المؤمنون

De Gelovigen

Al-Muʾminūn

Hoofdstuk: 23
Verzen: 118

Vertaler: Sofian S. Siregar

Taal: Nederlands

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ

In naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle

1
Hoofdstuk 23 : Vers 1

قَدْ أَفْلَحَ ٱلْمُؤْمِنُونَ

Waarlijk, de gelovigen slagen.

Transliteratie

Qad aflaha almuminoona

2
Hoofdstuk 23 : Vers 2

ٱلَّذِينَ هُمْ فِى صَلَاتِهِمْ خَـٰشِعُونَ

Degenen die nederig zijn in hun shalât.

Transliteratie

Allatheena hum fee salatihim khashiAAoona

3
Hoofdstuk 23 : Vers 3

وَٱلَّذِينَ هُمْ عَنِ ٱللَّغْوِ مُعْرِضُونَ

En degenen die nutteloos gepraat vemijden.

Transliteratie

Waallatheena hum AAani allaghwi muAAridoona

4
Hoofdstuk 23 : Vers 4

وَٱلَّذِينَ هُمْ لِلزَّكَوٰةِ فَـٰعِلُونَ

En degenen die hun plicht tot zakât nakomen.

Transliteratie

Waallatheena hum lilzzakati faAAiloona

5
Hoofdstuk 23 : Vers 5

وَٱلَّذِينَ هُمْ لِفُرُوجِهِمْ حَـٰفِظُونَ

En degenen die hun kuisheid bewaken.

Transliteratie

Waallatheena hum lifuroojihim hafithoona

6
Hoofdstuk 23 : Vers 6

إِلَّا عَلَىٰٓ أَزْوَٰجِهِمْ أَوْ مَا مَلَكَتْ أَيْمَـٰنُهُمْ فَإِنَّهُمْ غَيْرُ مَلُومِينَ

Behalve tegenover hun echtgenotes en hun slavinnen, dan worden zij niet verweten.

Transliteratie

Illa AAala azwajihim aw ma malakat aymanuhum fainnahum ghayru maloomeena

7
Hoofdstuk 23 : Vers 7

فَمَنِ ٱبْتَغَىٰ وَرَآءَ ذَٰلِكَ فَأُو۟لَـٰٓئِكَ هُمُ ٱلْعَادُونَ

Maar wie meer dan dat wensen: zij zijn degenen die de overtreders zijn.

Transliteratie

Famani ibtagha waraa thalika faolaika humu alAAadoona

8
Hoofdstuk 23 : Vers 8

وَٱلَّذِينَ هُمْ لِأَمَـٰنَـٰتِهِمْ وَعَهْدِهِمْ رَٰعُونَ

En degenen die goed zorgen voor wat hen is toevertrouwd en voor hun beloften.

Transliteratie

Waallatheena hum liamanatihim waAAahdihim raAAoona

9
Hoofdstuk 23 : Vers 9

وَٱلَّذِينَ هُمْ عَلَىٰ صَلَوَٰتِهِمْ يُحَافِظُونَ

En degenen die hun shalât onderhouden.

Transliteratie

Waallatheena hum AAala salawatihim yuhafithoona

10
Hoofdstuk 23 : Vers 10

أُو۟لَـٰٓئِكَ هُمُ ٱلْوَٰرِثُونَ

Zij zijn degenen die de erfgenamen zijn

Transliteratie

Olaika humu alwarithoona

11
Hoofdstuk 23 : Vers 11

ٱلَّذِينَ يَرِثُونَ ٱلْفِرْدَوْسَ هُمْ فِيهَا خَـٰلِدُونَ

Degenen die Firdaus (het Paradijs) zullen erven, zij zijn daarin eeuwig levenden.

Transliteratie

Allatheena yarithoona alfirdawsa hum feeha khalidoona

12
Hoofdstuk 23 : Vers 12

وَلَقَدْ خَلَقْنَا ٱلْإِنسَـٰنَ مِن سُلَـٰلَةٍ مِّن طِينٍ

En voorzeker, Wij hebben de mens uit een uittreksel van klei geschapen.

Transliteratie

Walaqad khalaqna alinsana min sulalatin min teenin

13
Hoofdstuk 23 : Vers 13

ثُمَّ جَعَلْنَـٰهُ نُطْفَةً فِى قَرَارٍ مَّكِينٍ

Vervolgens maakten Wij hem tot een druppel in een stevige bewaarplaats.

Transliteratie

Thumma jaAAalnahu nutfatan fee qararin makeenin

14
Hoofdstuk 23 : Vers 14

ثُمَّ خَلَقْنَا ٱلنُّطْفَةَ عَلَقَةً فَخَلَقْنَا ٱلْعَلَقَةَ مُضْغَةً فَخَلَقْنَا ٱلْمُضْغَةَ عِظَـٰمًا فَكَسَوْنَا ٱلْعِظَـٰمَ لَحْمًا ثُمَّ أَنشَأْنَـٰهُ خَلْقًا ءَاخَرَ ۚ فَتَبَارَكَ ٱللَّهُ أَحْسَنُ ٱلْخَـٰلِقِينَ

Vervolgens schiepen Wij de druppel tot een bloedklonter, toen vormden Wij de bloedklonter tot een vleesklomp, waarna Wij de vleesklomp voorzagen van beenderen, die Wij vervolgens met vlees bekleedden. Later scheppen Wij een andere schepping. Gezegend is daarom Allah, de Beste der Scheppers.

Transliteratie

Thumma khalaqna alnnutfata AAalaqatan fakhalaqna alAAalaqata mudghatan fakhalaqna almudghata AAithaman fakasawna alAAithama lahman thumma anshanahu khalqan akhara fatabaraka Allahu ahsanu alkhaliqeena

15
Hoofdstuk 23 : Vers 15

ثُمَّ إِنَّكُم بَعْدَ ذَٰلِكَ لَمَيِّتُونَ

Vervolgens zullen jullie zeker daarna sterven.

Transliteratie

Thumma innakum baAAda thalika lamayyitoona

16
Hoofdstuk 23 : Vers 16

ثُمَّ إِنَّكُمْ يَوْمَ ٱلْقِيَـٰمَةِ تُبْعَثُونَ

Daarna zullen jullie op de Dag der Opstanding worden opgewekt.

Transliteratie

Thumma innakum yawma alqiyamati tubAAathoona

17
Hoofdstuk 23 : Vers 17

وَلَقَدْ خَلَقْنَا فَوْقَكُمْ سَبْعَ طَرَآئِقَ وَمَا كُنَّا عَنِ ٱلْخَلْقِ غَـٰفِلِينَ

En voorzeker, Wij schiepen boven jullie zeven hemelen en Wij veronachtzamen de schepping niet

Transliteratie

Walaqad khalaqna fawqakum sabAAa taraiqa wama kunna AAani alkhalqi ghafileena

18
Hoofdstuk 23 : Vers 18

وَأَنزَلْنَا مِنَ ٱلسَّمَآءِ مَآءًۢ بِقَدَرٍ فَأَسْكَنَّـٰهُ فِى ٱلْأَرْضِ ۖ وَإِنَّا عَلَىٰ ذَهَابٍۭ بِهِۦ لَقَـٰدِرُونَ

En Wij stuurden een afgepaste hoeveelheid water neer waarna Wij het blijvend in de grond vasthouden. En voorwaar, Wij zijn in staat het weer weg te nemen.

Transliteratie

Waanzalna mina alssamai maan biqadarin faaskannahu fee alardi wainna AAala thahabin bihi laqadiroona

19
Hoofdstuk 23 : Vers 19

فَأَنشَأْنَا لَكُم بِهِۦ جَنَّـٰتٍ مِّن نَّخِيلٍ وَأَعْنَـٰبٍ لَّكُمْ فِيهَا فَوَٰكِهُ كَثِيرَةٌ وَمِنْهَا تَأْكُلُونَ

Toen legden Wij daarmee voor jullie tuinen met palmen en druivenstruiken aan, met daaraan veel vruchten. En jullie eten daarvan.

Transliteratie

Faanshana lakum bihi jannatin min nakheelin waaAAnabin lakum feeha fawakihu katheeratun waminha takuloona

20
Hoofdstuk 23 : Vers 20

وَشَجَرَةً تَخْرُجُ مِن طُورِ سَيْنَآءَ تَنۢبُتُ بِٱلدُّهْنِ وَصِبْغٍ لِّلْـَٔاكِلِينَ

En (van) een boom die groeit op de berg Sinaî. die olie en een gerecht voor hen die eten levert.

Transliteratie

Washajaratan takhruju min toori saynaa tanbutu bialdduhni wasibghin lilakileena

21
Hoofdstuk 23 : Vers 21

وَإِنَّ لَكُمْ فِى ٱلْأَنْعَـٰمِ لَعِبْرَةً ۖ نُّسْقِيكُم مِّمَّا فِى بُطُونِهَا وَلَكُمْ فِيهَا مَنَـٰفِعُ كَثِيرَةٌ وَمِنْهَا تَأْكُلُونَ

En voorwaar, in het vee is een lering voor jullie. Wij geven jullie te drinken uit hun buiken en voor jullie zijn daarin vele nuttige zaken en jullie eten daarvan.

