الصافات

De Zich Opstellenden

Aṣ-Ṣāffāt

Hoofdstuk: 37
Verzen: 182

Vertaler: Sofian S. Siregar

Taal: Nederlands

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ

In naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle

1
Hoofdstuk 37 : Vers 1

وَٱلصَّـٰٓفَّـٰتِ صَفًّا

Bij hen die in rijen staan (de Engelen).

Transliteratie

Waalssaffati saffan

2
Hoofdstuk 37 : Vers 2

فَٱلزَّٰجِرَٰتِ زَجْرًا

Die de wolken voortdrijven.

Transliteratie

Faalzzajirati zajran

3
Hoofdstuk 37 : Vers 3

فَٱلتَّـٰلِيَـٰتِ ذِكْرًا

Die de Vermaning (de Koran) voordragen.

Transliteratie

Faalttaliyati thikran

4
Hoofdstuk 37 : Vers 4

إِنَّ إِلَـٰهَكُمْ لَوَٰحِدٌ

Voorwaar, jullie God is zeker Eén.

Transliteratie

Inna ilahakum lawahidun

5
Hoofdstuk 37 : Vers 5

رَّبُّ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضِ وَمَا بَيْنَهُمَا وَرَبُّ ٱلْمَشَـٰرِقِ

De Heer van de hemelen en de aarde en wat er tussen is en de Heer van de plaatsen van zonsopgang.

Transliteratie

Rabbu alssamawati waalardi wama baynahuma warabbu almashariqi

6
Hoofdstuk 37 : Vers 6

إِنَّا زَيَّنَّا ٱلسَّمَآءَ ٱلدُّنْيَا بِزِينَةٍ ٱلْكَوَاكِبِ

Voorwaar, Wij hebben de nabije hemel gesierd met een veniering: de sterren.

Transliteratie

Inna zayyanna alssamaa alddunya bizeenatin alkawakibi

7
Hoofdstuk 37 : Vers 7

وَحِفْظًا مِّن كُلِّ شَيْطَـٰنٍ مَّارِدٍ

En als bescherming tegen alle opstandige Satans.

Transliteratie

Wahifthan min kulli shaytanin maridin

8
Hoofdstuk 37 : Vers 8

لَّا يَسَّمَّعُونَ إِلَى ٱلْمَلَإِ ٱلْأَعْلَىٰ وَيُقْذَفُونَ مِن كُلِّ جَانِبٍ

Zij kunnen niet luisteren bij de hoogste groep (de Engelen). Er wordt naar hen geworpen vanuit alle kanten.

Transliteratie

La yassammaAAoona ila almalai alaAAla wayuqthafoona min kulli janibin

9
Hoofdstuk 37 : Vers 9

دُحُورًا ۖ وَلَهُمْ عَذَابٌ وَاصِبٌ

Ter verjaging. En voor hen is er een ononderbroken bestraffing.

Transliteratie

Duhooran walahum AAathabun wasibun

10
Hoofdstuk 37 : Vers 10

إِلَّا مَنْ خَطِفَ ٱلْخَطْفَةَ فَأَتْبَعَهُۥ شِهَابٌ ثَاقِبٌ

Behalve wie afluisterend luistert: een gloeiende vlam achtervolgt hem.

Transliteratie

Illa man khatifa alkhatfata faatbaAAahu shihabun thaqibun

11
Hoofdstuk 37 : Vers 11

فَٱسْتَفْتِهِمْ أَهُمْ أَشَدُّ خَلْقًا أَم مَّنْ خَلَقْنَآ ۚ إِنَّا خَلَقْنَـٰهُم مِّن طِينٍ لَّازِبٍۭ

Vraag hen: "Zijn zij (de mensen) moeilijker om te scheppen of dat (hemel en aarde en wat er tussen is) wat wij hebben geschapen?" Voorwaar, Wij hebben hen van kleverige klei geschapen.

Transliteratie

Faistaftihim ahum ashaddu khalqan am man khalaqna inna khalaqnahum min teenin lazibin

12
Hoofdstuk 37 : Vers 12

بَلْ عَجِبْتَ وَيَسْخَرُونَ

Jij verbaastje zelfs omdat zij (de door jou gebracht boodschap) bespotten.

Transliteratie

Bal AAajibta wayaskharoona

13
Hoofdstuk 37 : Vers 13

وَإِذَا ذُكِّرُوا۟ لَا يَذْكُرُونَ

En wanneer zij vermaand worden, dan nemen zij de Vemaning niet tot zich.

Transliteratie

Waitha thukkiroo la yathkuroona

14
Hoofdstuk 37 : Vers 14

وَإِذَا رَأَوْا۟ ءَايَةً يَسْتَسْخِرُونَ

En wanneer zij een Teken (een goddelijk wonder) zien, dan bespotten zij.

Transliteratie

Waitha raaw ayatan yastaskhiroona

15
Hoofdstuk 37 : Vers 15

وَقَالُوٓا۟ إِنْ هَـٰذَآ إِلَّا سِحْرٌ مُّبِينٌ

En zij zeggen: "Dit is niets dan duidelijke tovenarij."

Transliteratie

Waqaloo in hatha illa sihrun mubeenun

16
Hoofdstuk 37 : Vers 16

أَءِذَا مِتْنَا وَكُنَّا تُرَابًا وَعِظَـٰمًا أَءِنَّا لَمَبْعُوثُونَ

Als wij al dood zijn en tot aarde en beenderen zijn geworden; zullen wij dan zeker opgewekt worden?

Transliteratie

Aitha mitna wakunna turaban waAAithaman ainna lamabAAoothoona

17
Hoofdstuk 37 : Vers 17

أَوَءَابَآؤُنَا ٱلْأَوَّلُونَ

En ook onze voorvaderen?"

Transliteratie

Awaabaona alawwaloona

18
Hoofdstuk 37 : Vers 18

قُلْ نَعَمْ وَأَنتُمْ دَٰخِرُونَ

Zeg: "Ja, en jullie zullen vemederd zijn."

Transliteratie

Qul naAAam waantum dakhiroona

19
Hoofdstuk 37 : Vers 19

فَإِنَّمَا هِىَ زَجْرَةٌ وَٰحِدَةٌ فَإِذَا هُمْ يَنظُرُونَ

Het is dan slechts één bliksemslag, waarna zij om zich heen kijken.

Transliteratie

Fainnama hiya zajratun wahidatun faitha hum yanthuroona

20
Hoofdstuk 37 : Vers 20

وَقَالُوا۟ يَـٰوَيْلَنَا هَـٰذَا يَوْمُ ٱلدِّينِ

En zij zullen zeggen: "Wee ons, dit is de Dag des Oordeels."

Transliteratie

Waqaloo ya waylana hatha yawmu alddeeni

21
Hoofdstuk 37 : Vers 21

هَـٰذَا يَوْمُ ٱلْفَصْلِ ٱلَّذِى كُنتُم بِهِۦ تُكَذِّبُونَ

Dit is de Dag van de beslissing, die jullie plachten te loochenen.

Transliteratie

Hatha yawmu alfasli allathee kuntum bihi tukaththiboona

22
Hoofdstuk 37 : Vers 22

ٱحْشُرُوا۟ ٱلَّذِينَ ظَلَمُوا۟ وَأَزْوَٰجَهُمْ وَمَا كَانُوا۟ يَعْبُدُونَ

(Tot de Engelen wordt gezegd:) "Verzamelt degenen die onrecht pleegden en hun gelijken en wat zij plachten te aanbidden.

Transliteratie

Ohshuroo allatheena thalamoo waazwajahum wama kanoo yaAAbudoona

23
Hoofdstuk 37 : Vers 23

مِن دُونِ ٱللَّهِ فَٱهْدُوهُمْ إِلَىٰ صِرَٰطِ ٱلْجَحِيمِ

Naast Allah. Leidt ben dan naar de weg naar Djahîm (de Hel).

Transliteratie

Min dooni Allahi faihdoohum ila sirati aljaheemi

24
Hoofdstuk 37 : Vers 24

وَقِفُوهُمْ ۖ إِنَّهُم مَّسْـُٔولُونَ

En houdt hen vast: voorwaar, zij zullen ondervraagd worden."

Transliteratie

Waqifoohum innahum masooloona

25
Hoofdstuk 37 : Vers 25

مَا لَكُمْ لَا تَنَاصَرُونَ

(Er zal aan hen gevraagd worden:) "Wat is er met jullie, waarom helpen jullie elkaar niet?"

Transliteratie

Ma lakum la tanasaroona

26
Hoofdstuk 37 : Vers 26

بَلْ هُمُ ٱلْيَوْمَ مُسْتَسْلِمُونَ

Op die Dag zullen zij zich zelfs overgeven.

Transliteratie

Bal humu alyawma mustaslimoona

27
Hoofdstuk 37 : Vers 27

وَأَقْبَلَ بَعْضُهُمْ عَلَىٰ بَعْضٍ يَتَسَآءَلُونَ

En zij zullen zich tot elkaar wenden en elkaar ondervragen.

Transliteratie

Waaqbala baAAduhum AAala baAAdin yatasaaloona

28
Hoofdstuk 37 : Vers 28

قَالُوٓا۟ إِنَّكُمْ كُنتُمْ تَأْتُونَنَا عَنِ ٱلْيَمِينِ

Zij (de volgelingen) zullen zeggen: "Voorwaar, jullie zijn van de rechterkant tot ons gekomen."

