الذاريات
De Schiftende Winden
Adh-Dhāriyāt
Vertaler: Sofian S. Siregar
Taal: Nederlands
Bron: tanzil.net/trans
بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ
In naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle
وَٱلذَّٰرِيَـٰتِ ذَرْوًا
Bij de winden die doen opwaaien.
Transliteratie
Waalththariyati tharwan
فَٱلْحَـٰمِلَـٰتِ وِقْرًا
Bij de wolken die een zware last dragen.
Transliteratie
Faalhamilati wiqran
فَٱلْجَـٰرِيَـٰتِ يُسْرًا
Bij de schepen die gemakkelijk voortdrijven.
Transliteratie
Faaljariyati yusran
فَٱلْمُقَسِّمَـٰتِ أَمْرًا
Bij de verdelers (de Engelen) die volgens een verordening verdelen.
Transliteratie
Faalmuqassimati amran
إِنَّمَا تُوعَدُونَ لَصَادِقٌ
Voorwaar, wat jullie is aangezegd zal zeker bewaarheid worden.
Transliteratie
Innama tooAAadoona lasadiqun
وَإِنَّ ٱلدِّينَ لَوَٰقِعٌ
En voorwaar, de (Dag der) Opstanding zal zeker plaatsvinden.
Transliteratie
Wainna alddeena lawaqiAAun
وَٱلسَّمَآءِ ذَاتِ ٱلْحُبُكِ
Bij de hemel met zijn banen (van sterren en planeten).
Transliteratie
Waalssamai thati alhubuki
إِنَّكُمْ لَفِى قَوْلٍ مُّخْتَلِفٍ
Voorwaar, jullie standpunt (tegenover de Profeet en de Koran) wisselt.
Transliteratie
Innakum lafee qawlin mukhtalifin
يُؤْفَكُ عَنْهُ مَنْ أُفِكَ
Degene die ervan afgewend wordt, die wordt belogen.
Transliteratie
Yufaku AAanhu man ofika
قُتِلَ ٱلْخَرَّٰصُونَ
Verdoemd zijn de leugenaars!
Transliteratie
Qutila alkharrasoona
ٱلَّذِينَ هُمْ فِى غَمْرَةٍ سَاهُونَ
Degenen die in achteloosheid verkeren.
Transliteratie
Allatheena hum fee ghamratin sahoona
يَسْـَٔلُونَ أَيَّانَ يَوْمُ ٱلدِّينِ
Zij vragen: "Wanneer is de Dag van de Opstanding?"
Transliteratie
Yasaloona ayyana yawmu alddeeni
يَوْمَ هُمْ عَلَى ٱلنَّارِ يُفْتَنُونَ
Op die Dag zullen zij in de Hel verbrand worden.
Transliteratie
Yawma hum AAala alnnari yuftanoona
ذُوقُوا۟ فِتْنَتَكُمْ هَـٰذَا ٱلَّذِى كُنتُم بِهِۦ تَسْتَعْجِلُونَ
(De bewaker van de Hel zegt:) "Proeft jullie bestraffing. Dit is waar jullie de bespoediging van vroegen."
Transliteratie
Thooqoo fitnatakum hatha allathee kuntum bihi tastaAAjiloona
إِنَّ ٱلْمُتَّقِينَ فِى جَنَّـٰتٍ وَعُيُونٍ
Voorwaar, de Moettaqôen verblijven in Tuinen en bij bronnen (in het Paradijs).
Transliteratie
Inna almuttaqeena fee jannatin waAAuyoonin
ءَاخِذِينَ مَآ ءَاتَىٰهُمْ رَبُّهُمْ ۚ إِنَّهُمْ كَانُوا۟ قَبْلَ ذَٰلِكَ مُحْسِنِينَ
Zij nemen wat hun Heer hun geeft. Voorwaar, zij behoorden voorheen tot de weldoeners.
Transliteratie
Akhitheena ma atahum rabbuhum innahum kanoo qabla thalika muhsineena
كَانُوا۟ قَلِيلًا مِّنَ ٱلَّيْلِ مَا يَهْجَعُونَ
Zij plachten gedurende de nacht weinig te slapen.
Transliteratie
Kanoo qaleelan mina allayli ma yahjaAAoona
وَبِٱلْأَسْحَارِ هُمْ يَسْتَغْفِرُونَ
En in de laatste uren van de nacht smeekten zij om vergeving.