Transliteratie

Wainna lakum fee alanAAami laAAibratan nusqeekum mimma fee butooniha walakum feeha manafiAAu katheeratun waminha takuloona

22
Hoofdstuk 23 : Vers 22

وَعَلَيْهَا وَعَلَى ٱلْفُلْكِ تُحْمَلُونَ

Op hen en op de schepen worden jullie vervoerd.

Transliteratie

WaAAalayha waAAala alfulki tuhmaloona

23
Hoofdstuk 23 : Vers 23

وَلَقَدْ أَرْسَلْنَا نُوحًا إِلَىٰ قَوْمِهِۦ فَقَالَ يَـٰقَوْمِ ٱعْبُدُوا۟ ٱللَّهَ مَا لَكُم مِّنْ إِلَـٰهٍ غَيْرُهُۥٓ ۖ أَفَلَا تَتَّقُونَ

En voorzeker, Wij hebben Nôeh tot zijn volk gezonden. Toen zei hij: "O mijn volk, aanbidt Allah, er is geen andere god voor jullie dan Hij. Waarom vrezen jullie (Allah) niet?"

Transliteratie

Walaqad arsalna noohan ila qawmihi faqala ya qawmi oAAbudoo Allaha ma lakum min ilahin ghayruhu afala tattaqoona

24
Hoofdstuk 23 : Vers 24

فَقَالَ ٱلْمَلَؤُا۟ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ مِن قَوْمِهِۦ مَا هَـٰذَآ إِلَّا بَشَرٌ مِّثْلُكُمْ يُرِيدُ أَن يَتَفَضَّلَ عَلَيْكُمْ وَلَوْ شَآءَ ٱللَّهُ لَأَنزَلَ مَلَـٰٓئِكَةً مَّا سَمِعْنَا بِهَـٰذَا فِىٓ ءَابَآئِنَا ٱلْأَوَّلِينَ

Toen zeiden de vooraanstanden, die niet geloofden, van zijn volk: "Deze (man) is slechts een mens zoals jullie. Hij wenst uit te blinken boven jullie. En als Allah het gewild had, zou Hij Engelen hebben gestuurd. Wij hebben hierover van onze voorouders nog nooit gehoord.

Transliteratie

Faqala almalao allatheena kafaroo min qawmihi ma hatha illa basharun mithlukum yureedu an yatafaddala AAalaykum walaw shaa Allahu laanzala malaikatan ma samiAAna bihatha fee abaina alawwaleena

25
Hoofdstuk 23 : Vers 25

إِنْ هُوَ إِلَّا رَجُلٌۢ بِهِۦ جِنَّةٌ فَتَرَبَّصُوا۟ بِهِۦ حَتَّىٰ حِينٍ

Hij is slechts een man die bezeten is, wacht daarom op hem tot een bepaald moment."

Transliteratie

In huwa illa rajulun bihi jinnatun fatarabbasoo bihi hatta heenin

26
Hoofdstuk 23 : Vers 26

قَالَ رَبِّ ٱنصُرْنِى بِمَا كَذَّبُونِ

Hij (Nôeh) zei: "O mijn Heer, help mij vanwege wat zij loochenen."

Transliteratie

Qala rabbi onsurnee bima kaththabooni

27
Hoofdstuk 23 : Vers 27

فَأَوْحَيْنَآ إِلَيْهِ أَنِ ٱصْنَعِ ٱلْفُلْكَ بِأَعْيُنِنَا وَوَحْيِنَا فَإِذَا جَآءَ أَمْرُنَا وَفَارَ ٱلتَّنُّورُ ۙ فَٱسْلُكْ فِيهَا مِن كُلٍّ زَوْجَيْنِ ٱثْنَيْنِ وَأَهْلَكَ إِلَّا مَن سَبَقَ عَلَيْهِ ٱلْقَوْلُ مِنْهُمْ ۖ وَلَا تُخَـٰطِبْنِى فِى ٱلَّذِينَ ظَلَمُوٓا۟ ۖ إِنَّهُم مُّغْرَقُونَ

Toen openbaarden Wij aan hem: "Bouw onder Ons toezicht en (volgens) Onze aanwijzing een schip. En als Ons bevel komt en de oven overkookt, ga dan aan boord, met van ieder (dier) twee, paarsgewijs, en jouw familie, behalve degene van hen tegen wie het Woord (van bestraffing) er eerder was. En spreek Mij niet aan over degenen die onrecht pleegden. Voorwaar, zij zullen verdronken worden.

Transliteratie

Faawhayna ilayhi ani isnaAAi alfulka biaAAyunina wawahyina faitha jaa amruna wafara alttannooru faosluk feeha min kullin zawjayni ithnayni waahlaka illa man sabaqa AAalayhi alqawlu minhum wala tukhatibnee fee allatheena thalamoo innahum mughraqoona

28
Hoofdstuk 23 : Vers 28

فَإِذَا ٱسْتَوَيْتَ أَنتَ وَمَن مَّعَكَ عَلَى ٱلْفُلْكِ فَقُلِ ٱلْحَمْدُ لِلَّهِ ٱلَّذِى نَجَّىٰنَا مِنَ ٱلْقَوْمِ ٱلظَّـٰلِمِينَ

Dus wanneer jij en de mensen met jou aan boord van het schip zullen gaan, zeg dan: "Alle lof zij Allah, Die ons gered heeft van het onrechtvaardige volk."

Transliteratie

Faitha istawayta anta waman maAAaka AAala alfulki faquli alhamdu lillahi allathee najjana mina alqawmi alththalimeena

29
Hoofdstuk 23 : Vers 29

وَقُل رَّبِّ أَنزِلْنِى مُنزَلًا مُّبَارَكًا وَأَنتَ خَيْرُ ٱلْمُنزِلِينَ

En zeg: "O mijn Heer, plaats mij op een gezegende plaats. En U bent het die de beste plaatsen geeft."

Transliteratie

Waqul rabbi anzilnee munzalan mubarakan waanta khayru almunzileena

30
Hoofdstuk 23 : Vers 30

إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَـَٔايَـٰتٍ وَإِن كُنَّا لَمُبْتَلِينَ

Voorwar, daarin zijn zeker Tekenen en Wij hebben hen zeker beproefd.

Transliteratie

Inna fee thalika laayatin wain kunna lamubtaleena

31
Hoofdstuk 23 : Vers 31

ثُمَّ أَنشَأْنَا مِنۢ بَعْدِهِمْ قَرْنًا ءَاخَرِينَ

Vervolgens brengen Wij na hen een andere generatie voort.

Transliteratie

Thumma anshana min baAAdihim qarnan akhareena

32
Hoofdstuk 23 : Vers 32

فَأَرْسَلْنَا فِيهِمْ رَسُولًا مِّنْهُمْ أَنِ ٱعْبُدُوا۟ ٱللَّهَ مَا لَكُم مِّنْ إِلَـٰهٍ غَيْرُهُۥٓ ۖ أَفَلَا تَتَّقُونَ

En Wij stuurden hun een Boodschapper van onder hen (die zei:) "Aanbidt Allah. Er is geen god voor jullie dan Hem, waarom vrezen jullie (Allah) niet?"

Transliteratie

Faarsalna feehim rasoolan minhum ani oAAbudoo Allaha ma lakum min ilahin ghayruhu afala tattaqoona

33
Hoofdstuk 23 : Vers 33

وَقَالَ ٱلْمَلَأُ مِن قَوْمِهِ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ وَكَذَّبُوا۟ بِلِقَآءِ ٱلْـَٔاخِرَةِ وَأَتْرَفْنَـٰهُمْ فِى ٱلْحَيَوٰةِ ٱلدُّنْيَا مَا هَـٰذَآ إِلَّا بَشَرٌ مِّثْلُكُمْ يَأْكُلُ مِمَّا تَأْكُلُونَ مِنْهُ وَيَشْرَبُ مِمَّا تَشْرَبُونَ

En de vooraanstanden, die niet geloofden, van zijn volk en die de ontmoeting in het Hiernamaals loochenden en die Wij de weelde van het wereldse leven gaven, zeiden: "Deze (man) is slechts een mens zoals jullie, hij eet van wat jullie eten en hij drinkt van wat jullie drinken.

Transliteratie

Waqala almalao min qawmihi allatheena kafaroo wakaththaboo biliqai alakhirati waatrafnahum fee alhayati alddunya ma hatha illa basharun mithlukum yakulu mimma takuloona minhu wayashrabu mimma tashraboona

34
Hoofdstuk 23 : Vers 34

وَلَئِنْ أَطَعْتُم بَشَرًا مِّثْلَكُمْ إِنَّكُمْ إِذًا لَّخَـٰسِرُونَ

En als jullie rnensen volgen die zoals jullie zijn: voorwaar, dan behoren jullie zeker tot de verliezers.

Transliteratie

Walain ataAAtum basharan mithlakum innakum ithan lakhasiroona

35
Hoofdstuk 23 : Vers 35

أَيَعِدُكُمْ أَنَّكُمْ إِذَا مِتُّمْ وَكُنتُمْ تُرَابًا وَعِظَـٰمًا أَنَّكُم مُّخْرَجُونَ

Belooft hij jullie dat wanneer jullie dood zijn en tot stof en beenderen zijn geworden, dat jullie dan opgewekt worden?