Transliteratie

Qaloo innakum kuntum tatoonana AAani alyameeni

29
Hoofdstuk 37 : Vers 29

قَالُوا۟ بَل لَّمْ تَكُونُوا۟ مُؤْمِنِينَ

Zij (de leiders) zullen antwoorden: "Jullie was waren zelfs geen gelovigen.

Transliteratie

Qaloo bal lam takoonoo mumineena

30
Hoofdstuk 37 : Vers 30

وَمَا كَانَ لَنَا عَلَيْكُم مِّن سُلْطَـٰنٍۭ ۖ بَلْ كُنتُمْ قَوْمًا طَـٰغِينَ

Ea wij hadden geen macht over jullie. Jullie waren zelfs een overtredend volk.

Transliteratie

Wama kana lana AAalaykum min sultanin bal kuntum qawman tagheena

31
Hoofdstuk 37 : Vers 31

فَحَقَّ عَلَيْنَا قَوْلُ رَبِّنَآ ۖ إِنَّا لَذَآئِقُونَ

Het Woord (van bestraffing) tot ons van Onze Heer zal daarom bewaarheid worden. Voorwaar, wij zullen het zeker proeven.

Transliteratie

Fahaqqa AAalayna qawlu rabbina inna lathaiqoona

32
Hoofdstuk 37 : Vers 32

فَأَغْوَيْنَـٰكُمْ إِنَّا كُنَّا غَـٰوِينَ

Wij misleidden jullie toen: voorwaar, wij waren misleiders."

Transliteratie

Faaghwaynakum inna kunna ghaweena

33
Hoofdstuk 37 : Vers 33

فَإِنَّهُمْ يَوْمَئِذٍ فِى ٱلْعَذَابِ مُشْتَرِكُونَ

Voorwaar, zij zullen dan op die Dag in de bestraffing bijelkaar zijn.

Transliteratie

Fainnahum yawmaithin fee alAAathabi mushtarikoona

34
Hoofdstuk 37 : Vers 34

إِنَّا كَذَٰلِكَ نَفْعَلُ بِٱلْمُجْرِمِينَ

Voorwaar, zo behandelen Wij de misdadigers.

Transliteratie

Inna kathalika nafAAalu bialmujrimeena

35
Hoofdstuk 37 : Vers 35

إِنَّهُمْ كَانُوٓا۟ إِذَا قِيلَ لَهُمْ لَآ إِلَـٰهَ إِلَّا ٱللَّهُ يَسْتَكْبِرُونَ

Voorwaar, toen er tot hen gezegd werd: "Er is geen god dan Allah," toen waren zij hoogmoedig.

Transliteratie

Innahum kanoo itha qeela lahum la ilaha illa Allahu yastakbiroona

36
Hoofdstuk 37 : Vers 36

وَيَقُولُونَ أَئِنَّا لَتَارِكُوٓا۟ ءَالِهَتِنَا لِشَاعِرٍ مَّجْنُونٍۭ

En zij zeggen: "Zullen wij dan onze goden achterlaten vanwege een bezeten dichter?"

Transliteratie

Wayaqooloona ainna latarikoo alihatina lishaAAirin majnoonin

37
Hoofdstuk 37 : Vers 37

بَلْ جَآءَ بِٱلْحَقِّ وَصَدَّقَ ٱلْمُرْسَلِينَ

Nee! Hij (Moehammad) is met de Waarheid gekomen en hij heeft de Gezondenen (de Profeten vóór hem) bevestigd.

Transliteratie

Bal jaa bialhaqqi wasaddaqa almursaleena

38
Hoofdstuk 37 : Vers 38

إِنَّكُمْ لَذَآئِقُوا۟ ٱلْعَذَابِ ٱلْأَلِيمِ

Voorwaar, jullie proeven zeker de pijnlijke bestraffing.

Transliteratie

Innakum lathaiqoo alAAathabi alaleemi

39
Hoofdstuk 37 : Vers 39

وَمَا تُجْزَوْنَ إِلَّا مَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ

En jullie worden slechts vergolden voor wat jullie hebben gedaan.

Transliteratie

Wama tujzawna illa ma kuntum taAAmaloona

40
Hoofdstuk 37 : Vers 40

إِلَّا عِبَادَ ٱللَّهِ ٱلْمُخْلَصِينَ

Behalve de dienaren van Allah die zuiver in hun aanbidding zijn.

Transliteratie

Illa AAibada Allahi almukhlaseena

41
Hoofdstuk 37 : Vers 41

أُو۟لَـٰٓئِكَ لَهُمْ رِزْقٌ مَّعْلُومٌ

Zij zijn degenen voor wie er een bekende voorziening is (het Paradijs).

Transliteratie

Olaika lahum rizqun maAAloomun

42
Hoofdstuk 37 : Vers 42

فَوَٰكِهُ ۖ وَهُم مُّكْرَمُونَ

Vruchten. En zij zijn de geëerden.

Transliteratie

Fawakihu wahum mukramoona

43
Hoofdstuk 37 : Vers 43

فِى جَنَّـٰتِ ٱلنَّعِيمِ

In Tuinen van Gelukzaligheid (het Paradijs).

Transliteratie

Fee jannati alnnaAAeemi

44
Hoofdstuk 37 : Vers 44

عَلَىٰ سُرُرٍ مُّتَقَـٰبِلِينَ

Op rustbanken tegenover elkaar.

Transliteratie

AAala sururin mutaqabileena

45
Hoofdstuk 37 : Vers 45

يُطَافُ عَلَيْهِم بِكَأْسٍ مِّن مَّعِينٍۭ

Onder hen wordt rondgegaan met een beker met Ma'in (van de bron van het Paradij).

Transliteratie

Yutafu AAalayhim bikasin min maAAeenin

46
Hoofdstuk 37 : Vers 46

بَيْضَآءَ لَذَّةٍ لِّلشَّـٰرِبِينَ

Helder wit, smakelijk voor de drinkers.

Transliteratie

Baydaa laththatin lilshsharibeena

47
Hoofdstuk 37 : Vers 47

لَا فِيهَا غَوْلٌ وَلَا هُمْ عَنْهَا يُنزَفُونَ

Deze (drank) kent geen beneveling en zij worden er niet dronken van.

Transliteratie

La feeha ghawlun wala hum AAanha yunzafoona

48
Hoofdstuk 37 : Vers 48

وَعِندَهُمْ قَـٰصِرَٰتُ ٱلطَّرْفِ عِينٌ

En bij hen zijn schonen met ingetogen blikken, met mooie ogen.

Transliteratie

WaAAindahum qasiratu alttarfi AAeenun

49
Hoofdstuk 37 : Vers 49

كَأَنَّهُنَّ بَيْضٌ مَّكْنُونٌ

Als waren zij welbewaarde eieren.

Transliteratie

Kaannahunna baydun maknoonun

50
Hoofdstuk 37 : Vers 50

فَأَقْبَلَ بَعْضُهُمْ عَلَىٰ بَعْضٍ يَتَسَآءَلُونَ

Zij wenden zich dan tot elkaar en stellen elkaar vragen.

Transliteratie

Faaqbala baAAduhum AAala baAAdin yatasaaloona

51
Hoofdstuk 37 : Vers 51

قَالَ قَآئِلٌ مِّنْهُمْ إِنِّى كَانَ لِى قَرِينٌ

Een spreker onder hen zal zeggen: "Voorwaar, ik had een vriend.

Transliteratie

Qala qailun minhum innee kana lee qareenun

52
Hoofdstuk 37 : Vers 52

يَقُولُ أَءِنَّكَ لَمِنَ ٱلْمُصَدِّقِينَ

Hij zei (vroeger tegen mij): "Voorwaar, behoor jij tot hen die (de Opstanding) bevestigen?

Transliteratie

Yaqoolu ainnaka lamina almusaddiqeena

53
Hoofdstuk 37 : Vers 53

أَءِذَا مِتْنَا وَكُنَّا تُرَابًا وَعِظَـٰمًا أَءِنَّا لَمَدِينُونَ

Als wij dan al dood zijn, en tot aarde en beenderen zijn geworden, zullen wij dan zeker worden beoordeld?"'

Transliteratie

Aitha mitna wakunna turaban waAAithaman ainna lamadeenoona

54
Hoofdstuk 37 : Vers 54

قَالَ هَلْ أَنتُم مُّطَّلِعُونَ

Hij zei (tegen de anderen in hct Paradijs): "Hebben jullie (dit) gezien?"

Transliteratie

Qala hal antum muttaliAAoona

55
Hoofdstuk 37 : Vers 55

فَٱطَّلَعَ فَرَءَاهُ فِى سَوَآءِ ٱلْجَحِيمِ

Toen keek hij en zag hem in het midden van Djahîm (de Hel).

Transliteratie

FaittalaAAa faraahu fee sawai aljaheemi

56
Hoofdstuk 37 : Vers 56

قَالَ تَٱللَّهِ إِن كِدتَّ لَتُرْدِينِ

Hij zei: "Bij Allah, jij hebt mij bijna in het ongeluk gestort.

