeker een zware zonde. En voorwaar, de Satans fluisteren hun vrienden in om met jullie te redetwisten en als jullie hen gehoorzamen, dan zullen jullie zeker veelgodenaanbidders worden. [121]

En wie dood was, en die Wij daarna tot leven brachten en voor wie Wij een licht maakten, waarmee hij onder de mensen rondgaat, is hij te vergelijken met hem die in de duisternissen verkeert, waar bij nimmer uit kan komen? Zo wordt voor de gelovigen schoonschijnend gemaakt wat zij plachten w doen. [122]

En zo hebben Wij in elke stad haar grootste misdadigers geplaatst opdat zij er (hun kwade plannen) beramen. En zij beramen niet dan tegen zichzelf, terwijl zij het niet beseffen. [123]

En wanneer er een Teken tot hen komt, dan zeggen zei: "Wij zullen nooit geloven tot aan ons hetzelfde is gegeven als wat aan Allah's Boodschappers is gegeven." Allah weet beter waar Hij Zijn Boodschap brengt. Bij Allah zullen degenen die misdaden pleegden deden door kleinering en een strenge bestraffing getroffen worden vanwege wat zij aan kwaad plachten te beramen. [124]

En wie wil dat Allah hem leidt, diens borst verruimt Hij voor de Islam; en wie Hij wenst te doen dwalen, diens borst maakt hij nauw en beklemd alsof hij (op een hoge berg) naar de hemel klimt. Zo legt Allah de bestraffing op aan degenen die niet geloven. [125]

En dit is het Pad van jouw Heer, een recht (Pad). Waarlijk, Wij hebben Onze Verzen uiteengezet voor een volk dat zich laat vermanen. [126]

Voor hen is er Dâroessalâm (het Huis van de Vrede, het Paradijs) bij hun Heer. En Hij is hun Beschermer wegens wat zij plachten te doen. [127]

En op de Dag waarop Hij allen bijéén zal brengen (zal Hij zeggen:) "O Bemeenschap van Djinn's, jullie hebben velen van onder de mensen misleid." En hun bondgenoten van onder de mensen zullen zeggen: "Onze Heer, wij hebben van elkaars diensten gebruik gemaakt, en wij hebben de termijn bereikt die U voor ons had gesteld." Hij (Allah) zal zeggen: "De Hel is jullie bestemming, eeuwig levenden zijn jullie daarin, tenzij Allah (anders) wil." Voorwaar, jouw geer is Alwijs, Alwetend. [128]

Zo maken Wij de onrechtplegers tot elkaars bondgenoten wegens wat zij plachten te verrichten. [129]

"O gemeenschap van djinn's en mensen. zijn er uit jullie midden geen gezanten tot jullie gekomen die jullie Mijn Verzen bekendmaakten en die jullie waarschuwden voor de ontmoeting met deze Dag van jullie?"' Zij zullen zeggen: "Wij getuigen tegen onszelf." Het wereldse leven heeft hen misleid en zij getuigen tegen zichzelf dat zij ongelovigen plachten te zijn. [130]

Der is omdat jouw Heer nimmer de steden onrechtvaardig vernietigt en de bewoners ervan zijn achtelozen. [131]

En voor een ieder zijn er graden naar wat zij gedaan hebben. En jouw Heer is niet onachtzaam aangaande wat zij deden. [132]

En jouw Heer is de Behoefteloze, de Bezitter van Barmhartigheid. Als Hij wil, dan vaagt Hij jullie weg en stelt Hij na jullie als opvolgers aan wie Hij wil, zoals Hij jullie heeft voortgebracht uit het nageslacht van een ander volk. [133]

Voorwaar, wat jullie is aangezegd zal zeker komen, en jullie zullen het niet (kunnen) tegenhouden. [134]

Zeg (O Moehammad): "O mijn volk, werkt naar jullie vermogen. Voorwaar, ik ben een werker en later zullen jullie weten voor wie de uiteindelijka opbrengst (in het Hiernamaals gunstig) is. Voorwaar, de onrechtplegers zullen niet welslagen." [135]

En zij hebben Allah een deel toebedacht van wat Hij heeft voortgebracht aan gewassen en vee en zij zeiden: "Dit is voor Allah," volgens hun bewering, "en dit is voor onze afgoden." Wat dan voor hun afgoden is, dat bereikt niet Allah; en wat voor Allah is, dat bereikt wel hun afgoden. Slecht is het wat zij oordelen, [136]

En zo deden hun leiders het doden van hun kinderen voor velen van de veelgodenaanbidders mooi toeschijnen, om hen te vernietigen en om hun godsdienst (met valsheid) te mengen. En als Allah het gewild had, dan hadden zij het niet gedaan. Laat hen en wat zij verzinnen dus! [137]