Transliteratie

AyaAAidukum annakum itha mittum wakuntum turaban waAAithaman annakum mukhrajoona

36
Hoofdstuk 23 : Vers 36

هَيْهَاتَ هَيْهَاتَ لِمَا تُوعَدُونَ

Ver, ver weg is wat aan jullie beloofd is.

Transliteratie

Hayhata hayhata lima tooAAadoona

37
Hoofdstuk 23 : Vers 37

إِنْ هِىَ إِلَّا حَيَاتُنَا ٱلدُّنْيَا نَمُوتُ وَنَحْيَا وَمَا نَحْنُ بِمَبْعُوثِينَ

Ons leven is slechts op de wereld, wij gaan dood en wij leven en wij zullen niet opgewekt worden.

Transliteratie

In hiya illa hayatuna alddunya namootu wanahya wama nahnu bimabAAootheena

38
Hoofdstuk 23 : Vers 38

إِنْ هُوَ إِلَّا رَجُلٌ ٱفْتَرَىٰ عَلَى ٱللَّهِ كَذِبًا وَمَا نَحْنُ لَهُۥ بِمُؤْمِنِينَ

Hij is slechts een man die leugens over Allah heeft vèrzonnen. En Wij geloven hem niet."

Transliteratie

In huwa illa rajulun iftara AAala Allahi kathiban wama nahnu lahu bimumineena

39
Hoofdstuk 23 : Vers 39

قَالَ رَبِّ ٱنصُرْنِى بِمَا كَذَّبُونِ

Hij (Hôcd) zei: "O mijn Heer, help mij tegen wat zij loochenen."

Transliteratie

Qala rabbi onsurnee bima kaththabooni

40
Hoofdstuk 23 : Vers 40

قَالَ عَمَّا قَلِيلٍ لَّيُصْبِحُنَّ نَـٰدِمِينَ

Hij (Allah) zei: "Binnenkort zullen zij zeker spijt krijgen."

Transliteratie

Qala AAamma qaleelin layusbihunna nadimeena

41
Hoofdstuk 23 : Vers 41

فَأَخَذَتْهُمُ ٱلصَّيْحَةُ بِٱلْحَقِّ فَجَعَلْنَـٰهُمْ غُثَآءً ۚ فَبُعْدًا لِّلْقَوْمِ ٱلظَّـٰلِمِينَ

Terecht trof de bliksemslag hen toen, en Wij maakten hen als schuim. Ten onder gaat het onrechtvaardige volk!

Transliteratie

Faakhathathumu alssayhatu bialhaqqi fajaAAalnahum ghuthaan fabuAAdan lilqawmi alththalimeena

42
Hoofdstuk 23 : Vers 42

ثُمَّ أَنشَأْنَا مِنۢ بَعْدِهِمْ قُرُونًا ءَاخَرِينَ

Vervolgens brachten Wij na hen andere generaties voort.

Transliteratie

Thumma anshana min baAAdihim quroonan akhareena

43
Hoofdstuk 23 : Vers 43

مَا تَسْبِقُ مِنْ أُمَّةٍ أَجَلَهَا وَمَا يَسْتَـْٔخِرُونَ

Geen gemeenschap is in staat om haar vastgestelde tijdstip te vervroegen of uit te stellen.

Transliteratie

Ma tasbiqu min ommatin ajalaha wama yastakhiroona

44
Hoofdstuk 23 : Vers 44

ثُمَّ أَرْسَلْنَا رُسُلَنَا تَتْرَا ۖ كُلَّ مَا جَآءَ أُمَّةً رَّسُولُهَا كَذَّبُوهُ ۚ فَأَتْبَعْنَا بَعْضَهُم بَعْضًا وَجَعَلْنَـٰهُمْ أَحَادِيثَ ۚ فَبُعْدًا لِّقَوْمٍ لَّا يُؤْمِنُونَ

Vervolgens stuurden Wij Onze Boodschappers, elkaar opvolgend. Telkens wanneer hun Boodschapper naar een gemeenschap kwam, loochenden zij hem. Toen deden Wij hen elkaar opvolgen (in de ondergang) en Wij maakten hen tot onderwerp van verhalen. Ten onder gaat het volk dat niet gelooft!

Transliteratie

Thumma arsalna rusulana tatra kulla ma jaa ommatan rasooluha kaththaboohu faatbaAAna baAAdahum baAAdan wajaAAalnahum ahadeetha fabuAAdan liqawmin la yuminoona

45
Hoofdstuk 23 : Vers 45

ثُمَّ أَرْسَلْنَا مُوسَىٰ وَأَخَاهُ هَـٰرُونَ بِـَٔايَـٰتِنَا وَسُلْطَـٰنٍ مُّبِينٍ

Daarna zonden Wij Môesa en zijn broeder Hârôen met Onze Tekenen en een duidelijk Bewijs.

Transliteratie

Thumma arsalna moosa waakhahu haroona biayatina wasultanin mubeenin

46
Hoofdstuk 23 : Vers 46

إِلَىٰ فِرْعَوْنَ وَمَلَإِي۟هِۦ فَٱسْتَكْبَرُوا۟ وَكَانُوا۟ قَوْمًا عَالِينَ

Naar Fir`aun en zijn vooraanstaanden. En zij waren hoogmoedig en zij waren een hooghartig volk.

Transliteratie

Ila firAAawna wamalaihi faistakbaroo wakanoo qawman AAaleena

47
Hoofdstuk 23 : Vers 47

فَقَالُوٓا۟ أَنُؤْمِنُ لِبَشَرَيْنِ مِثْلِنَا وَقَوْمُهُمَا لَنَا عَـٰبِدُونَ

En zij zeiden: "Zouden wij die twee mensen, die zijn zoals wij, geloven, terwijl hun volk voor ons dienaren is?"

Transliteratie

Faqaloo anuminu libasharayni mithlina waqawmuhuma lana AAabidoona

48
Hoofdstuk 23 : Vers 48

فَكَذَّبُوهُمَا فَكَانُوا۟ مِنَ ٱلْمُهْلَكِينَ

Daarom loochenden zij hen beiden en behoorden toen tot de vernietigden.

Transliteratie

Fakaththaboohuma fakanoo mina almuhlakeena

49
Hoofdstuk 23 : Vers 49

وَلَقَدْ ءَاتَيْنَا مُوسَى ٱلْكِتَـٰبَ لَعَلَّهُمْ يَهْتَدُونَ

En voorzeker, wij hebben aan Môesa de Schrift (de Taurât) gegeven. Hopelijk zullen zij Leiding volgen.

Transliteratie

Walaqad atayna moosa alkitaba laAAallahum yahtadoona

50
Hoofdstuk 23 : Vers 50

وَجَعَلْنَا ٱبْنَ مَرْيَمَ وَأُمَّهُۥٓ ءَايَةً وَءَاوَيْنَـٰهُمَآ إِلَىٰ رَبْوَةٍ ذَاتِ قَرَارٍ وَمَعِينٍ

En Wij maakten de zoon van Maryam en zijn moeder tot een Teken en Wij gaven hun een onderkomen op een hoogplegen plaats, bewoonbaar met stromend water.

Transliteratie

WajaAAalna ibna maryama waommahu ayatan waawaynahuma ila rabwatin thati qararin wamaAAeenin

51
Hoofdstuk 23 : Vers 51

يَـٰٓأَيُّهَا ٱلرُّسُلُ كُلُوا۟ مِنَ ٱلطَّيِّبَـٰتِ وَٱعْمَلُوا۟ صَـٰلِحًا ۖ إِنِّى بِمَا تَعْمَلُونَ عَلِيمٌ

O Boodschappers, eet van de goede zaken en verricht goede daden. Voorwaar, Ik ben Alwetend over wat jullie doen.

Transliteratie

Ya ayyuha alrrusulu kuloo mina alttayyibati waiAAmaloo salihan innee bima taAAmaloona AAaleemun

52
Hoofdstuk 23 : Vers 52

وَإِنَّ هَـٰذِهِۦٓ أُمَّتُكُمْ أُمَّةً وَٰحِدَةً وَأَنَا۠ رَبُّكُمْ فَٱتَّقُونِ

En voorwaar, deze godsdienst (de Islam) is jullie godsdienst, de enigste. En Ik ben jullie Heer, vreest Mij daarom.

Transliteratie

Wainna hathihi ommatukum ommatan wahidatan waana rabbukum faittaqooni

53
Hoofdstuk 23 : Vers 53

فَتَقَطَّعُوٓا۟ أَمْرَهُم بَيْنَهُمْ زُبُرًا ۖ كُلُّ حِزْبٍۭ بِمَا لَدَيْهِمْ فَرِحُونَ

Toen raakten zij onderling verdeeld in verschilende groepen over hun zaak (van hun godsdienst). Elke groep was blij met wat zij hadden.

Transliteratie

FataqattaAAoo amrahum baynahum zuburan kullu hizbin bima ladayhim farihoona

54
Hoofdstuk 23 : Vers 54

فَذَرْهُمْ فِى غَمْرَتِهِمْ حَتَّىٰ حِينٍ

Laat ben daarom in hun dwaling tot een bepaald tijdstip.

