الواقعة

Het Onvermijdelijke

Al-Wāqiʿah

Hoofdstuk: 56
Verzen: 96

Vertaler: Sofian S. Siregar

Taal: Nederlands

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ

In naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle

1
Hoofdstuk 56 : Vers 1

إِذَا وَقَعَتِ ٱلْوَاقِعَةُ

Wanneer de Dag der Opstanding plaatsvindt.

Transliteratie

Itha waqaAAati alwaqiAAatu

2
Hoofdstuk 56 : Vers 2

لَيْسَ لِوَقْعَتِهَا كَاذِبَةٌ

(Dan) kent de gebeurtenis ervan geen loochening.

Transliteratie

Laysa liwaqAAatiha kathibatun

3
Hoofdstuk 56 : Vers 3

خَافِضَةٌ رَّافِعَةٌ

Verlagend (voor de één), verheffend (voor de ander).

Transliteratie

Khafidatun rafiAAatun

4
Hoofdstuk 56 : Vers 4

إِذَا رُجَّتِ ٱلْأَرْضُ رَجًّا

Wanneer de aarde hevig geschud wordt.

Transliteratie

Itha rujjati alardu rajjan

5
Hoofdstuk 56 : Vers 5

وَبُسَّتِ ٱلْجِبَالُ بَسًّا

En de bergen volledig vernietigd worden.

Transliteratie

Wabussati aljibalu bassan

6
Hoofdstuk 56 : Vers 6

فَكَانَتْ هَبَآءً مُّنۢبَثًّا

Zodat deze tot rondvliegend stof worden.

Transliteratie

Fakanat habaan munbaththan

7
Hoofdstuk 56 : Vers 7

وَكُنتُمْ أَزْوَٰجًا ثَلَـٰثَةً

En jullie in drie groepen verdeeld zijn.

Transliteratie

Wakuntum azwajan thalathatan

8
Hoofdstuk 56 : Vers 8

فَأَصْحَـٰبُ ٱلْمَيْمَنَةِ مَآ أَصْحَـٰبُ ٱلْمَيْمَنَةِ

De mensen van de rechterzijde, (wat een voorspoed voor) de mensen van de rechterzijde!

Transliteratie

Faashabu almaymanati ma ashabu almaymanati

9
Hoofdstuk 56 : Vers 9

وَأَصْحَـٰبُ ٱلْمَشْـَٔمَةِ مَآ أَصْحَـٰبُ ٱلْمَشْـَٔمَةِ

En de mensen van de linkerzijde, (wat een tegenspoed voor) de mensen van de linkerzijde!

Transliteratie

Waashabu almashamati ma ashabu almashamati

10
Hoofdstuk 56 : Vers 10

وَٱلسَّـٰبِقُونَ ٱلسَّـٰبِقُونَ

En de eersten (de derde groep) zijn de eersten.

Transliteratie

Waalssabiqoona alssabiqoona

11
Hoofdstuk 56 : Vers 11

أُو۟لَـٰٓئِكَ ٱلْمُقَرَّبُونَ

Dat zijn degenen die nabij zijn gebracht.

Transliteratie

Olaika almuqarraboona

12
Hoofdstuk 56 : Vers 12

فِى جَنَّـٰتِ ٱلنَّعِيمِ

In de Tuinen van gelukzaligheid (het Paradijs).

Transliteratie

Fee jannati alnnaAAeemi

13
Hoofdstuk 56 : Vers 13

ثُلَّةٌ مِّنَ ٱلْأَوَّلِينَ

Een aantal van de vroegeren.

Transliteratie

Thullatun mina alawwaleena

14
Hoofdstuk 56 : Vers 14

وَقَلِيلٌ مِّنَ ٱلْـَٔاخِرِينَ

En weinig van de lateren.

Transliteratie

Waqaleelun mina alakhireena

15
Hoofdstuk 56 : Vers 15

عَلَىٰ سُرُرٍ مَّوْضُونَةٍ

Op (met goud) geborduurde rustbanken.

Transliteratie

AAala sururin mawdoonatin

16
Hoofdstuk 56 : Vers 16

مُّتَّكِـِٔينَ عَلَيْهَا مُتَقَـٰبِلِينَ

Daarop leunend, tegenover elkaar zittend.