Transliteratie

Qala taAllahi in kidta laturdeeni

57
Hoofdstuk 37 : Vers 57

وَلَوْلَا نِعْمَةُ رَبِّى لَكُنتُ مِنَ ٱلْمُحْضَرِينَ

En als er niet de genade van mijn Heer geweest was, dan zou ik zeker tot de voorgeleiden (voor de Hel) behoren.

Transliteratie

Walawla niAAmatu rabbee lakuntu mina almuhdareena

58
Hoofdstuk 37 : Vers 58

أَفَمَا نَحْنُ بِمَيِّتِينَ

Zullen wij dan niet sterven?

Transliteratie

Afama nahnu bimayyiteena

59
Hoofdstuk 37 : Vers 59

إِلَّا مَوْتَتَنَا ٱلْأُولَىٰ وَمَا نَحْنُ بِمُعَذَّبِينَ

Naut ons eerste sterven? En zullen wij niet worden bestraft?"

Transliteratie

Illa mawtatana aloola wama nahnu bimuAAaththabeena

60
Hoofdstuk 37 : Vers 60

إِنَّ هَـٰذَا لَهُوَ ٱلْفَوْزُ ٱلْعَظِيمُ

Voorwaar, dat is zeker de geweldige overwinning.

Transliteratie

Inna hatha lahuwa alfawzu alAAatheemu

61
Hoofdstuk 37 : Vers 61

لِمِثْلِ هَـٰذَا فَلْيَعْمَلِ ٱلْعَـٰمِلُونَ

Voor zoiets, laten de werkenden daarvoor werken.

Transliteratie

Limithli hatha falyaAAmali alAAamiloona

62
Hoofdstuk 37 : Vers 62

أَذَٰلِكَ خَيْرٌ نُّزُلًا أَمْ شَجَرَةُ ٱلزَّقُّومِ

Is die ontvangst beter, of de Zaqqôem-boom (in de Hel)?

Transliteratie

Athalika khayrun nuzulan am shajaratu alzzaqqoomi

63
Hoofdstuk 37 : Vers 63

إِنَّا جَعَلْنَـٰهَا فِتْنَةً لِّلظَّـٰلِمِينَ

Voorwaar, Wij hebben hem tot een beproeving voor de onrechtvaardigen gemaakt.

Transliteratie

Inna jaAAalnaha fitnatan lilththalimeena

64
Hoofdstuk 37 : Vers 64

إِنَّهَا شَجَرَةٌ تَخْرُجُ فِىٓ أَصْلِ ٱلْجَحِيمِ

Voorwaar, het is een boom die voortkomt uit de bodem van Djahîm (de Hel).

Transliteratie

Innaha shajaratun takhruju fee asli aljaheemi

65
Hoofdstuk 37 : Vers 65

طَلْعُهَا كَأَنَّهُۥ رُءُوسُ ٱلشَّيَـٰطِينِ

De kolven ervan zijn als satanskoppen.

Transliteratie

TalAAuha kaannahu ruoosu alshshayateeni

66
Hoofdstuk 37 : Vers 66

فَإِنَّهُمْ لَـَٔاكِلُونَ مِنْهَا فَمَالِـُٔونَ مِنْهَا ٱلْبُطُونَ

Voorwaar, dan zullen zij er van eten zodat zij er de buiken mee vullen.

Transliteratie

Fainnahum laakiloona minha famalioona minha albutoona

67
Hoofdstuk 37 : Vers 67

ثُمَّ إِنَّ لَهُمْ عَلَيْهَا لَشَوْبًا مِّنْ حَمِيمٍ

Daarna is er voor hen een drank, gemengd met kokend water.

Transliteratie

Thumma inna lahum AAalayha lashawban min hameemin

68
Hoofdstuk 37 : Vers 68

ثُمَّ إِنَّ مَرْجِعَهُمْ لَإِلَى ٱلْجَحِيمِ

Tenslotte is hun terugkeer zeker naar Djahîm.

Transliteratie

Thumma inna marjiAAahum laila aljaheemi

69
Hoofdstuk 37 : Vers 69

إِنَّهُمْ أَلْفَوْا۟ ءَابَآءَهُمْ ضَآلِّينَ

Voorwaar, zij troffen hun vaderen in dwaling verkerend aan.

Transliteratie

Innahum alfaw abaahum dalleena

70
Hoofdstuk 37 : Vers 70

فَهُمْ عَلَىٰٓ ءَاثَـٰرِهِمْ يُهْرَعُونَ

Toen volgden zij hen haastig in hun voetsporen.

Transliteratie

Fahum AAala atharihim yuhraAAoona

71
Hoofdstuk 37 : Vers 71

وَلَقَدْ ضَلَّ قَبْلَهُمْ أَكْثَرُ ٱلْأَوَّلِينَ

En voorzeker dwaalden vóór hen de meesten van de vroegeren.

Transliteratie

Walaqad dalla qablahum aktharu alawwaleena

72
Hoofdstuk 37 : Vers 72

وَلَقَدْ أَرْسَلْنَا فِيهِم مُّنذِرِينَ

En voorzeker hebben Wij uit hun midden waarschuwers gezonden,

Transliteratie

Walaqad arsalna feehim munthireena

73
Hoofdstuk 37 : Vers 73

فَٱنظُرْ كَيْفَ كَانَ عَـٰقِبَةُ ٱلْمُنذَرِينَ

Zie dan (O Moehammad) hoe het einde was van de gewaamshuwden.

Transliteratie

Faonthur kayfa kana AAaqibatu almunthareena

74
Hoofdstuk 37 : Vers 74

إِلَّا عِبَادَ ٱللَّهِ ٱلْمُخْلَصِينَ

Behalve (het einde van) de dienaren van Allah die, zuiver in hun aanbidding zijn.

Transliteratie

Illa AAibada Allahi almukhlaseena

75
Hoofdstuk 37 : Vers 75

وَلَقَدْ نَادَىٰنَا نُوحٌ فَلَنِعْمَ ٱلْمُجِيبُونَ

En voorzeker, Nôeh riep Ons aan, en Wij zijn zeker de beste verhorenden.

Transliteratie

Walaqad nadana noohun falaniAAma almujeeboona

76
Hoofdstuk 37 : Vers 76

وَنَجَّيْنَـٰهُ وَأَهْلَهُۥ مِنَ ٱلْكَرْبِ ٱلْعَظِيمِ

En Wij redden hem en zijn volgelingen van de geweldige ramp.

Transliteratie

Wanajjaynahu waahlahu mina alkarbi alAAatheemi

77
Hoofdstuk 37 : Vers 77

وَجَعَلْنَا ذُرِّيَّتَهُۥ هُمُ ٱلْبَاقِينَ

En Wij maakte zijn nakomelingen tot voortlevenden.

Transliteratie

WajaAAalna thurriyyatahu humu albaqeena

78
Hoofdstuk 37 : Vers 78

وَتَرَكْنَا عَلَيْهِ فِى ٱلْـَٔاخِرِينَ

En Wij maakten voor hem (zijn goede naam) blijvend onder de lateren.

Transliteratie

Watarakna AAalayhi fee alakhireena

79
Hoofdstuk 37 : Vers 79

سَلَـٰمٌ عَلَىٰ نُوحٍ فِى ٱلْعَـٰلَمِينَ

Vrede zij met Nôeh in de werelden.

Transliteratie

Salamun AAala noohin fee alAAalameena

80
Hoofdstuk 37 : Vers 80

إِنَّا كَذَٰلِكَ نَجْزِى ٱلْمُحْسِنِينَ

Voorwaar, zo belonen Wij de weldoeners.

Transliteratie

Inna kathalika najzee almuhsineena

81
Hoofdstuk 37 : Vers 81

إِنَّهُۥ مِنْ عِبَادِنَا ٱلْمُؤْمِنِينَ

Voorwaar, hij behoort tot Onze gelovip dienaren.

Transliteratie

Innahu min AAibadina almumineena

82
Hoofdstuk 37 : Vers 82

ثُمَّ أَغْرَقْنَا ٱلْـَٔاخَرِينَ

Wij verdonken toen de anderen.

Transliteratie

Thumma aghraqna alakhareena

83
Hoofdstuk 37 : Vers 83

وَإِنَّ مِن شِيعَتِهِۦ لَإِبْرَٰهِيمَ

En voorwaar, tot zijn groep behoorde zeker Ibrâhîm.

Transliteratie

Wainna min sheeAAatihi laibraheema

84
Hoofdstuk 37 : Vers 84

إِذْ جَآءَ رَبَّهُۥ بِقَلْبٍ سَلِيمٍ

(Gedenk) toen hij tot zijn Heer kwam met een zuiver hart.

Transliteratie

Ith jaa rabbahu biqalbin saleemin

85
Hoofdstuk 37 : Vers 85

إِذْ قَالَ لِأَبِيهِ وَقَوْمِهِۦ مَاذَا تَعْبُدُونَ

Toen hij tot zijn vader en zijn volk zei: "Wat aanbidden jullie?

Transliteratie

Ith qala liabeehi waqawmihi matha taAAbudoona

86
Hoofdstuk 37 : Vers 86

أَئِفْكًا ءَالِهَةً دُونَ ٱللَّهِ تُرِيدُونَ

Wensen jullie als een verzinsel goden naast Allah?