Transliteratie

Fatharhum fee ghamratihim hatta heenin

55
Hoofdstuk 23 : Vers 55

أَيَحْسَبُونَ أَنَّمَا نُمِدُّهُم بِهِۦ مِن مَّالٍ وَبَنِينَ

Denken zij dat omdat Wij hen rijkdom en kinderen gegeven hebben.

Transliteratie

Ayahsaboona annama numidduhum bihi min malin wabaneena

56
Hoofdstuk 23 : Vers 56

نُسَارِعُ لَهُمْ فِى ٱلْخَيْرَٰتِ ۚ بَل لَّا يَشْعُرُونَ

Wij Om voor hen haasten in (het schenken van) de goede zaken? Nee, maar zij beseffen het niet.

Transliteratie

NusariAAu lahum fee alkhayrati bal la yashAAuroona

57
Hoofdstuk 23 : Vers 57

إِنَّ ٱلَّذِينَ هُم مِّنْ خَشْيَةِ رَبِّهِم مُّشْفِقُونَ

Voorwaar, degenen van hen die bedachtzaam zijn vanwege hun ontzag voor Allah.

Transliteratie

Inna allatheena hum min khashyati rabbihim mushfiqoona

58
Hoofdstuk 23 : Vers 58

وَٱلَّذِينَ هُم بِـَٔايَـٰتِ رَبِّهِمْ يُؤْمِنُونَ

En degenen die in de Verzen van hun Heer geloven.

Transliteratie

Waallatheena hum biayati rabbihim yuminoona

59
Hoofdstuk 23 : Vers 59

وَٱلَّذِينَ هُم بِرَبِّهِمْ لَا يُشْرِكُونَ

En degenen die hun Heer geen deelgenoten toekennen.

Transliteratie

Waallatheena hum birabbihim la yushrikoona

60
Hoofdstuk 23 : Vers 60

وَٱلَّذِينَ يُؤْتُونَ مَآ ءَاتَوا۟ وَّقُلُوبُهُمْ وَجِلَةٌ أَنَّهُمْ إِلَىٰ رَبِّهِمْ رَٰجِعُونَ

En degenen die hun giften gaven terwijl hun harten vol ontzag zijn omdat zij tot hun Heer zullen terugkeren.

Transliteratie

Waallatheena yutoona ma ataw waquloobuhum wajilatun annahum ila rabbihim rajiAAoona

61
Hoofdstuk 23 : Vers 61

أُو۟لَـٰٓئِكَ يُسَـٰرِعُونَ فِى ٱلْخَيْرَٰتِ وَهُمْ لَهَا سَـٰبِقُونَ

Zij zijn degenen die zich haasten om goede daden te verrichten en zkj zijn daarbij de eersten.

Transliteratie

Olaika yusariAAoona fee alkhayrati wahum laha sabiqoona

62
Hoofdstuk 23 : Vers 62

وَلَا نُكَلِّفُ نَفْسًا إِلَّا وُسْعَهَا ۖ وَلَدَيْنَا كِتَـٰبٌ يَنطِقُ بِٱلْحَقِّ ۚ وَهُمْ لَا يُظْلَمُونَ

Wij belasten niemand dan volgens zijn vermogen en Wij hebben een boek dat volgens de Waarheid spreekt. En zij worden niet onrechtvaardig behandeld.

Transliteratie

Wala nukallifu nafsan illa wusAAaha waladayna kitabun yantiqu bialhaqqi wahum la yuthlamoona

63
Hoofdstuk 23 : Vers 63

بَلْ قُلُوبُهُمْ فِى غَمْرَةٍ مِّنْ هَـٰذَا وَلَهُمْ أَعْمَـٰلٌ مِّن دُونِ ذَٰلِكَ هُمْ لَهَا عَـٰمِلُونَ

Maar hun harten verkeren hierover in dwaling. Zij hebben daarnaast (slechte) werken die zij verrichten.

Transliteratie

Bal quloobuhum fee ghamratin min hatha walahum aAAmalun min dooni thalika hum laha AAamiloona

64
Hoofdstuk 23 : Vers 64

حَتَّىٰٓ إِذَآ أَخَذْنَا مُتْرَفِيهِم بِٱلْعَذَابِ إِذَا هُمْ يَجْـَٔرُونَ

Totdat, wanneer Wij degenen onder hen die in weelde leven met de bestraffing treffen; zij (om liulp) schreeuwen.

Transliteratie

Hatta itha akhathna mutrafeehim bialAAathabi itha hum yajaroona

65
Hoofdstuk 23 : Vers 65

لَا تَجْـَٔرُوا۟ ٱلْيَوْمَ ۖ إِنَّكُم مِّنَّا لَا تُنصَرُونَ

Schreeuw die Dag niet (om hulp): voorwaar, er zal jullie geen hulp van Ons verleend worden.

Transliteratie

La tajaroo alyawma innakum minna la tunsaroona

66
Hoofdstuk 23 : Vers 66

قَدْ كَانَتْ ءَايَـٰتِى تُتْلَىٰ عَلَيْكُمْ فَكُنتُمْ عَلَىٰٓ أَعْقَـٰبِكُمْ تَنكِصُونَ

Waarlijk, Mijn Verzen zijn al aan jullie voorgedragen, maar jullie keerden je op jullie hielen om.

Transliteratie

Qad kanat ayatee tutla AAalaykum fakuntum AAala aAAqabikum tankisoona

67
Hoofdstuk 23 : Vers 67

مُسْتَكْبِرِينَ بِهِۦ سَـٰمِرًا تَهْجُرُونَ

Hoogmoedig tegen over hem (de Koran), kletsend in de nacht: jullie verlieten hem.

Transliteratie

Mustakbireena bihi samiran tahjuroona

68
Hoofdstuk 23 : Vers 68

أَفَلَمْ يَدَّبَّرُوا۟ ٱلْقَوْلَ أَمْ جَآءَهُم مَّا لَمْ يَأْتِ ءَابَآءَهُمُ ٱلْأَوَّلِينَ

Denken zij niet na over het Woord (de Koran)? Of is er iets tot hen gekomen dat niet eerder tot hun voorouders gekomen was?

Transliteratie

Afalam yaddabbaroo alqawla am jaahum ma lam yati abaahumu alawwaleena

69
Hoofdstuk 23 : Vers 69

أَمْ لَمْ يَعْرِفُوا۟ رَسُولَهُمْ فَهُمْ لَهُۥ مُنكِرُونَ

Of erkennen zij hun Boodschapper niet? Zodat zij het verwerpen?

Transliteratie

Am lam yaAArifoo rasoolahum fahum lahu munkiroona

70
Hoofdstuk 23 : Vers 70

أَمْ يَقُولُونَ بِهِۦ جِنَّةٌۢ ۚ بَلْ جَآءَهُم بِٱلْحَقِّ وَأَكْثَرُهُمْ لِلْحَقِّ كَـٰرِهُونَ

Of zeggen zij., "Hij (Moehammad) is bezeten." Integendeel, hij kwam tot hm met de Waarheid, maar de meesten van hen haten de Waarheid.

Transliteratie

Am yaqooloona bihi jinnatun bal jaahum bialhaqqi waaktharuhum lilhaqqi karihoona

71
Hoofdstuk 23 : Vers 71

وَلَوِ ٱتَّبَعَ ٱلْحَقُّ أَهْوَآءَهُمْ لَفَسَدَتِ ٱلسَّمَـٰوَٰتُ وَٱلْأَرْضُ وَمَن فِيهِنَّ ۚ بَلْ أَتَيْنَـٰهُم بِذِكْرِهِمْ فَهُمْ عَن ذِكْرِهِم مُّعْرِضُونَ

Als de Waarheid hun begeerten zou volgen zouden de hemelen en de ard en alles wat er op hen is ten onder gaan. Wij hebben hun echter hun Eer (de Koran) gegeven, maar zij wenden zich van hun Eer af.

Transliteratie

Walawi ittabaAAa alhaqqu ahwaahum lafasadati alssamawatu waalardu waman feehinna bal ataynahum bithikrihim fahum AAan thikrihim muAAridoona

72
Hoofdstuk 23 : Vers 72

أَمْ تَسْـَٔلُهُمْ خَرْجًا فَخَرَاجُ رَبِّكَ خَيْرٌ ۖ وَهُوَ خَيْرُ ٱلرَّٰزِقِينَ

Of vraag jij (O Moehammad) een beloning van hen? De beloning van jouw Heer is beter, want Hij is de Beste van de Voorzieners,

Transliteratie

Am tasaluhum kharjan fakharaju rabbika khayrun wahuwa khayru alrraziqeena

73
Hoofdstuk 23 : Vers 73

وَإِنَّكَ لَتَدْعُوهُمْ إِلَىٰ صِرَٰطٍ مُّسْتَقِيمٍ

Voorwaar, jij roept hen op tot een Recht Pad.

Transliteratie

Wainnaka latadAAoohum ila siratin mustaqeemin

74
Hoofdstuk 23 : Vers 74

وَإِنَّ ٱلَّذِينَ لَا يُؤْمِنُونَ بِٱلْـَٔاخِرَةِ عَنِ ٱلصِّرَٰطِ لَنَـٰكِبُونَ

En voorwaar, degenen die niet geloven in het Hiernamaals zijn zeker van het Rechte Pad afgeweken.