En zij zeiden: "Dit vee an (deze) gewassen zijn voorbehouden, niemand eet er van, behalve wit wij willen," zo beweren zij, "en er is vee waarvan hun ruggen verboden zijn (om op te rijden), en vee waarover de Naam van Allah niet uitgesproken is," als een verzinsel over Hem. Hij zal hen vergelden vanwege wat zij plachten te verzinnen. [138]

En zij zeiden: "Wat zich in de buiken van dit vee bevindt is voorbehouden aan onze mannen en verboden voor onze vrouwen." En wanneer het doodgeboren is, dan zijn zij (do mannen en de vrouwen) en deelgenoten in. Hij (Allah) zal hun beschrijving vergelden. Voorwaar, Hij is Alwijs, Alwetend. [139]

Waarlijk, degenen die hun kinderen hebben gedood uit dwaasheid, zonder kennis, hebben een groot verlies geleden, en zij verklaarden voor verboden wat Allah hun aan voorzieningen heeft geschonken, als een verzinsel over Allah. Waarlijk, zij dwaalden en zij plachten niet geleid te worden. [140]

En Hij is Degene Die tuinen heeft voortgebracht, gestuttc en niet gestutte, en dadelpalmen en gewassen met verschillende vruchten, en olijfbomen en granaatappelbomen, gelijkend en niet gelijkend. Eet van hun vruchten wanneer zij vrucht geven, en geeft er het rechtmatige deal (de zakât) van op de dag van hun oogst. En overdrijft niet. Voorwaar, Hij houdt niet van de buitensporigen. [141]

En (Hij maakte) onder het vee rijdieren en slachtdiejren. Eet van dat waar Allah jullie mee voorzien heeft, en volgt niet de voetstappen van de Satan. Voorwaar, hij is voor jullie een duidelijke vijand. [142]

Acht, in paren: van de schapen een koppcl en van de geiten een koppel. Zeg (O Moehammad): "Heeft Hij de twee mannelijke dieren verboden of de twee vrouwelijke, of wat de schoten van de vrouwelijke dieren bevatten? Licht mij in op grond van kennis indien jullie waarachtigen zijn." [143]

En van de kamelen een koppel en van de koei en een koppel. Zeg: "Heeft Hij de twee mannelijke dieren verboden of de twee vrouwelijke, of wat de schoten van de vrouwelijke dieren bevatten? Of waren jullie getuigen toen Allah dit voor jullie bepaalde? Wie is er dan onrechtvaardiger dan degene die een leugen over Allah verzint om de mensen te doen dwalen, zonder kennis." Voorwaar, Allah leidt het onrechtplegende volk niet. [144]

Zeg: "Ik vind in wat aan mij is geopenbaard geen verbod dat een eter iets eet, behalve wanneer het een kadaver dier is, of stromend bloed of vakensvlees. Want voorwaar, het is onrein, of zwaar zondig waarover iets anders dan de Naam van Allah is uitgesproken. Wie dan door nood gedwongen is (daarvan te eten), zonder dat hij het wenst en zonder dat hij overdrijft: voorwaar, dan is jouw Heer Vergevensgezind, Meest Barmhartig. [145]

En voor de Joden verboden Wij alle (dieren) met (ongesplitste) hoeven. En van de koeien en de schapen verboden Wij voor hen hun vet, behalve wat hun ruggen dragen, het vet van de ingewanden en het vet dat aan het bot is vergroeid. Zo vergolden Wij hun vanwege hun begerigheid. En voorwaar, Wij zijn zeker waarachtig. [146]

Als zij jou dan loochenen, zeg dan: "Jullie Heer is de Bezitter van Alomvattende Barmhartigheid, maar Zijn geweld kan niet worden afgewend van het misdadige volk." [147]

Degenen die deelgenoten (aan Allah) toekenden, zullen zeggen: "Als Allah het had gewild, dan hadden wij geen deelgenoten (aan Allah) toegekend en evenmin onze vaderen, en hadden wij niet (dat wat toegestaan was) verboden verklaard." Zo loochenden zij ook degenen vóór hen (de Boodschappers), totdat zij Ons geweld proefden. Zeg: "Hebben jullie kennis? Brengt het dan naar buiten voor Ons. Jullie volgen slechts vermoedens en jullie liegen slechts." [148]

Zeg: "Maar Allah heeft het doeltreffende argument. Als Hij het dan had gewild, dan had Hij jullie allen geleid." [149]

Zeg (O Moehammad): "Komt met jullie getuigen die kunnen getuigen dat Allah dat verboden heeft verklaard." Als zij dan getuigen, getuig dan niet met hen. En volg niet de begeerten van degenen die Onze Verzen loochenen, en evenmin degenen die niet in het Hiernamaals geloven, terwijl zij deelgenoten toekennen aan hun Heer. [150]

