ص

(de Arabische letter) Sad

Ṣād

Hoofdstuk: 38
Verzen: 88

Vertaler: Sofian S. Siregar

Taal: Nederlands

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ

In naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle

1
Hoofdstuk 38 : Vers 1

صٓ ۚ وَٱلْقُرْءَانِ ذِى ٱلذِّكْرِ

Shâd. Bij de Koran, bezitter van eer.

Transliteratie

Sad waalqurani thee alththikri

2
Hoofdstuk 38 : Vers 2

بَلِ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ فِى عِزَّةٍ وَشِقَاقٍ

Maar degenen die ongelovig zijn., verkeren in eigendunk en opstandigheid.

Transliteratie

Bali allatheena kafaroo fee AAizzatin washiqaqin

3
Hoofdstuk 38 : Vers 3

كَمْ أَهْلَكْنَا مِن قَبْلِهِم مِّن قَرْنٍ فَنَادَوا۟ وَّلَاتَ حِينَ مَنَاصٍ

Hoeveelgeneraties vóór hen hebben Wij niet vernietigd, die toen (tot Ons) riepen. Die tijd was niet de tijd om te vluchten.

Transliteratie

Kam ahlakna min qablihim min qarnin fanadaw walata heena manasin

4
Hoofdstuk 38 : Vers 4

وَعَجِبُوٓا۟ أَن جَآءَهُم مُّنذِرٌ مِّنْهُمْ ۖ وَقَالَ ٱلْكَـٰفِرُونَ هَـٰذَا سَـٰحِرٌ كَذَّابٌ

En zij verbaasden zich dat er om waarschuwer uit hun midden tot hen was gekomen. En de ongelovigen zeiden: "Dit is een liegende tovenaar!

Transliteratie

WaAAajiboo an jaahum munthirun minhum waqala alkafiroona hatha sahirun kaththabun

5
Hoofdstuk 38 : Vers 5

أَجَعَلَ ٱلْـَٔالِهَةَ إِلَـٰهًا وَٰحِدًا ۖ إِنَّ هَـٰذَا لَشَىْءٌ عُجَابٌ

Heeft hij de goden tot één God gernaakt? Voorwaar, dit is zeker een verbazingwekkend iets."

Transliteratie

AjaAAala alalihata ilahan wahidan inna hatha lashayon AAujabun

6
Hoofdstuk 38 : Vers 6

وَٱنطَلَقَ ٱلْمَلَأُ مِنْهُمْ أَنِ ٱمْشُوا۟ وَٱصْبِرُوا۟ عَلَىٰٓ ءَالِهَتِكُمْ ۖ إِنَّ هَـٰذَا لَشَىْءٌ يُرَادُ

En de vooranstaanden onder hen gingen weg (zeggend:) "Ga door en wees geduldig met (de aanbidding van) jullie goden. Voorwaar, dat (van Moehammad) is zeker iets dat (tegen jullie) bedoeld is.

Transliteratie

Waintalaqa almalao minhum ani imshoo waisbiroo AAala alihatikum inna hatha lashayon yuradu

7
Hoofdstuk 38 : Vers 7

مَا سَمِعْنَا بِهَـٰذَا فِى ٱلْمِلَّةِ ٱلْـَٔاخِرَةِ إِنْ هَـٰذَآ إِلَّا ٱخْتِلَـٰقٌ

En wij hebben hierover niets gehoord in de laatste godsdienst. Dit is niets dan een verzinsel."

Transliteratie

Ma samiAAna bihatha fee almillati alakhirati in hatha illa ikhtilaqun

8
Hoofdstuk 38 : Vers 8

أَءُنزِلَ عَلَيْهِ ٱلذِّكْرُ مِنۢ بَيْنِنَا ۚ بَلْ هُمْ فِى شَكٍّ مِّن ذِكْرِى ۖ بَل لَّمَّا يَذُوقُوا۟ عَذَابِ

Is aan hem uit Ons midden de Vermaning neergezonden? Nee! Zij verkeren in twijfel over Mijn Vermaning. Nee! Zij hebben de bestraffing nog niet geproefd.

Transliteratie

Aonzila AAalayhi alththikru min baynina bal hum fee shakkin min thikree bal lamma yathooqoo AAathabi

9
Hoofdstuk 38 : Vers 9

أَمْ عِندَهُمْ خَزَآئِنُ رَحْمَةِ رَبِّكَ ٱلْعَزِيزِ ٱلْوَهَّابِ

Of zijn bij ben de schatten van de Barmhartigheid van jouw Heer, de Almachtig, de Schenker?

Transliteratie

Am AAindahum khazainu rahmati rabbika alAAazeezi alwahhabi

10
Hoofdstuk 38 : Vers 10

أَمْ لَهُم مُّلْكُ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضِ وَمَا بَيْنَهُمَا ۖ فَلْيَرْتَقُوا۟ فِى ٱلْأَسْبَـٰبِ

Of behoort aan hèn het koninkrijk van de hemelen en de aarde en wat daartussen is? Laten zij dan langs de ladders omhoog klimmen!

Transliteratie

Am lahum mulku alssamawati waalardi wama baynahuma falyartaqoo fee alasbabi

11
Hoofdstuk 38 : Vers 11

جُندٌ مَّا هُنَالِكَ مَهْزُومٌ مِّنَ ٱلْأَحْزَابِ

Zij zijn daar niets anden dan het verslagen leger van de bondgenoten.

Transliteratie

Jundun ma hunalika mahzoomun mina alahzabi

12
Hoofdstuk 38 : Vers 12

كَذَّبَتْ قَبْلَهُمْ قَوْمُ نُوحٍ وَعَادٌ وَفِرْعَوْنُ ذُو ٱلْأَوْتَادِ

Vóór hen loochende het volk van Nôeh, en (het volk van) de 'Âd en Fir'aun, de bezitter van de pinnen (macht).

Transliteratie

Kaththabat qablahum qawmu noohin waAAadun wafirAAawnu thoo alawtadi

13
Hoofdstuk 38 : Vers 13

وَثَمُودُ وَقَوْمُ لُوطٍ وَأَصْحَـٰبُ لْـَٔيْكَةِ ۚ أُو۟لَـٰٓئِكَ ٱلْأَحْزَابُ

En de Tsamôed, het volk van Lôeth en de bewoners van Aikah. Zij zijn de bondgenoten.

Transliteratie

Wathamoodu waqawmu lootin waashabu alaykati olaika alahzabu

14
Hoofdstuk 38 : Vers 14

إِن كُلٌّ إِلَّا كَذَّبَ ٱلرُّسُلَ فَحَقَّ عِقَابِ

En er was niemand onder hen, of hij loochende de Boodschappers, zodat Mijn bestraffing bewaarheid word.