Transliteratie

Wainna allatheena la yuminoona bialakhirati AAani alssirati lanakiboona

75
Hoofdstuk 23 : Vers 75

وَلَوْ رَحِمْنَـٰهُمْ وَكَشَفْنَا مَا بِهِم مِّن ضُرٍّ لَّلَجُّوا۟ فِى طُغْيَـٰنِهِمْ يَعْمَهُونَ

En als Wij hen zouden begenadigen en Wij zouden opheffen wat er aan tegenspoed bij hen is: dan zouden zij blijven doorgaan met hun dwalingen.

Transliteratie

Walaw rahimnahum wakashafna ma bihim min durrin lalajjoo fee tughyanihim yaAAmahoona

76
Hoofdstuk 23 : Vers 76

وَلَقَدْ أَخَذْنَـٰهُم بِٱلْعَذَابِ فَمَا ٱسْتَكَانُوا۟ لِرَبِّهِمْ وَمَا يَتَضَرَّعُونَ

En voorzeker, Wij hebben hen met de bestraffing getroffen, toch werden zij niet ootmoedig tegenover hun Heer en zij werden niet nederig.

Transliteratie

Walaqad akhathnahum bialAAathabi fama istakanoo lirabbihim wama yatadarraAAoona

77
Hoofdstuk 23 : Vers 77

حَتَّىٰٓ إِذَا فَتَحْنَا عَلَيْهِم بَابًا ذَا عَذَابٍ شَدِيدٍ إِذَا هُمْ فِيهِ مُبْلِسُونَ

Totdat, wanneer Wij voor hen de deur van een zware bestraffing openden, zij in wanhoop verkeerden.

Transliteratie

Hatta itha fatahna AAalayhim baban tha AAathabin shadeedin itha hum feehi mublisoona

78
Hoofdstuk 23 : Vers 78

وَهُوَ ٱلَّذِىٓ أَنشَأَ لَكُمُ ٱلسَّمْعَ وَٱلْأَبْصَـٰرَ وَٱلْأَفْـِٔدَةَ ۚ قَلِيلًا مَّا تَشْكُرُونَ

En Hij is Degene Die voor jullie het gehoor en gezichtsvermogen en de harten geschapen heeft. Weinig dankbaarheid tonen jullie!

Transliteratie

Wahuwa allathee anshaa lakumu alssamAAa waalabsara waalafidata qaleelan ma tashkuroona

79
Hoofdstuk 23 : Vers 79

وَهُوَ ٱلَّذِى ذَرَأَكُمْ فِى ٱلْأَرْضِ وَإِلَيْهِ تُحْشَرُونَ

En Hij is Degene Die juuie deed groeien op de aarde en tot Hem worden jullie verzameld.

Transliteratie

Wahuwa allathee tharaakum fee alardi wailayhi tuhsharoona

80
Hoofdstuk 23 : Vers 80

وَهُوَ ٱلَّذِى يُحْىِۦ وَيُمِيتُ وَلَهُ ٱخْتِلَـٰفُ ٱلَّيْلِ وَٱلنَّهَارِ ۚ أَفَلَا تَعْقِلُونَ

En Hij is Degene Die doet leven en doet sterven. En aan Hem behoort het afwissden van de dag en de nacht Begrijpen jullie dan niet?

Transliteratie

Wahuwa allathee yuhyee wayumeetu walahu ikhtilafu allayli waalnnahari afala taAAqiloona

81
Hoofdstuk 23 : Vers 81

بَلْ قَالُوا۟ مِثْلَ مَا قَالَ ٱلْأَوَّلُونَ

Integendeel, zij zeggen hetzelfde als de vroegeren zeiden.

Transliteratie

Bal qaloo mithla ma qala alawwaloona

82
Hoofdstuk 23 : Vers 82

قَالُوٓا۟ أَءِذَا مِتْنَا وَكُنَّا تُرَابًا وَعِظَـٰمًا أَءِنَّا لَمَبْعُوثُونَ

Zij zeiden: "Wanneer wij dood zijn en tot aarde en beenderen geworden zijn, zullen wij dan zeker worden opgewckt?

Transliteratie

Qaloo aitha mitna wakunna turaban waAAithaman ainna lamabAAoothoona

83
Hoofdstuk 23 : Vers 83

لَقَدْ وُعِدْنَا نَحْنُ وَءَابَآؤُنَا هَـٰذَا مِن قَبْلُ إِنْ هَـٰذَآ إِلَّآ أَسَـٰطِيرُ ٱلْأَوَّلِينَ

Voorzeker, dit werd vroeger aan ons en onze vaderen beloofd: dit zijn slechts fabels van de vroegeren."

Transliteratie

Laqad wuAAidna nahnu waabaona hatha min qablu in hatha illa asateeru alawwaleena

84
Hoofdstuk 23 : Vers 84

قُل لِّمَنِ ٱلْأَرْضُ وَمَن فِيهَآ إِن كُنتُمْ تَعْلَمُونَ

Zeg: "Aan wie behoort de aarde en alles wat zich daarop bevindt, als jullie het weten?"

Transliteratie

Qul limani alardu waman feeha in kuntum taAAlamoona

85
Hoofdstuk 23 : Vers 85

سَيَقُولُونَ لِلَّهِ ۚ قُلْ أَفَلَا تَذَكَّرُونَ

Zij zullen zeggen: "Aan Allah." Zeg: "Waarom laten jullie je dan niet vermanen?"

Transliteratie

Sayaqooloona lillahi qul afala tathakkaroona

86
Hoofdstuk 23 : Vers 86

قُلْ مَن رَّبُّ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ ٱلسَّبْعِ وَرَبُّ ٱلْعَرْشِ ٱلْعَظِيمِ

Zeg: "Wie is de Heer van de zeven hemelen en de Heer van de Geweldige Troon?

Transliteratie

Qul man rabbu alssamawati alssabAAi warabbu alAAarshi alAAatheemi

87
Hoofdstuk 23 : Vers 87

سَيَقُولُونَ لِلَّهِ ۚ قُلْ أَفَلَا تَتَّقُونَ

Zij zullen zeggen: "Aan Allah." Zeg: "Waarom vrezen jullie (Allah) dan niet?"

Transliteratie

Sayaqooloona lillahi qul afala tattaqoona

88
Hoofdstuk 23 : Vers 88

قُلْ مَنۢ بِيَدِهِۦ مَلَكُوتُ كُلِّ شَىْءٍ وَهُوَ يُجِيرُ وَلَا يُجَارُ عَلَيْهِ إِن كُنتُمْ تَعْلَمُونَ

Zeg: "In Wiens handen is de heerschappij over alles? En Hij beschermt en Hij wordt niet beschermt, als jullie het weten."

Transliteratie

Qul man biyadihi malakootu kulli shayin wahuwa yujeeru wala yujaru AAalayhi in kuntum taAAlamoona

89
Hoofdstuk 23 : Vers 89

سَيَقُولُونَ لِلَّهِ ۚ قُلْ فَأَنَّىٰ تُسْحَرُونَ

Zij zullen zeggen: "Aan Allah." Zeg: "Waarom zijn jullie dan misleid?"

Transliteratie

Sayaqooloona lillahi qul faanna tusharoona

90
Hoofdstuk 23 : Vers 90

بَلْ أَتَيْنَـٰهُم بِٱلْحَقِّ وَإِنَّهُمْ لَكَـٰذِبُونَ

Maar Wij hebben de Waarheid gegeven, zij zijn zeker leugenaars.

Transliteratie

Bal ataynahum bialhaqqi wainnahum lakathiboona

91
Hoofdstuk 23 : Vers 91

مَا ٱتَّخَذَ ٱللَّهُ مِن وَلَدٍ وَمَا كَانَ مَعَهُۥ مِنْ إِلَـٰهٍ ۚ إِذًا لَّذَهَبَ كُلُّ إِلَـٰهٍۭ بِمَا خَلَقَ وَلَعَلَا بَعْضُهُمْ عَلَىٰ بَعْضٍ ۚ سُبْحَـٰنَ ٱللَّهِ عَمَّا يَصِفُونَ

Allah heeft zich geen kind genomen en er is geen god naast Hem! Dan zou iedere god weggaan met wat hij schiep en zouden zij elkaar overweldigen. Heilig is Allah boven wat zij (Hem) toeschrijven.

Transliteratie

Ma ittakhatha Allahu min waladin wama kana maAAahu min ilahin ithan lathahaba kullu ilahin bima khalaqa walaAAala baAAduhum AAala baAAdin subhana Allahi AAamma yasifoona

92
Hoofdstuk 23 : Vers 92

عَـٰلِمِ ٱلْغَيْبِ وَٱلشَّهَـٰدَةِ فَتَعَـٰلَىٰ عَمَّا يُشْرِكُونَ

De Kenner van het onwaarneembare en het waarneembare: verheven is Hij boven wat zij (Hem) toekennen.

Transliteratie

AAalimi alghaybi waalshshahadati fataAAala AAamma yushrikoona

93
Hoofdstuk 23 : Vers 93

قُل رَّبِّ إِمَّا تُرِيَنِّى مَا يُوعَدُونَ

Zeg: "Mijn Heer, indien U mij zou laten zien wat hun aangezegd is.