Transliteratie

Aifkan alihatan doona Allahi tureedoona

87
Hoofdstuk 37 : Vers 87

فَمَا ظَنُّكُم بِرَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ

Wat stellen jullie je voor over de Heer der Werelden?"

Transliteratie

Fama thannukum birabbi alAAalameena

88
Hoofdstuk 37 : Vers 88

فَنَظَرَ نَظْرَةً فِى ٱلنُّجُومِ

Hij keek toen een ogenblik naar de sterren.

Transliteratie

Fanathara nathratan fee alnnujoomi

89
Hoofdstuk 37 : Vers 89

فَقَالَ إِنِّى سَقِيمٌ

Hij zei toen: "Voorwaar, ik ben ziek."

Transliteratie

Faqala innee saqeemun

90
Hoofdstuk 37 : Vers 90

فَتَوَلَّوْا۟ عَنْهُ مُدْبِرِينَ

Toen wendden zij zich af, hem de rug toekerend.

Transliteratie

Fatawallaw AAanhu mudbireena

91
Hoofdstuk 37 : Vers 91

فَرَاغَ إِلَىٰٓ ءَالِهَتِهِمْ فَقَالَ أَلَا تَأْكُلُونَ

Toen ging hij heimelijk naar hun goden en zei: "Eten jullie (dit voedsel) niet?

Transliteratie

Faragha ila alihatihim faqala ala takuloona

92
Hoofdstuk 37 : Vers 92

مَا لَكُمْ لَا تَنطِقُونَ

Wat is er met jullie dat jullie niet spreken?"

Transliteratie

Ma lakum la tantiqoona

93
Hoofdstuk 37 : Vers 93

فَرَاغَ عَلَيْهِمْ ضَرْبًۢا بِٱلْيَمِينِ

Toen liep hij op hen toe en sloeg (hen) met de rechterhand.

Transliteratie

Faragha AAalayhim darban bialyameeni

94
Hoofdstuk 37 : Vers 94

فَأَقْبَلُوٓا۟ إِلَيْهِ يَزِفُّونَ

Daarop liepen zij (de veelgodenaanbidders) snel naar hem toe.

Transliteratie

Faaqbaloo ilayhi yaziffoona

95
Hoofdstuk 37 : Vers 95

قَالَ أَتَعْبُدُونَ مَا تَنْحِتُونَ

Hij zei: "Aanbidden jullie wat jullie hebben uitgehouwen?

Transliteratie

Qala ataAAbudoona ma tanhitoona

96
Hoofdstuk 37 : Vers 96

وَٱللَّهُ خَلَقَكُمْ وَمَا تَعْمَلُونَ

Terwijl Allah jullie heeft geschapen en wat jullie maken."

Transliteratie

WaAllahu khalaqakum wama taAAmaloona

97
Hoofdstuk 37 : Vers 97

قَالُوا۟ ٱبْنُوا۟ لَهُۥ بُنْيَـٰنًا فَأَلْقُوهُ فِى ٱلْجَحِيمِ

Zij zeiden: "Bouwt voor hem een bouwwerk (brandstapel) en werpt hem in liet laaiende vuur."

Transliteratie

Qaloo ibnoo lahu bunyanan faalqoohu fee aljaheemi

98
Hoofdstuk 37 : Vers 98

فَأَرَادُوا۟ بِهِۦ كَيْدًا فَجَعَلْنَـٰهُمُ ٱلْأَسْفَلِينَ

Toen zij een list tegen hem wensten te beramen maakten Wij hen tot de allerlaagsten.

Transliteratie

Faaradoo bihi kaydan fajaAAalnahumu alasfaleena

99
Hoofdstuk 37 : Vers 99

وَقَالَ إِنِّى ذَاهِبٌ إِلَىٰ رَبِّى سَيَهْدِينِ

En hij zei (toen hun pogingen mislukt waren): "Ik wend mij tot mijn Heer, Hij zal mij leiden.

Transliteratie

Waqala innee thahibun ila rabbee sayahdeeni

100
Hoofdstuk 37 : Vers 100

رَبِّ هَبْ لِى مِنَ ٱلصَّـٰلِحِينَ

Mijn Heer, schenk mij (een zoon) van de rechtschapenen."

Transliteratie

Rabbi hab lee mina alssaliheena

101
Hoofdstuk 37 : Vers 101

فَبَشَّرْنَـٰهُ بِغُلَـٰمٍ حَلِيمٍ

Toen verkondigden Wij hem de verheugende tijding van een zachtmoedige jongen (Ismâ'îl).

Transliteratie

Fabashsharnahu bighulamin haleemin

102
Hoofdstuk 37 : Vers 102

فَلَمَّا بَلَغَ مَعَهُ ٱلسَّعْىَ قَالَ يَـٰبُنَىَّ إِنِّىٓ أَرَىٰ فِى ٱلْمَنَامِ أَنِّىٓ أَذْبَحُكَ فَٱنظُرْ مَاذَا تَرَىٰ ۚ قَالَ يَـٰٓأَبَتِ ٱفْعَلْ مَا تُؤْمَرُ ۖ سَتَجِدُنِىٓ إِن شَآءَ ٱللَّهُ مِنَ ٱلصَّـٰبِرِينَ

Toen hij de leeftijd had bereikt waarop hij hem (Ibrâhîm) kon helpen, zei hij: "O mijn zoon, voorwaar, ik heb in een droom gezien dat ik jou zal offeren, zeg mij hoe jij daarover denkt," Hij zei: "O mijn vader, doe wat u is bevolen, U zult vinden dat ik, als Allah het wil, tot de geduldigen behoor."

Transliteratie

Falamma balagha maAAahu alssaAAya qala ya bunayya innee ara fee almanami annee athbahuka faonthur matha tara qala ya abati ifAAal ma tumaru satajidunee in shaa Allahu mina alssabireena

103
Hoofdstuk 37 : Vers 103

فَلَمَّآ أَسْلَمَا وَتَلَّهُۥ لِلْجَبِينِ

Toen zij zich (aan Allah) hadden overgegeven en hij hem op zijn slaap had gelegd (om te offeren).

Transliteratie

Falamma aslama watallahu liljabeeni

104
Hoofdstuk 37 : Vers 104

وَنَـٰدَيْنَـٰهُ أَن يَـٰٓإِبْرَٰهِيمُ

Toen riepen Wij tot hem: "O Ibrâhîm!

Transliteratie

Wanadaynahu an ya ibraheemu

105
Hoofdstuk 37 : Vers 105

قَدْ صَدَّقْتَ ٱلرُّءْيَآ ۚ إِنَّا كَذَٰلِكَ نَجْزِى ٱلْمُحْسِنِينَ

Waarlijk, jij hebt de droom in waarheid vervuld. Voorwaar, zo belonen Wij de weldoeners."

Transliteratie

Qad saddaqta alrruya inna kathalika najzee almuhsineena

106
Hoofdstuk 37 : Vers 106

إِنَّ هَـٰذَا لَهُوَ ٱلْبَلَـٰٓؤُا۟ ٱلْمُبِينُ

Voorwaar, dat is zeker de duidelijke beproeving.

Transliteratie

Inna hatha lahuwa albalao almubeenu

107
Hoofdstuk 37 : Vers 107

وَفَدَيْنَـٰهُ بِذِبْحٍ عَظِيمٍ

En Wij gaven hem ter vervanging een groot offerdier.

Transliteratie

Wafadaynahu bithibhin AAatheemin

108
Hoofdstuk 37 : Vers 108

وَتَرَكْنَا عَلَيْهِ فِى ٱلْـَٔاخِرِينَ

En Wij maakten voor hem (zijn goede naam) blijvend onder de lateren.

Transliteratie

Watarakna AAalayhi fee alakhireena

109
Hoofdstuk 37 : Vers 109

سَلَـٰمٌ عَلَىٰٓ إِبْرَٰهِيمَ

Vrede zij met Ibrâhîm.

Transliteratie

Salamun AAala ibraheema

110
Hoofdstuk 37 : Vers 110

كَذَٰلِكَ نَجْزِى ٱلْمُحْسِنِينَ

Zo belonen Wij de weldoeners.

Transliteratie

Kathalika najzee almuhsineena

111
Hoofdstuk 37 : Vers 111

إِنَّهُۥ مِنْ عِبَادِنَا ٱلْمُؤْمِنِينَ

Voorwaar, hij behoort tot Onze gelovige dienaren.

Transliteratie

Innahu min AAibadina almumineena

112
Hoofdstuk 37 : Vers 112

وَبَشَّرْنَـٰهُ بِإِسْحَـٰقَ نَبِيًّا مِّنَ ٱلصَّـٰلِحِينَ

En Wij verkondigden hem de verheugende tijding over (de geboorte van) Ishâq, als een Profeet van de rechtschapenen.

Transliteratie

Wabashsharnahu biishaqa nabiyyan mina alssaliheena

113
Hoofdstuk 37 : Vers 113

وَبَـٰرَكْنَا عَلَيْهِ وَعَلَىٰٓ إِسْحَـٰقَ ۚ وَمِن ذُرِّيَّتِهِمَا مُحْسِنٌ وَظَالِمٌ لِّنَفْسِهِۦ مُبِينٌ

En Wij zegenden hem en Ishâq. En onder kun nakomelingen zijn er die weldoener zijn en (ook) die duidelijk onrechtvaardig voor zichzelf zijn.

