ق

(de Arabische letter) Qaf

Qāf

Hoofdstuk: 50
Verzen: 45

Vertaler: Sofian S. Siregar

Taal: Nederlands

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ

In naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle

1
Hoofdstuk 50 : Vers 1

قٓ ۚ وَٱلْقُرْءَانِ ٱلْمَجِيدِ

Qaf, bij de edelmoedige Koran.

Transliteratie

Qaf waalqurani almajeedi

2
Hoofdstuk 50 : Vers 2

بَلْ عَجِبُوٓا۟ أَن جَآءَهُم مُّنذِرٌ مِّنْهُمْ فَقَالَ ٱلْكَـٰفِرُونَ هَـٰذَا شَىْءٌ عَجِيبٌ

Zij zijn zelfs verbaasd dat er uit hun midden een waarschuwer tot hen is gekomen, zodat de ongelovigen zeggen: "Dat is een verbazingwekkende zaak!

Transliteratie

Bal AAajiboo an jaahum munthirun minhum faqala alkafiroona hatha shayon AAajeebun

3
Hoofdstuk 50 : Vers 3

أَءِذَا مِتْنَا وَكُنَّا تُرَابًا ۖ ذَٰلِكَ رَجْعٌۢ بَعِيدٌ

Als wij gestorven zijn, en stof zijn geworden (worden wij dan weer opgewekt?) Dat is een onwaarschijnlijke terugkeer."

Transliteratie

Aitha mitna wakunna turaban thalika rajAAun baAAeedun

4
Hoofdstuk 50 : Vers 4

قَدْ عَلِمْنَا مَا تَنقُصُ ٱلْأَرْضُ مِنْهُمْ ۖ وَعِندَنَا كِتَـٰبٌ حَفِيظٌۢ

Waarlijk, Wij weten wat de aarde van hen zal wegnemen, en aan Onze Zijde is een Boek dat nauwkeurig bijgehouden wordt.

Transliteratie

Qad AAalimna ma tanqusu alardu minhum waAAindana kitabun hafeethun

5
Hoofdstuk 50 : Vers 5

بَلْ كَذَّبُوا۟ بِٱلْحَقِّ لَمَّا جَآءَهُمْ فَهُمْ فِىٓ أَمْرٍ مَّرِيجٍ

Zij loochenden zelfs de Waarheid toen die tot hen kwam, daarom nemen zij een verward standpunt in.

Transliteratie

Bal kaththaboo bialhaqqi lamma jaahum fahum fee amrin mareejin

6
Hoofdstuk 50 : Vers 6

أَفَلَمْ يَنظُرُوٓا۟ إِلَى ٱلسَّمَآءِ فَوْقَهُمْ كَيْفَ بَنَيْنَـٰهَا وَزَيَّنَّـٰهَا وَمَا لَهَا مِن فُرُوجٍ

Kijken zij dan niet naar de hemel boven hen, hoe Wij die gebouwd hebben en hoe Wij die versierd hebben en hoe die geen enkele scheur heeft?

Transliteratie

Afalam yanthuroo ila alssamai fawqahum kayfa banaynaha wazayyannaha wama laha min furoojin

7
Hoofdstuk 50 : Vers 7

وَٱلْأَرْضَ مَدَدْنَـٰهَا وَأَلْقَيْنَا فِيهَا رَوَٰسِىَ وَأَنۢبَتْنَا فِيهَا مِن كُلِّ زَوْجٍۭ بَهِيجٍ

En hoe Wij de aarde uitgespreid hebben en Wij daarop stevige bergen geplaatst hebben en Wij daarop allerlei mooie gewassen deden groeien?

Transliteratie

Waalarda madadnaha waalqayna feeha rawasiya waanbatna feeha min kulli zawjin baheejin

8
Hoofdstuk 50 : Vers 8

تَبْصِرَةً وَذِكْرَىٰ لِكُلِّ عَبْدٍ مُّنِيبٍ

Als lering en herinnering voor iedere berouwvolle dienaar.