Transliteratie

Qul rabbi imma turiyannee ma yooAAadoona

94
Hoofdstuk 23 : Vers 94

رَبِّ فَلَا تَجْعَلْنِى فِى ٱلْقَوْمِ ٱلظَّـٰلِمِينَ

Mijn Heer, breng mij niet onder het onrechtvaardige volk!"

Transliteratie

Rabbi fala tajAAalnee fee alqawmi alththalimeena

95
Hoofdstuk 23 : Vers 95

وَإِنَّا عَلَىٰٓ أَن نُّرِيَكَ مَا نَعِدُهُمْ لَقَـٰدِرُونَ

En voorwaar, Wij zijn zeker in staat om jou te laten zien wat Wij hun toezeggen.

Transliteratie

Wainna AAala an nuriyaka ma naAAiduhum laqadiroona

96
Hoofdstuk 23 : Vers 96

ٱدْفَعْ بِٱلَّتِى هِىَ أَحْسَنُ ٱلسَّيِّئَةَ ۚ نَحْنُ أَعْلَمُ بِمَا يَصِفُونَ

Weer het slechte af met het beste. Wij weten het beste wat zij toeschrijven.

Transliteratie

IdfaAA biallatee hiya ahsanu alssayyiata nahnu aAAlamu bima yasifoona

97
Hoofdstuk 23 : Vers 97

وَقُل رَّبِّ أَعُوذُ بِكَ مِنْ هَمَزَٰتِ ٱلشَّيَـٰطِينِ

En zeg: "Mijn Heer, ik zoek mijn toevlucht tot U tegen de influisteringen van de Satans.

Transliteratie

Waqul rabbi aAAoothu bika min hamazati alshshayateeni

98
Hoofdstuk 23 : Vers 98

وَأَعُوذُ بِكَ رَبِّ أَن يَحْضُرُونِ

En ik zoek mijn toevlucht tot U zodat zij niet bij mij komen."

Transliteratie

WaaAAoothu bika rabbi an yahdurooni

99
Hoofdstuk 23 : Vers 99

حَتَّىٰٓ إِذَا جَآءَ أَحَدَهُمُ ٱلْمَوْتُ قَالَ رَبِّ ٱرْجِعُونِ

Totdat, wanneer de dood tot een van hen komt, hij zal zeggen: "O mijn Heer, laat mij terugkeren.

Transliteratie

Hatta itha jaa ahadahumu almawtu qala rabbi irjiAAooni

100
Hoofdstuk 23 : Vers 100

لَعَلِّىٓ أَعْمَلُ صَـٰلِحًا فِيمَا تَرَكْتُ ۚ كَلَّآ ۚ إِنَّهَا كَلِمَةٌ هُوَ قَآئِلُهَا ۖ وَمِن وَرَآئِهِم بَرْزَخٌ إِلَىٰ يَوْمِ يُبْعَثُونَ

Hopelijk kan ik goede werken verrichten voor wat ik nagelaten heb." Zeker niet! Voorwaar, dit zijn slechts woorden die hij spreekt en voor hen is een scheiding tot de Dag waarop zij opgewekt worden.

Transliteratie

LaAAallee aAAmalu salihan feema taraktu kalla innaha kalimatun huwa qailuha wamin waraihim barzakhun ila yawmi yubAAathoona

101
Hoofdstuk 23 : Vers 101

فَإِذَا نُفِخَ فِى ٱلصُّورِ فَلَآ أَنسَابَ بَيْنَهُمْ يَوْمَئِذٍ وَلَا يَتَسَآءَلُونَ

Wanneer er op de bazuin geblazen wordt, op die Dag is er geen verwantschap tussen hen en zij kunnen elkaar geen vragen stellen.

Transliteratie

Faitha nufikha fee alssoori fala ansaba baynahum yawmaithin wala yatasaaloona

102
Hoofdstuk 23 : Vers 102

فَمَن ثَقُلَتْ مَوَٰزِينُهُۥ فَأُو۟لَـٰٓئِكَ هُمُ ٱلْمُفْلِحُونَ

Degenen wiens weegschalen zwaar wegen: Zij zijn degenen die de welslagenden zijn.

Transliteratie

Faman thaqulat mawazeenuhu faolaika humu almuflihoona

103
Hoofdstuk 23 : Vers 103

وَمَنْ خَفَّتْ مَوَٰزِينُهُۥ فَأُو۟لَـٰٓئِكَ ٱلَّذِينَ خَسِرُوٓا۟ أَنفُسَهُمْ فِى جَهَنَّمَ خَـٰلِدُونَ

Degene wiens weegschalen licht wegen: zij zijn degenen die zichzelf verloren hebben, zij zullen in de Hel eeuwig levenden zijn.

Transliteratie

Waman khaffat mawazeenuhu faolaika allatheena khasiroo anfusahum fee jahannama khalidoona

104
Hoofdstuk 23 : Vers 104

تَلْفَحُ وُجُوهَهُمُ ٱلنَّارُ وَهُمْ فِيهَا كَـٰلِحُونَ

Het Vuur verbrandt hun gezichten terwijl zij dawin venminkt worden.

Transliteratie

Talfahu wujoohahumu alnnaru wahum feeha kalihoona

105
Hoofdstuk 23 : Vers 105

أَلَمْ تَكُنْ ءَايَـٰتِى تُتْلَىٰ عَلَيْكُمْ فَكُنتُم بِهَا تُكَذِّبُونَ

Zijn Mijn Verzen dan niet aan jullie voorgedragen? Toen plachten jullie ze te loochenen.

Transliteratie

Alam takun ayatee tutla AAalaykum fakuntum biha tukaththiboona

106
Hoofdstuk 23 : Vers 106

قَالُوا۟ رَبَّنَا غَلَبَتْ عَلَيْنَا شِقْوَتُنَا وَكُنَّا قَوْمًا ضَآلِّينَ

Zij zelden: "Onze Heer, wij zijn overwonnen door ons ongeluk en wij waren een dwalend volk.

Transliteratie

Qaloo rabbana ghalabat AAalayna shiqwatuna wakunna qawman dalleena

107
Hoofdstuk 23 : Vers 107

رَبَّنَآ أَخْرِجْنَا مِنْهَا فَإِنْ عُدْنَا فَإِنَّا ظَـٰلِمُونَ

Onze Heer, haal ons hieruit! Als wij het herhalen: voorwaar, dan zijn wij onrechtvaardigen."

Transliteratie

Rabbana akhrijna minha fain AAudna fainna thalimoona

108
Hoofdstuk 23 : Vers 108

قَالَ ٱخْسَـُٔوا۟ فِيهَا وَلَا تُكَلِّمُونِ

Hij zei: "Blijft daarin en lijdt. En spreekt niet tot Mij."

Transliteratie

Qala ikhsaoo feeha wala tukallimooni

109
Hoofdstuk 23 : Vers 109

إِنَّهُۥ كَانَ فَرِيقٌ مِّنْ عِبَادِى يَقُولُونَ رَبَّنَآ ءَامَنَّا فَٱغْفِرْ لَنَا وَٱرْحَمْنَا وَأَنتَ خَيْرُ ٱلرَّٰحِمِينَ

Voorwaar, er is een groep onder Mijn dienaren die zegt: "Onze Heer, wij geloofden, vergeef ons daarom en schenk ons Barmhartigheid en U bent de Beste der Bamhartigen."

Transliteratie

Innahu kana fareequn min AAibadee yaqooloona rabbana amanna faighfir lana wairhamna waanta khayru alrrahimeena

110
Hoofdstuk 23 : Vers 110

فَٱتَّخَذْتُمُوهُمْ سِخْرِيًّا حَتَّىٰٓ أَنسَوْكُمْ ذِكْرِى وَكُنتُم مِّنْهُمْ تَضْحَكُونَ

Toen maakten jullie hen tot een onderwerp van bespotting, totdat jullie vergaten Mij te gedenken. En jullie plachten ben uit te lachen.

Transliteratie

Faittakhathtumoohum sikhriyyan hatta ansawkum thikree wakuntum minhum tadhakoona

111
Hoofdstuk 23 : Vers 111

إِنِّى جَزَيْتُهُمُ ٱلْيَوْمَ بِمَا صَبَرُوٓا۟ أَنَّهُمْ هُمُ ٱلْفَآئِزُونَ

Voorwaar, Ik gaf hun op die Dag een beloning omdat zij geduldig waren: en voorwaar, zij zijn de winnaars.

Transliteratie

Innee jazaytuhumu alyawma bima sabaroo annahum humu alfaizoona

112
Hoofdstuk 23 : Vers 112

قَـٰلَ كَمْ لَبِثْتُمْ فِى ٱلْأَرْضِ عَدَدَ سِنِينَ

Hij (Allah) zei: "Hoeveel jaren verbleven jullie op de aarde?"

Transliteratie

Qala kam labithtum fee alardi AAadada sineena

113
Hoofdstuk 23 : Vers 113

قَالُوا۟ لَبِثْنَا يَوْمًا أَوْ بَعْضَ يَوْمٍ فَسْـَٔلِ ٱلْعَآدِّينَ

Zij zeiden: "Wij verbleven daar een dag of een gedeelte van een dag, vraag het aan de rekenaars."