Transliteratie

Wabarakna AAalayhi waAAala ishaqa wamin thurriyyatihima muhsinun wathalimun linafsihi mubeenun

114
Hoofdstuk 37 : Vers 114

وَلَقَدْ مَنَنَّا عَلَىٰ مُوسَىٰ وَهَـٰرُونَ

En voorzeker, Wij hebben Môesa en Hârôen begenadigd.

Transliteratie

Walaqad mananna AAala moosa waharoona

115
Hoofdstuk 37 : Vers 115

وَنَجَّيْنَـٰهُمَا وَقَوْمَهُمَا مِنَ ٱلْكَرْبِ ٱلْعَظِيمِ

En Wij hebben hen beiden en hun volk gered van de geweldige ramp.

Transliteratie

Wanajjaynahuma waqawmahuma mina alkarbi alAAatheemi

116
Hoofdstuk 37 : Vers 116

وَنَصَرْنَـٰهُمْ فَكَانُوا۟ هُمُ ٱلْغَـٰلِبِينَ

En Wij hielpen hen, waarop zij de overwinnaars werden.

Transliteratie

Wanasarnahum fakanoo humu alghalibeena

117
Hoofdstuk 37 : Vers 117

وَءَاتَيْنَـٰهُمَا ٱلْكِتَـٰبَ ٱلْمُسْتَبِينَ

En Wij gaven hun de verduidelijkende Schrift (de Taurât).

Transliteratie

Waataynahuma alkitaba almustabeena

118
Hoofdstuk 37 : Vers 118

وَهَدَيْنَـٰهُمَا ٱلصِّرَٰطَ ٱلْمُسْتَقِيمَ

En Wij hebben Hen op het rechte Pad geleid.

Transliteratie

Wahadaynahuma alssirata almustaqeema

119
Hoofdstuk 37 : Vers 119

وَتَرَكْنَا عَلَيْهِمَا فِى ٱلْـَٔاخِرِينَ

En Wij maakten voor hen (hun goede naam) blijvend onder de lateren.

Transliteratie

Watarakna AAalayhima fee alakhireena

120
Hoofdstuk 37 : Vers 120

سَلَـٰمٌ عَلَىٰ مُوسَىٰ وَهَـٰرُونَ

Vrede zij met Môcsa en Harôen.

Transliteratie

Salamun AAala moosa waharoona

121
Hoofdstuk 37 : Vers 121

إِنَّا كَذَٰلِكَ نَجْزِى ٱلْمُحْسِنِينَ

Voorwaar, zo belonen Wij de weldoeners.

Transliteratie

Inna kathalika najzee almuhsineena

122
Hoofdstuk 37 : Vers 122

إِنَّهُمَا مِنْ عِبَادِنَا ٱلْمُؤْمِنِينَ

Voorwaar, zij behoren tot Onze gelovige dienaren.

Transliteratie

Innahuma min AAibadina almumineena

123
Hoofdstuk 37 : Vers 123

وَإِنَّ إِلْيَاسَ لَمِنَ ٱلْمُرْسَلِينَ

En voorwaar. Ilyâs behoort zeker tot de Gezondenen.

Transliteratie

Wainna ilyasa lamina almursaleena

124
Hoofdstuk 37 : Vers 124

إِذْ قَالَ لِقَوْمِهِۦٓ أَلَا تَتَّقُونَ

(Gedenkt) toen hij tot zijn volk zei: "Vrezen jullie (Allah) niet?

Transliteratie

Ith qala liqawmihi ala tattaqoona

125
Hoofdstuk 37 : Vers 125

أَتَدْعُونَ بَعْلًا وَتَذَرُونَ أَحْسَنَ ٱلْخَـٰلِقِينَ

Aanbidden jullie Ba'l (een afgod) en verlaten jullie de Beste der Scheppers?

Transliteratie

AtadAAoona baAAlan watatharoona ahsana alkhaliqeena

126
Hoofdstuk 37 : Vers 126

ٱللَّهَ رَبَّكُمْ وَرَبَّ ءَابَآئِكُمُ ٱلْأَوَّلِينَ

Allah is jullie Heer en de Heer van jullie voorvaderen."

Transliteratie

Allaha rabbakum warabba abaikumu alawwaleena

127
Hoofdstuk 37 : Vers 127

فَكَذَّبُوهُ فَإِنَّهُمْ لَمُحْضَرُونَ

Toen loochenden zij hem, daarom worden zij zeker voorgeleiden (voor de bestraffing).

Transliteratie

Fakaththaboohu fainnahum lamuhdaroona

128
Hoofdstuk 37 : Vers 128

إِلَّا عِبَادَ ٱللَّهِ ٱلْمُخْلَصِينَ

Behalve de dienaren van Allah die zuiver in hun aanbidding zijn.

Transliteratie

Illa AAibada Allahi almukhlaseena

129
Hoofdstuk 37 : Vers 129

وَتَرَكْنَا عَلَيْهِ فِى ٱلْـَٔاخِرِينَ

En Wij maakten voor hem (zijn goede naam) blijvend onder de lateren.

Transliteratie

Watarakna AAalayhi fee alakhireena

130
Hoofdstuk 37 : Vers 130

سَلَـٰمٌ عَلَىٰٓ إِلْ يَاسِينَ

Vrede zij met Ilyâs.

Transliteratie

Salamun AAala il yaseena

131
Hoofdstuk 37 : Vers 131

إِنَّا كَذَٰلِكَ نَجْزِى ٱلْمُحْسِنِينَ

Voorwaar, zo belonen wij de weldoeners.

Transliteratie

Inna kathalika najzee almuhsineena

132
Hoofdstuk 37 : Vers 132

إِنَّهُۥ مِنْ عِبَادِنَا ٱلْمُؤْمِنِينَ

Voorwaar, hij behoort tot Onze gelovige dienaren.

Transliteratie

Innahu min AAibadina almumineena

133
Hoofdstuk 37 : Vers 133

وَإِنَّ لُوطًا لَّمِنَ ٱلْمُرْسَلِينَ

En voorwaar, Lôeth behoort zeker tot de gezondenen.

Transliteratie

Wainna lootan lamina almursaleena

134
Hoofdstuk 37 : Vers 134

إِذْ نَجَّيْنَـٰهُ وَأَهْلَهُۥٓ أَجْمَعِينَ

(Gedenk) toen Wij hem en zijn volgelingen allen hebben gered.

Transliteratie

Ith najjaynahu waahlahu ajmaAAeena

135
Hoofdstuk 37 : Vers 135

إِلَّا عَجُوزًا فِى ٱلْغَـٰبِرِينَ

Behalve een vrouw (zijn echtgenote) die tot de achterblijvers behoorde.

Transliteratie

Illa AAajoozan fee alghabireena

136
Hoofdstuk 37 : Vers 136

ثُمَّ دَمَّرْنَا ٱلْـَٔاخَرِينَ

Vervolgens vernietigden Wij de overigen.

Transliteratie

Thumma dammarna alakhareena

137
Hoofdstuk 37 : Vers 137

وَإِنَّكُمْ لَتَمُرُّونَ عَلَيْهِم مُّصْبِحِينَ

En voorwaar, jullie gaan in de ochtend aan hen (de ruïnes van hun steden) voorbij.

Transliteratie

Wainnakum latamurroona AAalayhim musbiheena

138
Hoofdstuk 37 : Vers 138

وَبِٱلَّيْلِ ۗ أَفَلَا تَعْقِلُونَ

En ook in de nacht, denken jullie dan niet na?

Transliteratie

Wabiallayli afala taAAqiloona

139
Hoofdstuk 37 : Vers 139

وَإِنَّ يُونُسَ لَمِنَ ٱلْمُرْسَلِينَ

En voorwaar, Yôenoes behoort zeker tot de gezondenen.

Transliteratie

Wainna yoonusa lamina almursaleena

140
Hoofdstuk 37 : Vers 140

إِذْ أَبَقَ إِلَى ٱلْفُلْكِ ٱلْمَشْحُونِ

(Gedenkt) toen hij wegliep naar het volgeladen schip.

Transliteratie

Ith abaqa ila alfulki almashhooni

141
Hoofdstuk 37 : Vers 141

فَسَاهَمَ فَكَانَ مِنَ ٱلْمُدْحَضِينَ

Toen lootte hij (om een plaats erop) en bij behoorde daarop tot de verliezers.

Transliteratie

Fasahama fakana mina almudhadeena

142
Hoofdstuk 37 : Vers 142

فَٱلْتَقَمَهُ ٱلْحُوتُ وَهُوَ مُلِيمٌ

Toen slokte de vis hem op en hij verweet zichzelf.

Transliteratie

Failtaqamahu alhootu wahuwa muleemun

143
Hoofdstuk 37 : Vers 143

فَلَوْلَآ أَنَّهُۥ كَانَ مِنَ ٱلْمُسَبِّحِينَ

En als hij niet tot degenen die de Glorie van Allah prezen behoord had.