Transliteratie

Muttakieena AAalayha mutaqabileena

17
Hoofdstuk 56 : Vers 17

يَطُوفُ عَلَيْهِمْ وِلْدَٰنٌ مُّخَلَّدُونَ

Onder hen gaan eeuwig jeugdigen rond.

Transliteratie

Yatoofu AAalayhim wildanun mukhalladoona

18
Hoofdstuk 56 : Vers 18

بِأَكْوَابٍ وَأَبَارِيقَ وَكَأْسٍ مِّن مَّعِينٍ

Met bokalen en kannen en glazen, gevuld aan een stromende bron.

Transliteratie

Biakwabin waabareeqa wakasin min maAAeenin

19
Hoofdstuk 56 : Vers 19

لَّا يُصَدَّعُونَ عَنْهَا وَلَا يُنزِفُونَ

Waarvan zij geen hoofdpijn krijgen en niet dronken worden.

Transliteratie

La yusaddaAAoona AAanha wala yunzifoona

20
Hoofdstuk 56 : Vers 20

وَفَـٰكِهَةٍ مِّمَّا يَتَخَيَّرُونَ

En vruchten waaruit zij kunnen kiezen.

Transliteratie

Wafakihatin mimma yatakhayyaroona

21
Hoofdstuk 56 : Vers 21

وَلَحْمِ طَيْرٍ مِّمَّا يَشْتَهُونَ

En vlees van gevogelte, wat zij maar verlangen.

Transliteratie

Walahmi tayrin mimma yashtahoona

22
Hoofdstuk 56 : Vers 22

وَحُورٌ عِينٌ

En schonen met schitterende ogen.

Transliteratie

Wahoorun AAeenun

23
Hoofdstuk 56 : Vers 23

كَأَمْثَـٰلِ ٱللُّؤْلُؤِ ٱلْمَكْنُونِ

Gelijk welbewaarde parels.

Transliteratie

Kaamthali allului almaknooni

24
Hoofdstuk 56 : Vers 24

جَزَآءًۢ بِمَا كَانُوا۟ يَعْمَلُونَ

Als een beloning voor wat zij plachten te doen.

Transliteratie

Jazaan bima kanoo yaAAmaloona

25
Hoofdstuk 56 : Vers 25

لَا يَسْمَعُونَ فِيهَا لَغْوًا وَلَا تَأْثِيمًا

Zij horen daarin geen onzin en geen zondigheid.

Transliteratie

La yasmaAAoona feeha laghwan wala tatheeman

26
Hoofdstuk 56 : Vers 26

إِلَّا قِيلًا سَلَـٰمًا سَلَـٰمًا

Slechts het zeggen van: "Vrede! Vrede!"

Transliteratie

Illa qeelan salaman salaman

27
Hoofdstuk 56 : Vers 27

وَأَصْحَـٰبُ ٱلْيَمِينِ مَآ أَصْحَـٰبُ ٱلْيَمِينِ

En de mensen van de rechterzijde, (wat een voorspoed voor) de mensen van de rechterzijde!

Transliteratie

Waashabu alyameeni ma ashabu alyameeni

28
Hoofdstuk 56 : Vers 28

فِى سِدْرٍ مَّخْضُودٍ

Temidden van lotusbomen zonder doornen.

Transliteratie

Fee sidrin makhdoodin

29
Hoofdstuk 56 : Vers 29

وَطَلْحٍ مَّنضُودٍ

En bananenbomen vol met vruchten.

Transliteratie

Watalhin mandoodin

30
Hoofdstuk 56 : Vers 30

وَظِلٍّ مَّمْدُودٍ

En langdurige schaduw.

Transliteratie

Wathillin mamdoodin

31
Hoofdstuk 56 : Vers 31

وَمَآءٍ مَّسْكُوبٍ

En stromend water.

Transliteratie

Wamain maskoobin

32
Hoofdstuk 56 : Vers 32

وَفَـٰكِهَةٍ كَثِيرَةٍ

En fruit in overvloed.

Transliteratie

Wafakihatin katheeratin

33
Hoofdstuk 56 : Vers 33

لَّا مَقْطُوعَةٍ وَلَا مَمْنُوعَةٍ

Niet onderbroken en niet verboden.