Transliteratie
Wabialashari hum yastaghfiroona
وَفِىٓ أَمْوَٰلِهِمْ حَقٌّ لِّلسَّآئِلِ وَٱلْمَحْرُومِ
En van hun bezittingen was een rechtmatig deel voor de bedelaar en voor degene die zich weerhield van bedelen.
Transliteratie
Wafee amwalihim haqqun lilssaili waalmahroomi
وَفِى ٱلْأَرْضِ ءَايَـٰتٌ لِّلْمُوقِنِينَ
En op de aarde zijn Tekens voor de overtuigden.
Transliteratie
Wafee alardi ayatun lilmooqineena
وَفِىٓ أَنفُسِكُمْ ۚ أَفَلَا تُبْصِرُونَ
En ook in jullie zelf, zien jullie dan niet?
Transliteratie
Wafee anfusikum afala tubsiroona
وَفِى ٱلسَّمَآءِ رِزْقُكُمْ وَمَا تُوعَدُونَ
En in de hemel is jullie voorziening, en wat jullie is beloofd.
Transliteratie
Wafee alssamai rizqukum wama tooAAadoona
فَوَرَبِّ ٱلسَّمَآءِ وَٱلْأَرْضِ إِنَّهُۥ لَحَقٌّ مِّثْلَ مَآ أَنَّكُمْ تَنطِقُونَ
Bij de Heer van de hemel en de aarde: voorwaar, het is zeker waar, zo waar als (het feit) dat jullie spreken.
Transliteratie
Fawarabbi alssamai waalardi innahu lahaqqun mithla ma annakum tantiqoona
هَلْ أَتَىٰكَ حَدِيثُ ضَيْفِ إِبْرَٰهِيمَ ٱلْمُكْرَمِينَ
Heeft de geschiedenis van de geëerde gasten van Ibrahîm jou bereikt?
Transliteratie
Hal ataka hadeethu dayfi ibraheema almukrameena
إِذْ دَخَلُوا۟ عَلَيْهِ فَقَالُوا۟ سَلَـٰمًا ۖ قَالَ سَلَـٰمٌ قَوْمٌ مُّنكَرُونَ
Toen zij bij hem kwamen, zeiden zij: "Vrede!" Hij zei: "Vrede!", (en hij dacht bij zichzelf:) "Onbekend volk."
Transliteratie
Ith dakhaloo AAalayhi faqaloo salaman qala salamun qawmun munkaroona
فَرَاغَ إِلَىٰٓ أَهْلِهِۦ فَجَآءَ بِعِجْلٍ سَمِينٍ
Hij ging toen vlug naar zijn familie en bracht een geroosterd kalf.
Transliteratie
Faragha ila ahlihi fajaa biAAijlin sameenin
فَقَرَّبَهُۥٓ إِلَيْهِمْ قَالَ أَلَا تَأْكُلُونَ
Hij plaatste het daarop vóór hen, en zei: "Eten jullie het niet?"
Transliteratie
Faqarrabahu ilayhim qala ala takuloona
فَأَوْجَسَ مِنْهُمْ خِيفَةً ۖ قَالُوا۟ لَا تَخَفْ ۖ وَبَشَّرُوهُ بِغُلَـٰمٍ عَلِيمٍ
(Maar zij wilden niet eten.) Toen voelde hij angst voor hen. Zij zeiden: "Wees niet bang." En zij verkondigden hem de verheugende tijding over (de geboorte van) een verstandige jongeling (Ishâq).
Transliteratie
Faawjasa minhum kheefatan qaloo la takhaf wabashsharoohu bighulamin AAaleemin
فَأَقْبَلَتِ ٱمْرَأَتُهُۥ فِى صَرَّةٍ فَصَكَّتْ وَجْهَهَا وَقَالَتْ عَجُوزٌ عَقِيمٌ
Zijn vrouw kwam schreeuwend naar voren, en zij sloeg zich in haar gezicht, en zei: "Ik ben een oude, onvruchtbare vrouw!"
Transliteratie
Faaqbalati imraatuhu fee sarratin fasakkat wajhaha waqalat AAajoozun AAaqeemun
قَالُوا۟ كَذَٰلِكِ قَالَ رَبُّكِ ۖ إِنَّهُۥ هُوَ ٱلْحَكِيمُ ٱلْعَلِيمُ
Zij zeiden: "Zo heeft jouw Heer gesproken: voorwaar, Hij is de Alwijze, de Alwetende."