Transliteratie

Tabsiratan wathikra likulli AAabdin muneebin

9
Hoofdstuk 50 : Vers 9

وَنَزَّلْنَا مِنَ ٱلسَّمَآءِ مَآءً مُّبَـٰرَكًا فَأَنۢبَتْنَا بِهِۦ جَنَّـٰتٍ وَحَبَّ ٱلْحَصِيدِ

En Wij hebben uit de hemel gezegend water neer doen dalen, waarna Wij daarmee tuinen deden groeien en graan van oogstbare gewassen.

Transliteratie

Wanazzalna mina alssamai maan mubarakan faanbatna bihi jannatin wahabba alhaseedi

10
Hoofdstuk 50 : Vers 10

وَٱلنَّخْلَ بَاسِقَـٰتٍ لَّهَا طَلْعٌ نَّضِيدٌ

En rijzige dadelpalmen met boven elkaar gevoegde kolven.

Transliteratie

Waalnnakhla basiqatin laha talAAun nadeedun

11
Hoofdstuk 50 : Vers 11

رِّزْقًا لِّلْعِبَادِ ۖ وَأَحْيَيْنَا بِهِۦ بَلْدَةً مَّيْتًا ۚ كَذَٰلِكَ ٱلْخُرُوجُ

Als een voorziening voor de dienaren. En Wij brengen daarmee (water) het dode land tot leven. Zo zal ook de Opwekking zijn.

Transliteratie

Rizqan lilAAibadi waahyayna bihi baldatan maytan kathalika alkhurooju

12
Hoofdstuk 50 : Vers 12

كَذَّبَتْ قَبْلَهُمْ قَوْمُ نُوحٍ وَأَصْحَـٰبُ ٱلرَّسِّ وَثَمُودُ

Vóór hen loochende het volk van Nôeh, en de bewoners van Rass en de Tsamôed.

Transliteratie

Kaththabat qablahum qawmu noohin waashabu alrrassi wathamoodu

13
Hoofdstuk 50 : Vers 13

وَعَادٌ وَفِرْعَوْنُ وَإِخْوَٰنُ لُوطٍ

En de 'Ad, en Fir'aun en de broeders van Lôeth.

Transliteratie

WaAAadun wafirAAawnu waikhwanu lootin

14
Hoofdstuk 50 : Vers 14

وَأَصْحَـٰبُ ٱلْأَيْكَةِ وَقَوْمُ تُبَّعٍ ۚ كُلٌّ كَذَّبَ ٱلرُّسُلَ فَحَقَّ وَعِيدِ

En de bewoners van Aikah en het volk van Toebba'. Allen loochenden de Boodschappers. Daarom was de bestraffing terecht.

Transliteratie

Waashabu alaykati waqawmu tubbaAAin kullun kaththaba alrrusula fahaqqa waAAeedi

15
Hoofdstuk 50 : Vers 15

أَفَعَيِينَا بِٱلْخَلْقِ ٱلْأَوَّلِ ۚ بَلْ هُمْ فِى لَبْسٍ مِّنْ خَلْقٍ جَدِيدٍ

Waren Wij dan niet in staat tot de eerste schepping? Zij verkeren beslist in twijfel over een nieuwe schepping.

Transliteratie

AfaAAayeena bialkhalqi alawwali bal hum fee labsin min khalqin jadeedin

16
Hoofdstuk 50 : Vers 16

وَلَقَدْ خَلَقْنَا ٱلْإِنسَـٰنَ وَنَعْلَمُ مَا تُوَسْوِسُ بِهِۦ نَفْسُهُۥ ۖ وَنَحْنُ أَقْرَبُ إِلَيْهِ مِنْ حَبْلِ ٱلْوَرِيدِ

En voorzeker, Wij hebben de mens geschapen en Wij weten wat zijn ziel hem influistert en Wij zijn dichter bij hem dan zijn halsslagader.