Transliteratie

La maqtooAAatin wala mamnooAAatin

34
Hoofdstuk 56 : Vers 34

وَفُرُشٍ مَّرْفُوعَةٍ

Op verhoogde rustbedden.

Transliteratie

Wafurushin marfooAAatin

35
Hoofdstuk 56 : Vers 35

إِنَّآ أَنشَأْنَـٰهُنَّ إِنشَآءً

Voorwaar, Wij hebben hen (de vrouwen in het Paradijs) opnieuw geschapen.

Transliteratie

Inna anshanahunna inshaan

36
Hoofdstuk 56 : Vers 36

فَجَعَلْنَـٰهُنَّ أَبْكَارًا

En Wij hebben hen maagdelijk gemaakt.

Transliteratie

FajaAAalnahunna abkaran

37
Hoofdstuk 56 : Vers 37

عُرُبًا أَتْرَابًا

Liefdevol en gelijk in leeftijd.

Transliteratie

AAuruban atraban

38
Hoofdstuk 56 : Vers 38

لِّأَصْحَـٰبِ ٱلْيَمِينِ

Voor de mensen aan de rechterzijde.

Transliteratie

Liashabi alyameeni

39
Hoofdstuk 56 : Vers 39

ثُلَّةٌ مِّنَ ٱلْأَوَّلِينَ

Een aantal van de vroegeren (groepen).

Transliteratie

Thullatun mina alawwaleena

40
Hoofdstuk 56 : Vers 40

وَثُلَّةٌ مِّنَ ٱلْـَٔاخِرِينَ

En een aantal van de lateren.

Transliteratie

Wathullatun mina alakhireena

41
Hoofdstuk 56 : Vers 41

وَأَصْحَـٰبُ ٱلشِّمَالِ مَآ أَصْحَـٰبُ ٱلشِّمَالِ

En de mensen van de linkerzijde, (wat een tegenspoed voor) de mensen aan de linkerzijde!

Transliteratie

Waashabu alshshimali ma ashabu alshshimali

42
Hoofdstuk 56 : Vers 42

فِى سَمُومٍ وَحَمِيمٍ

(Zij verkeren) in een verzengende wind en kokend water.

Transliteratie

Fee samoomin wahameemin

43
Hoofdstuk 56 : Vers 43

وَظِلٍّ مِّن يَحْمُومٍ

En schaduwen van zwarte rook.

Transliteratie

Wathillin min yahmoomin

44
Hoofdstuk 56 : Vers 44

لَّا بَارِدٍ وَلَا كَرِيمٍ

Niet koel en niet weldadig.

Transliteratie

La baridin wala kareemin

45
Hoofdstuk 56 : Vers 45

إِنَّهُمْ كَانُوا۟ قَبْلَ ذَٰلِكَ مُتْرَفِينَ

Voorwaar, zij plachten voorheen in weelde te leven.

Transliteratie

Innahum kanoo qabla thalika mutrafeena

46
Hoofdstuk 56 : Vers 46

وَكَانُوا۟ يُصِرُّونَ عَلَى ٱلْحِنثِ ٱلْعَظِيمِ

En zij volhardden in geweldige zondigheid.

Transliteratie

Wakanoo yusirroona AAala alhinthi alAAatheemi

47
Hoofdstuk 56 : Vers 47

وَكَانُوا۟ يَقُولُونَ أَئِذَا مِتْنَا وَكُنَّا تُرَابًا وَعِظَـٰمًا أَءِنَّا لَمَبْعُوثُونَ

Zij plachten te zeggen: "Als wij gestorven zijn en tot stof en botten zijn geworden, zullen wij dan zeker opgewekt worden?

Transliteratie

Wakanoo yaqooloona aitha mitna wakunna turaban waAAithaman ainna lamabAAoothoona

48
Hoofdstuk 56 : Vers 48

أَوَءَابَآؤُنَا ٱلْأَوَّلُونَ

En ook onze voorvaderen?"

Transliteratie

Awa abaona alawwaloona

49
Hoofdstuk 56 : Vers 49

قُلْ إِنَّ ٱلْأَوَّلِينَ وَٱلْـَٔاخِرِينَ

Zeg: "Voorwaar, de vroegeren en de lateren."