Transliteratie
Qaloo kathaliki qala rabbuki innahu huwa alhakeemu alAAaleemu
قَالَ فَمَا خَطْبُكُمْ أَيُّهَا ٱلْمُرْسَلُونَ
Hij (Ibrâhîm) vroeg: "Wat is jullie boodschap, O gezanten?"
Transliteratie
Qala fama khatbukum ayyuha almursaloona
قَالُوٓا۟ إِنَّآ أُرْسِلْنَآ إِلَىٰ قَوْمٍ مُّجْرِمِينَ
Zij zeiden: "Voorwaar, wij zijn gezonden naar een volk van misdadigers.
Transliteratie
Qaloo inna orsilna ila qawmin mujrimeena
لِنُرْسِلَ عَلَيْهِمْ حِجَارَةً مِّن طِينٍ
Opdat wij stenen van klei op hen neerzenden.
Transliteratie
Linursila AAalayhim hijaratan min teenin
مُّسَوَّمَةً عِندَ رَبِّكَ لِلْمُسْرِفِينَ
Die zijn gekenmerkt bij jouw Heer, voor de overtreders."
Transliteratie
Musawwamatan AAinda rabbika lilmusrifeena
فَأَخْرَجْنَا مَن كَانَ فِيهَا مِنَ ٱلْمُؤْمِنِينَ
Toen deden Wij degenen die daar tot de gelovigen behoorden vertrekken.
Transliteratie
Faakhrajna man kana feeha mina almumineena
فَمَا وَجَدْنَا فِيهَا غَيْرَ بَيْتٍ مِّنَ ٱلْمُسْلِمِينَ
Maar Wij troffen daar slechts één huis van degenen die zich (aan Allah) overgegeven hadden aan. (het huis van Lôeth)
Transliteratie
Fama wajadna feeha ghayra baytin mina almuslimeena
وَتَرَكْنَا فِيهَآ ءَايَةً لِّلَّذِينَ يَخَافُونَ ٱلْعَذَابَ ٱلْأَلِيمَ
En Wij lieten daar een Teken achter voor degenen die de pijnlijke bestraffing vreesden.
Transliteratie
Watarakna feeha ayatan lillatheena yakhafoona alAAathaba alaleema
وَفِى مُوسَىٰٓ إِذْ أَرْسَلْنَـٰهُ إِلَىٰ فِرْعَوْنَ بِسُلْطَـٰنٍ مُّبِينٍ
En ook in (de geschiedenis van) Môesa toen Wij hem naar Fir'aun zonden met een duidelijk bewijs.
Transliteratie
Wafee moosa ith arsalnahu ila firAAawna bisultanin mubeenin
فَتَوَلَّىٰ بِرُكْنِهِۦ وَقَالَ سَـٰحِرٌ أَوْ مَجْنُونٌ
Hij (Fir'aun) wendde zich af met zijn gevolg, en hij zei: "(Hij is) een tovenaar, of een bezetene!"
Transliteratie
Fatawalla biruknihi waqala sahirun aw majnoonun
فَأَخَذْنَـٰهُ وَجُنُودَهُۥ فَنَبَذْنَـٰهُمْ فِى ٱلْيَمِّ وَهُوَ مُلِيمٌ
Daarop grepen Wij hem en zijn legers en wierpen hen in de zee. En hem (Fir'aun) trof de blaam.
Transliteratie
Faakhathnahu wajunoodahu fanabathnahum fee alyammi wahuwa muleemun
وَفِى عَادٍ إِذْ أَرْسَلْنَا عَلَيْهِمُ ٱلرِّيحَ ٱلْعَقِيمَ
En in de 'Âd, toen Wij over hen een verwoestende wind zonden.
Transliteratie
Wafee AAadin ith arsalna AAalayhimu alrreeha alAAaqeema
مَا تَذَرُ مِن شَىْءٍ أَتَتْ عَلَيْهِ إِلَّا جَعَلَتْهُ كَٱلرَّمِيمِ
Die niets heel liet van wat hij tegenkwam, maar (alles) tot ruïnes maakte.
Transliteratie
Ma tatharu min shayin atat AAalayhi illa jaAAalathu kaalrrameemi
وَفِى ثَمُودَ إِذْ قِيلَ لَهُمْ تَمَتَّعُوا۟ حَتَّىٰ حِينٍ
En in de Tsamôed, toen tot hen gezegd werd: "Geniet maar, tot een bepaalde tijd."