Transliteratie

Walaqad khalaqna alinsana wanaAAlamu ma tuwaswisu bihi nafsuhu wanahnu aqrabu ilayhi min habli alwareedi

17
Hoofdstuk 50 : Vers 17

إِذْ يَتَلَقَّى ٱلْمُتَلَقِّيَانِ عَنِ ٱلْيَمِينِ وَعَنِ ٱلشِّمَالِ قَعِيدٌ

Wanneer de twee ontvangers (Engelen) aan de rechterzijde en aan de linkerzijde zitten te schrijven.

Transliteratie

Ith yatalaqqa almutalaqqiyani AAani alyameeni waAAani alshshimali qaAAeedun

18
Hoofdstuk 50 : Vers 18

مَّا يَلْفِظُ مِن قَوْلٍ إِلَّا لَدَيْهِ رَقِيبٌ عَتِيدٌ

Is er geen woord dat Hij uit, of aan zijn Zijde bevindt zich een waker die gereed is.

Transliteratie

Ma yalfithu min qawlin illa ladayhi raqeebun AAateedun

19
Hoofdstuk 50 : Vers 19

وَجَآءَتْ سَكْرَةُ ٱلْمَوْتِ بِٱلْحَقِّ ۖ ذَٰلِكَ مَا كُنتَ مِنْهُ تَحِيدُ

En de doodsstrijd zal werkelijk komen, dat is waarvoor jullie proberen te vluchten.

Transliteratie

Wajaat sakratu almawti bialhaqqi thalika ma kunta minhu taheedu

20
Hoofdstuk 50 : Vers 20

وَنُفِخَ فِى ٱلصُّورِ ۚ ذَٰلِكَ يَوْمُ ٱلْوَعِيدِ

En er zal op de bazuin geblazen worden. Dat is de Dag waarvoor gewaarschuwd is.

Transliteratie

Wanufikha fee alssoori thalika yawmu alwaAAeedi

21
Hoofdstuk 50 : Vers 21

وَجَآءَتْ كُلُّ نَفْسٍ مَّعَهَا سَآئِقٌ وَشَهِيدٌ

En elke ziel zal naar voren komen, met bij haar een (Engel als) voortdrijver en een (Engel als) getuige.

Transliteratie

Wajaat kullu nafsin maAAaha saiqun washaheedun

22
Hoofdstuk 50 : Vers 22

لَّقَدْ كُنتَ فِى غَفْلَةٍ مِّنْ هَـٰذَا فَكَشَفْنَا عَنكَ غِطَآءَكَ فَبَصَرُكَ ٱلْيَوْمَ حَدِيدٌ

(Er wordt hem gezegd:) "Voorzeker, jij verkeerde hiervoor in onachtzaamheid, toen hieven Wij van jou de bedekking van jouw (hart) op, toen was jouw waarneming op deze Dag scherp."

Transliteratie

Laqad kunta fee ghaflatin min hatha fakashafna AAanka ghitaaka fabasaruka alyawma hadeedun

23
Hoofdstuk 50 : Vers 23

وَقَالَ قَرِينُهُۥ هَـٰذَا مَا لَدَىَّ عَتِيدٌ

En zijn metgezel (een Engel) zegt: "Dit is wat bij mij gereed is."

Transliteratie

Waqala qareenuhu hatha ma ladayya AAateedun

24
Hoofdstuk 50 : Vers 24

أَلْقِيَا فِى جَهَنَّمَ كُلَّ كَفَّارٍ عَنِيدٍ

(Allah zegt tegen de twee Engelen:) "Werpt iedere opstandige ongelovige in de Hel.

Transliteratie

Alqiya fee jahannama kulla kaffarin AAaneedin

25
Hoofdstuk 50 : Vers 25

مَّنَّاعٍ لِّلْخَيْرِ مُعْتَدٍ مُّرِيبٍ

Een tegenhouder van het goede, een overtreder een twijfelaar.