Transliteratie

In kullun illa kaththaba alrrusula fahaqqa AAiqabi

15
Hoofdstuk 38 : Vers 15

وَمَا يَنظُرُ هَـٰٓؤُلَآءِ إِلَّا صَيْحَةً وَٰحِدَةً مَّا لَهَا مِن فَوَاقٍ

En zij wachtten slechts op één enkele bliksemslag, die geen onderbreking kent.

Transliteratie

Wama yanthuru haolai illa sayhatan wahidatan ma laha min fawaqin

16
Hoofdstuk 38 : Vers 16

وَقَالُوا۟ رَبَّنَا عَجِّل لَّنَا قِطَّنَا قَبْلَ يَوْمِ ٱلْحِسَابِ

En zij zeggen: "Onze Heer, bespoedig voor ons ons deel (van de bestraffing) vóór de Dag des Oordeels."

Transliteratie

Waqaloo rabbana AAajjil lana qittana qabla yawmi alhisabi

17
Hoofdstuk 38 : Vers 17

ٱصْبِرْ عَلَىٰ مَا يَقُولُونَ وَٱذْكُرْ عَبْدَنَا دَاوُۥدَ ذَا ٱلْأَيْدِ ۖ إِنَّهُۥٓ أَوَّابٌ

Weest geduldig mt wat zij zij zeggen, en gedenk Onze dienaar Dâwôed, de bezitter van kracht. Voorwaar, hij is de meest berouwtonende.

Transliteratie

Isbir AAala ma yaqooloona waothkur AAabdana dawooda tha alaydi innahu awwabun

18
Hoofdstuk 38 : Vers 18

إِنَّا سَخَّرْنَا ٱلْجِبَالَ مَعَهُۥ يُسَبِّحْنَ بِٱلْعَشِىِّ وَٱلْإِشْرَاقِ

En Wij maakten de bergen dienstbaar, die met hem de Glorie van Allah prezen in de avond en in de ochtend.

Transliteratie

Inna sakhkharna aljibala maAAahu yusabbihna bialAAashiyyi waalishraqi

19
Hoofdstuk 38 : Vers 19

وَٱلطَّيْرَ مَحْشُورَةً ۖ كُلٌّ لَّهُۥٓ أَوَّابٌ

En (ook) de verzamelde vogels, allen wendden zich voortdurend tot Hem.

Transliteratie

Waalttayra mahshooratan kullun lahu awwabun

20
Hoofdstuk 38 : Vers 20

وَشَدَدْنَا مُلْكَهُۥ وَءَاتَيْنَـٰهُ ٱلْحِكْمَةَ وَفَصْلَ ٱلْخِطَابِ

En Wij versterkten zi n koninkrijk en Wij gaven hem de wijsheid en de beslissende uitspraken.

Transliteratie

Washadadna mulkahu waataynahu alhikmata wafasla alkhitabi

21
Hoofdstuk 38 : Vers 21

وَهَلْ أَتَىٰكَ نَبَؤُا۟ ٱلْخَصْمِ إِذْ تَسَوَّرُوا۟ ٱلْمِحْرَابَ

Heeft jou het bericht over de onenigheid bereikt? Toen zij over de muur de gebedsruimte binnendrongen?

Transliteratie

Wahal ataka nabao alkhasmi ith tasawwaroo almihraba

22
Hoofdstuk 38 : Vers 22

إِذْ دَخَلُوا۟ عَلَىٰ دَاوُۥدَ فَفَزِعَ مِنْهُمْ ۖ قَالُوا۟ لَا تَخَفْ ۖ خَصْمَانِ بَغَىٰ بَعْضُنَا عَلَىٰ بَعْضٍ فَٱحْكُم بَيْنَنَا بِٱلْحَقِّ وَلَا تُشْطِطْ وَٱهْدِنَآ إِلَىٰ سَوَآءِ ٱلصِّرَٰطِ

Toen zij bij Dâwôed binnenkwamen, schrok Hij van ten, zij zeiden: "Wees niet bang, wij zijn twee mannen die het met elkaar oneens zijn, een van ons heeft de ander onrechtvaardig behandeld. Oordeel daarom rechtvaardig tussen ons en wijk niet af van de Waarheid en leid ons naar het rechte Pad.

Transliteratie

Ith dakhaloo AAala dawooda fafaziAAa minhum qaloo la takhaf khasmani bagha baAAduna AAala baAAdin faohkum baynana bialhaqqi wala tushtit waihdina ila sawai alssirati

23
Hoofdstuk 38 : Vers 23

إِنَّ هَـٰذَآ أَخِى لَهُۥ تِسْعٌ وَتِسْعُونَ نَعْجَةً وَلِىَ نَعْجَةٌ وَٰحِدَةٌ فَقَالَ أَكْفِلْنِيهَا وَعَزَّنِى فِى ٱلْخِطَابِ

Voorwaar, mijn broeder heeft negen en negentig ooien en ik heb één ooi. Toen zei hij: 'Sta haar aan mij af.' En hij versloeg mij in het redetwisten."

Transliteratie

Inna hatha akhee lahu tisAAun watisAAoona naAAjatan waliya naAAjatun wahidatun faqala akfilneeha waAAazzanee fee alkhitabi

24
Hoofdstuk 38 : Vers 24

قَالَ لَقَدْ ظَلَمَكَ بِسُؤَالِ نَعْجَتِكَ إِلَىٰ نِعَاجِهِۦ ۖ وَإِنَّ كَثِيرًا مِّنَ ٱلْخُلَطَآءِ لَيَبْغِى بَعْضُهُمْ عَلَىٰ بَعْضٍ إِلَّا ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّـٰلِحَـٰتِ وَقَلِيلٌ مَّا هُمْ ۗ وَظَنَّ دَاوُۥدُ أَنَّمَا فَتَنَّـٰهُ فَٱسْتَغْفَرَ رَبَّهُۥ وَخَرَّ رَاكِعًا وَأَنَابَ ۩

Bij (Dâwôed) zei: "Voorzeker, hij heeft jou onrechtvaardig behandeld met de eis om jouw ooi am zijn ooien toe te voegen. En voorwaar, vele genoten behandelen elkaar onrechtvaardig, behalve degenen die geloven en die goede werken verrichten, en zij zijn slechts weinigen. En Dâwôed vermoedde dat Wij hem op de proef stelden, waarop hij zijn Heer om vergeving smeekte. Hij boog zich neer en hij toonde berouw.

Transliteratie

Qala laqad thalamaka bisuali naAAjatika ila niAAajihi wainna katheeran mina alkhulatai layabghee baAAduhum AAala baAAdin illa allatheena amanoo waAAamiloo alssalihati waqaleelun ma hum wathanna dawoodu annama fatannahu faistaghfara rabbahu wakharra rakiAAan waanaba

25
Hoofdstuk 38 : Vers 25

فَغَفَرْنَا لَهُۥ ذَٰلِكَ ۖ وَإِنَّ لَهُۥ عِندَنَا لَزُلْفَىٰ وَحُسْنَ مَـَٔابٍ

Toen vergaven Wij hem dat. En voorwaar, voor hem is er bij Ons zeker (Onze) nabijheid en de beste plaats van terugkeer.

