الطور

De Berg

Aṭ-Ṭūr

Hoofdstuk: 52
Verzen: 49

Vertaler: Sofian S. Siregar

Taal: Nederlands

بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ

In naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle

1
Hoofdstuk 52 : Vers 1

وَٱلطُّورِ

Bij de berg (Sinaï).

Transliteratie

Waalttoori

2
Hoofdstuk 52 : Vers 2

وَكِتَـٰبٍ مَّسْطُورٍ

Bij een geschreven Boek.

Transliteratie

Wakitabin mastoorin

3
Hoofdstuk 52 : Vers 3

فِى رَقٍّ مَّنشُورٍ

In een opengerold perkament.

Transliteratie

Fee raqqin manshoorin

4
Hoofdstuk 52 : Vers 4

وَٱلْبَيْتِ ٱلْمَعْمُورِ

Bij het veel bezochte Huis (de Ka'bah).

Transliteratie

Waalbayti almaAAmoori

5
Hoofdstuk 52 : Vers 5

وَٱلسَّقْفِ ٱلْمَرْفُوعِ

En het opgeheven gewelf (de hemel).

Transliteratie

Waalssaqfi almarfooAAi

6
Hoofdstuk 52 : Vers 6

وَٱلْبَحْرِ ٱلْمَسْجُورِ

En de kolkende zee.

Transliteratie

Waalbahri almasjoori

7
Hoofdstuk 52 : Vers 7

إِنَّ عَذَابَ رَبِّكَ لَوَٰقِعٌ

Voorwaar, de bestraffing van jouw Heer zal zeker plaatsvinden.

Transliteratie

Inna AAathaba rabbika lawaqiAAun

8
Hoofdstuk 52 : Vers 8

مَّا لَهُۥ مِن دَافِعٍ

Niemand kan hem tegenhouden.

Transliteratie

Ma lahu min dafiAAin

9
Hoofdstuk 52 : Vers 9

يَوْمَ تَمُورُ ٱلسَّمَآءُ مَوْرًا

Op de Dag waarop de hemel heftig beeft.

Transliteratie

Yawma tamooru alssamao mawran

10
Hoofdstuk 52 : Vers 10

وَتَسِيرُ ٱلْجِبَالُ سَيْرًا

En de bergen zich verplaatsen.

Transliteratie

Wataseeru aljibalu sayran

11
Hoofdstuk 52 : Vers 11

فَوَيْلٌ يَوْمَئِذٍ لِّلْمُكَذِّبِينَ

Wee op die Dag de loochenaars.

Transliteratie

Fawaylun yawmaithin lilmukaththibeena

12
Hoofdstuk 52 : Vers 12

ٱلَّذِينَ هُمْ فِى خَوْضٍ يَلْعَبُونَ

Degenen die zich vermaken met ijdelheden.

Transliteratie

Allatheena hum fee khawdin yalAAaboona

13
Hoofdstuk 52 : Vers 13

يَوْمَ يُدَعُّونَ إِلَىٰ نَارِ جَهَنَّمَ دَعًّا

Op die Dag zullen zij met geweld naar de Hel worden geduwd.

Transliteratie

Yawma yudaAAAAoona ila nari jahannama daAAAAan

14
Hoofdstuk 52 : Vers 14

هَـٰذِهِ ٱلنَّارُ ٱلَّتِى كُنتُم بِهَا تُكَذِّبُونَ

(En er zal gezegd worden:) "Dit is de Hel die jullie plachten te loochenen.

Transliteratie

Hathihi alnnaru allatee kuntum biha tukaththiboona

15
Hoofdstuk 52 : Vers 15

أَفَسِحْرٌ هَـٰذَآ أَمْ أَنتُمْ لَا تُبْصِرُونَ

Is dit dan toverij? Of kunnen jullie niet zien?