Transliteratie
Wafee thamooda ith qeela lahum tamattaAAoo hatta heenin
فَعَتَوْا۟ عَنْ أَمْرِ رَبِّهِمْ فَأَخَذَتْهُمُ ٱلصَّـٰعِقَةُ وَهُمْ يَنظُرُونَ
Toen waren zij hoogmoedig tegenover het gebod van hun Heer, waarop de bliksemslag hen greep, terwijl zij toezagen.
Transliteratie
FaAAataw AAan amri rabbihim faakhathathumu alssaAAiqatu wahum yanthuroona
فَمَا ٱسْتَطَـٰعُوا۟ مِن قِيَامٍ وَمَا كَانُوا۟ مُنتَصِرِينَ
Toen konden zij niet meer opstaan en zij konden zichzelf niet helpen.
Transliteratie
Fama istataAAoo min qiyamin wama kanoo muntasireena
وَقَوْمَ نُوحٍ مِّن قَبْلُ ۖ إِنَّهُمْ كَانُوا۟ قَوْمًا فَـٰسِقِينَ
En het volk van Nôeh van daarvóór: voorwaar, zij waren een zwaar zondig volk.
Transliteratie
Waqawma noohin min qablu innahum kanoo qawman fasiqeena
وَٱلسَّمَآءَ بَنَيْنَـٰهَا بِأَيْي۟دٍ وَإِنَّا لَمُوسِعُونَ
En Wij hebben de hemel met een grote macht gebouwd. En voorwaar, Wij zijn zeker Machtigen.
Transliteratie
Waalssamaa banaynaha biaydin wainna lamoosiAAoona
وَٱلْأَرْضَ فَرَشْنَـٰهَا فَنِعْمَ ٱلْمَـٰهِدُونَ
En Wij hebben de aarde uitgespreid, en de beste Uitspreiders zijn Wij.
Transliteratie
Waalarda farashnaha faniAAma almahidoona
وَمِن كُلِّ شَىْءٍ خَلَقْنَا زَوْجَيْنِ لَعَلَّكُمْ تَذَكَّرُونَ
En van alle dingen hebben Wij paren geschapen. Hopelijk zullen jullie je laten vermanen.
Transliteratie
Wamin kulli shayin khalaqna zawjayni laAAallakum tathakkaroona
فَفِرُّوٓا۟ إِلَى ٱللَّهِ ۖ إِنِّى لَكُم مِّنْهُ نَذِيرٌ مُّبِينٌ
(Zeg, O Moehammad) "Vlucht daarom naar Allah: voorwaar, ik ben voor jullie van Hem (voor Zijn bestraffing) een duidelijke waarschuwer.
Transliteratie
Fafirroo ila Allahi innee lakum minhu natheerun mubeenun
وَلَا تَجْعَلُوا۟ مَعَ ٱللَّهِ إِلَـٰهًا ءَاخَرَ ۖ إِنِّى لَكُم مِّنْهُ نَذِيرٌ مُّبِينٌ
En neemt naast Allah geen andere god: voorwaar, ik ben voor jullie van Hem (voor Zijn bestraffing) een duidelijke waarschuwer."
Transliteratie
Wala tajAAaloo maAAa Allahi ilahan akhara innee lakum minhu natheerun mubeenun
كَذَٰلِكَ مَآ أَتَى ٱلَّذِينَ مِن قَبْلِهِم مِّن رَّسُولٍ إِلَّا قَالُوا۟ سَاحِرٌ أَوْ مَجْنُونٌ
Zo kwam er tot degenen vóór hen geen Boodschapper, of zij zeiden: "(Hij is) een tovenaar, of een bezetene."
Transliteratie
Kathalika ma ata allatheena min qablihim min rasoolin illa qaloo sahirun aw majnoonun
أَتَوَاصَوْا۟ بِهِۦ ۚ بَلْ هُمْ قَوْمٌ طَاغُونَ
Dragen zij dit aan elkaar over (van geslacht op geslacht)? Zij zijn zelfs een overtredend volk.
Transliteratie
Atawasaw bihi bal hum qawmun taghoona
فَتَوَلَّ عَنْهُمْ فَمَآ أَنتَ بِمَلُومٍ
Wend je daarom van hen af, dan wordt jou niets verweten.