Transliteratie

MannaAAin lilkhayri muAAtadin mureebin

26
Hoofdstuk 50 : Vers 26

ٱلَّذِى جَعَلَ مَعَ ٱللَّهِ إِلَـٰهًا ءَاخَرَ فَأَلْقِيَاهُ فِى ٱلْعَذَابِ ٱلشَّدِيدِ

Degene die een andere god naast Allah nam: werpt hem daarom in de harde bestraffing."

Transliteratie

Allathee jaAAala maAAa Allahi ilahan akhara faalqiyahu fee alAAathabi alshshadeedi

27
Hoofdstuk 50 : Vers 27

قَالَ قَرِينُهُۥ رَبَّنَا مَآ أَطْغَيْتُهُۥ وَلَـٰكِن كَانَ فِى ضَلَـٰلٍۭ بَعِيدٍ

En zijn metgezel (de Satan) zegt: "Onze Heer, ik heb hem niet tot dwaling gebracht; hij verkeerde zelf in vergaande dwaling."

Transliteratie

Qala qareenuhu rabbana ma atghaytuhu walakin kana fee dalalin baAAeedin

28
Hoofdstuk 50 : Vers 28

قَالَ لَا تَخْتَصِمُوا۟ لَدَىَّ وَقَدْ قَدَّمْتُ إِلَيْكُم بِٱلْوَعِيدِ

Hij (Allah) zegt: "Redetwist niet in Mijn aanwezigheid, en Ik heb waarlijk een waarschuwing tot jullie gericht.

Transliteratie

Qala la takhtasimoo ladayya waqad qaddamtu ilaykum bialwaAAeedi

29
Hoofdstuk 50 : Vers 29

مَا يُبَدَّلُ ٱلْقَوْلُ لَدَىَّ وَمَآ أَنَا۠ بِظَلَّـٰمٍ لِّلْعَبِيدِ

Het Woord van Mijn Zijde verandert niet en Ik ben niet onrechtvaardig jegens de dienaren."

Transliteratie

Ma yubaddalu alqawlu ladayya wama ana bithallamin lilAAabeedi

30
Hoofdstuk 50 : Vers 30

يَوْمَ نَقُولُ لِجَهَنَّمَ هَلِ ٱمْتَلَأْتِ وَتَقُولُ هَلْ مِن مَّزِيدٍ

(Gedenkt) de Dag dat Wij de Hel zeggen: "Ben jij al vol?" En zij zegt: "Is er nog meer?"

Transliteratie

Yawma naqoolu lijahannama hali imtalati wataqoolu hal min mazeedin

31
Hoofdstuk 50 : Vers 31

وَأُزْلِفَتِ ٱلْجَنَّةُ لِلْمُتَّقِينَ غَيْرَ بَعِيدٍ

En het Paradijs zal dicht bij de Moettaqoen gebracht worden, zonder ver te zijn.

Transliteratie

Waozlifati aljannatu lilmuttaqeena ghayra baAAeedin

32
Hoofdstuk 50 : Vers 32

هَـٰذَا مَا تُوعَدُونَ لِكُلِّ أَوَّابٍ حَفِيظٍ

(Er wordt gezegd:) "Dit is wat jullie beloofd is, aan iedere berouwvolle, wakende.

Transliteratie

Hatha ma tooAAadoona likulli awwabin hafeethin

33
Hoofdstuk 50 : Vers 33

مَّنْ خَشِىَ ٱلرَّحْمَـٰنَ بِٱلْغَيْبِ وَجَآءَ بِقَلْبٍ مُّنِيبٍ

Die de Barmhartige ongezien vreesde en die met een berouwvol hart kwam.

Transliteratie

Man khashiya alrrahmana bialghaybi wajaa biqalbin muneebin

34
Hoofdstuk 50 : Vers 34

ٱدْخُلُوهَا بِسَلَـٰمٍ ۖ ذَٰلِكَ يَوْمُ ٱلْخُلُودِ

Treed haar binnen in vrede, dit is de Dag van de eeuwigheid."