Transliteratie

Afasihrun hatha am antum la tubsiroona

16
Hoofdstuk 52 : Vers 16

ٱصْلَوْهَا فَٱصْبِرُوٓا۟ أَوْ لَا تَصْبِرُوا۟ سَوَآءٌ عَلَيْكُمْ ۖ إِنَّمَا تُجْزَوْنَ مَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ

Gaat haar binnen en weest geduldig of weest ongeduldig; het zal voor jullie niets uitmaken. Voorwaar, jullie worden slechts vergolden naar wat jullie plachten te verrichtten."

Transliteratie

Islawha faisbiroo aw la tasbiroo sawaon AAalaykum innama tujzawna ma kuntum taAAmaloona

17
Hoofdstuk 52 : Vers 17

إِنَّ ٱلْمُتَّقِينَ فِى جَنَّـٰتٍ وَنَعِيمٍ

Voorwaar, de Moettaqôen bevinden zich in Tuinen (het Paradijs) en in genietingen.

Transliteratie

Inna almuttaqeena fee jannatin wanaAAeemin

18
Hoofdstuk 52 : Vers 18

فَـٰكِهِينَ بِمَآ ءَاتَىٰهُمْ رَبُّهُمْ وَوَقَىٰهُمْ رَبُّهُمْ عَذَابَ ٱلْجَحِيمِ

Zich verheugend over wat hun Heer hun heeft gegeven. En hun Heer heeft hen behoed voor de straf van de Hel.

Transliteratie

Fakiheena bima atahum rabbuhum wawaqahum rabbuhum AAathaba aljaheemi

19
Hoofdstuk 52 : Vers 19

كُلُوا۟ وَٱشْرَبُوا۟ هَنِيٓـًٔۢا بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ

(Er wordt gezegd:) "Eet en drinkt smakelijk wegens wat jullie plachten te verrichten."

Transliteratie

Kuloo waishraboo haneean bima kuntum taAAmaloona

20
Hoofdstuk 52 : Vers 20

مُتَّكِـِٔينَ عَلَىٰ سُرُرٍ مَّصْفُوفَةٍ ۖ وَزَوَّجْنَـٰهُم بِحُورٍ عِينٍ

Leunend op rustbanken, tegenover elkaar. En Wij zullen hen huwen met schone maagden.

Transliteratie

Muttakieena AAala sururin masfoofatin wazawwajnahum bihoorin AAeenin

21
Hoofdstuk 52 : Vers 21

وَٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَٱتَّبَعَتْهُمْ ذُرِّيَّتُهُم بِإِيمَـٰنٍ أَلْحَقْنَا بِهِمْ ذُرِّيَّتَهُمْ وَمَآ أَلَتْنَـٰهُم مِّنْ عَمَلِهِم مِّن شَىْءٍ ۚ كُلُّ ٱمْرِئٍۭ بِمَا كَسَبَ رَهِينٌ

En degenen die geloven en die in het geloof gevolgd worden door hun nakomelingen: Wij voegen hun nakomelingen bij hen en Wij verminderen (de beloning voor) hun daden niet. Ieder mens staat borg voor wat hij verrichtte.

Transliteratie

Waallatheena amanoo waittabaAAathum thurriyyatuhum bieemanin alhaqna bihim thurriyyatahum wama alatnahum min AAamalihim min shayin kullu imriin bima kasaba raheenun

22
Hoofdstuk 52 : Vers 22

وَأَمْدَدْنَـٰهُم بِفَـٰكِهَةٍ وَلَحْمٍ مِّمَّا يَشْتَهُونَ

En Wij geven hun vruchten en vlees, van welke soort zij wensen.

Transliteratie

Waamdadnahum bifakihatin walahmin mimma yashtahoona

23
Hoofdstuk 52 : Vers 23

يَتَنَـٰزَعُونَ فِيهَا كَأْسًا لَّا لَغْوٌ فِيهَا وَلَا تَأْثِيمٌ

Zij reiken daar elkaar een beker aan waarbij geen onzin en geen zondigheid is.