Transliteratie
Fatawalla AAanhum fama anta bimaloomin
وَذَكِّرْ فَإِنَّ ٱلذِّكْرَىٰ تَنفَعُ ٱلْمُؤْمِنِينَ
En vermaan: want voorwaar, de vermaning baat de gelovigen.
Transliteratie
Wathakkir fainna alththikra tanfaAAu almumineena
وَمَا خَلَقْتُ ٱلْجِنَّ وَٱلْإِنسَ إِلَّا لِيَعْبُدُونِ
En Ik heb de Djinn's en de mens slechts geschapen om Mij te dienen.
Transliteratie
Wama khalaqtu aljinna waalinsa illa liyaAAbudooni
مَآ أُرِيدُ مِنْهُم مِّن رِّزْقٍ وَمَآ أُرِيدُ أَن يُطْعِمُونِ
Ik wens geen voorzieningen van hen, en ik wens niet dat zij Mij voeden.
Transliteratie
Ma oreedu minhum min rizqin wama oreedu an yutAAimooni
إِنَّ ٱللَّهَ هُوَ ٱلرَّزَّاقُ ذُو ٱلْقُوَّةِ ٱلْمَتِينُ
Voorwaar, Allah is de Voorziener, de Bezitter van sterke kracht.
Transliteratie
Inna Allaha huwa alrrazzaqu thoo alquwwati almateenu
فَإِنَّ لِلَّذِينَ ظَلَمُوا۟ ذَنُوبًا مِّثْلَ ذَنُوبِ أَصْحَـٰبِهِمْ فَلَا يَسْتَعْجِلُونِ
Voorwaar, de zonden van degenen die onrecht plegen zijn gelijk aan de zonden van hun soortgenoten (in vroegere generaties). Laten zij daarom Mij niet vragen (de bestraffing) te bespoedigen.
Transliteratie
Fainna lillatheena thalamoo thanooban mithla thanoobi ashabihim fala yastaAAjiloona
فَوَيْلٌ لِّلَّذِينَ كَفَرُوا۟ مِن يَوْمِهِمُ ٱلَّذِى يُوعَدُونَ
Wee dan degenen die ongelovig zijn op hun Dag die aangezegd is.
Transliteratie
Fawaylun lillatheena kafaroo min yawmihimu allathee yooAAadoona
Hoofdstuk 51
Bij de winden die doen opwaaien. [1]
Bij de wolken die een zware last dragen. [2]
Bij de schepen die gemakkelijk voortdrijven. [3]
Bij de verdelers (de Engelen) die volgens een verordening verdelen. [4]
Voorwaar, wat jullie is aangezegd zal zeker bewaarheid worden. [5]
En voorwaar, de (Dag der) Opstanding zal zeker plaatsvinden. [6]
Bij de hemel met zijn banen (van sterren en planeten). [7]
Voorwaar, jullie standpunt (tegenover de Profeet en de Koran) wisselt. [8]
Degene die ervan afgewend wordt, die wordt belogen. [9]
Verdoemd zijn de leugenaars! [10]
Degenen die in achteloosheid verkeren. [11]
Zij vragen: "Wanneer is de Dag van de Opstanding?" [12]
Op die Dag zullen zij in de Hel verbrand worden. [13]
(De bewaker van de Hel zegt:) "Proeft jullie bestraffing. Dit is waar jullie de bespoediging van vroegen." [14]
Voorwaar, de Moettaqôen verblijven in Tuinen en bij bronnen (in het Paradijs). [15]
Zij nemen wat hun Heer hun geeft. Voorwaar, zij behoorden voorheen tot de weldoeners. [16]
Zij plachten gedurende de nacht weinig te slapen. [17]
En in de laatste uren van de nacht smeekten zij om vergeving. [18]
En van hun bezittingen was een rechtmatig deel voor de bedelaar en voor degene die zich weerhield van bedelen. [19]
En op de aarde zijn Tekens voor de overtuigden. [20]
En ook in jullie zelf, zien jullie dan niet? [21]
En in de hemel is jullie voorziening, en wat jullie is beloofd. [22]
Bij de Heer van de hemel en de aarde: voorwaar, het is zeker waar, zo waar als (het feit) dat jullie spreken. [23]
Heeft de geschiedenis van de geëerde gasten van Ibrahîm jou bereikt? [24]
Toen zij bij hem kwamen, zeiden zij: "Vrede!" Hij zei: "Vrede!", (en hij dacht bij zichzelf:) "Onbekend volk." [25]
Hij ging toen vlug naar zijn familie en bracht een geroosterd kalf. [26]