Transliteratie

Qaloo labithna yawman aw baAAda yawmin faisali alAAaddeena

114
Hoofdstuk 23 : Vers 114

قَـٰلَ إِن لَّبِثْتُمْ إِلَّا قَلِيلًا ۖ لَّوْ أَنَّكُمْ كُنتُمْ تَعْلَمُونَ

Hij (Allah) zei: "Jullie verbleven er maar kort, als jullie het weten.

Transliteratie

Qala in labithtum illa qaleelan law annakum kuntum taAAlamoona

115
Hoofdstuk 23 : Vers 115

أَفَحَسِبْتُمْ أَنَّمَا خَلَقْنَـٰكُمْ عَبَثًا وَأَنَّكُمْ إِلَيْنَا لَا تُرْجَعُونَ

Dachten jullie dat Wij jullie zo maar geschapen hebben? En dat jullie niet tot Ons terugkeren?"

Transliteratie

Afahasibtum annama khalaqnakum AAabathan waannakum ilayna la turjaAAoona

116
Hoofdstuk 23 : Vers 116

فَتَعَـٰلَى ٱللَّهُ ٱلْمَلِكُ ٱلْحَقُّ ۖ لَآ إِلَـٰهَ إِلَّا هُوَ رَبُّ ٱلْعَرْشِ ٱلْكَرِيمِ

Verheven is Allah, de Ware Koning er is geen god dan Hij, Heer van de Edele Troon.

Transliteratie

FataAAala Allahu almaliku alhaqqu la ilaha illa huwa rabbu alAAarshi alkareemi

117
Hoofdstuk 23 : Vers 117

وَمَن يَدْعُ مَعَ ٱللَّهِ إِلَـٰهًا ءَاخَرَ لَا بُرْهَـٰنَ لَهُۥ بِهِۦ فَإِنَّمَا حِسَابُهُۥ عِندَ رَبِّهِۦٓ ۚ إِنَّهُۥ لَا يُفْلِحُ ٱلْكَـٰفِرُونَ

En wie een andere god aanroept naast Allah, waarvoor hij geen bewijs heeft: voorwaar, zijn afrekening is bij zijn Heer. Voorwaar, de ongelovigen zullen niet welslagen.

Transliteratie

Waman yadAAu maAAa Allahi ilahan akhara la burhana lahu bihi fainnama hisabuhu AAinda rabbihi innahu la yuflihu alkafiroona

118
Hoofdstuk 23 : Vers 118

وَقُل رَّبِّ ٱغْفِرْ وَٱرْحَمْ وَأَنتَ خَيْرُ ٱلرَّٰحِمِينَ

En zeg: "Vergeef en begenadig, en U bent de Beste van de Bamhartigen."

Transliteratie

Waqul rabbi ighfir wairham waanta khayru alrrahimeena

Hoofdstuk 23

Waarlijk, de gelovigen slagen. [1]

Degenen die nederig zijn in hun shalât. [2]

En degenen die nutteloos gepraat vemijden. [3]

En degenen die hun plicht tot zakât nakomen. [4]

En degenen die hun kuisheid bewaken. [5]

Behalve tegenover hun echtgenotes en hun slavinnen, dan worden zij niet verweten. [6]

Maar wie meer dan dat wensen: zij zijn degenen die de overtreders zijn. [7]

En degenen die goed zorgen voor wat hen is toevertrouwd en voor hun beloften. [8]

En degenen die hun shalât onderhouden. [9]

Zij zijn degenen die de erfgenamen zijn [10]

Degenen die Firdaus (het Paradijs) zullen erven, zij zijn daarin eeuwig levenden. [11]

En voorzeker, Wij hebben de mens uit een uittreksel van klei geschapen. [12]

Vervolgens maakten Wij hem tot een druppel in een stevige bewaarplaats. [13]

Vervolgens schiepen Wij de druppel tot een bloedklonter, toen vormden Wij de bloedklonter tot een vleesklomp, waarna Wij de vleesklomp voorzagen van beenderen, die Wij vervolgens met vlees bekleedden. Later scheppen Wij een andere schepping. Gezegend is daarom Allah, de Beste der Scheppers. [14]

Vervolgens zullen jullie zeker daarna sterven. [15]

Daarna zullen jullie op de Dag der Opstanding worden opgewekt. [16]

En voorzeker, Wij schiepen boven jullie zeven hemelen en Wij veronachtzamen de schepping niet [17]

En Wij stuurden een afgepaste hoeveelheid water neer waarna Wij het blijvend in de grond vasthouden. En voorwaar, Wij zijn in staat het weer weg te nemen. [18]

Toen legden Wij daarmee voor jullie tuinen met palmen en druivenstruiken aan, met daaraan veel vruchten. En jullie eten daarvan. [19]

En (van) een boom die groeit op de berg Sinaî. die olie en een gerecht voor hen die eten levert. [20]

En voorwaar, in het vee is een lering voor jullie. Wij geven jullie te drinken uit hun buiken en voor jullie zijn daarin vele nuttige zaken en jullie eten daarvan. [21]

Op hen en op de schepen worden jullie vervoerd. [22]

En voorzeker, Wij hebben Nôeh tot zijn volk gezonden. Toen zei hij: "O mijn volk, aanbidt Allah, er is geen andere god voor jullie dan Hij. Waarom vrezen jullie (Allah) niet?" [23]

Toen zeiden de vooraanstanden, die niet geloofden, van zijn volk: "Deze (man) is slechts een mens zoals jullie. Hij wenst uit te blinken boven jullie. En als Allah het gewild had, zou Hij Engelen hebben gestuurd. Wij hebben hierover van onze voorouders nog nooit gehoord. [24]

Hij is slechts een man die bezeten is, wacht daarom op hem tot een bepaald moment." [25]

Hij (Nôeh) zei: "O mijn Heer, help mij vanwege wat zij loochenen." [26]

Toen openbaarden Wij aan hem: "Bouw onder Ons toezicht en (volgens) Onze aanwijzing een schip. En als Ons bevel komt en de oven overkookt, ga dan aan boord, met van ieder (dier) twee, paarsgewijs, en jouw familie, behalve degene van hen tegen wie het Woord (van bestraffing) er eerder was. En spreek Mij niet aan over degenen die onrecht pleegden. Voorwaar, zij zullen verdronken worden. [27]

Dus wanneer jij en de mensen met jou aan boord van het schip zullen gaan, zeg dan: "Alle lof zij Allah, Die ons gered heeft van het onrechtvaardige volk." [28]

En zeg: "O mijn Heer, plaats mij op een gezegende plaats. En U bent het die de beste plaatsen geeft." [29]

Voorwar, daarin zijn zeker Tekenen en Wij hebben hen zeker beproefd. [30]

Vervolgens brengen Wij na hen een andere generatie voort. [31]

En Wij stuurden hun een Boodschapper van onder hen (die zei:) "Aanbidt Allah. Er is geen god voor jullie dan Hem, waarom vrezen jullie (Allah) niet?" [32]

En de vooraanstanden, die niet geloofden, van zijn volk en die de ontmoeting in het Hiernamaals loochenden en die Wij de weelde van het wereldse leven gaven, zeiden: "Deze (man) is slechts een mens zoals jullie, hij eet van wat jullie eten en hij drinkt van wat jullie drinken. [33]

En als jullie rnensen volgen die zoals jullie zijn: voorwaar, dan behoren jullie zeker tot de verliezers. [34]

Belooft hij jullie dat wanneer jullie dood zijn en tot stof en beenderen zijn geworden, dat jullie dan opgewekt worden? [35]

Ver, ver weg is wat aan jullie beloofd is. [36]

Ons leven is slechts op de wereld, wij gaan dood en wij leven en wij zullen niet opgewekt worden. [37]

Hij is slechts een man die leugens over Allah heeft vèrzonnen. En Wij geloven hem niet." [38]

Hij (Hôcd) zei: "O mijn Heer, help mij tegen wat zij loochenen." [39]

Hij (Allah) zei: "Binnenkort zullen zij zeker spijt krijgen." [40]

Terecht trof de bliksemslag hen toen, en Wij maakten hen als schuim. Ten onder gaat het onrechtvaardige volk! [41]

Vervolgens brachten Wij na hen andere generaties voort. [42]

Geen gemeenschap is in staat om haar vastgestelde tijdstip te vervroegen of uit te stellen. [43]

Vervolgens stuurden Wij Onze Boodschappers, elkaar opvolgend. Telkens wanneer hun Boodschapper naar een gemeenschap kwam, loochenden zij hem. Toen deden Wij hen elkaar opvolgen (in de ondergang) en Wij maakten hen tot onderwerp van verhalen. Ten onder gaat het volk dat niet gelooft! [44]

Daarna zonden Wij Môesa en zijn broeder Hârôen met Onze Tekenen en een duidelijk Bewijs. [45]

Naar Fir`aun en zijn vooraanstaanden. En zij waren hoogmoedig en zij waren een hooghartig volk. [46]

En zij zeiden: "Zouden wij die twee mensen, die zijn zoals wij, geloven, terwijl hun volk voor ons dienaren is?" [47]