Transliteratie

Faghafarna lahu thalika wainna lahu AAindana lazulfa wahusna maabin

26
Hoofdstuk 38 : Vers 26

يَـٰدَاوُۥدُ إِنَّا جَعَلْنَـٰكَ خَلِيفَةً فِى ٱلْأَرْضِ فَٱحْكُم بَيْنَ ٱلنَّاسِ بِٱلْحَقِّ وَلَا تَتَّبِعِ ٱلْهَوَىٰ فَيُضِلَّكَ عَن سَبِيلِ ٱللَّهِ ۚ إِنَّ ٱلَّذِينَ يَضِلُّونَ عَن سَبِيلِ ٱللَّهِ لَهُمْ عَذَابٌ شَدِيدٌۢ بِمَا نَسُوا۟ يَوْمَ ٱلْحِسَابِ

O Dâwôed, Wij hebben jou tot gevolmachtigde op aarde aangesteld, oordeel daarom met de Waarheid tussen de mensen en volg niet de begeerte, want die zal jou doen afdwalen van de Weg van Allah. Voorwaar, degenen die van de Weg van Allah afdwalen: voor hen is er een harde bestraffing omdat zij de Dag des Oordeels vergaten.

Transliteratie

Ya dawoodu inna jaAAalnaka khaleefatan fee alardi faohkum bayna alnnasi bialhaqqi wala tattabiAAi alhawa fayudillaka AAan sabeeli Allahi inna allatheena yadilloona AAan sabeeli Allahi lahum AAathabun shadeedun bima nasoo yawma alhisabi

27
Hoofdstuk 38 : Vers 27

وَمَا خَلَقْنَا ٱلسَّمَآءَ وَٱلْأَرْضَ وَمَا بَيْنَهُمَا بَـٰطِلًا ۚ ذَٰلِكَ ظَنُّ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ ۚ فَوَيْلٌ لِّلَّذِينَ كَفَرُوا۟ مِنَ ٱلنَّارِ

En Wij hebben de hemel en de aarde en wat dartussen is niet voor niets geschapen. Dat is een vermoeden van degenen die ongelovig zijn. Wee daarom degenen die niet in de Hel geloven.

Transliteratie

Wama khalaqna alssamaa waalarda wama baynahuma batilan thalika thannu allatheena kafaroo fawaylun lillatheena kafaroo mina alnnari

28
Hoofdstuk 38 : Vers 28

أَمْ نَجْعَلُ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّـٰلِحَـٰتِ كَٱلْمُفْسِدِينَ فِى ٱلْأَرْضِ أَمْ نَجْعَلُ ٱلْمُتَّقِينَ كَٱلْفُجَّارِ

Zullen Wij degenen die geloven en goede werken verrichten behandelen als de verderfzaaiers op de aarde? Of zullen Wij de Moettaqôen be handelen als de verdorvenen?

Transliteratie

Am najAAalu allatheena amanoo waAAamiloo alssalihati kaalmufsideena fee alardi am najAAalu almuttaqeena kaalfujjari

29
Hoofdstuk 38 : Vers 29

كِتَـٰبٌ أَنزَلْنَـٰهُ إِلَيْكَ مُبَـٰرَكٌ لِّيَدَّبَّرُوٓا۟ ءَايَـٰتِهِۦ وَلِيَتَذَكَّرَ أُو۟لُوا۟ ٱلْأَلْبَـٰبِ

(Dit is) een gezegend Boek dat Wij aan jou hebben neergezonden opdat zij Zijn Verzen zullen overpeinzen en opdat de bezitters van verstand er lering uit trekken.

Transliteratie

Kitabun anzalnahu ilayka mubarakun liyaddabbaroo ayatihi waliyatathakkara oloo alalbabi

30
Hoofdstuk 38 : Vers 30

وَوَهَبْنَا لِدَاوُۥدَ سُلَيْمَـٰنَ ۚ نِعْمَ ٱلْعَبْدُ ۖ إِنَّهُۥٓ أَوَّابٌ

En Wij schonken Dâwôed Soelaimân, de beste dienaar. Voorwaar, hij is de meest berouwtonende.

Transliteratie

Wawahabna lidawooda sulaymana niAAma alAAabdu innahu awwabun

31
Hoofdstuk 38 : Vers 31

إِذْ عُرِضَ عَلَيْهِ بِٱلْعَشِىِّ ٱلصَّـٰفِنَـٰتُ ٱلْجِيَادُ

(Gedenkt) toen hem in de avond de snelle raspaarden werden getoond.

Transliteratie

Ith AAurida AAalayhi bialAAashiyyi alssafinatu aljiyadu

32
Hoofdstuk 38 : Vers 32

فَقَالَ إِنِّىٓ أَحْبَبْتُ حُبَّ ٱلْخَيْرِ عَن ذِكْرِ رَبِّى حَتَّىٰ تَوَارَتْ بِٱلْحِجَابِ

Toen zei hij: "Voorwaar, ik koesterde de liefde voor het goede ten koste van het gedenken van mijn Heer, totdat zij onzichtbaar werden door de zonsondergang.

Transliteratie

Faqala innee ahbabtu hubba alkhayri AAan thikri rabbee hatta tawarat bialhijabi

33
Hoofdstuk 38 : Vers 33

رُدُّوهَا عَلَىَّ ۖ فَطَفِقَ مَسْحًۢا بِٱلسُّوقِ وَٱلْأَعْنَاقِ

Brengt ze naar mij terug." Daarna begon bij (de paarden) over de benen en de halzen te stirijken.

Transliteratie

Ruddooha AAalayya fatafiqa mashan bialssooqi waalaAAnaqi

34
Hoofdstuk 38 : Vers 34

وَلَقَدْ فَتَنَّا سُلَيْمَـٰنَ وَأَلْقَيْنَا عَلَىٰ كُرْسِيِّهِۦ جَسَدًا ثُمَّ أَنَابَ

En voorzeker, Wij hebben Soelaimân op de proef gesteld en Wij zetten (hem) op zijn zetel, als een lichaam, waarna hij berouw toonde.

Transliteratie

Walaqad fatanna sulaymana waalqayna AAala kursiyyihi jasadan thumma anaba

35
Hoofdstuk 38 : Vers 35

قَالَ رَبِّ ٱغْفِرْ لِى وَهَبْ لِى مُلْكًا لَّا يَنۢبَغِى لِأَحَدٍ مِّنۢ بَعْدِىٓ ۖ إِنَّكَ أَنتَ ٱلْوَهَّابُ

Hij zei: "Mijn Heer, vergeef rnij, en schenk mij een koninkrijk dat niemand na mij ooit zal bezitten. Voorwaar, U bent de Schenker.