Transliteratie

Odkhulooha bisalamin thalika yawmu alkhuloodi

35
Hoofdstuk 50 : Vers 35

لَهُم مَّا يَشَآءُونَ فِيهَا وَلَدَيْنَا مَزِيدٌ

Voor hen is daarin wat zij wensen en aan Onze Zijde is er nog meer.

Transliteratie

Lahum ma yashaoona feeha waladayna mazeedun

36
Hoofdstuk 50 : Vers 36

وَكَمْ أَهْلَكْنَا قَبْلَهُم مِّن قَرْنٍ هُمْ أَشَدُّ مِنْهُم بَطْشًا فَنَقَّبُوا۟ فِى ٱلْبِلَـٰدِ هَلْ مِن مَّحِيصٍ

En hoeveel generaties vóór hen hebben Wij niet vernietigd, die machtiger waren dan zij? Zij reisden toen in de landen, was er een kans om te vluchten?

Transliteratie

Wakam ahlakna qablahum min qarnin hum ashaddu minhum batshan fanaqqaboo fee albiladi hal min maheesin

37
Hoofdstuk 50 : Vers 37

إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَذِكْرَىٰ لِمَن كَانَ لَهُۥ قَلْبٌ أَوْ أَلْقَى ٱلسَّمْعَ وَهُوَ شَهِيدٌ

Voorwaar, daarin is zeker een vermaning voor wie verstand heeft of wie luistert terwijl hij een getuige is.

Transliteratie

Inna fee thalika lathikra liman kana lahu qalbun aw alqa alssamAAa wahuwa shaheedun

38
Hoofdstuk 50 : Vers 38

وَلَقَدْ خَلَقْنَا ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضَ وَمَا بَيْنَهُمَا فِى سِتَّةِ أَيَّامٍ وَمَا مَسَّنَا مِن لُّغُوبٍ

En voorzeker, Wij hebben de hemelen en de aarde en wat ertussen is in zes dagen (perioden) geschapen, en vermoeienis raakte Ons niet.

Transliteratie

Walaqad khalaqna alssamawati waalarda wama baynahuma fee sittati ayyamin wama massana min lughoobin

39
Hoofdstuk 50 : Vers 39

فَٱصْبِرْ عَلَىٰ مَا يَقُولُونَ وَسَبِّحْ بِحَمْدِ رَبِّكَ قَبْلَ طُلُوعِ ٱلشَّمْسِ وَقَبْلَ ٱلْغُرُوبِ

Wees daarom geduldig met wat zij zeggen en prijs de Glorie met een lofprijzing van jouw Heer, vóór zonsopgang en vóór zonsondergang.

Transliteratie

Faisbir AAala ma yaqooloona wasabbih bihamdi rabbika qabla tulooAAi alshshamsi waqabla alghuroobi

40
Hoofdstuk 50 : Vers 40

وَمِنَ ٱلَّيْلِ فَسَبِّحْهُ وَأَدْبَـٰرَ ٱلسُّجُودِ

En prijs Hem in de nacht en na afloop van de neerknielingen (shalât).

Transliteratie

Wamina allayli fasabbihhu waadbara alssujoodi

41
Hoofdstuk 50 : Vers 41

وَٱسْتَمِعْ يَوْمَ يُنَادِ ٱلْمُنَادِ مِن مَّكَانٍ قَرِيبٍ

En luister die Dag naar de roeper die vanaf een nabije plaats roept.

Transliteratie

WaistamiAA yawma yunadi almunadi min makanin qareebin

42
Hoofdstuk 50 : Vers 42

يَوْمَ يَسْمَعُونَ ٱلصَّيْحَةَ بِٱلْحَقِّ ۚ ذَٰلِكَ يَوْمُ ٱلْخُرُوجِ

Op die Dag zullen zij het blazen (op de bazuin) in werkelijkheid horen. Dat is de Dag van de Opwekking.