Transliteratie

Qul inna alawwaleena waalakhireena

50
Hoofdstuk 56 : Vers 50

لَمَجْمُوعُونَ إِلَىٰ مِيقَـٰتِ يَوْمٍ مَّعْلُومٍ

Zij zullen zeker bijeengebracht worden op het bepaalde tijdstip van een bekende Dag.

Transliteratie

LamajmooAAoona ila meeqati yawmin maAAloomin

51
Hoofdstuk 56 : Vers 51

ثُمَّ إِنَّكُمْ أَيُّهَا ٱلضَّآلُّونَ ٱلْمُكَذِّبُونَ

Daarna zullen jullie, O dwalende, loochenaars.

Transliteratie

Thumma innakum ayyuha alddalloona almukaththiboona

52
Hoofdstuk 56 : Vers 52

لَـَٔاكِلُونَ مِن شَجَرٍ مِّن زَقُّومٍ

Zeker van de Zaqqôem-boom eten.

Transliteratie

Laakiloona min shajarin min zaqqoomin

53
Hoofdstuk 56 : Vers 53

فَمَالِـُٔونَ مِنْهَا ٱلْبُطُونَ

Dan zullen jullie daarmee de buiken vullen.

Transliteratie

Famalioona minha albutoona

54
Hoofdstuk 56 : Vers 54

فَشَـٰرِبُونَ عَلَيْهِ مِنَ ٱلْحَمِيمِ

Daarna zullen jullie er (kokend water) van drinken.

Transliteratie

Fashariboona AAalayhi mina alhameemi

55
Hoofdstuk 56 : Vers 55

فَشَـٰرِبُونَ شُرْبَ ٱلْهِيمِ

Jullie zullen dan drinken als smachtende kamelen.

Transliteratie

Fashariboona shurba alheemi

56
Hoofdstuk 56 : Vers 56

هَـٰذَا نُزُلُهُمْ يَوْمَ ٱلدِّينِ

Dit is hun onthaal op de Dag des Oordeels.

Transliteratie

Hatha nuzuluhum yawma alddeeni

57
Hoofdstuk 56 : Vers 57

نَحْنُ خَلَقْنَـٰكُمْ فَلَوْلَا تُصَدِّقُونَ

Wij hebben jullie geschapen, waren jullie maar overtuigd geweest!

Transliteratie

Nahnu khalaqnakum falawla tusaddiqoona

58
Hoofdstuk 56 : Vers 58

أَفَرَءَيْتُم مَّا تُمْنُونَ

Hoe denken jullie dan over dat (zaad) wat jullie uitstorten?

Transliteratie

Afaraaytum ma tumnoona

59
Hoofdstuk 56 : Vers 59

ءَأَنتُمْ تَخْلُقُونَهُۥٓ أَمْ نَحْنُ ٱلْخَـٰلِقُونَ

Hebben jullie dat geschapen of zijn Wij de Scheppers?

Transliteratie

Aantum takhluqoonahu am nahnu alkhaliqoona

60
Hoofdstuk 56 : Vers 60

نَحْنُ قَدَّرْنَا بَيْنَكُمُ ٱلْمَوْتَ وَمَا نَحْنُ بِمَسْبُوقِينَ

Wij hebben de dood onder jullie bepaald, en Wij zijn niet zwak.

Transliteratie

Nahnu qaddarna baynakumu almawta wama nahnu bimasbooqeena

61
Hoofdstuk 56 : Vers 61

عَلَىٰٓ أَن نُّبَدِّلَ أَمْثَـٰلَكُمْ وَنُنشِئَكُمْ فِى مَا لَا تَعْلَمُونَ

Om schepselen zoals jullie te scheppen en om jullie opnieuw tot leven te brengen in (een schepping) waarvan jullie niet weten.

Transliteratie

AAala an nubaddila amthalakum wanunshiakum fee ma la taAAlamoona

62
Hoofdstuk 56 : Vers 62

وَلَقَدْ عَلِمْتُمُ ٱلنَّشْأَةَ ٱلْأُولَىٰ فَلَوْلَا تَذَكَّرُونَ

En voorzeker, jullie hebben kennis over de eerste schepping, hadden jullie er maar lering uit getrokken!