Transliteratie

YatanazaAAoona feeha kasan la laghwun feeha wala tatheemun

24
Hoofdstuk 52 : Vers 24

وَيَطُوفُ عَلَيْهِمْ غِلْمَانٌ لَّهُمْ كَأَنَّهُمْ لُؤْلُؤٌ مَّكْنُونٌ

En onder hen gaan jongelingen rond die lijken op welbewaarde parels.

Transliteratie

Wayatoofu AAalayhim ghilmanun lahum kaannahum luluon maknoonun

25
Hoofdstuk 52 : Vers 25

وَأَقْبَلَ بَعْضُهُمْ عَلَىٰ بَعْضٍ يَتَسَآءَلُونَ

Zij zullen zich tot elkaar wenden en elkaar vragen stellen.

Transliteratie

Waaqbala baAAduhum AAala baAAdin yatasaaloona

26
Hoofdstuk 52 : Vers 26

قَالُوٓا۟ إِنَّا كُنَّا قَبْلُ فِىٓ أَهْلِنَا مُشْفِقِينَ

Zij zeggen: "Voorwaar, wij waren vroeger temidden van onze verwanten bevreesd (voor Allah).

Transliteratie

Qaloo inna kunna qablu fee ahlina mushfiqeena

27
Hoofdstuk 52 : Vers 27

فَمَنَّ ٱللَّهُ عَلَيْنَا وَوَقَىٰنَا عَذَابَ ٱلسَّمُومِ

Allah begenadigde ons toen en Hij behoedde ons voor de bestraffing van de verschroeiende wind.

Transliteratie

Famanna Allahu AAalayna wawaqana AAathaba alssamoomi

28
Hoofdstuk 52 : Vers 28

إِنَّا كُنَّا مِن قَبْلُ نَدْعُوهُ ۖ إِنَّهُۥ هُوَ ٱلْبَرُّ ٱلرَّحِيمُ

Voorwaar, Wij plachten Hem vroeger aan te roepen: voorwaar, Hij is de Weldoener, de Meest Barmhartige."

Transliteratie

Inna kunna min qablu nadAAoohu innahu huwa albarru alrraheemu

29
Hoofdstuk 52 : Vers 29

فَذَكِّرْ فَمَآ أَنتَ بِنِعْمَتِ رَبِّكَ بِكَاهِنٍ وَلَا مَجْنُونٍ

Vermaan daarom, jij bent door de Genade van jouw Heer geen waarzegger en geen bezetene.

Transliteratie

Fathakkir fama anta biniAAmati rabbika bikahin wala majnoonin

30
Hoofdstuk 52 : Vers 30

أَمْ يَقُولُونَ شَاعِرٌ نَّتَرَبَّصُ بِهِۦ رَيْبَ ٱلْمَنُونِ

Of zeggen zij: "Een dichter, wij wachten af of het noodlot hem met ongeluk zal treffen."

Transliteratie

Am yaqooloona shaAAirun natarabbasu bihi rayba almanooni

31
Hoofdstuk 52 : Vers 31

قُلْ تَرَبَّصُوا۟ فَإِنِّى مَعَكُم مِّنَ ٱلْمُتَرَبِّصِينَ

Zeg (O Moehammad): "Wacht maar af: voorwaar, Ik behoor met jullie tot de afwachtenden."

Transliteratie

Qul tarabbasoo fainnee maAAakum mina almutarabbiseena

32
Hoofdstuk 52 : Vers 32

أَمْ تَأْمُرُهُمْ أَحْلَـٰمُهُم بِهَـٰذَآ ۚ أَمْ هُمْ قَوْمٌ طَاغُونَ

Of beveelt hun verstand hun dit, of zijn zij een overtredend volk?

Transliteratie

Am tamuruhum ahlamuhum bihatha am hum qawmun taghoona

33
Hoofdstuk 52 : Vers 33

أَمْ يَقُولُونَ تَقَوَّلَهُۥ ۚ بَل لَّا يُؤْمِنُونَ

Of zeggen zij: "Hij heeft hem (de Koran) verzonnen"? Nee, zij geloven niet.