Transliteratie

Falawla annahu kana mina almusabbiheena

144
Hoofdstuk 37 : Vers 144

لَلَبِثَ فِى بَطْنِهِۦٓ إِلَىٰ يَوْمِ يُبْعَثُونَ

Zou hij zeker in zijn buik zijn gebleven, tot de Dag waarop zij worden opgewekt.

Transliteratie

Lalabitha fee batnihi ila yawmi yubAAathoona

145
Hoofdstuk 37 : Vers 145

فَنَبَذْنَـٰهُ بِٱلْعَرَآءِ وَهُوَ سَقِيمٌ

Toen wierpen Wij hem eruit, op een kale vlakte, en hij was ziek.

Transliteratie

Fanabathnahu bialAAarai wahuwa saqeemun

146
Hoofdstuk 37 : Vers 146

وَأَنۢبَتْنَا عَلَيْهِ شَجَرَةً مِّن يَقْطِينٍ

En Wij deden over hem een boom groeien met veel bladeren.

Transliteratie

Waanbatna AAalayhi shajaratan min yaqteenin

147
Hoofdstuk 37 : Vers 147

وَأَرْسَلْنَـٰهُ إِلَىٰ مِا۟ئَةِ أَلْفٍ أَوْ يَزِيدُونَ

En Wij zonden hem naar een honderdduizendtal (volgelingen) of meer.

Transliteratie

Waarsalnahu ila miati alfin aw yazeedoona

148
Hoofdstuk 37 : Vers 148

فَـَٔامَنُوا۟ فَمَتَّعْنَـٰهُمْ إِلَىٰ حِينٍ

Daarop geloofden zij en Wij schonken hun genietingen, voor een bepaalde tijd.

Transliteratie

Faamanoo famattaAAnahum ila heenin

149
Hoofdstuk 37 : Vers 149

فَٱسْتَفْتِهِمْ أَلِرَبِّكَ ٱلْبَنَاتُ وَلَهُمُ ٱلْبَنُونَ

Vraag hen (de ongelovigen), of voor jouw Heer de dochters zijn en voor hen de zonen.

Transliteratie

Faistaftihim alirabbika albanatu walahumu albanoona

150
Hoofdstuk 37 : Vers 150

أَمْ خَلَقْنَا ٱلْمَلَـٰٓئِكَةَ إِنَـٰثًا وَهُمْ شَـٰهِدُونَ

Hebben Wij de Engelen als vrouwen geschapen en waren zij getuigen?

Transliteratie

Am khalaqna almalaikata inathan wahum shahidoona

151
Hoofdstuk 37 : Vers 151

أَلَآ إِنَّهُم مِّنْ إِفْكِهِمْ لَيَقُولُونَ

Weet dat zij wegens hun verzonnen leugens zeker zullen zeggen:

Transliteratie

Ala innahum min ifkihim layaqooloona

152
Hoofdstuk 37 : Vers 152

وَلَدَ ٱللَّهُ وَإِنَّهُمْ لَكَـٰذِبُونَ

"Allah heeft kinderen verwekt." Voorwaar, zij zijn zeker leugenaars.

Transliteratie

Walada Allahu wainnahum lakathiboona

153
Hoofdstuk 37 : Vers 153

أَصْطَفَى ٱلْبَنَاتِ عَلَى ٱلْبَنِينَ

Heeft Hij dochters verkozen boven zonen?

Transliteratie

Astafa albanati AAala albaneena

154
Hoofdstuk 37 : Vers 154

مَا لَكُمْ كَيْفَ تَحْكُمُونَ

Wat is er met jullie? Hoe beoordelen jullie?

Transliteratie

Ma lakum kayfa tahkumoona

155
Hoofdstuk 37 : Vers 155

أَفَلَا تَذَكَّرُونَ

Laten jullie je dan in iet vermanen?

Transliteratie

Afala tathakkaroona

156
Hoofdstuk 37 : Vers 156

أَمْ لَكُمْ سُلْطَـٰنٌ مُّبِينٌ

Of beschikken jullie over een duidelijk bewijs?

Transliteratie

Am lakum sultanun mubeenun

157
Hoofdstuk 37 : Vers 157

فَأْتُوا۟ بِكِتَـٰبِكُمْ إِن كُنتُمْ صَـٰدِقِينَ

Brengt dan jullie boek, als jullie waarachtigen zijn!

Transliteratie

Fatoo bikitabikum in kuntum sadiqeena

158
Hoofdstuk 37 : Vers 158

وَجَعَلُوا۟ بَيْنَهُۥ وَبَيْنَ ٱلْجِنَّةِ نَسَبًا ۚ وَلَقَدْ عَلِمَتِ ٱلْجِنَّةُ إِنَّهُمْ لَمُحْضَرُونَ

En zij verzinnen verwantschap tussen Hem en de Djinn's. En voorzeker, de Djinn's weten dat zij de voorgeleiden zullen zijn.

Transliteratie

WajaAAaloo baynahu wabayna aljinnati nasaban walaqad AAalimati aljinnatu innahum lamuhdaroona

159
Hoofdstuk 37 : Vers 159

سُبْحَـٰنَ ٱللَّهِ عَمَّا يَصِفُونَ

Heilig is Allah boven wat zij toeschrijven.

Transliteratie

Subhana Allahi AAamma yasifoona

160
Hoofdstuk 37 : Vers 160

إِلَّا عِبَادَ ٱللَّهِ ٱلْمُخْلَصِينَ

Behalve de dienaren van Allah die Hem zuiver aanbidden.

Transliteratie

Illa AAibada Allahi almukhlaseena

161
Hoofdstuk 37 : Vers 161

فَإِنَّكُمْ وَمَا تَعْبُدُونَ

Voorwaar jullie en wat jullie aanbidden.

Transliteratie

Fainnakum wama taAAbudoona

162
Hoofdstuk 37 : Vers 162

مَآ أَنتُمْ عَلَيْهِ بِفَـٰتِنِينَ

Jullie kunnen niemand tegen (het plan van) Hem te doen dwalen.

Transliteratie

Ma antum AAalayhi bifatineena

163
Hoofdstuk 37 : Vers 163

إِلَّا مَنْ هُوَ صَالِ ٱلْجَحِيمِ

Behalve degene die Djahîm (de Hel) binnengaat.

Transliteratie

Illa man huwa sali aljaheemi

164
Hoofdstuk 37 : Vers 164

وَمَا مِنَّآ إِلَّا لَهُۥ مَقَامٌ مَّعْلُومٌ

(De Engelen zeggen:) "En er is niemand van ons, of er is voor hem een bekende plaats.

Transliteratie

Wama minna illa lahu maqamun maAAloomun

165
Hoofdstuk 37 : Vers 165

وَإِنَّا لَنَحْنُ ٱلصَّآفُّونَ

En voorwaar, wij zijn degenen die in rijen staan.

Transliteratie

Wainna lanahnu alssaffoona

166
Hoofdstuk 37 : Vers 166

وَإِنَّا لَنَحْنُ ٱلْمُسَبِّحُونَ

En voorwaar, wij zijn zeker degenen die de Glorie van Allah prijzen."

Transliteratie

Wainna lanahnu almusabbihoona

167
Hoofdstuk 37 : Vers 167

وَإِن كَانُوا۟ لَيَقُولُونَ

En zij (de ongelovigen) zullen zeker zeggen:

Transliteratie

Wain kanoo layaqooloona

168
Hoofdstuk 37 : Vers 168

لَوْ أَنَّ عِندَنَا ذِكْرًا مِّنَ ٱلْأَوَّلِينَ

"Als wij over een Vermaning van de vruegeren hadden beschikt,

Transliteratie

Law anna AAindana thikran mina alawwaleena

169
Hoofdstuk 37 : Vers 169

لَكُنَّا عِبَادَ ٱللَّهِ ٱلْمُخْلَصِينَ

Dan zouden wij zeker tot de dienaren van Allah die Hem zuiver aanbidden hebben behoord."

Transliteratie

Lakunna AAibada Allahi almukhlaseena

170
Hoofdstuk 37 : Vers 170

فَكَفَرُوا۟ بِهِۦ ۖ فَسَوْفَ يَعْلَمُونَ

Maar zij verwierpen hem (de Koran), daarom zullen zij het weten.

Transliteratie

Fakafaroo bihi fasawfa yaAAlamoona

171
Hoofdstuk 37 : Vers 171

وَلَقَدْ سَبَقَتْ كَلِمَتُنَا لِعِبَادِنَا ٱلْمُرْسَلِينَ

En voorzeker, Ons Woord is voorafgegaan aan Onze gezonden dienaren.

Transliteratie

Walaqad sabaqat kalimatuna liAAibadina almursaleena

172
Hoofdstuk 37 : Vers 172

إِنَّهُمْ لَهُمُ ٱلْمَنصُورُونَ

Voorwaar, zij zijn het die zeker geholpen zullen worden.

Transliteratie

Innahum lahumu almansooroona

173
Hoofdstuk 37 : Vers 173

وَإِنَّ جُندَنَا لَهُمُ ٱلْغَـٰلِبُونَ

Voorwaar, zij zijn Onze legers die zeker de overwinnaars zullen zijn.

Transliteratie

Wainna jundana lahumu alghaliboona

174
Hoofdstuk 37 : Vers 174

فَتَوَلَّ عَنْهُمْ حَتَّىٰ حِينٍ

Wend je (O Moehammad) dan voor een bepaalde tijd van hen (de gelovigen) af.