Transliteratie

Walaqad AAalimtumu alnnashata aloola falawla tathakkaroona

63
Hoofdstuk 56 : Vers 63

أَفَرَءَيْتُم مَّا تَحْرُثُونَ

Hoe denken jullie dan over wat jullie zaaien?

Transliteratie

Afaraaytum ma tahruthoona

64
Hoofdstuk 56 : Vers 64

ءَأَنتُمْ تَزْرَعُونَهُۥٓ أَمْ نَحْنُ ٱلزَّٰرِعُونَ

Zijn jullie het die het doen groeien of zijn Wij het Die doen groeien?

Transliteratie

Aantum tazraAAoonahu am nahnu alzzariAAoona

65
Hoofdstuk 56 : Vers 65

لَوْ نَشَآءُ لَجَعَلْنَـٰهُ حُطَـٰمًا فَظَلْتُمْ تَفَكَّهُونَ

Als Wij zouden willen, dan zouden Wij het laten verdorren, zodat jullie het zouden blijven betreuren.

Transliteratie

Law nashao lajaAAalnahu hutaman fathaltum tafakkahoona

66
Hoofdstuk 56 : Vers 66

إِنَّا لَمُغْرَمُونَ

(En zeiden:) "Voorwaar, wij zijn zeker met schuld beladen.

Transliteratie

Inna lamughramoona

67
Hoofdstuk 56 : Vers 67

بَلْ نَحْنُ مَحْرُومُونَ

Wij zijn zelfs beroofd."

Transliteratie

Bal nahnu mahroomoona

68
Hoofdstuk 56 : Vers 68

أَفَرَءَيْتُمُ ٱلْمَآءَ ٱلَّذِى تَشْرَبُونَ

Hoe denken jullie dan over het water dat jullie drinken?

Transliteratie

Afaraaytumu almaa allathee tashraboona

69
Hoofdstuk 56 : Vers 69

ءَأَنتُمْ أَنزَلْتُمُوهُ مِنَ ٱلْمُزْنِ أَمْ نَحْنُ ٱلْمُنزِلُونَ

Zijn jullie het die het uit de wolken doen neerkomen of zijn Wij de neerzenders?

Transliteratie

Aantum anzaltumoohu mina almuzni am nahnu almunziloona

70
Hoofdstuk 56 : Vers 70

لَوْ نَشَآءُ جَعَلْنَـٰهُ أُجَاجًا فَلَوْلَا تَشْكُرُونَ

Als Wij zouden willen, dan zouden Wij het tot zout water maken. Waren jullie maar dankbaar!

Transliteratie

Law nashao jaAAalnahu ojajan falawla tashkuroona

71
Hoofdstuk 56 : Vers 71

أَفَرَءَيْتُمُ ٱلنَّارَ ٱلَّتِى تُورُونَ

Hoe denken jullie dan over het vuur dat jullie ontsteken?

Transliteratie

Afaraaytumu alnnara allatee tooroona

72
Hoofdstuk 56 : Vers 72

ءَأَنتُمْ أَنشَأْتُمْ شَجَرَتَهَآ أَمْ نَحْنُ ٱلْمُنشِـُٔونَ

Hebben jullie de boom daarvoor voortgebracht, of zijn Wij de voortbrengers?

Transliteratie

Aantum anshatum shajarataha am nahnu almunshioona

73
Hoofdstuk 56 : Vers 73

نَحْنُ جَعَلْنَـٰهَا تَذْكِرَةً وَمَتَـٰعًا لِّلْمُقْوِينَ

Wij hebben het (vuur) gemaakt ter herinnering en tot nut voor de reizigers.

Transliteratie

Nahnu jaAAalnaha tathkiratan wamataAAan lilmuqweena

74
Hoofdstuk 56 : Vers 74

فَسَبِّحْ بِٱسْمِ رَبِّكَ ٱلْعَظِيمِ

Prijst daarom de Naam van jouw Heer, de Geweldige.

Transliteratie

Fasabbih biismi rabbika alAAatheemi

75
Hoofdstuk 56 : Vers 75

فَلَآ أُقْسِمُ بِمَوَٰقِعِ ٱلنُّجُومِ

Ik zweer bij het vallen van de sterren.