Hij plaatste het daarop vóór hen, en zei: "Eten jullie het niet?" [27]
(Maar zij wilden niet eten.) Toen voelde hij angst voor hen. Zij zeiden: "Wees niet bang." En zij verkondigden hem de verheugende tijding over (de geboorte van) een verstandige jongeling (Ishâq). [28]
Zijn vrouw kwam schreeuwend naar voren, en zij sloeg zich in haar gezicht, en zei: "Ik ben een oude, onvruchtbare vrouw!" [29]
Zij zeiden: "Zo heeft jouw Heer gesproken: voorwaar, Hij is de Alwijze, de Alwetende." [30]
Hij (Ibrâhîm) vroeg: "Wat is jullie boodschap, O gezanten?" [31]
Zij zeiden: "Voorwaar, wij zijn gezonden naar een volk van misdadigers. [32]
Opdat wij stenen van klei op hen neerzenden. [33]
Die zijn gekenmerkt bij jouw Heer, voor de overtreders." [34]
Toen deden Wij degenen die daar tot de gelovigen behoorden vertrekken. [35]
Maar Wij troffen daar slechts één huis van degenen die zich (aan Allah) overgegeven hadden aan. (het huis van Lôeth) [36]
En Wij lieten daar een Teken achter voor degenen die de pijnlijke bestraffing vreesden. [37]
En ook in (de geschiedenis van) Môesa toen Wij hem naar Fir'aun zonden met een duidelijk bewijs. [38]
Hij (Fir'aun) wendde zich af met zijn gevolg, en hij zei: "(Hij is) een tovenaar, of een bezetene!" [39]
Daarop grepen Wij hem en zijn legers en wierpen hen in de zee. En hem (Fir'aun) trof de blaam. [40]
En in de 'Âd, toen Wij over hen een verwoestende wind zonden. [41]
Die niets heel liet van wat hij tegenkwam, maar (alles) tot ruïnes maakte. [42]
En in de Tsamôed, toen tot hen gezegd werd: "Geniet maar, tot een bepaalde tijd." [43]
Toen waren zij hoogmoedig tegenover het gebod van hun Heer, waarop de bliksemslag hen greep, terwijl zij toezagen. [44]
Toen konden zij niet meer opstaan en zij konden zichzelf niet helpen. [45]
En het volk van Nôeh van daarvóór: voorwaar, zij waren een zwaar zondig volk. [46]
En Wij hebben de hemel met een grote macht gebouwd. En voorwaar, Wij zijn zeker Machtigen. [47]
En Wij hebben de aarde uitgespreid, en de beste Uitspreiders zijn Wij. [48]
En van alle dingen hebben Wij paren geschapen. Hopelijk zullen jullie je laten vermanen. [49]
(Zeg, O Moehammad) "Vlucht daarom naar Allah: voorwaar, ik ben voor jullie van Hem (voor Zijn bestraffing) een duidelijke waarschuwer. [50]
En neemt naast Allah geen andere god: voorwaar, ik ben voor jullie van Hem (voor Zijn bestraffing) een duidelijke waarschuwer." [51]
Zo kwam er tot degenen vóór hen geen Boodschapper, of zij zeiden: "(Hij is) een tovenaar, of een bezetene." [52]
Dragen zij dit aan elkaar over (van geslacht op geslacht)? Zij zijn zelfs een overtredend volk. [53]
Wend je daarom van hen af, dan wordt jou niets verweten. [54]
En vermaan: want voorwaar, de vermaning baat de gelovigen. [55]
En Ik heb de Djinn's en de mens slechts geschapen om Mij te dienen. [56]
Ik wens geen voorzieningen van hen, en ik wens niet dat zij Mij voeden. [57]
Voorwaar, Allah is de Voorziener, de Bezitter van sterke kracht. [58]
Voorwaar, de zonden van degenen die onrecht plegen zijn gelijk aan de zonden van hun soortgenoten (in vroegere generaties). Laten zij daarom Mij niet vragen (de bestraffing) te bespoedigen. [59]
Wee dan degenen die ongelovig zijn op hun Dag die aangezegd is. [60]