البينة

Het (duidelijke) Bewijs

Al-Bayyinah

Hoofdstuk: 98
Verzen: 8

Vertaler: Sofian S. Siregar

Taal: Nederlands

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ

In naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle

1
Hoofdstuk 98 : Vers 1

لَمْ يَكُنِ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ مِنْ أَهْلِ ٱلْكِتَـٰبِ وَٱلْمُشْرِكِينَ مُنفَكِّينَ حَتَّىٰ تَأْتِيَهُمُ ٱلْبَيِّنَةُ

De ongelovigen onder de Lieden van de Schrift en de veelgodenaanbidders houden niet op (ongelovig te zijn) tot er een duidelijk bewijs tot hen komt.

Transliteratie

Lam yakuni allatheena kafaroo min ahli alkitabi waalmushrikeena munfakkeena hatta tatiyahumu albayyinatu

2
Hoofdstuk 98 : Vers 2

رَسُولٌ مِّنَ ٱللَّهِ يَتْلُوا۟ صُحُفًا مُّطَهَّرَةً

Een Boodschapper van Allah die gereinigde bladen voordraagt.

Transliteratie

Rasoolun mina Allahi yatloo suhufan mutahharatan

3
Hoofdstuk 98 : Vers 3

فِيهَا كُتُبٌ قَيِّمَةٌ

Waarin rechtzinnige boeken (de Koran) zijn.

Transliteratie

Feeha kutubun qayyimatun

4
Hoofdstuk 98 : Vers 4

وَمَا تَفَرَّقَ ٱلَّذِينَ أُوتُوا۟ ٱلْكِتَـٰبَ إِلَّا مِنۢ بَعْدِ مَا جَآءَتْهُمُ ٱلْبَيِّنَةُ

En degenen aan wie het Boek is gegeven splitsten zich pas op nadat het duidelijke bewijs tot hen gekomen was.

Transliteratie

Wama tafarraqa allatheena ootoo alkitaba illa min baAAdi ma jaathumu albayyinatu

5
Hoofdstuk 98 : Vers 5

وَمَآ أُمِرُوٓا۟ إِلَّا لِيَعْبُدُوا۟ ٱللَّهَ مُخْلِصِينَ لَهُ ٱلدِّينَ حُنَفَآءَ وَيُقِيمُوا۟ ٱلصَّلَوٰةَ وَيُؤْتُوا۟ ٱلزَّكَوٰةَ ۚ وَذَٰلِكَ دِينُ ٱلْقَيِّمَةِ

Zij werden niets anders bevolen dan Allah met zuivere aanbidding te aanbidden, als Hoenafâ. En (ook) de shalât te verrichten en de zakât te geven en dat is de rechte godsdienst.

Transliteratie

Wama omiroo illa liyaAAbudoo Allaha mukhliseena lahu alddeena hunafaa wayuqeemoo alssalata wayutoo alzzakata wathalika deenu alqayyimati

6
Hoofdstuk 98 : Vers 6

إِنَّ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ مِنْ أَهْلِ ٱلْكِتَـٰبِ وَٱلْمُشْرِكِينَ فِى نَارِ جَهَنَّمَ خَـٰلِدِينَ فِيهَآ ۚ أُو۟لَـٰٓئِكَ هُمْ شَرُّ ٱلْبَرِيَّةِ

Voorwaar, degenen die ongelovig zijn onder de Lieden van de Schrift en de veelgodenaanbidders zullen in het vuur van de Hel eeuwig levenden zijn. Zij zijn degenen die de slechtste schepsels zijn.

Transliteratie

Inna allatheena kafaroo min ahli alkitabi waalmushrikeena fee nari jahannama khalideena feeha olaika hum sharru albariyyati

7
Hoofdstuk 98 : Vers 7

إِنَّ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّـٰلِحَـٰتِ أُو۟لَـٰٓئِكَ هُمْ خَيْرُ ٱلْبَرِيَّةِ

Voorwaar, degenen die geloven en goede werken verrichten, zij zijn degenen die de beste schepselen zijn.

Transliteratie

Inna allatheena amanoo waAAamiloo alssalihati olaika hum khayru albariyyati

8
Hoofdstuk 98 : Vers 8

جَزَآؤُهُمْ عِندَ رَبِّهِمْ جَنَّـٰتُ عَدْنٍ تَجْرِى مِن تَحْتِهَا ٱلْأَنْهَـٰرُ خَـٰلِدِينَ فِيهَآ أَبَدًا ۖ رَّضِىَ ٱللَّهُ عَنْهُمْ وَرَضُوا۟ عَنْهُ ۚ ذَٰلِكَ لِمَنْ خَشِىَ رَبَّهُۥ

Hun beloningen bij hun Heer zijn de Tuinen van 'Adn (het Paradijs), waar de rivieren onder door stromen, zij zijn eeuwig levenden daarin, voor altijd. Allah is met hen behaagd en zij zijn met Hem behaagd. Dat is voor wie zijn Heer vreest.

Transliteratie

Jazaohum AAinda rabbihim jannatu AAadnin tajree min tahtiha alanharu khalideena feeha abadan radiya Allahu AAanhum waradoo AAanhu thalika liman khashiya rabbahu

Hoofdstuk 98

De ongelovigen onder de Lieden van de Schrift en de veelgodenaanbidders houden niet op (ongelovig te zijn) tot er een duidelijk bewijs tot hen komt. [1]

Een Boodschapper van Allah die gereinigde bladen voordraagt. [2]

Waarin rechtzinnige boeken (de Koran) zijn. [3]

En degenen aan wie het Boek is gegeven splitsten zich pas op nadat het duidelijke bewijs tot hen gekomen was. [4]

Zij werden niets anders bevolen dan Allah met zuivere aanbidding te aanbidden, als Hoenafâ. En (ook) de shalât te verrichten en de zakât te geven en dat is de rechte godsdienst. [5]

Voorwaar, degenen die ongelovig zijn onder de Lieden van de Schrift en de veelgodenaanbidders zullen in het vuur van de Hel eeuwig levenden zijn. Zij zijn degenen die de slechtste schepsels zijn. [6]

Voorwaar, degenen die geloven en goede werken verrichten, zij zijn degenen die de beste schepselen zijn. [7]

Hun beloningen bij hun Heer zijn de Tuinen van 'Adn (het Paradijs), waar de rivieren onder door stromen, zij zijn eeuwig levenden daarin, voor altijd. Allah is met hen behaagd en zij zijn met Hem behaagd. Dat is voor wie zijn Heer vreest. [8]