Zeg: "Komt, ik zal voorlezen wat jullie Heer jullie verboden heeft verklaard: dat jullie iets als deelgenoot aan Hem toekennen. Weest goed voor jullie ouders, en doodt niet jullie kinderen uit (angst voor) armoede. Wij schenken voorzieningen aan jullie en aan hen. En nadert niet de zedeloosheid, de openlijke noch de verborgene, en doodt niet de ziel die Allah verboden heeft verklaard, tenzij volgens het recht. Dat is wat Hij jullie heeft opgedragen, hopelijk zullen jullie begrijpen. [151]

En nadert het bezit van de wees niet, tenzij op ten wijze die meet voordeel (aan de wees) geeft, totdat hij de volwassenheid bereikt. En geeft de volle maat en vult de weegschaal met het gelijke gewicht. Wij (Allah) belasten niemand dan volgens zijn vermogen. En wanneer jullie rechtspreken, weest dan rechtvaardig, ook al betreft het een verwant. En vervult het verbond met Allah. Dat is wat Hij jullie heeft opdragen, hopelijk zullen jullie je laten vermanen. [152]

En dat dit Mijn Pad is, een recht Pad, volgt het dan, en volgt geen (andere) paden, want die zullen jullie doen afsplitsen van Zijn Pad. Dat is wat Hij jullie heeft opgedragen, hopelijk zullen jullie (Allah) vrezen." [153]

Toen pven wij Môesa de Schrift (de Taurât), ter vervolmaking (van de gunst) voor degene die het goede verrichtte en als een uiteenzetting voor alle dingen en leiding en Barmhartigheid. Hopelijk zullen zij in de ontmoeting met hun Heer geloven. [154]

En dit is een Boek dat Wij hebben neergezonden als een zegen, volgt het daarom on vreest (Allah), hopelijk zullen jullie begenadigd worden. [155]

Opdat zij geen argument zullen hebben om te zeggen: "De Schrift is slechts neergezonden aan de twee groepen (de Joden en Christenen) vóór ons, en wij hebben zeker geen acht geslagen op hun leringen." [156]

Of dat zij zeggen: "Als de Schrift aan ons was neergezonden, dan zouden wij zeker rechter geleid zijn dan zij." En nu is er dan voorzeker een duidelijk bewijs van jullee Heer tot jullie gekomen, en leiding en Barmhartightid. En wie is er onrechtvaardiger dan wie de Verzen van Allah loochent en zich ervan ofkeert. Wij zullen degenen die zich van Onze Verzen afkeerden vergelden met de ergste bestraffing omdat zij zich plachten af to keren. [157]

Zij wachten slechts tot dat de Engelen tot hen komen of dat (de bestraffing) jouw Heer tot hen komt of dat een aantal van de Tekenen van jouw Heer komt. Op de Dag dat een deel van de Tekenen van jouw Heer komt, zal het geloof van iemand niets baten wanneer hij daarvóór niet geloofde of niets goeds verrichtte toen hij geloofde. Zeg (O Moehammad): "Wachten jullie, voorwaar, Wij zijn (ook) wachtenden." [158]

Voorwaar, degenen die hun godsdienst opsplitsten on tot partijen werden, jij (Moehammad) bent in niets verantwoordelijk voor hen, hun kwestie rust slechts bij Allah, Vervolgens zal Hij hun berichten over wat zij plachten te doen. [159]

Wie met een pede (daad) komt; voor hem is er (een beloning) als van tien daarvan; en wie met een slechte (daad) komt, dit wordt dan slechts vergolden met het gelijke, en hun zal geen onrecht worden amgedaan. [160]

Zeg (O Moehammad): "Voorwaar, Mijn Heer heeft mij op een reht Pad geleid, de ware godsdienst, de godsdienst van Ibrâhîm, de Hanîf, en hij behoorde niet tot de veelgodenaanbidders." [161]

Zeg: "Voorwaar, mijn shalât, mijn aanbidding, mijn leven en mijn sterven zijn opgedragen aan Allah, Heer der Werelden. [162]

Hij heeft geen deelgenoten, en dat is mij bevolen (te verkondigen). En ik ben de eerste van de Moslims." [163]

Zeg: "Zal ik een andere Heer dan Allah zoeken, terwijl Hij de Heer van alle zaken is?" En niemand bedrijft iets of het rust op hemzelf en geen enkele drager draagt de last van een ander. Daarna is jullie terugkeer tot jullie Heer en dan zal Hij jullie inlichten over hetgeen waarover jullie van mening plachten te verschillen." [164]

En Hij is het Die jullie heeft aangesteld als gevolmachtigden op de aarde, Hij heeft een deel van jullie in rangen verheven boven anderen, om jullie te beproeven met wat Hij jullie heeft gegeven. Voorwaar, jouw Heer is snel in de bestraffing, en voorwaar, Hij is zeker Vergevensgezind, Meest Bamhartig. [165]