Transliteratie

Fala oqsimu bimawaqiAAi alnnujoomi

76
Hoofdstuk 56 : Vers 76

وَإِنَّهُۥ لَقَسَمٌ لَّوْ تَعْلَمُونَ عَظِيمٌ

En voorwaar, dat is zeker een geweldige eed, als jullie dat begrepen!

Transliteratie

Wainnahu laqasamun law taAAlamoona AAatheemun

77
Hoofdstuk 56 : Vers 77

إِنَّهُۥ لَقُرْءَانٌ كَرِيمٌ

En voorwaar, dit is zeker de nobele Koran.

Transliteratie

Innahu laquranun kareemun

78
Hoofdstuk 56 : Vers 78

فِى كِتَـٰبٍ مَّكْنُونٍ

In een welbewaard Boek.

Transliteratie

Fee kitabin maknoonin

79
Hoofdstuk 56 : Vers 79

لَّا يَمَسُّهُۥٓ إِلَّا ٱلْمُطَهَّرُونَ

Dat niemand aanraakt dan de gereinigden.

Transliteratie

La yamassuhu illa almutahharoona

80
Hoofdstuk 56 : Vers 80

تَنزِيلٌ مِّن رَّبِّ ٱلْعَـٰلَمِينَ

Een neerzending van de Heer der Werelden.

Transliteratie

Tanzeelun min rabbi alAAalameena

81
Hoofdstuk 56 : Vers 81

أَفَبِهَـٰذَا ٱلْحَدِيثِ أَنتُم مُّدْهِنُونَ

Onderschatten jullie deze Koran dan?

Transliteratie

Afabihatha alhadeethi antum mudhinoona

82
Hoofdstuk 56 : Vers 82

وَتَجْعَلُونَ رِزْقَكُمْ أَنَّكُمْ تُكَذِّبُونَ

En nemen jullie het loochenen (als dankbetuiging voor) jullie levensvoorziening?

Transliteratie

WatajAAaloona rizqakum annakum tukaththiboona

83
Hoofdstuk 56 : Vers 83

فَلَوْلَآ إِذَا بَلَغَتِ ٱلْحُلْقُومَ

Waren jullie maar, toen (de ziel) de keel bereikte.

Transliteratie

Falawla itha balaghati alhulqooma

84
Hoofdstuk 56 : Vers 84

وَأَنتُمْ حِينَئِذٍ تَنظُرُونَ

En jullie op dat moment toezagen.

Transliteratie

Waantum heenaithin tanthuroona

85
Hoofdstuk 56 : Vers 85

وَنَحْنُ أَقْرَبُ إِلَيْهِ مِنكُمْ وَلَـٰكِن لَّا تُبْصِرُونَ

En Wij dichter bij hem waren dan jullie - maar jullie zagen het niet.

Transliteratie

Wanahnu aqrabu ilayhi minkum walakin la tubsiroona

86
Hoofdstuk 56 : Vers 86

فَلَوْلَآ إِن كُنتُمْ غَيْرَ مَدِينِينَ

Waren jullie toen maar niet verantwoordelijk geweest.

Transliteratie

Falawla in kuntum ghayra madeeneena

87
Hoofdstuk 56 : Vers 87

تَرْجِعُونَهَآ إِن كُنتُمْ صَـٰدِقِينَ

Dan zouden jullie haar (de ziel) terugbrengen, als jullie waarachtig geweest waren.

Transliteratie

TarjiAAoonaha in kuntum sadiqeena

88
Hoofdstuk 56 : Vers 88

فَأَمَّآ إِن كَانَ مِنَ ٱلْمُقَرَّبِينَ

Als hij (de ziel) tot de nabijgebrachten behoort.

Transliteratie

Faamma in kana mina almuqarrabeena

89
Hoofdstuk 56 : Vers 89

فَرَوْحٌ وَرَيْحَانٌ وَجَنَّتُ نَعِيمٍ

(Dan zijn er voor de ziel) rust en voorzieningen en de Tuinen van gelukzaligheid (het Paradijs).

Transliteratie

Farawhun warayhanun wajannatu naAAeemin

90
Hoofdstuk 56 : Vers 90

وَأَمَّآ إِن كَانَ مِنْ أَصْحَـٰبِ ٱلْيَمِينِ

Als hij tot de mensen aan de rechterzijde behoort.