Transliteratie

Qala rabbi ighfir lee wahab lee mulkan la yanbaghee liahadin min baAAdee innaka anta alwahhabu

36
Hoofdstuk 38 : Vers 36

فَسَخَّرْنَا لَهُ ٱلرِّيحَ تَجْرِى بِأَمْرِهِۦ رُخَآءً حَيْثُ أَصَابَ

En Wij maakten de wind un hem dienstbaar, die volgzaan waaide op zijn bevel, waarheen bij wilde.

Transliteratie

Fasakhkharna lahu alrreeha tajree biamrihi rukhaan haythu asaba

37
Hoofdstuk 38 : Vers 37

وَٱلشَّيَـٰطِينَ كُلَّ بَنَّآءٍ وَغَوَّاصٍ

En (ook) de Satans, allen waren bouwers en duikers.

Transliteratie

Waalshshayateena kulla bannain waghawwasin

38
Hoofdstuk 38 : Vers 38

وَءَاخَرِينَ مُقَرَّنِينَ فِى ٱلْأَصْفَادِ

En andere (Satans) vastgebonden in ketenen.

Transliteratie

Waakhareena muqarraneena fee alasfadi

39
Hoofdstuk 38 : Vers 39

هَـٰذَا عَطَآؤُنَا فَٱمْنُنْ أَوْ أَمْسِكْ بِغَيْرِ حِسَابٍ

Dat is een ge-schenk van Ons, geef (het) dan weg of houd (het) achter; zonder afrekening.

Transliteratie

Hatha AAataona faomnun aw amsik bighayri hisabin

40
Hoofdstuk 38 : Vers 40

وَإِنَّ لَهُۥ عِندَنَا لَزُلْفَىٰ وَحُسْنَ مَـَٔابٍ

En voorwaar, voor hem is er bij Ons zeker (Onze) nabijheid en de beste plaats van terugkeer.

Transliteratie

Wainna lahu AAindana lazulfa wahusna maabin

41
Hoofdstuk 38 : Vers 41

وَٱذْكُرْ عَبْدَنَآ أَيُّوبَ إِذْ نَادَىٰ رَبَّهُۥٓ أَنِّى مَسَّنِىَ ٱلشَّيْطَـٰنُ بِنُصْبٍ وَعَذَابٍ

En gedenk Onze dienaar, Ayyôeb, toen hij tot zij Heer riep: "Voorwaw, de Satan heeft mij getroffen met tegenspoed en bestraffing."

Transliteratie

Waothkur AAabdana ayyooba ith nada rabbahu annee massaniya alshshaytanu binusbin waAAathabin

42
Hoofdstuk 38 : Vers 42

ٱرْكُضْ بِرِجْلِكَ ۖ هَـٰذَا مُغْتَسَلٌۢ بَارِدٌ وَشَرَابٌ

(Allah antwoordde:) "Stamp met jouw voet, dit is koel water om te baden en om van te drinken."

Transliteratie

Orkud birijlika hatha mughtasalun baridun washarabun

43
Hoofdstuk 38 : Vers 43

وَوَهَبْنَا لَهُۥٓ أَهْلَهُۥ وَمِثْلَهُم مَّعَهُمْ رَحْمَةً مِّنَّا وَذِكْرَىٰ لِأُو۟لِى ٱلْأَلْبَـٰبِ

En Wij hebben hem zijn familie en nog eens zoveel met hen geschonken, als een genade van Ons en als een tering voor de bezitters van verstand.

Transliteratie

Wawahabna lahu ahlahu wamithlahum maAAahum rahmatan minna wathikra liolee alalbabi

44
Hoofdstuk 38 : Vers 44

وَخُذْ بِيَدِكَ ضِغْثًا فَٱضْرِب بِّهِۦ وَلَا تَحْنَثْ ۗ إِنَّا وَجَدْنَـٰهُ صَابِرًا ۚ نِّعْمَ ٱلْعَبْدُ ۖ إِنَّهُۥٓ أَوَّابٌ

(Allah zei tegen Ayyôeb:) "En neem een bosje gras in je hand, en sla daarmee (jouw vrouw) en breek jouw eed niet." Voorwaar, Wij troffen hem aan als een geduldige, de beste dienaar. Voorwaar, hij is de meest berouwtonende.

Transliteratie

Wakhuth biyadika dighthan faidrib bihi wala tahnath inna wajadnahu sabiran niAAma alAAabdu innahu awwabun

45
Hoofdstuk 38 : Vers 45

وَٱذْكُرْ عِبَـٰدَنَآ إِبْرَٰهِيمَ وَإِسْحَـٰقَ وَيَعْقُوبَ أُو۟لِى ٱلْأَيْدِى وَٱلْأَبْصَـٰرِ

En gedenk Onze dienaren Ibrâhîm en Ishâq en Ya'qôeb allen waren beziners van grote kracht en inzicht.

Transliteratie

Waothkur AAibadana ibraheema waishaqa wayaAAqooba olee alaydee waalabsari

46
Hoofdstuk 38 : Vers 46

إِنَّآ أَخْلَصْنَـٰهُم بِخَالِصَةٍ ذِكْرَى ٱلدَّارِ

Voorwaar, Wij zuiverden hen volledig ten behoeve van (hun) godachtenis van het Hiernamaals.

Transliteratie

Inna akhlasnahum bikhalisatin thikra alddari

47
Hoofdstuk 38 : Vers 47

وَإِنَّهُمْ عِندَنَا لَمِنَ ٱلْمُصْطَفَيْنَ ٱلْأَخْيَارِ

En voorwaar, zij behoorden bij Ons zeker tot de beste uitgekozenen.

Transliteratie

Wainnahum AAindana lamina almustafayna alakhyari

48
Hoofdstuk 38 : Vers 48

وَٱذْكُرْ إِسْمَـٰعِيلَ وَٱلْيَسَعَ وَذَا ٱلْكِفْلِ ۖ وَكُلٌّ مِّنَ ٱلْأَخْيَارِ

En gedeak Ismâ'îl (en Al Yasa' en Dzôelkifl: zij behoorden allen tot de besten.

Transliteratie

Waothkur ismaAAeela wailyasaAAa watha alkifli wakullun mina alakhyari

49
Hoofdstuk 38 : Vers 49

هَـٰذَا ذِكْرٌ ۚ وَإِنَّ لِلْمُتَّقِينَ لَحُسْنَ مَـَٔابٍ

Dit is een herinnering, en voorwaar, voor de Moettaqôen is er zeker de beste plaats van terrugkeer.