Transliteratie

Am yaqooloona taqawwalahu bal la yuminoona

34
Hoofdstuk 52 : Vers 34

فَلْيَأْتُوا۟ بِحَدِيثٍ مِّثْلِهِۦٓ إِن كَانُوا۟ صَـٰدِقِينَ

Laten zij dan een bericht brengen dat daaraan gelijk is, als zij waarachtigen zijn.

Transliteratie

Falyatoo bihadeethin mithlihi in kanoo sadiqeena

35
Hoofdstuk 52 : Vers 35

أَمْ خُلِقُوا۟ مِنْ غَيْرِ شَىْءٍ أَمْ هُمُ ٱلْخَـٰلِقُونَ

Of zijn zij uit niets geschapen, of zijn zij (zelf) de scheppers?

Transliteratie

Am khuliqoo min ghayri shayin am humu alkhaliqoona

36
Hoofdstuk 52 : Vers 36

أَمْ خَلَقُوا۟ ٱلسَّمَـٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضَ ۚ بَل لَّا يُوقِنُونَ

Of hebben zij de hemelen en de aarde geschapen? Zelfs zij zijn er niet van overtuigd.

Transliteratie

Am khalaqoo alssamawati waalarda bal la yooqinoona

37
Hoofdstuk 52 : Vers 37

أَمْ عِندَهُمْ خَزَآئِنُ رَبِّكَ أَمْ هُمُ ٱلْمُصَۣيْطِرُونَ

Of bevinden zich bij hen de schaften van jouw Heer, of hebben zij de heerschappij?

Transliteratie

Am AAindahum khazainu rabbika am humu almusaytiroona

38
Hoofdstuk 52 : Vers 38

أَمْ لَهُمْ سُلَّمٌ يَسْتَمِعُونَ فِيهِ ۖ فَلْيَأْتِ مُسْتَمِعُهُم بِسُلْطَـٰنٍ مُّبِينٍ

Of beschikken zij over een ladder (die tot in de hemel reikt) waarop zij kunnen afluisteren? Laat dan de afluisteraar onder hen met een duidelijk bewijs komen.

Transliteratie

Am lahum sullamun yastamiAAoona feehi falyati mustamiAAuhum bisultanin mubeenin

39
Hoofdstuk 52 : Vers 39

أَمْ لَهُ ٱلْبَنَـٰتُ وَلَكُمُ ٱلْبَنُونَ

Of zijn voor Hem de dochters en voor jullie de zonen?

Transliteratie

Am lahu albanatu walakumu albanoona

40
Hoofdstuk 52 : Vers 40

أَمْ تَسْـَٔلُهُمْ أَجْرًا فَهُم مِّن مَّغْرَمٍ مُّثْقَلُونَ

Of vraag jij van hen een beloning, zodat zij belast zijn met een schuld?

Transliteratie

Am tasaluhum ajran fahum min maghramin muthqaloona

41
Hoofdstuk 52 : Vers 41

أَمْ عِندَهُمُ ٱلْغَيْبُ فَهُمْ يَكْتُبُونَ

Of is bij hen het onwaarneembare, zodat zij het kunnen opschrijven?

Transliteratie

Am AAindahumu alghaybu fahum yaktuboona

42
Hoofdstuk 52 : Vers 42

أَمْ يُرِيدُونَ كَيْدًا ۖ فَٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ هُمُ ٱلْمَكِيدُونَ

Of willen zij een list beramen? Degenen die niet geloven zijn degenen die in een list versrikt raken.

Transliteratie

Am yureedoona kaydan faallatheena kafaroo humu almakeedoona

43
Hoofdstuk 52 : Vers 43

أَمْ لَهُمْ إِلَـٰهٌ غَيْرُ ٱللَّهِ ۚ سُبْحَـٰنَ ٱللَّهِ عَمَّا يُشْرِكُونَ

Of hebben zij een andere god dan Allah? Heilig is Allah, boven de deelgenoten die zij (Hem) toekennen.