Daarom loochenden zij hen beiden en behoorden toen tot de vernietigden. [48]

En voorzeker, wij hebben aan Môesa de Schrift (de Taurât) gegeven. Hopelijk zullen zij Leiding volgen. [49]

En Wij maakten de zoon van Maryam en zijn moeder tot een Teken en Wij gaven hun een onderkomen op een hoogplegen plaats, bewoonbaar met stromend water. [50]

O Boodschappers, eet van de goede zaken en verricht goede daden. Voorwaar, Ik ben Alwetend over wat jullie doen. [51]

En voorwaar, deze godsdienst (de Islam) is jullie godsdienst, de enigste. En Ik ben jullie Heer, vreest Mij daarom. [52]

Toen raakten zij onderling verdeeld in verschilende groepen over hun zaak (van hun godsdienst). Elke groep was blij met wat zij hadden. [53]

Laat ben daarom in hun dwaling tot een bepaald tijdstip. [54]

Denken zij dat omdat Wij hen rijkdom en kinderen gegeven hebben. [55]

Wij Om voor hen haasten in (het schenken van) de goede zaken? Nee, maar zij beseffen het niet. [56]

Voorwaar, degenen van hen die bedachtzaam zijn vanwege hun ontzag voor Allah. [57]

En degenen die in de Verzen van hun Heer geloven. [58]

En degenen die hun Heer geen deelgenoten toekennen. [59]

En degenen die hun giften gaven terwijl hun harten vol ontzag zijn omdat zij tot hun Heer zullen terugkeren. [60]

Zij zijn degenen die zich haasten om goede daden te verrichten en zkj zijn daarbij de eersten. [61]

Wij belasten niemand dan volgens zijn vermogen en Wij hebben een boek dat volgens de Waarheid spreekt. En zij worden niet onrechtvaardig behandeld. [62]

Maar hun harten verkeren hierover in dwaling. Zij hebben daarnaast (slechte) werken die zij verrichten. [63]

Totdat, wanneer Wij degenen onder hen die in weelde leven met de bestraffing treffen; zij (om liulp) schreeuwen. [64]

Schreeuw die Dag niet (om hulp): voorwaar, er zal jullie geen hulp van Ons verleend worden. [65]

Waarlijk, Mijn Verzen zijn al aan jullie voorgedragen, maar jullie keerden je op jullie hielen om. [66]

Hoogmoedig tegen over hem (de Koran), kletsend in de nacht: jullie verlieten hem. [67]

Denken zij niet na over het Woord (de Koran)? Of is er iets tot hen gekomen dat niet eerder tot hun voorouders gekomen was? [68]

Of erkennen zij hun Boodschapper niet? Zodat zij het verwerpen? [69]

Of zeggen zij., "Hij (Moehammad) is bezeten." Integendeel, hij kwam tot hm met de Waarheid, maar de meesten van hen haten de Waarheid. [70]

Als de Waarheid hun begeerten zou volgen zouden de hemelen en de ard en alles wat er op hen is ten onder gaan. Wij hebben hun echter hun Eer (de Koran) gegeven, maar zij wenden zich van hun Eer af. [71]

Of vraag jij (O Moehammad) een beloning van hen? De beloning van jouw Heer is beter, want Hij is de Beste van de Voorzieners, [72]

Voorwaar, jij roept hen op tot een Recht Pad. [73]

En voorwaar, degenen die niet geloven in het Hiernamaals zijn zeker van het Rechte Pad afgeweken. [74]

En als Wij hen zouden begenadigen en Wij zouden opheffen wat er aan tegenspoed bij hen is: dan zouden zij blijven doorgaan met hun dwalingen. [75]

En voorzeker, Wij hebben hen met de bestraffing getroffen, toch werden zij niet ootmoedig tegenover hun Heer en zij werden niet nederig. [76]

Totdat, wanneer Wij voor hen de deur van een zware bestraffing openden, zij in wanhoop verkeerden. [77]

En Hij is Degene Die voor jullie het gehoor en gezichtsvermogen en de harten geschapen heeft. Weinig dankbaarheid tonen jullie! [78]

En Hij is Degene Die juuie deed groeien op de aarde en tot Hem worden jullie verzameld. [79]

En Hij is Degene Die doet leven en doet sterven. En aan Hem behoort het afwissden van de dag en de nacht Begrijpen jullie dan niet? [80]

Integendeel, zij zeggen hetzelfde als de vroegeren zeiden. [81]

Zij zeiden: "Wanneer wij dood zijn en tot aarde en beenderen geworden zijn, zullen wij dan zeker worden opgewckt? [82]

Voorzeker, dit werd vroeger aan ons en onze vaderen beloofd: dit zijn slechts fabels van de vroegeren." [83]

Zeg: "Aan wie behoort de aarde en alles wat zich daarop bevindt, als jullie het weten?" [84]

Zij zullen zeggen: "Aan Allah." Zeg: "Waarom laten jullie je dan niet vermanen?" [85]

Zeg: "Wie is de Heer van de zeven hemelen en de Heer van de Geweldige Troon? [86]

Zij zullen zeggen: "Aan Allah." Zeg: "Waarom vrezen jullie (Allah) dan niet?" [87]

Zeg: "In Wiens handen is de heerschappij over alles? En Hij beschermt en Hij wordt niet beschermt, als jullie het weten." [88]

Zij zullen zeggen: "Aan Allah." Zeg: "Waarom zijn jullie dan misleid?" [89]

Maar Wij hebben de Waarheid gegeven, zij zijn zeker leugenaars. [90]

Allah heeft zich geen kind genomen en er is geen god naast Hem! Dan zou iedere god weggaan met wat hij schiep en zouden zij elkaar overweldigen. Heilig is Allah boven wat zij (Hem) toeschrijven. [91]

De Kenner van het onwaarneembare en het waarneembare: verheven is Hij boven wat zij (Hem) toekennen. [92]

Zeg: "Mijn Heer, indien U mij zou laten zien wat hun aangezegd is. [93]

Mijn Heer, breng mij niet onder het onrechtvaardige volk!" [94]

En voorwaar, Wij zijn zeker in staat om jou te laten zien wat Wij hun toezeggen. [95]

Weer het slechte af met het beste. Wij weten het beste wat zij toeschrijven. [96]

En zeg: "Mijn Heer, ik zoek mijn toevlucht tot U tegen de influisteringen van de Satans. [97]

En ik zoek mijn toevlucht tot U zodat zij niet bij mij komen." [98]

Totdat, wanneer de dood tot een van hen komt, hij zal zeggen: "O mijn Heer, laat mij terugkeren. [99]

Hopelijk kan ik goede werken verrichten voor wat ik nagelaten heb." Zeker niet! Voorwaar, dit zijn slechts woorden die hij spreekt en voor hen is een scheiding tot de Dag waarop zij opgewekt worden. [100]

Wanneer er op de bazuin geblazen wordt, op die Dag is er geen verwantschap tussen hen en zij kunnen elkaar geen vragen stellen. [101]

Degenen wiens weegschalen zwaar wegen: Zij zijn degenen die de welslagenden zijn. [102]

Degene wiens weegschalen licht wegen: zij zijn degenen die zichzelf verloren hebben, zij zullen in de Hel eeuwig levenden zijn. [103]

Het Vuur verbrandt hun gezichten terwijl zij dawin venminkt worden. [104]

Zijn Mijn Verzen dan niet aan jullie voorgedragen? Toen plachten jullie ze te loochenen. [105]

Zij zelden: "Onze Heer, wij zijn overwonnen door ons ongeluk en wij waren een dwalend volk. [106]

Onze Heer, haal ons hieruit! Als wij het herhalen: voorwaar, dan zijn wij onrechtvaardigen." [107]

Hij zei: "Blijft daarin en lijdt. En spreekt niet tot Mij." [108]

Voorwaar, er is een groep onder Mijn dienaren die zegt: "Onze Heer, wij geloofden, vergeef ons daarom en schenk ons Barmhartigheid en U bent de Beste der Bamhartigen." [109]

Toen maakten jullie hen tot een onderwerp van bespotting, totdat jullie vergaten Mij te gedenken. En jullie plachten ben uit te lachen. [110]

Voorwaar, Ik gaf hun op die Dag een beloning omdat zij geduldig waren: en voorwaar, zij zijn de winnaars. [111]

Hij (Allah) zei: "Hoeveel jaren verbleven jullie op de aarde?" [112]

Zij zeiden: "Wij verbleven daar een dag of een gedeelte van een dag, vraag het aan de rekenaars." [113]

Hij (Allah) zei: "Jullie verbleven er maar kort, als jullie het weten. [114]

Dachten jullie dat Wij jullie zo maar geschapen hebben? En dat jullie niet tot Ons terugkeren?" [115]

Verheven is Allah, de Ware Koning er is geen god dan Hij, Heer van de Edele Troon. [116]

En wie een andere god aanroept naast Allah, waarvoor hij geen bewijs heeft: voorwaar, zijn afrekening is bij zijn Heer. Voorwaar, de ongelovigen zullen niet welslagen. [117]

En zeg: "Vergeef en begenadig, en U bent de Beste van de Bamhartigen." [118]