Transliteratie

Hatha thikrun wainna lilmuttaqeena lahusna maabin

50
Hoofdstuk 38 : Vers 50

جَنَّـٰتِ عَدْنٍ مُّفَتَّحَةً لَّهُمُ ٱلْأَبْوَٰبُ

De Tuinen van 'Adn (het Paradijs) waarvan de poorten voor hen geopend zijn.

Transliteratie

Jannati AAadnin mufattahatan lahumu alabwabu

51
Hoofdstuk 38 : Vers 51

مُتَّكِـِٔينَ فِيهَا يَدْعُونَ فِيهَا بِفَـٰكِهَةٍ كَثِيرَةٍ وَشَرَابٍ

Daarin leunen zij, zij vragen daarin om vele vruchten en om drinken.

Transliteratie

Muttakieena feeha yadAAoona feeha bifakihatin katheeratin washarabin

52
Hoofdstuk 38 : Vers 52

وَعِندَهُمْ قَـٰصِرَٰتُ ٱلطَّرْفِ أَتْرَابٌ

En bij hen zijn mooie gezellinnen met ingetogen blikken, gelijk in leeftijd.

Transliteratie

WaAAindahum qasiratu alttarfi atrabun

53
Hoofdstuk 38 : Vers 53

هَـٰذَا مَا تُوعَدُونَ لِيَوْمِ ٱلْحِسَابِ

Dat is wat aan jullie beloofd is voor de Dag des Oordeels.

Transliteratie

Hatha ma tooAAadoona liyawmi alhisabi

54
Hoofdstuk 38 : Vers 54

إِنَّ هَـٰذَا لَرِزْقُنَا مَا لَهُۥ مِن نَّفَادٍ

Voorwaar, dit is zeker een voorziening van Ons die geen einde kent.

Transliteratie

Inna hatha larizquna ma lahu min nafadin

55
Hoofdstuk 38 : Vers 55

هَـٰذَا ۚ وَإِنَّ لِلطَّـٰغِينَ لَشَرَّ مَـَٔابٍ

Zo is het. En voorwaar, voor de overtreders is er zeker de slechtste plaats van terugkeer.

Transliteratie

Hatha wainna lilttagheena lasharra maabin

56
Hoofdstuk 38 : Vers 56

جَهَنَّمَ يَصْلَوْنَهَا فَبِئْسَ ٱلْمِهَادُ

De Hel, daarin zullen zij binnentreden en dat is de slechtste rustplaats.

Transliteratie

Jahannama yaslawnaha fabisa almihadu

57
Hoofdstuk 38 : Vers 57

هَـٰذَا فَلْيَذُوقُوهُ حَمِيمٌ وَغَسَّاقٌ

Zo is het. Laten zij hem (de bestraffing) proeven: kokend water en etter.

Transliteratie

Hatha falyathooqoohu hameemun waghassaqun

58
Hoofdstuk 38 : Vers 58

وَءَاخَرُ مِن شَكْلِهِۦٓ أَزْوَٰجٌ

En andere, daarop lijkende soorten.

Transliteratie

Waakharu min shaklihi azwajun

59
Hoofdstuk 38 : Vers 59

هَـٰذَا فَوْجٌ مُّقْتَحِمٌ مَّعَكُمْ ۖ لَا مَرْحَبًۢا بِهِمْ ۚ إِنَّهُمْ صَالُوا۟ ٱلنَّارِ

Dit is een groep die samen niet jullie binnenstroomt. Er is geen welkom voor hen. Voorwaar, zij treden de Hel binnen.

Transliteratie

Hatha fawjun muqtahimun maAAakum la marhaban bihim innahum saloo alnnari

60
Hoofdstuk 38 : Vers 60

قَالُوا۟ بَلْ أَنتُمْ لَا مَرْحَبًۢا بِكُمْ ۖ أَنتُمْ قَدَّمْتُمُوهُ لَنَا ۖ فَبِئْسَ ٱلْقَرَارُ

Zij (hun volgelingen zullen) zeggen: "Nee, juist voor jullie is er geen welkom, jullie zijn het die dit over ons hebben gebracht." Dat is dan de slechtste vestiging.

Transliteratie

Qaloo bal antum la marhaban bikum antum qaddamtumoohu lana fabisa alqararu

61
Hoofdstuk 38 : Vers 61

قَالُوا۟ رَبَّنَا مَن قَدَّمَ لَنَا هَـٰذَا فَزِدْهُ عَذَابًا ضِعْفًا فِى ٱلنَّارِ

Zij zullen zeggen: "Onze Heer, voor wie dit over ons heeft gebracht: vermenigvuldig de bestraffing in de Hel voor hem."

Transliteratie

Qaloo rabbana man qaddama lana hatha fazidhu AAathaban diAAfan fee alnnari

62
Hoofdstuk 38 : Vers 62

وَقَالُوا۟ مَا لَنَا لَا نَرَىٰ رِجَالًا كُنَّا نَعُدُّهُم مِّنَ ٱلْأَشْرَارِ

En zij zullen zeggen: "Hou komt het dat wij niet de mensen (gelovigen) zien, die wij tot de slechtsten rekenden?

Transliteratie

Waqaloo ma lana la nara rijalan kunna naAAudduhum mina alashrari

63
Hoofdstuk 38 : Vers 63

أَتَّخَذْنَـٰهُمْ سِخْرِيًّا أَمْ زَاغَتْ عَنْهُمُ ٱلْأَبْصَـٰرُ

Is het omdat wij hen tot onderwerp van bespotting maakten, of slagen de ogen er niet in hen te zien?"

Transliteratie

Attakhathnahum sikhriyyan am zaghat AAanhumu alabsaru

64
Hoofdstuk 38 : Vers 64

إِنَّ ذَٰلِكَ لَحَقٌّ تَخَاصُمُ أَهْلِ ٱلنَّارِ

Voorwaar, dat zal zeker de waarheid zijn: het redetwisten van de bewoners van de Hel.

Transliteratie

Inna thalika lahaqqun takhasumu ahli alnnari

65
Hoofdstuk 38 : Vers 65

قُلْ إِنَّمَآ أَنَا۠ مُنذِرٌ ۖ وَمَا مِنْ إِلَـٰهٍ إِلَّا ٱللَّهُ ٱلْوَٰحِدُ ٱلْقَهَّارُ

Zeg: "Ik ben slechts een waarschuwer, en er is geen god dan Allah, de Ene, de Overweldiger.

Transliteratie

Qul innama ana munthirun wama min ilahin illa Allahu alwahidu alqahharu

66
Hoofdstuk 38 : Vers 66

رَبُّ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضِ وَمَا بَيْنَهُمَا ٱلْعَزِيزُ ٱلْغَفَّـٰرُ

De Heer van de hemelen en de aarde en wat er tussen hen is, de Almachtige, de Vergevensgezinde."