Transliteratie

Am lahum ilahun ghayru Allahi subhana Allahi AAamma yushrikoona

44
Hoofdstuk 52 : Vers 44

وَإِن يَرَوْا۟ كِسْفًا مِّنَ ٱلسَّمَآءِ سَاقِطًا يَقُولُوا۟ سَحَابٌ مَّرْكُومٌ

En als zij een stuk uit de hemel (zouden) zien neerstorten, dan zeggen zij: "Stapelwolken."

Transliteratie

Wain yaraw kisfan mina alssamai saqitan yaqooloo sahabun markoomun

45
Hoofdstuk 52 : Vers 45

فَذَرْهُمْ حَتَّىٰ يُلَـٰقُوا۟ يَوْمَهُمُ ٱلَّذِى فِيهِ يُصْعَقُونَ

Laat hen maar, totdat zij hun Dag ontmoeten waarop zij door de bliksemslag getroffen zullen worden.

Transliteratie

Fatharhum hatta yulaqoo yawmahumu allathee feehi yusAAaqoona

46
Hoofdstuk 52 : Vers 46

يَوْمَ لَا يُغْنِى عَنْهُمْ كَيْدُهُمْ شَيْـًٔا وَلَا هُمْ يُنصَرُونَ

Op die Dag zal hun list niets baten, en zij zullen niet worden geholpen.

Transliteratie

Yawma la yughnee AAanhum kayduhum shayan wala hum yunsaroona

47
Hoofdstuk 52 : Vers 47

وَإِنَّ لِلَّذِينَ ظَلَمُوا۟ عَذَابًا دُونَ ذَٰلِكَ وَلَـٰكِنَّ أَكْثَرَهُمْ لَا يَعْلَمُونَ

En voorwaar, voor degenen die onrecht pleegden is er daarnaast nog een bestraffing, maar de meesten van hen weten het niet.

Transliteratie

Wainna lillatheena thalamoo AAathaban doona thalika walakinna aktharahum la yaAAlamoona

48
Hoofdstuk 52 : Vers 48

وَٱصْبِرْ لِحُكْمِ رَبِّكَ فَإِنَّكَ بِأَعْيُنِنَا ۖ وَسَبِّحْ بِحَمْدِ رَبِّكَ حِينَ تَقُومُ

Wees geduldig met de beschikking van jouw Heer. Voorwaar, jij bent in Onze Ogen. En prijs de Glorie van jouw Heer wanneer jij staat.

Transliteratie

Waisbir lihukmi rabbika fainnaka biaAAyunina wasabbih bihamdi rabbika heena taqoomu

49
Hoofdstuk 52 : Vers 49

وَمِنَ ٱلَّيْلِ فَسَبِّحْهُ وَإِدْبَـٰرَ ٱلنُّجُومِ

En in de nacht, prijst Zijn Glorie, en (ook) bij het vervagen van de sterren (in de vroege ochtend).

Transliteratie

Wamina allayli fasabbihhu waidbara alnnujoomi

Hoofdstuk 52

Bij de berg (Sinaï). [1]

Bij een geschreven Boek. [2]

In een opengerold perkament. [3]

Bij het veel bezochte Huis (de Ka'bah). [4]

En het opgeheven gewelf (de hemel). [5]

En de kolkende zee. [6]

Voorwaar, de bestraffing van jouw Heer zal zeker plaatsvinden. [7]

Niemand kan hem tegenhouden. [8]

Op de Dag waarop de hemel heftig beeft. [9]

En de bergen zich verplaatsen. [10]

Wee op die Dag de loochenaars. [11]

Degenen die zich vermaken met ijdelheden. [12]

Op die Dag zullen zij met geweld naar de Hel worden geduwd. [13]

(En er zal gezegd worden:) "Dit is de Hel die jullie plachten te loochenen. [14]

Is dit dan toverij? Of kunnen jullie niet zien? [15]

Gaat haar binnen en weest geduldig of weest ongeduldig; het zal voor jullie niets uitmaken. Voorwaar, jullie worden slechts vergolden naar wat jullie plachten te verrichtten." [16]