Transliteratie

Waamma in kana min ashabi alyameeni

91
Hoofdstuk 56 : Vers 91

فَسَلَـٰمٌ لَّكَ مِنْ أَصْحَـٰبِ ٱلْيَمِينِ

(Luidt de begroeting.) "Vrede zij met jou," van de mensen van de rechterzijde.

Transliteratie

Fasalamun laka min ashabi alyameeni

92
Hoofdstuk 56 : Vers 92

وَأَمَّآ إِن كَانَ مِنَ ٱلْمُكَذِّبِينَ ٱلضَّآلِّينَ

En als hij tot de dwalende loochenaars behoort.

Transliteratie

Waamma in kana mina almukaththibeena alddalleena

93
Hoofdstuk 56 : Vers 93

فَنُزُلٌ مِّنْ حَمِيمٍ

Dan is er een onthaal van kokend water.

Transliteratie

Fanuzulun min hameemin

94
Hoofdstuk 56 : Vers 94

وَتَصْلِيَةُ جَحِيمٍ

En roostering in Djahîm (de Hel).

Transliteratie

Watasliyatu jaheemin

95
Hoofdstuk 56 : Vers 95

إِنَّ هَـٰذَا لَهُوَ حَقُّ ٱلْيَقِينِ

Voorwaar, dit is zeker de stellige Waarheid.

Transliteratie

Inna hatha lahuwa haqqu alyaqeeni

96
Hoofdstuk 56 : Vers 96

فَسَبِّحْ بِٱسْمِ رَبِّكَ ٱلْعَظِيمِ

Prijst daarom de Naam van jouw Heer, de Geweldige.

Transliteratie

Fasabbih biismi rabbika alAAatheemi

Hoofdstuk 56

Wanneer de Dag der Opstanding plaatsvindt. [1]

(Dan) kent de gebeurtenis ervan geen loochening. [2]

Verlagend (voor de één), verheffend (voor de ander). [3]

Wanneer de aarde hevig geschud wordt. [4]

En de bergen volledig vernietigd worden. [5]

Zodat deze tot rondvliegend stof worden. [6]

En jullie in drie groepen verdeeld zijn. [7]

De mensen van de rechterzijde, (wat een voorspoed voor) de mensen van de rechterzijde! [8]

En de mensen van de linkerzijde, (wat een tegenspoed voor) de mensen van de linkerzijde! [9]

En de eersten (de derde groep) zijn de eersten. [10]

Dat zijn degenen die nabij zijn gebracht. [11]

In de Tuinen van gelukzaligheid (het Paradijs). [12]

Een aantal van de vroegeren. [13]

En weinig van de lateren. [14]

Op (met goud) geborduurde rustbanken. [15]

Daarop leunend, tegenover elkaar zittend. [16]

Onder hen gaan eeuwig jeugdigen rond. [17]

Met bokalen en kannen en glazen, gevuld aan een stromende bron. [18]

Waarvan zij geen hoofdpijn krijgen en niet dronken worden. [19]

En vruchten waaruit zij kunnen kiezen. [20]

En vlees van gevogelte, wat zij maar verlangen. [21]

En schonen met schitterende ogen. [22]

Gelijk welbewaarde parels. [23]

Als een beloning voor wat zij plachten te doen. [24]

Zij horen daarin geen onzin en geen zondigheid. [25]

Slechts het zeggen van: "Vrede! Vrede!" [26]

En de mensen van de rechterzijde, (wat een voorspoed voor) de mensen van de rechterzijde! [27]

Temidden van lotusbomen zonder doornen. [28]

En bananenbomen vol met vruchten. [29]

En langdurige schaduw. [30]

En stromend water. [31]

En fruit in overvloed. [32]

Niet onderbroken en niet verboden. [33]

Op verhoogde rustbedden. [34]

Voorwaar, Wij hebben hen (de vrouwen in het Paradijs) opnieuw geschapen. [35]

En Wij hebben hen maagdelijk gemaakt. [36]

Liefdevol en gelijk in leeftijd. [37]

Voor de mensen aan de rechterzijde. [38]

Een aantal van de vroegeren (groepen). [39]

En een aantal van de lateren. [40]

En de mensen van de linkerzijde, (wat een tegenspoed voor) de mensen aan de linkerzijde! [41]