Transliteratie

Fatawalla AAanhum hatta heenin

175
Hoofdstuk 37 : Vers 175

وَأَبْصِرْهُمْ فَسَوْفَ يُبْصِرُونَ

En kijk naar hen, zij zullen spoedig (de gevolgen) zien.

Transliteratie

Waabsirhum fasawfa yubsiroona

176
Hoofdstuk 37 : Vers 176

أَفَبِعَذَابِنَا يَسْتَعْجِلُونَ

Vragen zij dan Onze bestraffing te bespoedigen?

Transliteratie

AfabiAAathabina yastaAAjiloona

177
Hoofdstuk 37 : Vers 177

فَإِذَا نَزَلَ بِسَاحَتِهِمْ فَسَآءَ صَبَاحُ ٱلْمُنذَرِينَ

Als dan (de bestraffing) neerdaalt op hun erven, dat is dan de slechtste ochtend voor de gewaarschuwden.

Transliteratie

Faitha nazala bisahatihim fasaa sabahu almunthareena

178
Hoofdstuk 37 : Vers 178

وَتَوَلَّ عَنْهُمْ حَتَّىٰ حِينٍ

En wend je van hen af voor een bepaalde tijd.

Transliteratie

Watawalla AAanhum hatta heenin

179
Hoofdstuk 37 : Vers 179

وَأَبْصِرْ فَسَوْفَ يُبْصِرُونَ

En kijk, spoedig zullen zij (de bestraffing) zien.

Transliteratie

Waabsir fasawfa yubsiroona

180
Hoofdstuk 37 : Vers 180

سُبْحَـٰنَ رَبِّكَ رَبِّ ٱلْعِزَّةِ عَمَّا يَصِفُونَ

Heilig is jouw Heer, de Heer van de Almacht, boven wat zij toeschrijven.

Transliteratie

Subhana rabbika rabbi alAAizzati AAamma yasifoona

181
Hoofdstuk 37 : Vers 181

وَسَلَـٰمٌ عَلَى ٱلْمُرْسَلِينَ

En vrede zij met de gezondenen.

Transliteratie

Wasalamun AAala almursaleena

182
Hoofdstuk 37 : Vers 182

وَٱلْحَمْدُ لِلَّهِ رَبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ

En alle lof zij Allah, de Heer der Werelden.

Transliteratie

Waalhamdu lillahi rabbi alAAalameena

Hoofdstuk 37

Bij hen die in rijen staan (de Engelen). [1]

Die de wolken voortdrijven. [2]

Die de Vermaning (de Koran) voordragen. [3]

Voorwaar, jullie God is zeker Eén. [4]

De Heer van de hemelen en de aarde en wat er tussen is en de Heer van de plaatsen van zonsopgang. [5]

Voorwaar, Wij hebben de nabije hemel gesierd met een veniering: de sterren. [6]

En als bescherming tegen alle opstandige Satans. [7]

Zij kunnen niet luisteren bij de hoogste groep (de Engelen). Er wordt naar hen geworpen vanuit alle kanten. [8]

Ter verjaging. En voor hen is er een ononderbroken bestraffing. [9]

Behalve wie afluisterend luistert: een gloeiende vlam achtervolgt hem. [10]

Vraag hen: "Zijn zij (de mensen) moeilijker om te scheppen of dat (hemel en aarde en wat er tussen is) wat wij hebben geschapen?" Voorwaar, Wij hebben hen van kleverige klei geschapen. [11]

Jij verbaastje zelfs omdat zij (de door jou gebracht boodschap) bespotten. [12]

En wanneer zij vermaand worden, dan nemen zij de Vemaning niet tot zich. [13]

En wanneer zij een Teken (een goddelijk wonder) zien, dan bespotten zij. [14]

En zij zeggen: "Dit is niets dan duidelijke tovenarij." [15]

Als wij al dood zijn en tot aarde en beenderen zijn geworden; zullen wij dan zeker opgewekt worden? [16]

En ook onze voorvaderen?" [17]

Zeg: "Ja, en jullie zullen vemederd zijn." [18]

Het is dan slechts één bliksemslag, waarna zij om zich heen kijken. [19]

En zij zullen zeggen: "Wee ons, dit is de Dag des Oordeels." [20]

Dit is de Dag van de beslissing, die jullie plachten te loochenen. [21]

(Tot de Engelen wordt gezegd:) "Verzamelt degenen die onrecht pleegden en hun gelijken en wat zij plachten te aanbidden. [22]

Naast Allah. Leidt ben dan naar de weg naar Djahîm (de Hel). [23]

En houdt hen vast: voorwaar, zij zullen ondervraagd worden." [24]

(Er zal aan hen gevraagd worden:) "Wat is er met jullie, waarom helpen jullie elkaar niet?" [25]

Op die Dag zullen zij zich zelfs overgeven. [26]

En zij zullen zich tot elkaar wenden en elkaar ondervragen. [27]

Zij (de volgelingen) zullen zeggen: "Voorwaar, jullie zijn van de rechterkant tot ons gekomen." [28]

Zij (de leiders) zullen antwoorden: "Jullie was waren zelfs geen gelovigen. [29]

Ea wij hadden geen macht over jullie. Jullie waren zelfs een overtredend volk. [30]

Het Woord (van bestraffing) tot ons van Onze Heer zal daarom bewaarheid worden. Voorwaar, wij zullen het zeker proeven. [31]

Wij misleidden jullie toen: voorwaar, wij waren misleiders." [32]

Voorwaar, zij zullen dan op die Dag in de bestraffing bijelkaar zijn. [33]

Voorwaar, zo behandelen Wij de misdadigers. [34]

Voorwaar, toen er tot hen gezegd werd: "Er is geen god dan Allah," toen waren zij hoogmoedig. [35]

En zij zeggen: "Zullen wij dan onze goden achterlaten vanwege een bezeten dichter?" [36]

Nee! Hij (Moehammad) is met de Waarheid gekomen en hij heeft de Gezondenen (de Profeten vóór hem) bevestigd. [37]

Voorwaar, jullie proeven zeker de pijnlijke bestraffing. [38]

En jullie worden slechts vergolden voor wat jullie hebben gedaan. [39]

Behalve de dienaren van Allah die zuiver in hun aanbidding zijn. [40]

Zij zijn degenen voor wie er een bekende voorziening is (het Paradijs). [41]

Vruchten. En zij zijn de geëerden. [42]

In Tuinen van Gelukzaligheid (het Paradijs). [43]

Op rustbanken tegenover elkaar. [44]

Onder hen wordt rondgegaan met een beker met Ma'in (van de bron van het Paradij). [45]

Helder wit, smakelijk voor de drinkers. [46]

Deze (drank) kent geen beneveling en zij worden er niet dronken van. [47]

En bij hen zijn schonen met ingetogen blikken, met mooie ogen. [48]

Als waren zij welbewaarde eieren. [49]

Zij wenden zich dan tot elkaar en stellen elkaar vragen. [50]

Een spreker onder hen zal zeggen: "Voorwaar, ik had een vriend. [51]

Hij zei (vroeger tegen mij): "Voorwaar, behoor jij tot hen die (de Opstanding) bevestigen? [52]

Als wij dan al dood zijn, en tot aarde en beenderen zijn geworden, zullen wij dan zeker worden beoordeld?"' [53]

Hij zei (tegen de anderen in hct Paradijs): "Hebben jullie (dit) gezien?" [54]

Toen keek hij en zag hem in het midden van Djahîm (de Hel). [55]

Hij zei: "Bij Allah, jij hebt mij bijna in het ongeluk gestort. [56]

En als er niet de genade van mijn Heer geweest was, dan zou ik zeker tot de voorgeleiden (voor de Hel) behoren. [57]

Zullen wij dan niet sterven? [58]

Naut ons eerste sterven? En zullen wij niet worden bestraft?" [59]

Voorwaar, dat is zeker de geweldige overwinning. [60]

Voor zoiets, laten de werkenden daarvoor werken. [61]

Is die ontvangst beter, of de Zaqqôem-boom (in de Hel)? [62]

Voorwaar, Wij hebben hem tot een beproeving voor de onrechtvaardigen gemaakt. [63]

Voorwaar, het is een boom die voortkomt uit de bodem van Djahîm (de Hel). [64]

De kolven ervan zijn als satanskoppen. [65]

Voorwaar, dan zullen zij er van eten zodat zij er de buiken mee vullen. [66]

Daarna is er voor hen een drank, gemengd met kokend water. [67]

Tenslotte is hun terugkeer zeker naar Djahîm. [68]

Voorwaar, zij troffen hun vaderen in dwaling verkerend aan. [69]

Toen volgden zij hen haastig in hun voetsporen. [70]

En voorzeker dwaalden vóór hen de meesten van de vroegeren. [71]

En voorzeker hebben Wij uit hun midden waarschuwers gezonden, [72]

Zie dan (O Moehammad) hoe het einde was van de gewaamshuwden. [73]

Behalve (het einde van) de dienaren van Allah die, zuiver in hun aanbidding zijn. [74]

En voorzeker, Nôeh riep Ons aan, en Wij zijn zeker de beste verhorenden. [75]