Voorwaar, de Moettaqôen bevinden zich in Tuinen (het Paradijs) en in genietingen. [17]

Zich verheugend over wat hun Heer hun heeft gegeven. En hun Heer heeft hen behoed voor de straf van de Hel. [18]

(Er wordt gezegd:) "Eet en drinkt smakelijk wegens wat jullie plachten te verrichten." [19]

Leunend op rustbanken, tegenover elkaar. En Wij zullen hen huwen met schone maagden. [20]

En degenen die geloven en die in het geloof gevolgd worden door hun nakomelingen: Wij voegen hun nakomelingen bij hen en Wij verminderen (de beloning voor) hun daden niet. Ieder mens staat borg voor wat hij verrichtte. [21]

En Wij geven hun vruchten en vlees, van welke soort zij wensen. [22]

Zij reiken daar elkaar een beker aan waarbij geen onzin en geen zondigheid is. [23]

En onder hen gaan jongelingen rond die lijken op welbewaarde parels. [24]

Zij zullen zich tot elkaar wenden en elkaar vragen stellen. [25]

Zij zeggen: "Voorwaar, wij waren vroeger temidden van onze verwanten bevreesd (voor Allah). [26]

Allah begenadigde ons toen en Hij behoedde ons voor de bestraffing van de verschroeiende wind. [27]

Voorwaar, Wij plachten Hem vroeger aan te roepen: voorwaar, Hij is de Weldoener, de Meest Barmhartige." [28]

Vermaan daarom, jij bent door de Genade van jouw Heer geen waarzegger en geen bezetene. [29]

Of zeggen zij: "Een dichter, wij wachten af of het noodlot hem met ongeluk zal treffen." [30]

Zeg (O Moehammad): "Wacht maar af: voorwaar, Ik behoor met jullie tot de afwachtenden." [31]

Of beveelt hun verstand hun dit, of zijn zij een overtredend volk? [32]

Of zeggen zij: "Hij heeft hem (de Koran) verzonnen"? Nee, zij geloven niet. [33]

Laten zij dan een bericht brengen dat daaraan gelijk is, als zij waarachtigen zijn. [34]

Of zijn zij uit niets geschapen, of zijn zij (zelf) de scheppers? [35]

Of hebben zij de hemelen en de aarde geschapen? Zelfs zij zijn er niet van overtuigd. [36]

Of bevinden zich bij hen de schaften van jouw Heer, of hebben zij de heerschappij? [37]

Of beschikken zij over een ladder (die tot in de hemel reikt) waarop zij kunnen afluisteren? Laat dan de afluisteraar onder hen met een duidelijk bewijs komen. [38]

Of zijn voor Hem de dochters en voor jullie de zonen? [39]

Of vraag jij van hen een beloning, zodat zij belast zijn met een schuld? [40]

Of is bij hen het onwaarneembare, zodat zij het kunnen opschrijven? [41]

Of willen zij een list beramen? Degenen die niet geloven zijn degenen die in een list versrikt raken. [42]

Of hebben zij een andere god dan Allah? Heilig is Allah, boven de deelgenoten die zij (Hem) toekennen. [43]

En als zij een stuk uit de hemel (zouden) zien neerstorten, dan zeggen zij: "Stapelwolken." [44]

Laat hen maar, totdat zij hun Dag ontmoeten waarop zij door de bliksemslag getroffen zullen worden. [45]

Op die Dag zal hun list niets baten, en zij zullen niet worden geholpen. [46]

En voorwaar, voor degenen die onrecht pleegden is er daarnaast nog een bestraffing, maar de meesten van hen weten het niet. [47]

Wees geduldig met de beschikking van jouw Heer. Voorwaar, jij bent in Onze Ogen. En prijs de Glorie van jouw Heer wanneer jij staat. [48]

En in de nacht, prijst Zijn Glorie, en (ook) bij het vervagen van de sterren (in de vroege ochtend). [49]