Transliteratie

Yawma yasmaAAoona alssayhata bialhaqqi thalika yawmu alkhurooji

43
Hoofdstuk 50 : Vers 43

إِنَّا نَحْنُ نُحْىِۦ وَنُمِيتُ وَإِلَيْنَا ٱلْمَصِيرُ

Voorwaar, Wij doen leven en Wij doen sterven en tot Ons is de terugkeer.

Transliteratie

Inna nahnu nuhyee wanumeetu wailayna almaseeru

44
Hoofdstuk 50 : Vers 44

يَوْمَ تَشَقَّقُ ٱلْأَرْضُ عَنْهُمْ سِرَاعًا ۚ ذَٰلِكَ حَشْرٌ عَلَيْنَا يَسِيرٌ

Op de Dag waarop de aarde over hen gespleten zal worden, haasten (zij zich te verzamelen). Dat is een gemakkelijke verzameling voor Ons.

Transliteratie

Yawma tashaqqaqu alardu AAanhum siraAAan thalika hashrun AAalayna yaseerun

45
Hoofdstuk 50 : Vers 45

نَّحْنُ أَعْلَمُ بِمَا يَقُولُونَ ۖ وَمَآ أَنتَ عَلَيْهِم بِجَبَّارٍ ۖ فَذَكِّرْ بِٱلْقُرْءَانِ مَن يَخَافُ وَعِيدِ

Wij weten het beste wat zij zeggen. En jij (Moehammad) bent niet als een dwinger over hen aangesteld. Vermaan daarom met de Koran degenen die Mijn Waarschuwing vrezen.

Transliteratie

Nahnu aAAlamu bima yaqooloona wama anta AAalayhim bijabbarin fathakkir bialqurani man yakhafu waAAeedi

Hoofdstuk 50

Qaf, bij de edelmoedige Koran. [1]

Zij zijn zelfs verbaasd dat er uit hun midden een waarschuwer tot hen is gekomen, zodat de ongelovigen zeggen: "Dat is een verbazingwekkende zaak! [2]

Als wij gestorven zijn, en stof zijn geworden (worden wij dan weer opgewekt?) Dat is een onwaarschijnlijke terugkeer." [3]

Waarlijk, Wij weten wat de aarde van hen zal wegnemen, en aan Onze Zijde is een Boek dat nauwkeurig bijgehouden wordt. [4]

Zij loochenden zelfs de Waarheid toen die tot hen kwam, daarom nemen zij een verward standpunt in. [5]

Kijken zij dan niet naar de hemel boven hen, hoe Wij die gebouwd hebben en hoe Wij die versierd hebben en hoe die geen enkele scheur heeft? [6]

En hoe Wij de aarde uitgespreid hebben en Wij daarop stevige bergen geplaatst hebben en Wij daarop allerlei mooie gewassen deden groeien? [7]

Als lering en herinnering voor iedere berouwvolle dienaar. [8]

En Wij hebben uit de hemel gezegend water neer doen dalen, waarna Wij daarmee tuinen deden groeien en graan van oogstbare gewassen. [9]

En rijzige dadelpalmen met boven elkaar gevoegde kolven. [10]

Als een voorziening voor de dienaren. En Wij brengen daarmee (water) het dode land tot leven. Zo zal ook de Opwekking zijn. [11]

Vóór hen loochende het volk van Nôeh, en de bewoners van Rass en de Tsamôed. [12]

En de 'Ad, en Fir'aun en de broeders van Lôeth. [13]

En de bewoners van Aikah en het volk van Toebba'. Allen loochenden de Boodschappers. Daarom was de bestraffing terecht. [14]

Waren Wij dan niet in staat tot de eerste schepping? Zij verkeren beslist in twijfel over een nieuwe schepping. [15]