Transliteratie

Rabbu alssamawati waalardi wama baynahuma alAAazeezu alghaffaru

67
Hoofdstuk 38 : Vers 67

قُلْ هُوَ نَبَؤٌا۟ عَظِيمٌ

Zeg: "Dit is een geweldig bericht.

Transliteratie

Qul huwa nabaon AAatheemun

68
Hoofdstuk 38 : Vers 68

أَنتُمْ عَنْهُ مُعْرِضُونَ

Waarvan jullie je afwenden.

Transliteratie

Antum AAanhu muAAridoona

69
Hoofdstuk 38 : Vers 69

مَا كَانَ لِىَ مِنْ عِلْمٍۭ بِٱلْمَلَإِ ٱلْأَعْلَىٰٓ إِذْ يَخْتَصِمُونَ

Het is voor mij niet mogelijk dat ik kennis zou hebben over de Engelen toen zij redetwistten.

Transliteratie

Ma kana liya min AAilmin bialmalai alaAAla ith yakhtasimoona

70
Hoofdstuk 38 : Vers 70

إِن يُوحَىٰٓ إِلَىَّ إِلَّآ أَنَّمَآ أَنَا۠ نَذِيرٌ مُّبِينٌ

Het is aan mij geopenbaard dat ik slechts een duidelijke waarschuwer ben."

Transliteratie

In yooha ilayya illa annama ana natheerun mubeenun

71
Hoofdstuk 38 : Vers 71

إِذْ قَالَ رَبُّكَ لِلْمَلَـٰٓئِكَةِ إِنِّى خَـٰلِقٌۢ بَشَرًا مِّن طِينٍ

(Gedenk) Toen jouw Heer tot de Engelen zei: "'Voorwaar, Ik schep een mens uit aarde.

Transliteratie

Ith qala rabbuka lilmalaikati innee khaliqun basharan min teenin

72
Hoofdstuk 38 : Vers 72

فَإِذَا سَوَّيْتُهُۥ وَنَفَخْتُ فِيهِ مِن رُّوحِى فَقَعُوا۟ لَهُۥ سَـٰجِدِينَ

En Ik vervolmaak hem, en blaas hem van de Geest in." Toen knielden zij zich voor hem neer.

Transliteratie

Faitha sawwaytuhu wanafakhtu feehi min roohee faqaAAoo lahu sajideena

73
Hoofdstuk 38 : Vers 73

فَسَجَدَ ٱلْمَلَـٰٓئِكَةُ كُلُّهُمْ أَجْمَعُونَ

Toen knielden alle Engelen tezamen neer.

Transliteratie

Fasajada almalaikatu kulluhum ajmaAAoona

74
Hoofdstuk 38 : Vers 74

إِلَّآ إِبْلِيسَ ٱسْتَكْبَرَ وَكَانَ مِنَ ٱلْكَـٰفِرِينَ

Behalve Iblîs, hij was hoogmoedig en hij behoorde tot de ongelovigen.

Transliteratie

Illa ibleesa istakbara wakana mina alkafireena

75
Hoofdstuk 38 : Vers 75

قَالَ يَـٰٓإِبْلِيسُ مَا مَنَعَكَ أَن تَسْجُدَ لِمَا خَلَقْتُ بِيَدَىَّ ۖ أَسْتَكْبَرْتَ أَمْ كُنتَ مِنَ ٱلْعَالِينَ

Hij (Allah) zei: "O Iblîs, wat heeft jou ervan weerhouden om neer te knielen toen Ik (Adam) met Mijn beide Handen had geschapen? Was jij hoogmoedig, of behoorde jij tot de hooghartigen?"

Transliteratie

Qala ya ibleesu ma manaAAaka an tasjuda lima khalaqtu biyadayya astakbarta am kunta mina alAAaleena

76
Hoofdstuk 38 : Vers 76

قَالَ أَنَا۠ خَيْرٌ مِّنْهُ ۖ خَلَقْتَنِى مِن نَّارٍ وَخَلَقْتَهُۥ مِن طِينٍ

Hij zei: "Ik ben beter dan hij. U heeft mij uit vuur geschapen, terwijl U hem uit aarde heeft geschapen.

Transliteratie

Qala ana khayrun minhu khalaqtanee min narin wakhalaqtahu min teenin

77
Hoofdstuk 38 : Vers 77

قَالَ فَٱخْرُجْ مِنْهَا فَإِنَّكَ رَجِيمٌ

Hij (Allah) zei: "Ga dan weg uit haar (het Paradijs): voorwaar, jij bent een verworpene.

Transliteratie

Qala faokhruj minha fainnaka rajeemun

78
Hoofdstuk 38 : Vers 78

وَإِنَّ عَلَيْكَ لَعْنَتِىٓ إِلَىٰ يَوْمِ ٱلدِّينِ

En voorwaar, op jou rust Mijn vervloeking, tot de Dag des Oordeels."

Transliteratie

Wainna AAalayka laAAnatee ila yawmi alddeeni

79
Hoofdstuk 38 : Vers 79

قَالَ رَبِّ فَأَنظِرْنِىٓ إِلَىٰ يَوْمِ يُبْعَثُونَ

Hij (Iblîs) zei: "Mijn Heer, geef mij uitstel tot de Dag waarop zij zullen worden opgewekt."

Transliteratie

Qala rabbi faanthirnee ila yawmi yubAAathoona

80
Hoofdstuk 38 : Vers 80

قَالَ فَإِنَّكَ مِنَ ٱلْمُنظَرِينَ

Hij (Allah) zei: "Voorwaar, jij behoort dan tot hen aan wie uitstel is gegeven.

Transliteratie

Qala fainnaka mina almunthareena

81
Hoofdstuk 38 : Vers 81

إِلَىٰ يَوْمِ ٱلْوَقْتِ ٱلْمَعْلُومِ

Tot de Dag van de vastgestelde tijd."

Transliteratie

Ila yawmi alwaqti almaAAloomi

82
Hoofdstuk 38 : Vers 82

قَالَ فَبِعِزَّتِكَ لَأُغْوِيَنَّهُمْ أَجْمَعِينَ

Hij (Iblîs) zei: "Bij Uw eer dan, ik zal hen zeker allen misleiden.

Transliteratie

Qala fabiAAizzatika laoghwiyannahum ajmaAAeena

83
Hoofdstuk 38 : Vers 83

إِلَّا عِبَادَكَ مِنْهُمُ ٱلْمُخْلَصِينَ

Behalve Uw dienaren onder hen die zuiver zijn in hun aanbidding."

Transliteratie

Illa AAibadaka minhumu almukhlaseena

84
Hoofdstuk 38 : Vers 84

قَالَ فَٱلْحَقُّ وَٱلْحَقَّ أَقُولُ

Hij (Allah): "De Waarheid, en Ik spreek de Waarheid.