(Zij verkeren) in een verzengende wind en kokend water. [42]

En schaduwen van zwarte rook. [43]

Niet koel en niet weldadig. [44]

Voorwaar, zij plachten voorheen in weelde te leven. [45]

En zij volhardden in geweldige zondigheid. [46]

Zij plachten te zeggen: "Als wij gestorven zijn en tot stof en botten zijn geworden, zullen wij dan zeker opgewekt worden? [47]

En ook onze voorvaderen?" [48]

Zeg: "Voorwaar, de vroegeren en de lateren." [49]

Zij zullen zeker bijeengebracht worden op het bepaalde tijdstip van een bekende Dag. [50]

Daarna zullen jullie, O dwalende, loochenaars. [51]

Zeker van de Zaqqôem-boom eten. [52]

Dan zullen jullie daarmee de buiken vullen. [53]

Daarna zullen jullie er (kokend water) van drinken. [54]

Jullie zullen dan drinken als smachtende kamelen. [55]

Dit is hun onthaal op de Dag des Oordeels. [56]

Wij hebben jullie geschapen, waren jullie maar overtuigd geweest! [57]

Hoe denken jullie dan over dat (zaad) wat jullie uitstorten? [58]

Hebben jullie dat geschapen of zijn Wij de Scheppers? [59]

Wij hebben de dood onder jullie bepaald, en Wij zijn niet zwak. [60]

Om schepselen zoals jullie te scheppen en om jullie opnieuw tot leven te brengen in (een schepping) waarvan jullie niet weten. [61]

En voorzeker, jullie hebben kennis over de eerste schepping, hadden jullie er maar lering uit getrokken! [62]

Hoe denken jullie dan over wat jullie zaaien? [63]

Zijn jullie het die het doen groeien of zijn Wij het Die doen groeien? [64]

Als Wij zouden willen, dan zouden Wij het laten verdorren, zodat jullie het zouden blijven betreuren. [65]

(En zeiden:) "Voorwaar, wij zijn zeker met schuld beladen. [66]

Wij zijn zelfs beroofd." [67]

Hoe denken jullie dan over het water dat jullie drinken? [68]

Zijn jullie het die het uit de wolken doen neerkomen of zijn Wij de neerzenders? [69]

Als Wij zouden willen, dan zouden Wij het tot zout water maken. Waren jullie maar dankbaar! [70]

Hoe denken jullie dan over het vuur dat jullie ontsteken? [71]

Hebben jullie de boom daarvoor voortgebracht, of zijn Wij de voortbrengers? [72]

Wij hebben het (vuur) gemaakt ter herinnering en tot nut voor de reizigers. [73]

Prijst daarom de Naam van jouw Heer, de Geweldige. [74]

Ik zweer bij het vallen van de sterren. [75]

En voorwaar, dat is zeker een geweldige eed, als jullie dat begrepen! [76]

En voorwaar, dit is zeker de nobele Koran. [77]

In een welbewaard Boek. [78]

Dat niemand aanraakt dan de gereinigden. [79]

Een neerzending van de Heer der Werelden. [80]

Onderschatten jullie deze Koran dan? [81]

En nemen jullie het loochenen (als dankbetuiging voor) jullie levensvoorziening? [82]

Waren jullie maar, toen (de ziel) de keel bereikte. [83]

En jullie op dat moment toezagen. [84]

En Wij dichter bij hem waren dan jullie - maar jullie zagen het niet. [85]

Waren jullie toen maar niet verantwoordelijk geweest. [86]

Dan zouden jullie haar (de ziel) terugbrengen, als jullie waarachtig geweest waren. [87]

Als hij (de ziel) tot de nabijgebrachten behoort. [88]

(Dan zijn er voor de ziel) rust en voorzieningen en de Tuinen van gelukzaligheid (het Paradijs). [89]

Als hij tot de mensen aan de rechterzijde behoort. [90]

(Luidt de begroeting.) "Vrede zij met jou," van de mensen van de rechterzijde. [91]

En als hij tot de dwalende loochenaars behoort. [92]

Dan is er een onthaal van kokend water. [93]

En roostering in Djahîm (de Hel). [94]

Voorwaar, dit is zeker de stellige Waarheid. [95]

Prijst daarom de Naam van jouw Heer, de Geweldige. [96]