En Wij redden hem en zijn volgelingen van de geweldige ramp. [76]

En Wij maakte zijn nakomelingen tot voortlevenden. [77]

En Wij maakten voor hem (zijn goede naam) blijvend onder de lateren. [78]

Vrede zij met Nôeh in de werelden. [79]

Voorwaar, zo belonen Wij de weldoeners. [80]

Voorwaar, hij behoort tot Onze gelovip dienaren. [81]

Wij verdonken toen de anderen. [82]

En voorwaar, tot zijn groep behoorde zeker Ibrâhîm. [83]

(Gedenk) toen hij tot zijn Heer kwam met een zuiver hart. [84]

Toen hij tot zijn vader en zijn volk zei: "Wat aanbidden jullie? [85]

Wensen jullie als een verzinsel goden naast Allah? [86]

Wat stellen jullie je voor over de Heer der Werelden?" [87]

Hij keek toen een ogenblik naar de sterren. [88]

Hij zei toen: "Voorwaar, ik ben ziek." [89]

Toen wendden zij zich af, hem de rug toekerend. [90]

Toen ging hij heimelijk naar hun goden en zei: "Eten jullie (dit voedsel) niet? [91]

Wat is er met jullie dat jullie niet spreken?" [92]

Toen liep hij op hen toe en sloeg (hen) met de rechterhand. [93]

Daarop liepen zij (de veelgodenaanbidders) snel naar hem toe. [94]

Hij zei: "Aanbidden jullie wat jullie hebben uitgehouwen? [95]

Terwijl Allah jullie heeft geschapen en wat jullie maken." [96]

Zij zeiden: "Bouwt voor hem een bouwwerk (brandstapel) en werpt hem in liet laaiende vuur." [97]

Toen zij een list tegen hem wensten te beramen maakten Wij hen tot de allerlaagsten. [98]

En hij zei (toen hun pogingen mislukt waren): "Ik wend mij tot mijn Heer, Hij zal mij leiden. [99]

Mijn Heer, schenk mij (een zoon) van de rechtschapenen." [100]

Toen verkondigden Wij hem de verheugende tijding van een zachtmoedige jongen (Ismâ'îl). [101]

Toen hij de leeftijd had bereikt waarop hij hem (Ibrâhîm) kon helpen, zei hij: "O mijn zoon, voorwaar, ik heb in een droom gezien dat ik jou zal offeren, zeg mij hoe jij daarover denkt," Hij zei: "O mijn vader, doe wat u is bevolen, U zult vinden dat ik, als Allah het wil, tot de geduldigen behoor." [102]

Toen zij zich (aan Allah) hadden overgegeven en hij hem op zijn slaap had gelegd (om te offeren). [103]

Toen riepen Wij tot hem: "O Ibrâhîm! [104]

Waarlijk, jij hebt de droom in waarheid vervuld. Voorwaar, zo belonen Wij de weldoeners." [105]

Voorwaar, dat is zeker de duidelijke beproeving. [106]

En Wij gaven hem ter vervanging een groot offerdier. [107]

En Wij maakten voor hem (zijn goede naam) blijvend onder de lateren. [108]

Vrede zij met Ibrâhîm. [109]

Zo belonen Wij de weldoeners. [110]

Voorwaar, hij behoort tot Onze gelovige dienaren. [111]

En Wij verkondigden hem de verheugende tijding over (de geboorte van) Ishâq, als een Profeet van de rechtschapenen. [112]

En Wij zegenden hem en Ishâq. En onder kun nakomelingen zijn er die weldoener zijn en (ook) die duidelijk onrechtvaardig voor zichzelf zijn. [113]

En voorzeker, Wij hebben Môesa en Hârôen begenadigd. [114]

En Wij hebben hen beiden en hun volk gered van de geweldige ramp. [115]

En Wij hielpen hen, waarop zij de overwinnaars werden. [116]

En Wij gaven hun de verduidelijkende Schrift (de Taurât). [117]

En Wij hebben Hen op het rechte Pad geleid. [118]

En Wij maakten voor hen (hun goede naam) blijvend onder de lateren. [119]

Vrede zij met Môcsa en Harôen. [120]

Voorwaar, zo belonen Wij de weldoeners. [121]

Voorwaar, zij behoren tot Onze gelovige dienaren. [122]

En voorwaar. Ilyâs behoort zeker tot de Gezondenen. [123]

(Gedenkt) toen hij tot zijn volk zei: "Vrezen jullie (Allah) niet? [124]

Aanbidden jullie Ba'l (een afgod) en verlaten jullie de Beste der Scheppers? [125]

Allah is jullie Heer en de Heer van jullie voorvaderen." [126]

Toen loochenden zij hem, daarom worden zij zeker voorgeleiden (voor de bestraffing). [127]

Behalve de dienaren van Allah die zuiver in hun aanbidding zijn. [128]

En Wij maakten voor hem (zijn goede naam) blijvend onder de lateren. [129]

Vrede zij met Ilyâs. [130]

Voorwaar, zo belonen wij de weldoeners. [131]

Voorwaar, hij behoort tot Onze gelovige dienaren. [132]

En voorwaar, Lôeth behoort zeker tot de gezondenen. [133]

(Gedenk) toen Wij hem en zijn volgelingen allen hebben gered. [134]

Behalve een vrouw (zijn echtgenote) die tot de achterblijvers behoorde. [135]

Vervolgens vernietigden Wij de overigen. [136]

En voorwaar, jullie gaan in de ochtend aan hen (de ruïnes van hun steden) voorbij. [137]

En ook in de nacht, denken jullie dan niet na? [138]

En voorwaar, Yôenoes behoort zeker tot de gezondenen. [139]

(Gedenkt) toen hij wegliep naar het volgeladen schip. [140]

Toen lootte hij (om een plaats erop) en bij behoorde daarop tot de verliezers. [141]

Toen slokte de vis hem op en hij verweet zichzelf. [142]

En als hij niet tot degenen die de Glorie van Allah prezen behoord had. [143]

Zou hij zeker in zijn buik zijn gebleven, tot de Dag waarop zij worden opgewekt. [144]

Toen wierpen Wij hem eruit, op een kale vlakte, en hij was ziek. [145]

En Wij deden over hem een boom groeien met veel bladeren. [146]

En Wij zonden hem naar een honderdduizendtal (volgelingen) of meer. [147]

Daarop geloofden zij en Wij schonken hun genietingen, voor een bepaalde tijd. [148]

Vraag hen (de ongelovigen), of voor jouw Heer de dochters zijn en voor hen de zonen. [149]

Hebben Wij de Engelen als vrouwen geschapen en waren zij getuigen? [150]

Weet dat zij wegens hun verzonnen leugens zeker zullen zeggen: [151]

"Allah heeft kinderen verwekt." Voorwaar, zij zijn zeker leugenaars. [152]

Heeft Hij dochters verkozen boven zonen? [153]

Wat is er met jullie? Hoe beoordelen jullie? [154]

Laten jullie je dan in iet vermanen? [155]

Of beschikken jullie over een duidelijk bewijs? [156]

Brengt dan jullie boek, als jullie waarachtigen zijn! [157]

En zij verzinnen verwantschap tussen Hem en de Djinn's. En voorzeker, de Djinn's weten dat zij de voorgeleiden zullen zijn. [158]

Heilig is Allah boven wat zij toeschrijven. [159]

Behalve de dienaren van Allah die Hem zuiver aanbidden. [160]

Voorwaar jullie en wat jullie aanbidden. [161]

Jullie kunnen niemand tegen (het plan van) Hem te doen dwalen. [162]

Behalve degene die Djahîm (de Hel) binnengaat. [163]

(De Engelen zeggen:) "En er is niemand van ons, of er is voor hem een bekende plaats. [164]

En voorwaar, wij zijn degenen die in rijen staan. [165]

En voorwaar, wij zijn zeker degenen die de Glorie van Allah prijzen." [166]

En zij (de ongelovigen) zullen zeker zeggen: [167]

"Als wij over een Vermaning van de vruegeren hadden beschikt, [168]

Dan zouden wij zeker tot de dienaren van Allah die Hem zuiver aanbidden hebben behoord." [169]

Maar zij verwierpen hem (de Koran), daarom zullen zij het weten. [170]

En voorzeker, Ons Woord is voorafgegaan aan Onze gezonden dienaren. [171]

Voorwaar, zij zijn het die zeker geholpen zullen worden. [172]

Voorwaar, zij zijn Onze legers die zeker de overwinnaars zullen zijn. [173]

Wend je (O Moehammad) dan voor een bepaalde tijd van hen (de gelovigen) af. [174]

En kijk naar hen, zij zullen spoedig (de gevolgen) zien. [175]

Vragen zij dan Onze bestraffing te bespoedigen? [176]

Als dan (de bestraffing) neerdaalt op hun erven, dat is dan de slechtste ochtend voor de gewaarschuwden. [177]

En wend je van hen af voor een bepaalde tijd. [178]

En kijk, spoedig zullen zij (de bestraffing) zien. [179]

Heilig is jouw Heer, de Heer van de Almacht, boven wat zij toeschrijven. [180]

En vrede zij met de gezondenen. [181]

En alle lof zij Allah, de Heer der Werelden. [182]