Transliteratie

Qala faalhaqqu waalhaqqa aqoolu

85
Hoofdstuk 38 : Vers 85

لَأَمْلَأَنَّ جَهَنَّمَ مِنكَ وَمِمَّن تَبِعَكَ مِنْهُمْ أَجْمَعِينَ

Ik zal zeker De Hel vullen met jou en met degenen onder hen die jou volgden, tezamen."

Transliteratie

Laamlaanna jahannama minka wamimman tabiAAaka minhum ajmaAAeena

86
Hoofdstuk 38 : Vers 86

قُلْ مَآ أَسْـَٔلُكُمْ عَلَيْهِ مِنْ أَجْرٍ وَمَآ أَنَا۠ مِنَ ٱلْمُتَكَلِّفِينَ

Zeg (O Moehammad): "Ik vraag jullie er geen beloning voor en ik behoor niet tot hen die verzinnen.

Transliteratie

Qul ma asalukum AAalayhi min ajrin wama ana mina almutakallifeena

87
Hoofdstuk 38 : Vers 87

إِنْ هُوَ إِلَّا ذِكْرٌ لِّلْعَـٰلَمِينَ

Hij (de Koran) is niets dan een Vermaning voor de werelden.

Transliteratie

In huwa illa thikrun lilAAalameena

88
Hoofdstuk 38 : Vers 88

وَلَتَعْلَمُنَّ نَبَأَهُۥ بَعْدَ حِينٍۭ

En over een tijd zullen jullie zeker weten wat zijn boodschap was."

Transliteratie

WalataAAlamunna nabaahu baAAda heenin

Hoofdstuk 38

Shâd. Bij de Koran, bezitter van eer. [1]

Maar degenen die ongelovig zijn., verkeren in eigendunk en opstandigheid. [2]

Hoeveelgeneraties vóór hen hebben Wij niet vernietigd, die toen (tot Ons) riepen. Die tijd was niet de tijd om te vluchten. [3]

En zij verbaasden zich dat er om waarschuwer uit hun midden tot hen was gekomen. En de ongelovigen zeiden: "Dit is een liegende tovenaar! [4]

Heeft hij de goden tot één God gernaakt? Voorwaar, dit is zeker een verbazingwekkend iets." [5]

En de vooranstaanden onder hen gingen weg (zeggend:) "Ga door en wees geduldig met (de aanbidding van) jullie goden. Voorwaar, dat (van Moehammad) is zeker iets dat (tegen jullie) bedoeld is. [6]

En wij hebben hierover niets gehoord in de laatste godsdienst. Dit is niets dan een verzinsel." [7]

Is aan hem uit Ons midden de Vermaning neergezonden? Nee! Zij verkeren in twijfel over Mijn Vermaning. Nee! Zij hebben de bestraffing nog niet geproefd. [8]

Of zijn bij ben de schatten van de Barmhartigheid van jouw Heer, de Almachtig, de Schenker? [9]

Of behoort aan hèn het koninkrijk van de hemelen en de aarde en wat daartussen is? Laten zij dan langs de ladders omhoog klimmen! [10]

Zij zijn daar niets anden dan het verslagen leger van de bondgenoten. [11]

Vóór hen loochende het volk van Nôeh, en (het volk van) de 'Âd en Fir'aun, de bezitter van de pinnen (macht). [12]

En de Tsamôed, het volk van Lôeth en de bewoners van Aikah. Zij zijn de bondgenoten. [13]

En er was niemand onder hen, of hij loochende de Boodschappers, zodat Mijn bestraffing bewaarheid word. [14]

En zij wachtten slechts op één enkele bliksemslag, die geen onderbreking kent. [15]

En zij zeggen: "Onze Heer, bespoedig voor ons ons deel (van de bestraffing) vóór de Dag des Oordeels." [16]

Weest geduldig mt wat zij zij zeggen, en gedenk Onze dienaar Dâwôed, de bezitter van kracht. Voorwaar, hij is de meest berouwtonende. [17]

En Wij maakten de bergen dienstbaar, die met hem de Glorie van Allah prezen in de avond en in de ochtend. [18]

En (ook) de verzamelde vogels, allen wendden zich voortdurend tot Hem. [19]

En Wij versterkten zi n koninkrijk en Wij gaven hem de wijsheid en de beslissende uitspraken. [20]

Heeft jou het bericht over de onenigheid bereikt? Toen zij over de muur de gebedsruimte binnendrongen? [21]

Toen zij bij Dâwôed binnenkwamen, schrok Hij van ten, zij zeiden: "Wees niet bang, wij zijn twee mannen die het met elkaar oneens zijn, een van ons heeft de ander onrechtvaardig behandeld. Oordeel daarom rechtvaardig tussen ons en wijk niet af van de Waarheid en leid ons naar het rechte Pad. [22]

Voorwaar, mijn broeder heeft negen en negentig ooien en ik heb één ooi. Toen zei hij: 'Sta haar aan mij af.' En hij versloeg mij in het redetwisten." [23]

Bij (Dâwôed) zei: "Voorzeker, hij heeft jou onrechtvaardig behandeld met de eis om jouw ooi am zijn ooien toe te voegen. En voorwaar, vele genoten behandelen elkaar onrechtvaardig, behalve degenen die geloven en die goede werken verrichten, en zij zijn slechts weinigen. En Dâwôed vermoedde dat Wij hem op de proef stelden, waarop hij zijn Heer om vergeving smeekte. Hij boog zich neer en hij toonde berouw. [24]

Toen vergaven Wij hem dat. En voorwaar, voor hem is er bij Ons zeker (Onze) nabijheid en de beste plaats van terugkeer. [25]

O Dâwôed, Wij hebben jou tot gevolmachtigde op aarde aangesteld, oordeel daarom met de Waarheid tussen de mensen en volg niet de begeerte, want die zal jou doen afdwalen van de Weg van Allah. Voorwaar, degenen die van de Weg van Allah afdwalen: voor hen is er een harde bestraffing omdat zij de Dag des Oordeels vergaten. [26]

En Wij hebben de hemel en de aarde en wat dartussen is niet voor niets geschapen. Dat is een vermoeden van degenen die ongelovig zijn. Wee daarom degenen die niet in de Hel geloven. [27]

Zullen Wij degenen die geloven en goede werken verrichten behandelen als de verderfzaaiers op de aarde? Of zullen Wij de Moettaqôen be handelen als de verdorvenen? [28]

(Dit is) een gezegend Boek dat Wij aan jou hebben neergezonden opdat zij Zijn Verzen zullen overpeinzen en opdat de bezitters van verstand er lering uit trekken. [29]

En Wij schonken Dâwôed Soelaimân, de beste dienaar. Voorwaar, hij is de meest berouwtonende. [30]

(Gedenkt) toen hem in de avond de snelle raspaarden werden getoond. [31]