En voorzeker, Wij hebben de mens geschapen en Wij weten wat zijn ziel hem influistert en Wij zijn dichter bij hem dan zijn halsslagader. [16]

Wanneer de twee ontvangers (Engelen) aan de rechterzijde en aan de linkerzijde zitten te schrijven. [17]

Is er geen woord dat Hij uit, of aan zijn Zijde bevindt zich een waker die gereed is. [18]

En de doodsstrijd zal werkelijk komen, dat is waarvoor jullie proberen te vluchten. [19]

En er zal op de bazuin geblazen worden. Dat is de Dag waarvoor gewaarschuwd is. [20]

En elke ziel zal naar voren komen, met bij haar een (Engel als) voortdrijver en een (Engel als) getuige. [21]

(Er wordt hem gezegd:) "Voorzeker, jij verkeerde hiervoor in onachtzaamheid, toen hieven Wij van jou de bedekking van jouw (hart) op, toen was jouw waarneming op deze Dag scherp." [22]

En zijn metgezel (een Engel) zegt: "Dit is wat bij mij gereed is." [23]

(Allah zegt tegen de twee Engelen:) "Werpt iedere opstandige ongelovige in de Hel. [24]

Een tegenhouder van het goede, een overtreder een twijfelaar. [25]

Degene die een andere god naast Allah nam: werpt hem daarom in de harde bestraffing." [26]

En zijn metgezel (de Satan) zegt: "Onze Heer, ik heb hem niet tot dwaling gebracht; hij verkeerde zelf in vergaande dwaling." [27]

Hij (Allah) zegt: "Redetwist niet in Mijn aanwezigheid, en Ik heb waarlijk een waarschuwing tot jullie gericht. [28]

Het Woord van Mijn Zijde verandert niet en Ik ben niet onrechtvaardig jegens de dienaren." [29]

(Gedenkt) de Dag dat Wij de Hel zeggen: "Ben jij al vol?" En zij zegt: "Is er nog meer?" [30]

En het Paradijs zal dicht bij de Moettaqoen gebracht worden, zonder ver te zijn. [31]

(Er wordt gezegd:) "Dit is wat jullie beloofd is, aan iedere berouwvolle, wakende. [32]

Die de Barmhartige ongezien vreesde en die met een berouwvol hart kwam. [33]

Treed haar binnen in vrede, dit is de Dag van de eeuwigheid." [34]

Voor hen is daarin wat zij wensen en aan Onze Zijde is er nog meer. [35]

En hoeveel generaties vóór hen hebben Wij niet vernietigd, die machtiger waren dan zij? Zij reisden toen in de landen, was er een kans om te vluchten? [36]

Voorwaar, daarin is zeker een vermaning voor wie verstand heeft of wie luistert terwijl hij een getuige is. [37]

En voorzeker, Wij hebben de hemelen en de aarde en wat ertussen is in zes dagen (perioden) geschapen, en vermoeienis raakte Ons niet. [38]

Wees daarom geduldig met wat zij zeggen en prijs de Glorie met een lofprijzing van jouw Heer, vóór zonsopgang en vóór zonsondergang. [39]

En prijs Hem in de nacht en na afloop van de neerknielingen (shalât). [40]

En luister die Dag naar de roeper die vanaf een nabije plaats roept. [41]

Op die Dag zullen zij het blazen (op de bazuin) in werkelijkheid horen. Dat is de Dag van de Opwekking. [42]

Voorwaar, Wij doen leven en Wij doen sterven en tot Ons is de terugkeer. [43]

Op de Dag waarop de aarde over hen gespleten zal worden, haasten (zij zich te verzamelen). Dat is een gemakkelijke verzameling voor Ons. [44]

Wij weten het beste wat zij zeggen. En jij (Moehammad) bent niet als een dwinger over hen aangesteld. Vermaan daarom met de Koran degenen die Mijn Waarschuwing vrezen. [45]