Toen zei hij: "Voorwaar, ik koesterde de liefde voor het goede ten koste van het gedenken van mijn Heer, totdat zij onzichtbaar werden door de zonsondergang. [32]

Brengt ze naar mij terug." Daarna begon bij (de paarden) over de benen en de halzen te stirijken. [33]

En voorzeker, Wij hebben Soelaimân op de proef gesteld en Wij zetten (hem) op zijn zetel, als een lichaam, waarna hij berouw toonde. [34]

Hij zei: "Mijn Heer, vergeef rnij, en schenk mij een koninkrijk dat niemand na mij ooit zal bezitten. Voorwaar, U bent de Schenker. [35]

En Wij maakten de wind un hem dienstbaar, die volgzaan waaide op zijn bevel, waarheen bij wilde. [36]

En (ook) de Satans, allen waren bouwers en duikers. [37]

En andere (Satans) vastgebonden in ketenen. [38]

Dat is een ge-schenk van Ons, geef (het) dan weg of houd (het) achter; zonder afrekening. [39]

En voorwaar, voor hem is er bij Ons zeker (Onze) nabijheid en de beste plaats van terugkeer. [40]

En gedenk Onze dienaar, Ayyôeb, toen hij tot zij Heer riep: "Voorwaw, de Satan heeft mij getroffen met tegenspoed en bestraffing." [41]

(Allah antwoordde:) "Stamp met jouw voet, dit is koel water om te baden en om van te drinken." [42]

En Wij hebben hem zijn familie en nog eens zoveel met hen geschonken, als een genade van Ons en als een tering voor de bezitters van verstand. [43]

(Allah zei tegen Ayyôeb:) "En neem een bosje gras in je hand, en sla daarmee (jouw vrouw) en breek jouw eed niet." Voorwaar, Wij troffen hem aan als een geduldige, de beste dienaar. Voorwaar, hij is de meest berouwtonende. [44]

En gedenk Onze dienaren Ibrâhîm en Ishâq en Ya'qôeb allen waren beziners van grote kracht en inzicht. [45]

Voorwaar, Wij zuiverden hen volledig ten behoeve van (hun) godachtenis van het Hiernamaals. [46]

En voorwaar, zij behoorden bij Ons zeker tot de beste uitgekozenen. [47]

En gedeak Ismâ'îl (en Al Yasa' en Dzôelkifl: zij behoorden allen tot de besten. [48]

Dit is een herinnering, en voorwaar, voor de Moettaqôen is er zeker de beste plaats van terrugkeer. [49]

De Tuinen van 'Adn (het Paradijs) waarvan de poorten voor hen geopend zijn. [50]

Daarin leunen zij, zij vragen daarin om vele vruchten en om drinken. [51]

En bij hen zijn mooie gezellinnen met ingetogen blikken, gelijk in leeftijd. [52]

Dat is wat aan jullie beloofd is voor de Dag des Oordeels. [53]

Voorwaar, dit is zeker een voorziening van Ons die geen einde kent. [54]

Zo is het. En voorwaar, voor de overtreders is er zeker de slechtste plaats van terugkeer. [55]

De Hel, daarin zullen zij binnentreden en dat is de slechtste rustplaats. [56]

Zo is het. Laten zij hem (de bestraffing) proeven: kokend water en etter. [57]

En andere, daarop lijkende soorten. [58]

Dit is een groep die samen niet jullie binnenstroomt. Er is geen welkom voor hen. Voorwaar, zij treden de Hel binnen. [59]

Zij (hun volgelingen zullen) zeggen: "Nee, juist voor jullie is er geen welkom, jullie zijn het die dit over ons hebben gebracht." Dat is dan de slechtste vestiging. [60]

Zij zullen zeggen: "Onze Heer, voor wie dit over ons heeft gebracht: vermenigvuldig de bestraffing in de Hel voor hem." [61]

En zij zullen zeggen: "Hou komt het dat wij niet de mensen (gelovigen) zien, die wij tot de slechtsten rekenden? [62]

Is het omdat wij hen tot onderwerp van bespotting maakten, of slagen de ogen er niet in hen te zien?" [63]

Voorwaar, dat zal zeker de waarheid zijn: het redetwisten van de bewoners van de Hel. [64]

Zeg: "Ik ben slechts een waarschuwer, en er is geen god dan Allah, de Ene, de Overweldiger. [65]

De Heer van de hemelen en de aarde en wat er tussen hen is, de Almachtige, de Vergevensgezinde." [66]

Zeg: "Dit is een geweldig bericht. [67]

Waarvan jullie je afwenden. [68]

Het is voor mij niet mogelijk dat ik kennis zou hebben over de Engelen toen zij redetwistten. [69]

Het is aan mij geopenbaard dat ik slechts een duidelijke waarschuwer ben." [70]

(Gedenk) Toen jouw Heer tot de Engelen zei: "'Voorwaar, Ik schep een mens uit aarde. [71]

En Ik vervolmaak hem, en blaas hem van de Geest in." Toen knielden zij zich voor hem neer. [72]

Toen knielden alle Engelen tezamen neer. [73]

Behalve Iblîs, hij was hoogmoedig en hij behoorde tot de ongelovigen. [74]

Hij (Allah) zei: "O Iblîs, wat heeft jou ervan weerhouden om neer te knielen toen Ik (Adam) met Mijn beide Handen had geschapen? Was jij hoogmoedig, of behoorde jij tot de hooghartigen?" [75]

Hij zei: "Ik ben beter dan hij. U heeft mij uit vuur geschapen, terwijl U hem uit aarde heeft geschapen. [76]

Hij (Allah) zei: "Ga dan weg uit haar (het Paradijs): voorwaar, jij bent een verworpene. [77]

En voorwaar, op jou rust Mijn vervloeking, tot de Dag des Oordeels." [78]

Hij (Iblîs) zei: "Mijn Heer, geef mij uitstel tot de Dag waarop zij zullen worden opgewekt." [79]

Hij (Allah) zei: "Voorwaar, jij behoort dan tot hen aan wie uitstel is gegeven. [80]

Tot de Dag van de vastgestelde tijd." [81]

Hij (Iblîs) zei: "Bij Uw eer dan, ik zal hen zeker allen misleiden. [82]

Behalve Uw dienaren onder hen die zuiver zijn in hun aanbidding." [83]

Hij (Allah): "De Waarheid, en Ik spreek de Waarheid. [84]

Ik zal zeker De Hel vullen met jou en met degenen onder hen die jou volgden, tezamen." [85]

Zeg (O Moehammad): "Ik vraag jullie er geen beloning voor en ik behoor niet tot hen die verzinnen. [86]

Hij (de Koran) is niets dan een Vermaning voor de werelden. [87]

En over een tijd zullen jullie zeker weten wat zijn boodschap was." [88]